Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
IZZ ZORGERZEKERING,
1.De procedure
2.Het geschil
3.De beoordeling
150,00(2 x tarief € 75,00)
Rechtbank Limburg
In deze zaak vordert VGZ Zorgverzekeraar N.V., rechtsopvolgster van VGZ voor de Zorg N.V. betreffende IZZ Zorgverzekering, betaling van een bedrag van € 500,00 aan hoofdsom van de gedaagde partij. De vordering is beperkt tot dit bedrag, terwijl VGZ oorspronkelijk een bedrag van € 6.366,44 aan hoofdsom vorderde, dat onbetaald was gelaten door de gedaagde partij. De gedaagde partij heeft een zorgverzekering afgesloten bij IZZ, dat onderdeel is van VGZ, maar stelt niet op de hoogte te zijn geweest van deze relatie en heeft geprobeerd een betalingsregeling te treffen voor haar betalingsachterstand.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat VGZ onbetwist heeft gesteld dat de gedaagde partij op de hoogte was van haar zorgverzekering en dat zij in staat was om haar gegevens in te zien via het portaal van MijnVGZ. De kantonrechter oordeelt dat het niet aannemelijk is dat de gedaagde partij niet wist dat haar zorgverzekering bij VGZ liep en dat zij met VGZ afspraken moest maken over de betalingsachterstand. De vordering van VGZ wordt toegewezen, waarbij de wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag van algehele voldoening ook wordt toegewezen.
De gedaagde partij wordt veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van VGZ zijn begroot op € 381,09. De kantonrechter heeft ook overwogen dat indien de gedaagde partij een betalingsregeling wenst te treffen, zij zich tot VGZ moet wenden, aangezien dit buiten de onderhavige procedure valt. Het vonnis is uitgesproken door mr. H.H. Dethmers op 6 oktober 2021.