Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
N.J.J. Derks-Voncken, rechter in de rechtbank Limburg, verder te noemen rechter.
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Limburg op 4 oktober 2021 uitspraak gedaan over een verzoek tot wraking van rechter N.J.J. Derks-Voncken. Verzoeker had op 14 april 2021 een wrakingsverzoek ingediend, waarin hij stelde dat de rechter vooringenomen was in zijn zaak. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat verzoeker geen feiten of omstandigheden heeft aangedragen die zouden wijzen op vooringenomenheid van de rechter. De rechter had in een eerdere procedure, die verband hield met het verzoek van verzoeker om een volledige schriftelijke behandeling, niet gereageerd op verzoekers verzoek, wat door verzoeker werd geïnterpreteerd als een aanwijzing voor partijdigheid.
De wrakingskamer heeft echter geoordeeld dat de rechter niet op de hoogte was van het verzoek om schriftelijke behandeling, en dat het niet reageren op een verzoek als een afwijzing kan worden beschouwd, wat een procesbeslissing is. De wrakingskamer benadrukte dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die een zwaarwegende aanwijzing vormen voor vooringenomenheid. Aangezien verzoeker geen objectieve aanwijzingen heeft kunnen geven voor zijn vrees voor partijdigheid, heeft de wrakingskamer het verzoek tot wraking afgewezen. De beslissing is openbaar gemaakt op 4 oktober 2021.