Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
2.Het geschil
3.De beoordeling
- dagvaarding € 105,09
- griffierecht € 124,00
- salaris gemachtigde
Rechtbank Limburg
In deze zaak vordert VGZ Zorgverzekeraar N.V. betaling van € 500,00 aan hoofdsom van de gedaagde partij, die in verzuim is gekomen met het betalen van zorgpremies en andere kosten. De procedure is gestart met een dagvaarding op 28 oktober 2020, gevolgd door een conclusie van antwoord, repliek en dupliek. De gedaagde partij betwist de vordering en voert aan dat VGZ niet ontvankelijk is, dat er sprake is van verjaring en rechtsverwerking, en dat de beperking van de vordering tot € 500,00 in strijd is met de redelijkheid en billijkheid. De kantonrechter oordeelt dat VGZ ontvankelijk is in haar vordering en dat de gedaagde partij niet heeft aangetoond dat de vordering niet op haar betrekking heeft. De kantonrechter wijst de vordering toe en oordeelt dat de beperking van de vordering tot € 500,00 niet in strijd is met de redelijkheid en billijkheid. De gedaagde partij wordt veroordeeld tot betaling van € 500,00 aan hoofdsom, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding. Daarnaast worden de proceskosten aan de zijde van VGZ begroot op € 379,09. Het vonnis is uitgesproken door mr. R.H.J. Otto op 29 september 2021.