Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de dagvaarding met producties 1 tot en met 11
- de akte eiswijziging en inbrengen producties met productie 12 van [eiser]
- de (elektronische) brief van [gedaagde] met producties 1 tot en met 3
- het e-mailbericht van 27 januari 2021 (17:06u) met betekeningsexploot met nogmaals
- de mondelinge behandeling ter zitting van 28 januari 2021
- de pleitnota van [eiser]
- de conclusie van antwoord tevens pleitnota van [gedaagde]
- het door partijen op 4 februari 2021, 18 februari 2021, 3 maart 2021, 1 april 2021, 29 april
2.De feiten
- i) de echtscheiding tussen [eiser] en [gedaagde] uitgesproken,
- ii) bepaald dat [eiser] maandelijks € 1.631,00 aan [gedaagde] moet betalen als uitkering tot levensonderhoud (welk deel uitvoerbaar bij voorraad is verklaard) en
- iii) een deskundige benoemd om de marktwaarde van de voormalige echtelijke woning te taxeren, waarna iedere verdere beslissing is aangehouden.
voormalige echtelijke, rb] woning toe aan [eiser] voor een waarde van € 214.000,00, alsmede de waarde van de aan de bank verpande beleggingspolis met nummer [nummer 1] onder de verplichting om de op de woning rustende hypotheekschuld bij ABN AMRO bank voor zijn rekening te nemen, de vrouw uit de hoofdelijke aansprakelijkheid ter zake die schuld te laten ontslaan alsmede om de helft van de overwaarde van de woning aan de vrouw te betalen uiterlijk bij gelegenheid van de notariële afwikkeling bij de notaris waarbij partijen de kosten van de notaris dienen te delen,
3.Het geschil
4.De beoordeling
maritaal, maar
conservatoir derdenbeslagis gelegd onder ABN AMRO, in het bijzonder op rekeningnummer [nummer 4] (zie het e-mailbericht van 27 januari 2021, 17:21u). Reeds hierom kan de bij petitum sub 1 gevorderde opheffing van het
maritaalbeslag niet worden toegewezen.
conservatoirbeslag gelegd onder de ABN AMRO-rekening eindigend op -752, dan heeft hij die vordering niet (voldoende) onderbouwd met feiten en omstandigheden. Dit deel van het gevorderde zal dan ook worden afgewezen.
conservatoirbeslag op de in eigendom aan [eiser] toebehorende onroerende zaak gelegen aan de [adres] te [woonplaats 1] . De door [eiser] bij petitum sub 2 gevorderde opheffing van het
maritaalbeslag op deze woning kan om die reden dan ook niet worden toegewezen.
- € 85,00 (griffierecht)
- € 1.016,00 (salaris advocaat)
- € 1.101,00 totaal.