18.2.De rechtbank is van oordeel dat met de door eisers gemaakte opmerkingen niet aannemelijk is gemaakt dat de aan de besluitvorming ten grondslag liggende aanmeldnotitie van [bedrijfsnaam] niet volledig of niet volledig juist is of dat daarin de aanvaardbaarheid van de gevolgen van het project door vergunninghoudster niet deugdelijk zijn beoordeeld. Verweerder heeft zich dan ook op goede gronden op het standpunt gesteld dat er geen aanleiding is om een milieueffectrapportage van vergunninghoudster te verlangen. De gronden slagen niet.
Mocht de vergunning wordt verleend in verband met de ‘geitenstop’?
19. Eisers hebben aangevoerd dat de bestreden omgevingsvergunning is verleend in strijd met de door Provinciale Staten van Limburg genomen beslissing om nieuwvestiging en uitbreiding van geitenhouderijen te verbieden; de zogenoemde geitenstop.
20. De rechtbank stelt vast dat de geitenstop is neergelegd in een voorbereidingsbesluit van 14 december 2018, verlengd bij voorbereidingsbesluit van 27 mei 2019. In de toelichting bij het voorbereidingsbesluit van 14 december 2018 is vermeld dat het besluit tot gevolg heeft dat aanvragen om een omgevingsvergunning voor bouwen of verbouwen van een bouwwerk ten behoeve van het houden van geiten moeten worden aangehouden. De aanhoudingsplicht geldt, vanuit een oogpunt van rechtszekerheid, niet voor aanvragen die zijn ingediend vóór het tijdstip van inwerkingtreding van het voorbereidingsbesluit. De rechtbank is van oordeel dat nu de aanvraag die heeft geleid tot het bestreden besluit is ingediend op 31 maart 2017, de geitenstop niet geldt voor deze aanvraag en de hierop volgende besluitvorming. De grond slaagt dan ook niet.
Is sprake van aantasting van het recht op familie- en gezinsleven als bedoeld in artikel 8 EVRM?
21. Eiser 2 heeft aangevoerd te vrezen voor aantasting van hun recht op ongestoord privé-, familie- en gezinsleven als bedoeld in artikel 8 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (hierna: EVRM).
Verweerder is op deze grond in de nota van beantwoording zienswijzen ingegaan en heeft in het verweerschrift aangevuld dat eiser ook in beroep niet aannemelijk heeft gemaakt dat een minimumniveau in de aantasting van het milieu is overschreden.
22. De rechtbank overweegt hierover als volgt. In artikel 8 van het EVRM is bepaald dat een ieder het recht heeft op respect voor zijn privéleven, zijn familie- en gezinsleven, zijn woning en zijn correspondentie. Volgens vaste rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens ( het EHRM) kent het EVRM geen uitdrukkelijk recht toe op een schone en stille omgeving, maar kan artikel 8 in het geding zijn indien de overlast van dien aard is dat die de betrokkene in ernstige mate in zijn gezondheid treft of hem belet in zijn woongenot en zijn privé- of gezinsleven.
23. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen, volgt uit de jurisprudentie van het EHRM dat bij aantasting van het milieu artikel 8 in het geding kan zijn, maar dat degene die zich hierop beroept, aannemelijk moet maken dat een minimumniveau van aantasting van het milieu is overschreden.
Met het uitspreken van de vrees dat hun rechten als bedoeld in artikel 8 van het EVRM worden aangetast is naar het oordeel van de rechtbank niet aannemelijk gemaakt dat een de aantasting van het milieu door het bestreden besluit is overschreden, dat het bestreden besluit een zodanig negatieve invloed zal hebben op de leefbaarheid in en rond het plangebied dat van een inmenging in de zin van artikel 8 van het EVRM kan worden gesproken, of dat verweerder te kort is geschoten in een op hem rustende positieve verplichting om redelijke en gepaste maatregelen te nemen ter bescherming van de in artikel 8, eerste lid, van het EVRM neergelegde rechten.
Deze grond slaagt niet.
Is sprake van onaanvaardbare gezondheidsrisico’s?
24. Eisers hebben aangevoerd dat de afstand tussen hun woningen en de stallen waarin de geiten en de nertsen worden gehuisvest, te klein is, namelijk minder dan de door de GGD geadviseerde afstand van 250 m. Daardoor is volgens eisers, mede vanwege de combinatie van het houden van geiten en nertsen, het risico groter op overdracht van ziektekiemen die in verband worden gebracht met longontsteking. Eisers zijn, mede gelet op de gezondheidssituatie van eiser 2, van mening dat de aan de vergunning verbonden voorschriften niet volstaan om de gezondheidsrisico’s tot een aanvaardbaar niveau terug te brengen. Eiser 2 heeft nog aangevoerd dat de verspreiding van Q-koorts door mestopslag, uitmesten en mest overbrengen in een vrachtwagen, ondanks het feit dat de geiten zullen zijn gevaccineerd, nog altijd mogelijk is en hebben hun bezorgdheid geuit over de handhaving op dit punt.