4.3Het oordeel van de rechtbank
Feit 2
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte [slachtoffer] heeft bedreigd en zal, nu de verdachte dat feit duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit, volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen, te weten:
- de bekennende verklaring van de verdachte ter terechtzitting van 31 augustus 2021 afgelegd;
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] d.d. 21 mei 2020, p. 152 tot en met 157 van de doornummering.
Feit 3 bewijsmiddelen
Op 22 mei 2020 ziet een observatieteam dat de verdachte al rijdend op een donkerkleurige motor van het merk Yamaha de parkeerplaats van een appartementencomplex aan de Kasteel Hillenraadweg te Maastricht komt oprijden. De verdachte draagt een zwarte motorjas met op de schouders opvallende roodkleurige vakken. Ook wordt gezien dat de verdachte donkerkleurige handschoenen draagt. Gezien wordt dat de verdachte contact maakt met een persoon die in een auto, merk Nissan, zit. De verdachte doet zijn helm af, beweegt rondom de auto, demonteert daarna zijn motorkoffer en legt die in de auto en loopt samen met de man vanaf de auto richting het appartementencomplex aan de Kasteel Hillenraadweg. Deze man wordt herkend als zijnde [naam 1] . De verdachte heeft op dat moment zijn motorjas aan. Vervolgens treedt een arrestatieteam de woning van voornoemde [naam 1] aan de Kasteel Hillenraadweg [nummer] te Maastricht binnen, waar de verdachte wordt aangehouden.Deze woning wordt daarna doorzocht waarbij de bewoners, [naam 2] en [naam 1] , aanwezig zijn. [naam 2] deelt mee dat de verdachte bij hen op bezoek was en dat hij bij binnenkomst een rugzak bij zich had, welke rugzak nu op het balkon stond. Verder wees zij in de woonkamer een plastic zak en een jas aan, welke voorwerpen beide van de verdachte zouden zijn. In de rugzak die op het balkon stond, werden onder andere bankpasjes op naam van de verdachte aangetroffen alsmede een holster. In de plastic zak werd kleding aangetroffen, met daaronder 9 kleine patronen, 10 patronen en 33 patronen in een blauwe doos. In de linker zak van de jas die over de stoel in de woonkamer hing, werd een revolver met in de cilinder 6 patronen en 1 huls aangetroffen.Deze genoemde voorwerpen werden fotografisch vastgelegd.In de eerder genoemde auto van het merk Nissan werden motorhandschoenen aangetroffen in een helm die aan de bijrijderszijde op de grond lag.
[naam 1] heeft verklaard dat hij wist dat verdachte een vuurwapen had en dat hij de verdachte ook vaker met het vuurwapen heeft gezien en dat verdachte dan speelde met de cilinder van het wapen.
De ex-partner van de verdachte, [slachtoffer] , heeft na het verbreken van de relatie met de verdachte in haar woning een plastic zak van de verdachte aangetroffen met daarin een vuurwapen, een holster, een blauw/wit doosje en flesje lijkend op schoonmaakmiddel. Zij verklaart dat verdachte naar haar huis is gekomen en de zak heeft meegenomen.Een foto van de inhoud van deze plastic zak heeft zij toegevoegd aan haar aangifte.
De revolver en de munitie zijn onderzocht door verbalisanten van het team forensische opsporing, expertise wapens, munitie en explosieven. Uit dit onderzoek volgt dat het een revolver van het merk Nagant betreft, kaliber 7,62 millimeter, zijnde een wapen in de zin van artikel 2, eerste lid, categorie III sub 1 van de Wet wapens en munitie (Wwm). De munitie in de revolver betreft 6 kogelpatronen en 1 verschoten huls. Het gaat hier om munitie in de zin van artikel 2, tweede lid, categorie III van de Wwm.De munitie die in de plastic zak werd aangetroffen, betreft in totaal 52 kogelpatronen van categorie III Wwm.
Uit onderzoek is gebleken dat van de revolver een enkelvoudig DNA-profiel kon worden afgeleid dat overeenkomt met het DNA-profiel van de verdachte, met een matchkans van kleiner dan één op één miljard.
De op 22 mei 2020 in de motorjas van de verdachte aangetroffen revolver toont gelijkenis met de revolver die te zien is op de door de verdachte aan [slachtoffer] verstuurde dreigvideo. Ook de motorhandschoenen en de motor die op deze video te zien zijn, tonen veel gelijkenis met de bij de verdachte op 22 mei 2020 aangetroffen en inbeslaggenomen handschoenen en motor.
De verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat de motorjas, de rugzak op het balkon en de plastic zak in de woonkamer van de woning aan het adres Kasteel Hillenraadweg [nummer] te Maastricht zijn aangetroffen, van hem zijn. Ook heeft hij bekend dat de munitie van hem is.
Bewijsoverwegingen
Door de verdediging is betoogd dat de verdachte moet worden vrijgesproken van het voorhanden hebben van een revolver, aangezien de verdachte niet wist dat het revolver in zijn motorjas zat. Daartoe is aangevoerd dat hij tijdens het dragen van de motorjas vlak vóór het moment van zijn aanhouding, geen wapen in de zak van de motorjas heeft gevoeld. Vervolgens heeft de verdachte de motorjas na binnenkomst in de woning van zijn neef [naam 1] en diens vriendin, over de stoel gehangen. Tussen dat moment en het moment waarop de verdachte werd aangehouden door het arrestatieteam, is de revolver mogelijk door [naam 1] of diens vriendin in de jaszak van de verdachte gestopt.
De rechtbank stelt vast dat er geen feiten of omstandigheden zijn die de lezing van de verdediging ondersteunen. De revolver is in de motorjas van de verdachte aangetroffen. Deze motorjas heeft hij kort voor de aanhouding gedragen. Op de revolver is DNA aangetroffen dat overeenkwam met het DNA van de verdachte. De revolver komt overeen met het wapen met toebehoren dat [slachtoffer] in haar woning bij de spullen van de verdachte aantrof en waarvan zij een foto maakte. Op die foto zijn ook een blauw-wit doosje met munitie te zien, een holster en een flesje wapenolie. Al deze spullen zijn op 22 mei 2020 ook aangetroffen in de woning van [naam 1] in de plastic zak dan wel in de rugzak die volgens de verdachte hem toebehoren. Ten slotte heeft de verdachte [slachtoffer] veelvuldig gedreigd op haar te zullen schieten. Deze dreigementen zette de verdachte kracht bij door aan [slachtoffer] een foto van een vuurwapen te sturen alsmede een video waarop te zien is dat er eenmaal met een wapen wordt geschoten. Het wapen dat op deze foto en video te zien is, toont sterke gelijkenissen met de revolver die op 22 mei 2020 in de jas van de verdachte is aangetroffen. Ook de motor en de motorhandschoenen die op de video deels te zien zijn, tonen gelijkenissen met de motor en motorhandschoenen van de verdachte.
Dit alles maakt de bewering van de verdachte dat hij niet wist van de revolver in zijn motorjas en het wapen na aankomst in het appartement door een ander in de zak van zijn motorjas moet zijn gestopt onaannemelijk.
Aldus staat voor de rechtbank genoegzaam vast dat de verdachte weet had van de revolver in zijn jaszak en dat hij daarover heeft kunnen beschikken. Hetzelfde geldt voor de munitie, waarvan hij heeft bekend dat deze van hem is. Daarmee komt de rechtbank tot een bewezenverklaring van het onder 3 ten laste gelegde.