ECLI:NL:RBLIM:2021:6946
Rechtbank Limburg
- Bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Verklaring in het kader van derdenbeslag en bewijslastverdeling in civiele procedure
In deze bodemzaak, behandeld door de Rechtbank Limburg op 25 augustus 2021, staat de verklaring in het kader van derdenbeslag centraal. De eiser, een advocaten- en belastingadvieskantoor, heeft op 12 oktober 2019 een opdracht ontvangen van de heer [naam 1] namens Lange Linden Beheer BV. Na een verstekvonnis op 3 juni 2020, waarbij [naam 1] en Lange Linden Beheer BV zijn veroordeeld tot betaling aan de eiser, heeft de eiser op 3 december 2020 derdenbeslag gelegd onder Taurus Milieutechniek BV. De eiser vordert dat Taurus wordt veroordeeld tot betaling van een bedrag van 2.113,60 euro, omdat Taurus niet heeft voldaan aan verzoeken om een verklaring af te leggen over eventuele vorderingen van [naam 1] op Taurus.
Taurus heeft in haar verweer gesteld dat er geen rechtsverhouding bestaat tussen haar en [naam 1]. De kantonrechter oordeelt dat Taurus niet ontvankelijk kan worden verklaard, omdat zij pas na dagvaarding een verklaring heeft afgelegd. De kantonrechter stelt vast dat de eiser voldoende argumenten heeft aangedragen die de betrokkenheid van [naam 1] bij Taurus aannemelijk maken. De kantonrechter oordeelt dat Taurus haar ontkenning van enige rechtsrelatie met [naam 1] niet voldoende heeft onderbouwd. Hierdoor wordt de verklaring van Taurus als onjuist aangemerkt.
De kantonrechter veroordeelt Taurus tot betaling van het gevorderde bedrag aan de eiser, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat Taurus binnen 14 dagen na betekening van het vonnis moet voldoen aan de betalingsverplichtingen. De uitspraak benadrukt de belangrijke rol van de bewijslastverdeling in het kader van derdenbeslag en de verplichting van de derde om een verklaring af te leggen over eventuele vorderingen.