ECLI:NL:RBLIM:2021:6934

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
8 september 2021
Publicatiedatum
9 september 2021
Zaaknummer
03.031701.19
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tenuitvoerlegging van de maatregel tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking in het kader van recidivepreventie

Op 8 september 2021 heeft de Rechtbank Limburg in Maastricht uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een veroordeelde, geboren in 1986, die momenteel verblijft in een forensische verslavingskliniek. De veroordeelde was eerder op 8 juli 2020 veroordeeld tot 28 maanden gevangenisstraf voor afpersing en diefstal, waarbij de rechtbank een maatregel tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking had opgelegd. Het Openbaar Ministerie diende op 23 juni 2021 een vordering in tot tenuitvoerlegging van deze maatregel voor een periode van vijf jaren. Tijdens de zitting op 25 augustus 2021 zijn zowel de officier van justitie als de raadsman gehoord, en deskundigen van de reclassering hebben hun adviezen gegeven. De rechtbank heeft vastgesteld dat de veroordeelde goed in zijn behandeltraject zit, maar dat er nog een lange weg te gaan is om gedragsverandering te bewerkstelligen. De reclassering heeft geadviseerd om de maatregel ten uitvoer te leggen met specifieke voorwaarden, waaronder meldplicht bij de reclassering, opname in een zorginstelling en meewerken aan schuldhulpverlening. De rechtbank heeft de tenuitvoerlegging van de maatregel gelast voor een periode van vijf jaren, met de voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering. Tevens is bepaald dat bij overtreding van de voorwaarden vervangende hechtenis kan worden toegepast voor maximaal zes maanden.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Strafrecht
Parketnummer : 03.031701.19 (vordering ex artikel 6:6:23a Sv)
Datum uitspraak : 8 september 2021
Beslissing van de meervoudige kamer op een vordering tot tenuitvoerlegging van de maatregel strekkende tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking
ten aanzien van:
[verdachte] ,
geboren te [geboortegegevens] 1986,
thans verblijvende in [instelling] ,
hierna te noemen: de veroordeelde.
De veroordeelde wordt bijgestaan door mr. A.L. Rinsma, advocaat, kantoorhoudende te Utrecht.

1.De procesgang

Bij vonnis van 8 juli 2020 is de veroordeelde wegens afpersing en diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak, veroordeeld tot een gevangenisstraf van 28 maanden. Daarbij heeft de rechtbank aan de veroordeelde de maatregel opgelegd strekkende tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking (hierna te noemen: de maatregel) ex artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht.
Het Openbaar Ministerie heeft op 23 juni 2021 een vordering ingediend tot tenuitvoerlegging van de maatregel voor een periode van 5 jaren.
De rechtbank heeft tijdens de openbare terechtzitting van 25 augustus 2021 de officier van justitie en de raadsman gehoord. De veroordeelde is niet ter terechtzitting verschenen. Tevens zijn als deskundige gehoord [naam 1] en [naam 2] , beiden reclasseringswerker.
De rechtbank heeft gezien:
  • het vonnis van de rechtbank d.d. 8 juli 2020 waarbij de maatregel is opgelegd;
  • het advies van reclassering Tactus verslavingszorg d.d. 21 juli 2021;
  • het advies van reclassering Tactus verslavingszorg d.d. 23 augustus 2021;
  • een medische verklaring van [naam 3] , GZ-psycholoog, d.d. 24 augustus 2021 omtrent de noodzaak van behandeling of opname in een zorginstelling;
  • het uittreksel justitiële documentatie betreffende de veroordeelde d.d. 23 juli 2021.

2.De beoordeling

2.1
Het standpunt van de reclassering
De adviezen van de reclassering vermelden onder meer – zakelijk weergegeven – het volgende:
In augustus 2020 is de veroordeelde geplaatst binnen forensische verslavingskliniek [instelling] , waar hij thans, na een eerdere herroepingsperiode van 28 dagen, nog steeds verblijft. Momenteel zit de veroordeelde goed in zijn behandeltraject. De verloven zijn opgestart en de veroordeelde lijkt zich bewust van zijn valkuilen/triggers, weet waar hij nog aan moet werken en komt gemotiveerd over om hiermee aan de slag te gaan. Desondanks heeft de veroordeelde nog een lange weg te gaan. De veroordeelde heeft eerder klinische trajecten doorlopen, maar deze hebben tot op heden geen soelaas geboden. In het huidige behandeltraject heeft de veroordeelde nog meerdere behandeldoelen te halen. Ondanks dat de veroordeelde de goede weg is ingeslagen om aan zijn problematiek te werken, wordt ingeschat dat wanneer de huidige juridische kaders wegvallen, het risico op recidive hoog is. De veroordeelde heeft nog niet het gehele behandeltraject doorlopen en er is meer tijd nodig om te komen tot gedragsverandering en stabiliteit op de langere termijn. Het is van belang dat de behandeling stapsgewijs en op een rustig tempo voortgezet wordt, mede gezien de beperkte draagkracht van de veroordeelde. Hierna zou er uiteindelijk toegewerkt worden naar de open fase van de [instelling] in Apeldoorn en vervolgens richting een beschermd wonen dan wel beleid wonen setting ten behoeve van verdere resocialisatie. De veroordeelde heeft zelf een sterke voorkeur voor de tenuitvoerlegging van de maatregel in plaats van verlenging van de voorwaardelijke invrijheidstelling. De veroordeelde zou graag willen dat de rechter bij de tenuitvoerlegging van de maatregel een lange periode oplegt en ziet in dat hij langdurig toezicht nodig heeft.
De reclassering adviseert de tenuitvoerlegging van de maatregel met de navolgende bijzondere voorwaarden: meldplicht bij de reclassering, opname in een zorginstelling, ambulante behandeling (met mogelijkheid tot kortdurende klinische opname), begeleid wonen of maatschappelijke opvang, meewerken aan schuldhulpverlening en meewerken aan middelencontrole. De reclassering acht een lange periode wenselijk.
Ter terechtzitting heeft de deskundige [naam 2] voorts – zakelijk weergegeven – naar voren gebracht dat de veroordeelde nu in een behandeltraject zit, behandeldoelen heeft en gemotiveerd is. Op het moment dat het juridisch kader zou wegvallen, is de kans op herhaling groot. De reclassering heeft een afweging gemaakt tussen de verlenging van de proeftijd van de voorwaardelijke invrijheidstelling en de tenuitvoerlegging van de maatregel. Vermoedelijk zal er meer dan twee jaar nodig zijn om het traject goed te kunnen voortzetten, hetgeen de veroordeelde ook meer rust zal geven. Voorts kan de veroordeelde bij het overtreden van de voorwaarden als ‘time-out’ worden teruggeplaatst in de P.I. en zal hij te motiveren zijn vanwege het blijvende juridische kader.
De medische verklaring vermeldt onder meer – zakelijk weergegeven – het volgende:
De kliniek onderschrijft het advies van de reclassering. Het is van belang dat de kliniek de behandeling in rustig tempo en aangepast op de zeer beperkte draagkracht van de veroordeelde kan afronden. De verwachting is dat dit nog vrij lange tijd in beslag gaat nemen. De veroordeelde is een man met een zeer getraumatiseerd en onveilig verleden, die erg veel stut en steun (holding) nodig heeft om zich staande te houden en niet te vervallen in risicovol gedrag.
2.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gepersisteerd bij de vordering met dien verstande dat – in tegenstelling tot hetgeen is vermeld in de vordering – wordt gevorderd dat vervangende hechtenis dient te worden toegepast voor de duur van twee weken voor elke keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan. De officier van justitie heeft rekening gehouden met het advies van de reclassering en de wens van de veroordeelde zelf.
2.3
Het standpunt van de verdediging
De verdediging verzet zich niet tegen toewijzing van de vordering met dien verstande dat de grond voor toewijzing van de vordering, inhoudende dat tenuitvoerlegging van de maatregel noodzakelijk is ter voorkoming van ernstig belastend gedrag jegens slachtoffer of getuigen, niet aan de orde is. Noch uit het reclasseringsadvies noch uit een enig ander stuk blijkt dat de veroordeelde zich op enige wijze belastend heeft of zal gaan gedragen jegens slachtoffers of getuigen. Voorts heeft de raadsman aangevoerd dat zijn cliënt de tenuitvoerlegging van de maatregel voor de duur van vijf jaren wenst zodat hij voor geruime tijd weet waar hij aan toe is.
2.4
Het oordeel van de rechtbank
De maatregel ex art. 38z, eerst lid van het Wetboek van Strafrecht strekt primair tot bescherming van de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen. De rechtbank kan de tenuitvoerlegging van de maatregel op grond van art. 6:6:23b lid 1 Sv gelasten indien:
er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de veroordeelde wederom een misdrijf zal begaan waarvoor de rechter een maatregel strekkende tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking kan opleggen; of
dit noodzakelijk is ter voorkoming van ernstig belastend gedrag jegens slachtoffers of getuigen.
De rechtbank overweegt als volgt.
Uit de adviezen van de reclassering en de ter zitting gegeven toelichting door de deskundige blijkt dat de veroordeelde nu goed in zijn behandeltraject zit, gemotiveerd is en nog meerdere te behalen behandeldoelen heeft. Op het moment dat het huidige juridische kader zou wegvallen, is het risico op recidive hoog. De veroordeelde heeft namelijk nog niet het gehele behandeltraject doorlopen en er is meer tijd nodig om te komen tot gedragsverandering. Het is van belang dat de behandeling stapsgewijs en op een rustig tempo wordt voorgezet. Voorts is in de medische verklaring vermeld dat het advies van de reclassering wordt onderschreven.
De rechtbank is gelet op de rapporten van de reclassering en hetgeen ter terechtzitting naar voren is gekomen van oordeel dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de veroordeelde opnieuw een misdrijf zal begaan waarvoor de rechter een maatregel strekkende tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking kan opleggen. Daarom zal de rechtbank de tenuitvoerlegging van de maatregel gelasten voor een periode van vijf jaren, hetgeen ook de wens is van de veroordeelde.
Ter beveiliging van de maatschappij en ter voorkoming van strafbare feiten, acht de rechtbank het noodzakelijk dat de veroordeelde zich zal houden aan de voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering, te weten: meldplicht bij de reclassering, opname in een zorginstelling, ambulante behandeling (met mogelijkheid tot kortdurende klinische opname), begeleid wonen of maatschappelijke opvang, meewerken aan schuldhulpverlening en meewerken aan middelencontrole.
De veroordeelde zal zich daarnaast aan de van rechtswege bepaalde algemene voorwaarden moeten houden, zoals vermeld in artikel 6:6:23b lid 3 Sv.
Wanneer de veroordeelde (de gestelde voorwaarden gekoppeld aan) de maatregel niet naleeft, zal vervangende hechtenis worden toegepast bij iedere keer dat de veroordeelde een voorwaarde overtreedt. De rechtbank zal de duur van die vervangende hechtenis per keer bepalen op twee weken. De totale duur van de ten uitvoer gelegde vervangende hechtenis bedraagt ten hoogste zes maanden. Toepassing van de vervangende hechtenis heft de verplichtingen ingevolgde de maatregel niet op.

3.De beslissing

De rechtbank:
- gelast de tenuitvoerlegging van de maatregel strekkende tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking, opgelegd door de rechtbank Limburg bij vonnis van 8 juli 2020 voor een periode van vijf jaren;
- legt aan de veroordeelde de navolgende voorwaarden op:
de veroordeelde meldt zich binnen een werkdag na het ingaan van de gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel bij mevr. [naam 1] vanuit [reclassering] op het nummer [telefoonnummer] . De veroordeelde blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
de veroordeelde laat zich opnemen c.q. blijft opgenomen in de [instelling] of een soortgelijke zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De opname duurt zolang de reclassering, in overleg met de behandelaren, nodig vindt. De (totale) duur van de klinische behandeling op grond van de maatregel zal de periode van een jaar niet te boven gaan, tenzij de veroordeelde er na ommekomst van die periode mee instemt dat hij gedurende een langere periode klinisch zal worden behandeld.
De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling. Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, werkt de veroordeelde mee aan de indicatiestelling en plaatsing;
3. de veroordeelde laat zich behandelen door de forensische poli JusTact of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele looptijd van de gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling.
Bij aanleiding die zich kan voordoen, bijvoorbeeld terugval in middelengebruik, overmatig middelengebruik of ernstige zorgen over het psychiatrische toestandsbeeld, ontstaat een grote kans op risicovolle situaties. Dan kan de reclassering een indicatiestelling aanvragen voor een kortdurende klinische opname voor crisisbehandeling, detoxificatie, stabilisatie, observatie of diagnostiek. Als de voor indicatie verantwoordelijke instantie een kortdurende klinische opname indiceert, laat de veroordeelde zich opnemen in een zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De kortdurende klinische opname duurt maximaal zeven weken of zoveel korter als de reclassering nodig vindt;
4. de veroordeelde verblijft in een instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering.
Het verblijf start aansluitend aan de klinische behandeling. Het verblijf duurt de gehele looptijd van de gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
5. de veroordeelde werkt mee aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen. De veroordeelde geeft de reclassering inzicht in zijn financiën en schulden;
6. de veroordeelde werkt mee aan controle van het gebruik van alcohol en drugs om het middelengebruik te beheersen. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak de veroordeelde wordt gecontroleerd;
- voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de termijn van de tenuitvoerlegging:
a. ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 6:3:14 van het Wetboek van Strafvordering, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang als die instelling dit noodzakelijk acht;
- beveelt dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van ten hoogste twee weken voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan. Daarbij geldt dat de totale duur van de vervangende hechtenis ten hoogste 6 maanden bedraagt en de toepassing van de vervangende hechtenis de verplichtingen ingevolge de maatregel niet opheft.
Deze beslissing is gegeven door mr. R. Verkijk, voorzitter, mr. C.G.A. Wouters en mr. drs. M.A.M. Pijnenburg, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.C.G. Taranto, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 8 september 2021.
Buiten staat
Mr. drs. M.A.M. Pijnenburg is niet in de gelegenheid deze beslissing mede te ondertekenen.
De griffier is niet in de gelegenheid deze beslissing mede te ondertekenen.
RECHTBANK LIMBURG
Zittingsplaats Maastricht
Strafrecht
Parketnummer: 03.031701.19 (vordering ex artikel 6:6:23a Sv)
Proces-verbaal van de openbare zitting van 8 september 2021 in de zaak ten aanzien van:
[verdachte] ,
geboren te [geboortegegevens] 1986,
thans verblijvende in [instelling] .
Raadsman is mr. A.L. Rinsma, advocaat, kantoorhoudende te Utrecht.
Tegenwoordig:
mr. , rechter,
mr. , officier van justitie,
, griffier.
De rechter doet de zaak uitroepen.
De veroordeelde is wel/niet in de zittingzaal aanwezig.
De rechter spreekt de beslissing uit en deelt de veroordeelde mede dat hij binnen 14 dagen na betekening van deze beslissing beroep kan instellen bij het gerechtshof ArnhemLeeuwarden.
Dit proces-verbaal is vastgesteld en ondertekend door de rechter en de griffier.