De op verzoek van [gedaagde] gehoorde getuige [getuige 1] heeft verklaard, voor zover van belang:
“
Ik was tot 1 januari 2012 als bedrijfsadviseur werkzaam in mijn eigen kantoor dat ook
accountancywerkzaamheden deed. In dat kader was [eiseressen] klant bij ons en ook bij mij
persoonlijk als bedrijfsadviseur. Per 1 januari 2012 zijn wij overgegaan naar [gedaagde] (…). Het dossier [eiseressen] werd meegenomen naar [gedaagde] .
Eenmaal bij [gedaagde] , was ik niet meer belast met het dossier [eiseressen] . (…) Ik bedoel daarmee dat de al in gang gezette verkoop van [naam 1] niet meer door mij werd begeleid. Die betreffende verkoop heeft lang geduurd en veel werk gekost. Er is vooral veel tijd gaan zitten in de problematiek met [naam 2] (…).
Kort gezegd, deed [gedaagde] drie verschillende dingen voor [eiseressen] . Er was de normale jaarrekeningwerkzaamheid en de zaken die daarbij hoorden, daarnaast deed [gedaagde] ook fiscaaljuridische zaken en ten slotte was er dus de begeleiding bij de verkoop van [naam 1] . Uiteindelijk is [naam 1] verkocht en wij hebben toen een factuur gestuurd van € 46.000.-. (…). Die vond het bedrag van € 46.000,- te hoog want hij ging uit kort gezegd van een lagere verkoopprijs. Ik heb toen nader onderzoek gedaan en de reden dat ik dat heb gedaan was omdat ik, vanuit mijn net geschetst verleden, een goede band had met [eiseressen] . Dat onderzoek had de volgende uitkomst: [eiseressen] was gefactureerd voor zal ik maar zeggen het normale werk zoals jaarrekeningen en dergelijke, daarnaast dus die factuur van € 46.000,- en verder hadden wij nog de nodige werkzaamheden verricht buiten deze twee posten om die nog niet waren gefactureerd. Ik noem met name de veel tijd kostende besprekingen in verband met de kwestie [naam 2] , maar ook de BTW-afrekeningen betrekking hebbende en/of voortvloeiende uit de verkoop van [naam 1] . Ik zeg hier nog bij dat ik wel meen dat een deel van de kwestie [naam 2] en een deel van de BTW-afrekeningen wel is gefactureerd. Kort gezegd, hadden wij nogal wat werkzaamheden gedaan die, daargelaten of er al gefactureerd was, in elk geval niet in rekening waren gebracht. Toen ik dit eenmaal had uitgezocht en dit voor mij duidelijk was heb ik met [eiseressen] gebeld. Ik meen dat dit begin 2017 is geweest. Wij hebben toen een lang gesprek gehad gevoerd tussen [eiseressen] en mij. Ik heb hem uitgelegd hoe het zat met de 2% rekening en hij heeft daar zijn mening over gegeven. Ik heb hem uitgelegd hoe dat zat met de normale werkzaamheden die waren gefactureerd en ik heb hem uitgelegd dat [gedaagde] de nodige werkzaamheden had gedaan die in elk geval op dat moment nog niet waren gefactureerd. Mijn insteek van dat hele telefoongesprek was dat er een finale afrekening moest komen. Volgens mij heb ik die insteek toen ook duidelijk gemaakt. U vraagt mij of ik in dat gesprek omdat het ging om een finale afrekening ook heb betrokken de retainerfee van € 25.000,-. Ik moet u hierbij zeggen dat de kans groot is dat die retainerfee toen niet ter sprake is geweest, maar dat doet volgens mij niet af aan de insteek van het telefoongesprek om tot finale kwijting te komen. De uitslag van het gesprek was dat het bedrag van € 46.000,- werd verlaagd naar € 38.000,-. Wij kwamen op die € 38.000,- omdat [eiseressen] gelijk had met zijn stelling dat de koopsom van [naam 1] € 1,9 miljoen was en 2 procent x 1,9 miljoen = € 38.000,-. Wij hebben toen afgesproken dat [eiseressen] een creditfactuur zou krijgen voor die € 46.000,-, een nieuwe factuur voor € 38.000,- en dat wij klaar zouden zijn als hij die factuur binnen een week zou betalen. Dat heeft [eiseressen] gedaan. Voor de goede orde zeg ik nog even dat de gesprekken met de natuurlijke persoon [eiseressen] zijn geweest maar dat hij optrad namens de betreffende rechtspersonen.
Na voorlezing schiet mij nog het volgende te binnen: voordat ik [eiseressen] belde, zoals ik net
heb verteld, is er op het kantoor van [gedaagde] nog een bespreking geweest met [getuige 2] , die
[eiseressen] bij stond, [eiseressen] zelf, [naam 4] en ikzelf. Bij die bespreking zijn toen op tafel geweest de specificatie van alle werkzaamheden. Uitslag van die bespreking was dat wij kopieën van die specificaties hebben meegegeven en dat die met name door [getuige 2] nader zouden worden bestudeerd. Als ik goed ben geïnformeerd zijn er daarna nog contacten geweest tussen [getuige 2] en [naam 4] en daarna ben ik weer ingestapt met dat telefoongesprek als net verklaart.”.
7.3.1De op verzoek van [eiseressen] gehoorde getuige [naam directeur] , DGA van [eiseressen] , heeft verklaard, voor zover van belang:
“
Ik ben directeur groot aandeelhouder van eiseressen. Ik had de camping te koop gezet en ter zake de verkoop [gedaagde] ingeschakeld. Op enig moment na de verkoop van de
camping kreeg ik een factuur van € 46.000 exclusief BTW. (…) Ik vond het bedrag op die factuur te veel en ik heb contact opgenomen met [naam 5] . Ik weet geen achternaam maar hij werkte vroeger bij het kantoor van [getuige 1] en ik meen dat hij heet [naam 5] . Dat contact was via de telefoon en in mijn herinnering, maar die is niet helemaal perfect meer, heb ik toen maar een keer met hem gesproken. Ik had al in totaal € 70.000 betaald heb ik [naam 5] gezegd en mede daarom vond ik die € 46.000 veel te veel. [naam 5] vroeg mij wat ik wel voorstelde en ik stelde toen voor € 30.000. Wij hebben toen telefonisch de zaak afgemaakt op € 38.000. Ik wilde van de hele zaak af en ik wilde het boek sluiten. Ik heb toen die factuur van € 38.000 gekregen en ook betaald. Tijdens het telefoongesprek hebben wij niet gesproken over “finale kwijting”. Die woorden zijn niet gevallen. Er is ook niet gesproken over de retainer fee. Het telefoongesprek is meegeluisterd door mijn echtgenote want ik had de telefoon op speaker gezet. Na dit alles kwam ik mijn adviseur [getuige 2] weer tegen en die vroeg mij wat ik had betaald. Ik zei toen dat ik € 38.000 had betaald en hij vroeg toen of ik had gedacht aan de retainer fee. Op die vraag sloeg ik mij als het ware op mijn knie want ik had er helemaal niet meer bij stil gestaan dat die retainer fee nog moest worden afgetrokken.”.
7.3.3De op verzoek van [eiseressen] gehoorde getuige [getuige 2] heeft verklaard, voor zover van belang:
“Ik ben onder andere adviseur geweest van [eiseressen] en ik weet dat ik hier zit in verband met de verrekening van de retail van E 25.000. Die is namelijk niet verrekend. Ik kwam ergens in 2017 [eiseressen] tegen en ik vroeg hem wat hij nu uiteindelijk had betaald aan [gedaagde] want ik wist dat er gesprekken waren over facturen. [eiseressen] vertelde mij toen dat hij ik meen € 36.000 had betaald. Ik weet het bedrag niet zeker maar ik meen dat de camping was
verkocht voor € 2,2 miljoen en dat er 2% kosten was afgesproken en in die berekening kom
je dus uit op € 44.000 en ik meende dat [eiseressen] mij vertelde dat hij de rekening met € 8.000
naar beneden had weten te krijgen. Toen hij mij dat bedrag noemde vroeg ik hem of er nog
rekening was gehouden met de teruggave van de retail. En hij zei mij toen dat dat niet het
geval was, die was hij helemaal vergeten. (…) Ik weet wel dat ik op enig moment voor zover ik weet alle facturen en dergelijke heb gekregen die [gedaagde] aan [eiseressen] stuurde om een behoorlijk overzicht te maken. (…) Zoals gezegd heb ik op enig moment aan de hand van alle door mij ontvangen stukken een overzicht gemaakt van alle facturen. Tussen die facturen zaten ook de nodige facturen die volgens mij in elk geval indirect betrekking hadden op de verkoop van de b.v.. Daarmee wil ik dus zeggen dat er niet alleen een succesfee factuur is gestuurd betrekking hebbende op die verkoop maar ook nog andere deelfacturen. (…) Ik zie nu op een papiertje waarop ik wat aantekeningen heb gemaakt ter voorbereiding van dit verhoor welke aantekeningen ik heb gemaakt naar raadpleging van het dossier dat ik thuis heb, dat op die afzonderlijke facturen in totaal ruim € 44.900 is gefactureerd. Ik heb bij het maken van het hiervoor door mij genoemde overzicht ook vermeld de € 25.000 retail waarmee rekening moest worden gehouden. Dat overzicht heb ik op enig moment aan [eiseressen] gegeven maar ik kan niet meer zeggen of dit nu geweest is voor dat hij de betreffende rekening heeft betaald of na dat hij de betreffende verminderde succesfee rekening heeft betaald.”.