ECLI:NL:RBLIM:2021:6838

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
5 augustus 2021
Publicatiedatum
3 september 2021
Zaaknummer
C/03/283639 / FA RK 20-3792
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verbetering geslachtsvermelding in geboorteakte en verzoek tot doorhaling

In deze zaak hebben verzoekers bezwaar gemaakt tegen de ambtshalve verbetering van het geslacht van hun kind in de geboorteakte door de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Maastricht. De rechtbank Limburg heeft op 5 augustus 2021 uitspraak gedaan in deze kwestie. Verzoekers, een geregistreerd partnerschap, hebben op 11 augustus 2017 een kind gekregen, maar ontdekten dat in de geboorteakte het geslacht van hun kind onjuist was vermeld als 'M' in plaats van 'F'. Verzoekers hebben aangevoerd dat deze fout hen en hun kind in de toekomst kan schaden, vooral in situaties waarin officiële documenten moeten worden overlegd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de ambtenaar de fout heeft erkend, maar dat de verbetering volgens de wet niet op de juiste wijze was uitgevoerd. De rechtbank heeft besloten dat de ambtenaar de geboorteakte moet doorhalen en een nieuwe akte moet opmaken waarin het juiste geslacht wordt vermeld. Dit besluit is genomen met inachtneming van de belangen van verzoekers en de gevoeligheid van het onderwerp geslacht. De rechtbank heeft de ambtenaar gelast om de nodige stappen te ondernemen om de geboorteakte te corrigeren, waarbij verzoekers na de beroepstermijn opnieuw aangifte moeten doen van de geboorte.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Familie en jeugd
Datum uitspraak: 5 augustus 2021
Zaaknummer: C/03/283639 / FA RK 20-3792
De enkelvoudige kamer, belast met de behandeling van burgerlijke zaken, heeft de volgende beschikking gegeven inzake:
[de moeder] ,
verder ook te noemen: de moeder,
en
[de vader] ,
verder ook te noemen: de vader,
verzoekers,
wonend te [woonplaats] ,
advocaat mr. L. de Groot, kantoorhoudend te Leusden.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:
de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Maastricht,
verder te noemen: de ambtenaar.

1.Het verloop van de procedure

Het procesverloop blijkt uit:
- het op 13 oktober 2020 ingekomen verzoekschrift met bijlagen;
- de brief van de ambtenaar van 21 oktober 2020;
- de F9-formulieren van verzoekers van 16 november 2020 en 30 november 2020;
- de brief van de ambtenaar van 24 maart 2021;
- de mondelinge behandeling van 8 juli 2021 waar zijn verschenen:
- verzoekers en mr. De Groot;
- de ambtenaar.

2.De feiten

Verzoekers zijn op 11 augustus 2017 een geregistreerd partnerschap met elkaar aangegaan. Op [geboortedatum] is te Maastricht [minderjarige] (verder te noemen: [minderjarige] ) geboren.
De geboorteakte van [minderjarige] komt voor in het register van de burgerlijke stand van de gemeente Maastricht in het jaar 2020 onder aktenummer 100886. Bij die geboorteakte is als vervolgblad 1 met ref. 100886/2020 een latere vermelding betreffende ambtshalve verbetering gevoegd.

3.Het verzoekschrift

Verzoekers hebben, naar de rechtbank begrijpt, verzocht dat de rechtbank bij beschikking, zo mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
- de doorhaling zal gelasten van de in het register van geboorte van de gemeente Maastricht voorkomende akte van geboorte onder aktenummer 100886 van het jaar en de als vervolgblad 1 met ref. 100886/2020 aan die geboorteakte toegevoegde latere vermelding betreffende ambtshalve verbetering;
- de aanvulling van het geboorteregister van de gemeente Maastricht zal gelasten met een akte van geboorte van [minderjarige] waarin het juiste geslacht van [minderjarige] –‘F’- wordt opgenomen.
Verzoekers hebben aangevoerd dat de vader op 20 augustus 2020 via de website van de gemeente Maastricht aangifte heeft gedaan van de geboorte van [minderjarige] . De vader heeft daarin alles correct ingevuld. Op 24 augustus 2020 ontvingen verzoekers van de gemeente Meerssen een uittreksel uit het persoonsregister. Zij kwamen er toen achter dat er een fout was gemaakt, nu bij de geslachtsaanduiding van [minderjarige] ‘M (man)’staat. Verzoekers hebben contact opgenomen met de gemeente Maastricht waar hen werd medegedeeld dat er inderdaad een fout was gemaakt. In de geboorteakte van [minderjarige] was ‘M (mannelijk)’ in plaats van ‘F (vrouwelijk)’opgenomen. Bij brief van 26 augustus 2020 ontvingen verzoekers de foutieve geboorteakte met als vervolgblad de latere vermelding ambtshalve verbetering. Verzoekers vinden het erg storend dat nu nog altijd op het eerste blad van de geboorteakte, waar mensen al eerste naar kijken, ‘M (mannelijk)’ staat. [minderjarige] zal steeds moeten uitleggen dat er een fout is gemaakt door de gemeente en dat ze als meisje is geboren is. Ook nu mensen in Nederland van geslacht kunnen veranderen en dat in sommige landen niet kan. Voor [minderjarige] is dat is storend voor de rest van haar leven.
Verzoekers willen geen correctie middels de latere vermelding betreffende ambtshalve verbetering, maar wensen dat er op grond van artikel 1:24 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) een nieuwe geboorteakte wordt opgemaakt. Het is een dusdanig belangrijk document dat het correct moet zijn en het voorblad is nu nog steeds foutief. De fout is niet aan verzoekers te wijten.

4.De reactie van de ambtenaar op het verzoekschrift

De ambtenaar is van mening dat de wet de ambtenaar geen bevoegdheid geeft de geboorteakte van [minderjarige] door te halen en het lopend register aan te vullen met een nieuwe correcte akte. Bovendien is de geboorteakte van [minderjarige] niet onterecht opgenomen in het geboorteregister van de gemeente Maastricht, nu [minderjarige] in Maastricht is geboren. De ambtenaar heeft begrip voor de gevoelens van verzoekers en heeft voor de fout excuses aanboden, maar kan deze fout slechts op de toegepaste wijze verbeteren. De foutieve vermelding van het geslacht heeft de ambtenaar verbeterd op basis van artikel 1:24a BW. Met het toevoegen van de latere vermelding is de akte hersteld.

5.Het verhandelde ter zitting

5.1.
Ter zitting heeft de ambtenaar aangegeven dat door de invoering van de elektronische aangifte er een aantal controlemomenten zijn komen te vervallen. Indien in persoon aangifte wordt gedaan dan kan men de akte samen doornemen, maar dat controlemoment ontbreekt bij een elektronische aangifte en door de ambtenaar is de fout bij het opmaken van de geboorteakte van [minderjarige] niet gezien. De ambtenaar biedt daar nogmaals zijn excuses voor aan.
Er zijn volgens de ambtenaar twee opties om aan hetgeen verzoekers hebben verzocht tegemoet te komen. De eerste optie is dat de rechtbank de ambtenaar een last tot doorhaling van de geboorteakte geeft en de ouders verzoekt om nogmaals aangifte te doen. Vervolgens wordt er dan een geboorteakte opgemaakt in het jaar 2021 waar ‘akte van geboorte’ boven staat. Die aangifte is dan wel tardief en de ambtenaar zal het openbaar ministerie daarvan in kennis moeten stellen. De tweede optie is dat de rechtbank de ambtenaar een last tot doorhaling van de geboorteakte geeft en een last tot aanvulling van het geboorteregister met een nieuwe correcte akte van geboorte. Boven die akte komt dan ‘akte van inschrijving van rechterlijke uitspraak’ te staan.
De geboorteakte met aktenummer 100886 van het jaar 2020 blijft na doorhaling in het register van het jaar 2020 en er wordt een vervolgblad met de vermelding van de doorhaling aan toegevoegd.
Na een korte onderbreking ter zitting voor overleg tussen verzoekers en de ambtenaar, hebben verzoekers aangegeven dat zij willen dat er een nieuwe correcte akte waar ‘akte van geboorte’ boven staat wordt opgemaakt. Dat die geboorteakte weliswaar is opgemaakt in het jaar 2021 en dat dat jaar ook boven de akte staat nemen de verzoekers voor lief. Verzoekers hebben ter zitting met de ambtenaar afgesproken dat zij om die nieuwe akte van geboorte te krijgen opnieuw aangifte van de geboorte van [minderjarige] zullen gaan doen.

6.De beoordeling

6.1.
Op grond van artikel 1:24 lid 1 BW kan aanvulling van een register van de burgerlijke stand met een daarin ontbrekende akte of latere vermelding of doorhaling van een daarin ten onrechte voorkomende akte of latere vermelding op verzoek van belanghebbenden worden gelast door de rechtbank.
Op grond van artikel 1:24a lid 1 BW kunnen kennelijke schrijf- of spelfouten en kennelijke misslagen ambtshalve door de ambtenaar van de burgerlijke stand worden verbeterd.
De Commissie van advies voor de zaken betreffende de burgerlijke staat en de nationaliteit, Ministerie van Justitie en Veiligheid (hierna: Commissie), heeft in een officiële mededeling nr. 1/2019 inzake het verbeteren van akten van geboorte medegedeeld dat de term ‘kennelijke misslag’ niet ongelimiteerd is. De Commissie stelt vast dat een vergaande akteverbetering niet ambtshalve kan worden uitgevoerd, ook niet wanneer deze rechtstreeks kenbaar is uit de stukken. De Commissie heeft daarbij met name het oog gericht op de volledige wijziging van de identiteit van de ouder in een geboorteakte. Ook wanneer die identiteit in de Basisregistratie Personen al is aangepast, is de Commissie van mening dat dit op zich onvoldoende grond is om die aanpassingen ook ambtshalve in de geboorteakte door te voeren. De vermelding van een onjuiste identiteit van een ouder kan niet worden beschouwd als een kennelijke misslag die ambtshalve kan worden verbeterd. De verbetering van de identiteit van een ouder in een geboorteakte blijft volgens de Commissie daarmee voorbehouden aan de rechtbank.
Op grond van artikel 1:24b BW wordt van een doorhaling een latere vermelding toegevoegd aan de desbetreffende akte en geschiedt aanvulling van een register van de burgerlijke stand door het opmaken van een nieuwe akte in dat register.
De ambtenaar heeft de foutieve vermelding van het geslacht verbeterd op basis van artikel
1: 24a BW door als vervolgblad 1 met ref. 100886/2020 een latere vermelding betreffende ambtshalve verbetering aan de in het register van de burgerlijke stand van de gemeente Maastricht in het jaar 2020 onder aktenummer 100886 voorkomende geboorteakte van [minderjarige] toe te voegen. Verzoekers hebben echter bezwaar tegen deze wijze van verbetering, omdat nog steeds op de eerste pagina het foutieve geslacht staat vermeld hetgeen vragen kan oproepen en ongemak kan opleveren. Verzoekers baseren hun verzoek artikel 1:24 BW dat volgens hen de rechtbank de mogelijkheid geeft de ambtenaar te gelasten de foutieve geboorteakte door te halen en een nieuwe correcte geboorteakte op te maken. Verzoekers vinden dat de geboorteakte van [minderjarige] bij het geslacht niet de letter ‘M’ maar ‘F’ moet vermelden, omdat een geboorteakte een officieel document is en [minderjarige] in de toekomst als zij in een ander land haar geboorteakte moet overleggen wellicht zal moeten moet uitleggen waarom haar geboorteakte de letter ‘M’ vermeldt. Dat is moeilijk uit te leggen en zal storend voor haar zijn. Een correcte geboorteakte, waarin ter zake het geslacht een F wordt vermeld, voorkomt dit. In Nederland is men wellicht wat opener over kwesties betreffende geslacht, maar in andere landen misschien niet zo. [minderjarige] mag later geen last ondervinden van een fout van de ambtenaar. De ambtenaar heeft de fout erkend en ter zitting aangegeven dat het mogelijk is een geboorteakte met een juiste vermelding van het geslacht op te maken als verzoekers, na het verstrijken van de beroepstermijn, opnieuw aangifte doen. Er wordt dan een ‘akte van geboorte’ in het jaar 2021 opgemaakt. Omdat die akte tardief wordt opgemaakt, dient de ambtenaar uitleg te gegeven aan het openbaar ministerie over de gang van zaken. De geboorteakte met aktenummer 100886 van het jaar 2020 (en de latere vermelding) dient dan te worden doorgehaald. De ambtenaar heeft ook nog een tweede optie naar voren gebracht die, kort gezegd, inhoudt dat een last van rechtbank tot doorhaling van de geboorteakte met aktenummer 100886 van het jaar 2020 (en de latere vermelding) wordt gegeven en tot aanvulling van het geboorteregister met een ‘akte van inschrijving van een rechterlijke uitspraak’. Verzoekers hebben gekozen voor de eerste optie. Dat heeft hun voorkeur omdat dat tegemoetkomt aan al hun bezwaren en omdat een ‘akte van inschrijving van een rechterlijke uitspraak’ nog steeds tot vragen zal leiden. De ambtenaar heeft aangegeven de aangifte in samenspraak met verzoekers te zullen regelen.
6.5.
Gelet op het bepaalde in artikel 1:24 lid 1 BW is de grondslag voor doorhaling van een akte van de burgerlijke stand of latere vermelding dat die akte of latere vermelding ten onrechte in het register van de burgerlijke stand voorkomt. Strikt genomen komt de geboorteakte van [minderjarige] niet ten onrechte in het geboorteregister van de gemeente Maastricht voor.
De rechtbank zal echter het verzoek tot doorhaling van geboorteakte met nummer 100886 van het jaar 2020 inclusief latere vermelding betreffende ambtshalve verbetering onder gelijktijdige aanvulling van het register van de burgerlijke stand met een nieuwe correcte geboorteakte toch toewijzen. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
De rechtbank is met verzoekers van oordeel dat een geboorteakte een belangrijk officieel document is, welk document mensen op allerlei cruciale momenten in hun leven moeten overleggen aan een overheidsinstantie of autoriteit. Dat de ambtenaar artikel 1:24a BW heeft toegepast laat onverlet dat verzoekers de rechtbank op basis van artikel 1:24 BW kunnen verzoeken om de ambtenaar te gelasten de bestaande geboorteakte (en de latere vermelding) door te halen en het geboorteregister aan te vullen met een akte die het juiste geslacht van [minderjarige] vermeld. Zoals de Commissie zich op het standpunt heeft gesteld dat de vermelding van een onjuiste identiteit van een ouder in een geboorteakte niet kan worden beschouwd als een kennelijke misslag die ambtshalve kan worden verbeterd, zo is de rechtbank van oordeel dat ook de vermelding van een onjuist geslacht van een kind in de geboorteakte niet kan worden beschouwd als een kennelijke misslag die ambtshalve kan worden verbeterd. Een correcte aanduiding van het geslacht in een geboorteakte is essentieel. De kwestie geslacht is een gevoelig onderwerp en betreft een complexe materie. De afgelopen jaren is het onderwerp uitgegroeid tot een veelbesproken thema binnen de samenleving en is er veel ontwikkeling op dat gebied. Naar het oordeel van de rechtbank maakt dit des te meer duidelijk dat het van belang is dat het juiste geslacht op de geboorteakte dient te worden weergegeven. De wijze waarop de akte nu door de ambtenaar is verbeterd kan leiden tot vragen en onduidelijkheden, waar [minderjarige] in de toekomst last van kan gaan ondervinden. Dit alles maakt dat verzoekers een zwaarwegend belang hebben bij hun verzoek om doorhaling van de geboorteakte (en de latere vermelding) en om aanvulling van het register van de burgerlijke stand met een geboorteakte waarin de juiste aanduiding van het geslacht is vermeld.
6.6.
Het vorenstaande betekent dat de volgende stappen dienen te worden genomen. De rechtbank zal de ambtenaar conform het verzoek gelasten de op [minderjarige] betrekking hebbende akte met nummer 100886 (en de latere vermelding) van het jaar 2020 door te halen. Vanwege de mogelijkheid om hoger beroep in te stellen tegen deze beschikking kan de doorhaling niet eerder dan drie maanden na de dag van deze beschikking plaatsvinden. Na die beroepstermijn zullen verzoekers opnieuw aangifte gaan doen van de geboorte van [minderjarige] . Verzoekers zullen dat in persoon doen en daartoe, zoals ter zitting besproken, een afspraak maken met de ambtenaar. De ambtenaar zal vervolgens een akte van geboorte in het jaar 2021 opmaken en het openbaar ministerie op de hoogte brengen van de gang van zaken.
De rechtbank zal overeenkomstig het vorenstaande beslissen.

7.De beslissing

De rechtbank:
7.1.
gelast de doorhaling van de in het geboorteregister van de gemeente Maastricht
voorkomende akte van geboorte onder aktenummer 100886 van het jaar en de als
vervolgblad 1 met ref. 100886/2020 aan die geboorteakte toegevoegde latere vermelding
betreffende ambtshalve verbetering;
7.2.
gelast de aanvulling van het geboorteregister van de gemeente Maastricht met een akte van geboorte van [minderjarige] waarin het juiste geslacht van [minderjarige] –‘F’- wordt opgenomen, een en ander op de wijze als omschreven in rechtsoverweging 6.6.
7.3.
bepaalt dat de griffier niet eerder dan drie maanden na de dag van deze beschikking en voor zover daartegen geen hoger beroep is ingesteld een afschrift van deze beschikking zal zenden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Maastricht, dit in verband met het opmaken van de nieuwe geboorteakte.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.C.A.E. van Binnebeke, kinderrechter en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier op 5 augustus 2021.
SV
Tegen deze beschikking kan - uitsluitend door tussenkomst van een advocaat - hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch:
a. door de verzoekende partij en degenen aan wie een afschrift van de beschikking (vanwege de griffier) is verstrekt of verzonden, binnen 3 maanden na de dag van de uitspraak;
b. door andere belanghebbenden binnen 3 maanden na betekening daarvan of nadat de beschikking hun op andere wijze bekend is geworden.