ECLI:NL:RBLIM:2021:6749

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
23 juli 2021
Publicatiedatum
30 augustus 2021
Zaaknummer
C/03/294389 / HA RK 21-256
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot verschoning van een rechter in een civiele zaak wegens mogelijke partijdigheid

Op 15 juli 2021 heeft mr. N.H.J. Lafghani, rechter in de rechtbank Limburg, een verzoek tot verschoning ingediend bij de verschoningskamer. Dit verzoek was gebaseerd op artikel 40 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en had betrekking op een civiele zaak met zaaknummer 275336 / HA ZA 20-142, waarin Fair Play Online Gaming B.V. en Fair Play Online Gambling LTD. eiser zijn tegen Mediatech Solutions S.L. De rechter had voor haar aanstelling werkzaamheden verricht voor Fair Play Center B.V., een vennootschap die tot dezelfde groep behoort als de eisers. Om elke schijn van partijdigheid te vermijden, verzocht de rechter om een andere rechter aan te wijzen.

De verschoningskamer heeft het verzoek beoordeeld en vastgesteld dat een rechter op grond van zijn aanstelling vermoed wordt onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die wijzen op mogelijke vooringenomenheid. De verschoningskamer concludeerde dat de rechter terecht had verzocht om verschoning, gezien de omstandigheden rondom haar eerdere werkzaamheden voor Fair Play Center B.V. en de mogelijke schijn van partijdigheid die hierdoor zou kunnen ontstaan.

De verschoningskamer heeft het verzoek tot verschoning toegewezen en gelastte onverwijlde mededeling van deze beslissing aan de rechter en de betrokken partijen. De beslissing is openbaar uitgesproken op 23 juli 2021 door de voorzitter en de leden van de verschoningskamer, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

beslissing

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Verschoningskamer
Zaaknummer: C/03/294389 / HA RK 21-256
Beslissing van de meervoudige kamer belast met de behandeling van verschoningsverzoeken
op het verzoek van
mr. N.H.J. Lafghani,
rechter in de rechtbank Limburg,
verder de rechter,
strekkend tot haar verschoning in de civiele zaak met zaaknummer 275336 / HA ZA 20-142 (Fair Play Online Gaming B.V. en Fair Play Online Gambling LTD. tegen Mediatech Solutions S.L.).

1.De procedure

Met de brief van 15 juli 2021 aan de voorzitter van de verschoningskamer heeft de rechter op grond van artikel 40 van het Wetboek van Burgerlijke rechtsvordering een verzoek gedaan strekkend tot haar verschoning in bovengenoemde zaak die de rechter behandelt.

2.Het verzoek

Het verzoek houdt -zakelijk weergegeven- in dat de rechter voor haar aanstelling tot rechter in opleiding juridische werkzaamheden heeft verricht voor Fair Play Center B.V., een vennootschap die tot dezelfde groep als die van eisers behoort. Ter voorkoming van iedere schijn van partijdigheid is door Fair Play Online Gaming B.V. en Fair Play Online Gambling LTD. verzocht om een andere -derde- rechter aan te wijzen.
De rechter kan zich voorstellen dat, ondanks dat zij niet bekend is met de partijen en hun advocaten de omstandigheid dat zij werkzaamheden heeft verricht voor Fair Play Center B.V. kan leiden tot discussie over haar onpartijdigheid. Om dit te voorkomen wil de rechter zich verschonen.

3.De beoordeling

Bij de beoordeling van een verzoek als het onderhavige dient het uitgangspunt te zijn dat een rechter zich uit hoofde van zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij zich een uitzonderlijke omstandigheid voordoet die een zwaarwegende aanwijzing oplevert voor het oordeel dat een rechter jegens een rechtzoekende een vooringenomenheid zou kunnen koesteren, althans dat de bij die rechtzoekende dienaangaande vrees objectief gerechtvaardigd zou kunnen zijn.
De vraag is of de rechter terecht tot de conclusie is gekomen dat ten aanzien van haar in bovengenoemde zaak de schijn van partijdigheid zou kunnen worden opgewekt.
Uitgaande van hetgeen de rechter aan haar verzoek tot verschoning ten grondslag heeft gelegd komt de verschoningskamer tot het oordeel dat de rechter het verzoek terecht heeft ingediend. Om de schijn van partijdigheid te vermijden zal de verschoningskamer het verzoek tot verschoning toewijzen.

4.De beslissing

De verschoningskamer:
  • wijst het verzoek tot verschoning toe;
  • beveelt onverwijlde mededeling van deze beslissing aan de rechter en aan de partijen.
Deze beslissing is gegeven door mr. M.J.A.G. van Baal, voorzitter, mr. V.P. van Deventer en mr. J. Schreurs-van de Langemheen, leden en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van mr. M.J.W.D. Janssen, griffier, op 23 juli 2021.