Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de dagvaarding met 29 producties;
- de conclusie van antwoord met 4 producties;
- de producties 30 tot en met 35 van [eiser] ;
- productie 35 van [eiser] ;
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling op 29 juli 2021;
- de tijdens de mondelinge behandeling zijdens [eiser] overgelegde spreekaantekeningen.
2.De feiten
2.3. [gedaagde] heeft op 5 april 2019 in het bijzijn van [eiser] het kantoorpand bezichtigd.
Aanvankelijk was het de bedoeling dat de makelaar van [eiser] de bezichtiging zou begeleiden. Een daarop betrekking hebbende e-mail d.d. 5 april 2019 van de makelaar aan (een medewerker van) [eiser] bevat het volgende:
‘Vanmiddag om 14.00 uur ga ik de [kantoorpand] bezichtigen met de heer [gedaagde] . Hij is directielid van Genius Global Capital. Zij investeren in mijnbouw-, electra-, vastgoedprojecten etc. Voor hun Europese activiteiten zoekt men een hoofdkwartier’.
‘geachte heer [eiser] ,
- in de rechter kantlijn bij
‘koper’:
‘Genius Group of Companies LTD., HK’- achter
‘koopsom’:
‘€ 6.500.000,- kk.’;
- aan het slot van artikel 1:
‘1 mei 2019’;
- in artikel 12 lid 3:
‘6.500.000,-’;
- onderaan de laatste pagina van het bescheid:
‘ [eiser] [gedaagde]verkoper kopers’
‘@geniuscapitalglobal.com’. De adressering luidt als volgt:
‘De heer [gedaagde]CEO en securitiy expertp.a. Boschstaat (…)6211 AS Maastricht’.
‘Hierbij bevestig ik andermaal de door u met mij op zaterdag 6 april 2019 (…) gesloten koopovereenkomst inzake [het kantoorpand, rechtbank] voor de koopprijs van € 6.500.000,- k.k..(…)Van de door mij aan u op 6 april 2019 voorgelegde koopakte heeft ook u een exemplaar ontvangen en is door u en mij ingevuld waar het betreft de ontbrekende gegevens zoals onder meer de kooprijs en de leveringsdatum.Ik heb de akte heden aan de notaris gezonden met het verzoek om de voorbereiding voor de levering op te pakken. U zult daarover op korte termijn van de notaris per e-mail vernemen.(…)’.
‘Graag verneem ik van u:- (…)- wie het onroerend goed koopt (GGDTC Group of Companies BV te Maastricht of Genius Group of Companies LTD. te Hong Kong of beiden.Verder ontvang ik dan graag van u de statuten en het uittreksel uit de Kamer van Koophandel van de betreffende bedrijven’.
‘@geniuscapitalglobal.com’opnieuw contact opgenomen met [gedaagde] , met het verzoek om stukken aan te leveren.
heeft niet op de brief en op de e-mail gereageerd.
‘Ingebrekestelling en sommatie’d.d. 1 mei 2019 gestuurd aan
‘GDTC GROUP OF COMPANIES BVende heer [gedaagde] ’. De brief is verstuurd naar het huisadres van [gedaagde] .
‘@geniuscapitalglobal.com’. De adressering luidt verder:
‘
De heer [gedaagde]CEO en security expertp.a. [huisadres [gedaagde] , rechtbank]’
‘Zoals de notaris mij enkele dagen geleden liet weten heeft u inderdaad op maandagavond6 mei om 18.15 uur telefonisch contact met mij opgenomen en daarbij gemeld dat1. U doende bent uw financiering met de Deutsche Bank te regelen en u woensdag of donderdag aanstaande goedkeuring verwacht en mij dan meteen zal bellen.2. U de levering op woensdag 15 mei 2019 ten kantore van (…) Notarissen wil laten plaatsvinden en ik die dag in mijn agenda moet reserveren’.
‘Ten vervolge op mijn brief aan u van 7 mei 2019 bericht ik u wellicht ten overvloede doch ter wille van de duidelijkheid nog als volgt.Bij de tussen ons op 6 april 2019 bereikte overeenstemming zoals ook neergelegd in de u wel bekende schriftelijke koopovereenkomst is door u geen financieringsvoorbehoud gemaakt en dus ook niet opgenomen, sterker nog u heeft mij toen op 6 april 2019 juist laten weten dat u een eigen bank had en de financiering dan ook geen enkel probleem zou opleveren.(…)’
‘Op maandag 13 mei 2015 heb ik om 13.45 uur nadat ik niets meer van u vernomen had op mijn e-mail van 7 mei 2019 naar u gebeld waarop u mij meedeelde dat u in Luxemburg zat in een meeting en u mij die middag laat tussen 18 en 19 uur zou terugbellen hetgeen u om 18.45 uur ook gedaan heeft.(…)U sprak met mij af dat u mij op dinsdagavond 14 mei 2019 (…) zou terugbellen hetgeen u echter niet gedaan heeft (…).(…).’
‘@geniuscapitalglobal.com’-account) een e-mail gestuurd aan een medewerker van de notaris met de volgende inhoud:
‘Bedankt voor U email en heb het in goede orde ontvangen.Had [initialen] maandag nog kort contact met de Heer [eiser] maar ben daarna helaas ziek geworden met hoge koortsen.Vandaar dat ik een aantal dagen niet bereikbaar was. Gelukkig gaat het weer beter.Ik zal de heer [eiser] morgen bellen na de middag en hij hoef zich geen zorgen te maken gezien we de locatie nodig hebben.Maar wilde toch eerst zekerheid van de banken hebben die ik vanuit ga geen problemen zal geven.Ik verwacht vandaag en morgen de bevestiging van de bank en zal dan daarna alles naar u te mailen a.s. maandag.’De e-mail was ondertekend met:
‘Genius Global CapitalDe Heer [gedaagde]Chief Executive Officer’.
‘Voor de goede orde bevestig ik hierbijook schriftelijkdat U in het telefonisch onderhoud met mij op woensdag 15 mei 2019 omstreeks 12.00 uur met mij heeft afgesproken dat uop 23 mei 2019 om 15.00 uur bij (…) Notarissen (..)zult verschijnen ten behoeve van het laten passeren van de leveringsakte inzake het door U van mij gekochte kantoorgebouw (…). (…)’.
‘GDTC Group of Companies B.V.alsmede de heer [gedaagde][huisadres [gedaagde] , rechtbank]’.
‘U heeft - zowel voor uzelf als voor GDTC Group of Companies B.V. - een koopovereenkomst gesloten met cliënt betreffende [het kantoorpand, rechtbank].(…)’
‘@geniuscapitalglobal.com’-account) een e-mail gestuurd aan de advocaat van [eiser] . De e-mail luidt, voor zover relevant, als volgt:
‘Ten eerste er is geen koop overeenkomst gesloten hiervoor ik duidelijk heb aangegeven dat interesse aanwezig is voor het bedrijfspand en dat ik aan het werken ben het credit te bezorgen en terug koppeling geef aan de Meneer [eiser] .Ik ben dan ook versteld van op de manier van zijn actie.(…)Ik zal hem dan ook zo snel mogelijk verwittigen als de krediet in orde is en dan ik me bij hem meld in orde van de dag. En zal dan alle gegevens aan (..) Notarissen doorgeven de juiste gegevens van de overname.Graag zou ik het wel sneller willen maar ben gebonden met de afspraken met de bank(en) wat ik de heer [eiser] ook heb medegedeeld.(…)Zolang het investering kapitaal nog niet onder mijn controle of bank is kan ik geen definitieve toezegging doen vandaar dat ik niet getekend heb.Ik ben als de overname zal plaatsvinden inderdaad met de prijs overeengekomen vanwege hij de situatie heeft uitgelegd al wel er eigenlijk nog eens gekeken moet worden naar een onafhankelijke expertise.Ik begrijp dan ook niet waarom hij zo’n grote druk maak via notaris etc.Ik zou graag de bedrijfspand willen overnemen maar nogmaals soms gaat het met de banken wat langer duren dan gepland i.v.m. compliance van regelwetgeving van banken.Indien Heer [eiser] een ander koper heeft wat ik niet denkdan moet hij die verkopen.(…)’.2.17. Op 24 mei 2019 heeft [gedaagde] (met gebruikmaking van zijn
‘@geniuscapitalglobal.com’-account) een e-mail gestuurd aan (medewerkers van) de notaris en [eiser] . In de e-mail uit [gedaagde] , samengevat, de verwachting dat hij in de aankomende week een positief antwoord kan doorgeven en dat alles nog voor het einde van de maand kan worden afgerond.
De e-mail was ondertekend met
‘GDTCDe heer [gedaagde]Chief Executive Officer (CEO) & Security Expert’.
2.18. Na 24 mei 2019 heeft [eiser] nog enkele brieven gestuurd aan [gedaagde] , steeds geadresseerd aan:
‘
De heer [gedaagde]CEO en security expertp.a. [huisadres [gedaagde] , rechtbank]’
‘Bij deze wil ik U mededelen dat we per 1 augustus a.s. graag de notarisakte willen tekenen. Ik zal eind van deze week nog meer gegevens geven op welke naam de akte zal komen te staan.
De e-mail was ondertekend met
‘GDTCDe heer [gedaagde]Chief Executive Officer (CEO) & Security Expert’
€ 2.450.000,-.
3.Het geschil
4.De beoordeling
In verband met het gebeurde op 6 april 2019 heeft [eiser] nader gesteld: (5) dat [gedaagde] na de bezichtiging het kantoorpand graag wilde kopen en dat hij bij [eiser] heeft aangedrongen op spoed, (6) dat [eiser] daarom eigenhandig een koopovereenkomst in tweevoud heeft opgesteld, en (7) dat [eiser] uit de uitlatingen van [gedaagde] heeft begrepen dat [gedaagde] als koper zou optreden en dat later zou worden bezien aan welke rechtspersoon het kantoorpand zou worden geleverd.
5 april 2019 samen met [eiser] heeft bezichtigd, (c) dat hij vervolgens op 6 april 2019 met [eiser] heeft gesproken over de eventuele aankoop van het kantoorpand ten behoeve van de Chinese partij(en), maar (d) dat van het op die dag daadwerkelijk sluiten van een koopovereenkomst geen sprake is geweest.
In verband met dit laatste heeft [gedaagde] nader gesteld: (e) dat hij nog moest overleggen met de Chinese betrokkenen, onder meer over de wenselijke inhoud van de koopovereenkomst, (f) dat hij om die reden [eiser] had gevraagd om hem een exemplaar van de (concept-)koopovereenkomst te verstrekken, dat het kantoorpand ook nog moest worden getaxeerd en dat verder de financiering van de aankoop nog moest worden geregeld.
[gedaagde] heeft verder gesteld: (g) dat van een op 6 april 2019 door hemzelf in privé gesloten (koop)overeenkomst hoe dan ook geen sprake is geweest, en (h) dat in de kantlijn van het bescheid met de hand juist de naam van de rechtspersoon is vermeld die door [gedaagde] als de mogelijke koper/afnemer is genoemd.
In verband met het bescheid heeft [gedaagde] gesteld: (i) dat dit volledig aansluit op de gang van zaken zoals die volgens [gedaagde] is geweest: de aanhef laat zien dat het hoogstens om een
‘letter of intent’gaat; het bescheid is ook niet ondertekend.
Volgens [gedaagde] was [eiser] op 6 april 2019 duidelijk: (j) dat hij, [gedaagde] , zich nog niet wilde verbinden tot de aankoop van het kantoorpand, noch voor zichzelf noch namens derden.
(1) hebben [eiser] en [gedaagde] een koopovereenkomst gesloten met de door [eiser] gestelde
inhoud, in die zin dat [eiser] en [gedaagde] toen wilsovereenstemming hebben bereikt over de koop en verkoop van het kantoorpand voor € 6.500.000,-, en ook overigens conform de inhoud van het bescheid zoals opgesteld door [eiser] en verder aangevuld door partijen?;
(2) is de (eventuele) koopovereenkomst gesloten tussen de door [eiser] gestelde
partijen, te weten: [eiser] en [gedaagde] , in die zin dat [gedaagde] (al dan niet naast een aan [gedaagde] gelieerde rechtspersoon) zich toen heeft verplicht om, als tegenprestate voor de levering van het kantoorpand aan hem, de koopprijs te betalen aan [eiser] ?
De vraag of partijen hebben gecontracteerd in de door [eiser] gestelde zin dient te worden beantwoord op basis van het bepaalde in de artikelen 3:33 en 3:35 BW.
is duidelijk over de dag waarop en de omstandigheden waaronder de koopovereenkomst is gesloten. Beslissend is daarom wat er op 6 april 2019 is gebeurd, in de bespreking tussen [eiser] en [gedaagde] . Feiten en omstandigheden van eerdere en latere datum kunnen uiteraard bijdragen aan een beter begrip van het gebeurde op die dag.
€ 6.500.000,- (zie de hiervoor onder (1) genoemde deelvraag) niet kan overtuigen.
De rechtbank overweegt hiertoe dat [gedaagde] heeft gesteld dat hij nimmer de wil heeft gehad om het kantoorpand (ook) in privé te kopen. Deze stelling heeft [eiser] niet, maar in elk geval onvoldoende gemotiveerd, betwist. Uitgaande, daarom, van het door [gedaagde] gestelde, heeft [eiser] onvoldoende toegelicht waarom hij er op 6 april 2019 niettemin (a) op heeft vertrouwd en (b) op heeft mogen vertrouwen dat [gedaagde] het kantoorpand (ook) in privé wilde kopen.
4.7. Verder geldt, opnieuw, dat het bescheid geen steun biedt voor de stellingen van [eiser] . Kennelijk is in het bescheid achter de positie van koper het GDTC-visitekaartje van [gedaagde] ingekopieerd. [gedaagde] wordt daardoor in het bescheid genoemd in zijn kwaliteit van CEO van GDTC. In de kantlijn wordt verder de naam van een andere rechtspersoon genoemd. De stellingen over die rechtspersoon van [gedaagde] (zie rov. 4.2.onder (h)) zijn door [eiser] niet, maar in elk geval onvoldoende gemotiveerd, betwist. Uit niets in het bescheid blijkt dat (ook) [gedaagde] in privé geldt als koper.
6 april 2019 (al dan niet) is gebeurd.
Ook voor de periode vanaf mei 2019 heeft verder te gelden dat [eiser] [gedaagde] steeds heeft aangeschreven als CEO van GDTC (zie de rov. 2.10., 2.11., 2.12., 2.14. en 2.18.).
Uit het stilzwijgen van [gedaagde] op de e-mails en brieven van [eiser] en van de notaris kan niet worden afgeleid dat de inhoud ervan zijn instemming had; [eiser] heeft zijn andersluidende opvatting op dit punt onvoldoende toegelicht.
Dat [gedaagde] , zoals [eiser] nog heeft gesteld, privémiddelen wilde aanwenden om de aankoop en de levering van het kantoorpand (mede) te bekostigen, wil niet zegen dat [gedaagde] zich destijds beschouwde als (mede-)koper. In zijn e-mail van 8 juli 2019 (zie rov. 2.19.) stelt [gedaagde] , kennelijk in reactie op de eerdere verzoeken van de notaris (zie rov. 2.8.), dat hij de relevante namen ten behoeve van de akte zal doorgeven. Uit niets blijkt dat [gedaagde] zich toen beschouwde als (een van de) koper(s).
Alle correspondentie heeft [gedaagde] zijnerzijds steeds gevoerd als CEO van GDTC en/of met gebruikmaking van zijn GDTC-account (zie de rov. 2.10., 2.13., 2.16., 2.17. en 2.19.).
6 april 2019 op heeft vertrouwd dat [gedaagde] het kantoorpand (mede) voor zichzelf wilde kopen. Uitgaande van [eiser] opvatting dat hij dit vertrouwen wel heeft gehad, heeft hij onvoldoende onderbouwd waarom destijds sprake was van een gerechtvaardigd vertrouwen. Bij gebrek aan voldoende relevante gestelde feiten wordt aan bewijslevering niet toegekomen.
6.628,00(2,0 punten × tarief € 3.214,00)
5.De beslissing
25 augustus 2021.