Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.[gedaagde sub 1] ,
[gedaagde sub 2],
1.De procedure
- de dagvaarding,
- de conclusie van antwoord,
- de rolbeslissing van 7 oktober 2020 waarbij een mondelinge behandeling is bepaald,
- de akte, tevens houdende een vermeerdering van eis van [eiser] ,
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 2 juni 2021,
- het rolbericht van [gedaagden] ,
- het rolbericht van [eiser] .
2.De feiten
3.Het geschil
- [gedaagden] hoofdelijk veroordeelt om op strafe van verbeurte van een dwangsom van € 25.000,00 voor elke dag of dagdeel dat door [gedaagden] niet aan het bevel wordt voldaan, [eiser] inzage te verschaffen in en afschriften te verstrekken van de in de dagvaarding onder de punten 35 tot en met 58 genoemde bescheiden, meer in het bijzonder de bescheiden zoals onder 1 in het petitum opgesomd,
- op grond van de door [gedaagden] verstrekte informatie, dan wel als de verzochte en benodigde informatie om de legitieme te kunnen vaststellen ontbreekt, de legitieme portie in de nalatenschap van erflater vaststelt op een bedrag van € 31.250,00 of op zoveel meer of minder als de rechtbank juist acht, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf het moment van overlijden van erflater, tot aan de dag van algehele voldoening,
- [gedaagden] hoofdelijk des dat de één betalende de ander zal zijn bevrijd, veroordeelt aan [eiser] tegen behoorlijk bewijs van kwijting een bedrag van € 6.775,00 te betalen althans een door de rechtbank in goede justitie te betalen bedrag ter zake buitengerechtelijke (incasso)kosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding, althans vanaf de dag van het in dezen te wijzen vonnis tot aan de dag der algehele voldoening,
- [gedaagden] hoofdelijk des dat de een betalende de ander zal zijn bevrijd, veroordeelt tot vergoeding van de proceskosten, te voldoen binnen veertien dagen na betekening van het vonnis, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van het in dezen te wijzen vonnis tot aan de dag der algehele voldoening,
- [gedaagden] hoofdelijk des dat de een betalende de ander zal zijn bevrijd, veroordeelt te veroordelen tot vergoeding van het nasalaris, te begroten op € 131,00 zonder betekening en € 199,00 met betekening.
4.De beoordeling
Toewijsbaarheid van de vorderingen jegens [gedaagde sub 2] .
5.De beslissing
8 september 2021voor het nemen van een akte door [gedaagden] en beveelt [gedaagde sub 1] daarbij de informatie zoals hiervoor onder 4.41. genoemd in het geding te brengen en bepaalt dat [gedaagde sub 1] zich dient uit te laten over de hiervoor onder 4.42. genoemde onderwerpen,