ECLI:NL:RBLIM:2021:6330

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
4 augustus 2021
Publicatiedatum
9 augustus 2021
Zaaknummer
C/03/265256 / HA ZA 19-301
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Eigendomsgeschil over kadastrale percelen tussen Gemeente Maastricht en gedaagde

In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 4 augustus 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen de Gemeente Maastricht en een gedaagde over de eigendom van verschillende kadastrale percelen. De Gemeente vorderde een verklaring voor recht dat zij eigenaar is van de percelen met de nummers 7531, 6381, 6742 en 6389. De rechtbank oordeelde dat de Gemeente inderdaad eigenaar is van deze percelen en dat het verjaringsverweer van de gedaagde niet slaagde, omdat niet duidelijk was op welk gedeelte van perceel 7531 de verjaring betrekking had. De rechtbank wees de gedaagde ook op de verplichting om alle zaken van de percelen te verwijderen en het gebruik van deze percelen te staken. De gedaagde had in voorwaardelijke reconventie schadevergoeding gevorderd op basis van ongerechtvaardigde verrijking, maar deze vordering werd afgewezen omdat de gedaagde onvoldoende bewijs had geleverd van verarming en de Gemeente niet ongerechtvaardigd was verrijkt. De rechtbank veroordeelde de gedaagde tot betaling van de proceskosten aan de Gemeente.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer / rolnummer: C/03/265256 / HA ZA 19-301
Vonnis van 4 augustus 2021
in de zaak van
de publiekrechtelijke rechtspersoon
GEMEENTE MAASTRICHT,
zetelend te Maastricht,
eiseres in conventie,
verweerster in voorwaardelijke reconventie,
advocaat mr. T.H. Liebreghts,
tegen
[gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] ,
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde in conventie,
eiser in voorwaardelijke reconventie,
advocaat mr. A.J.L.J. Pfeil.
Partijen worden hierna de Gemeente en [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de rolbeslissing van 29 april 2020,
- de akte uitlaten van 13 mei 2020 van [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] , ter griffie ontvangen op 12 mei 2020,
- de dagbepaling van de comparitie na antwoord,
- de akte overlegging productie van [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] met productie 20, ter griffie ontvangen op
15 december 2020,
- de akte wijziging eis van de Gemeente, ter griffie ontvangen op 4 januari 2021,
- de akte overlegging productie van de Gemeente met productie 14, ter griffie ontvangen op 4 januari 2021,
- het proces-verbaal van comparitie na antwoord van 5 januari 2021,
- het B-16 formulier van de Gemeente, ter griffie ontvangen op 13 januari 2021,
- het B-16 formulier van de Gemeente, ter griffie ontvangen op 1 februari 2021,
- de akte van [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] met de producties 21 tot en met 23, ter griffie ontvangen op
3 februari 2021,
- het B-16 formulier van de Gemeente, ter griffie ontvangen op 22 februari 2021,
- het B-16 formulier van [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] , ter griffie ontvangen op 22 februari 2021,
- de brief van deze rechtbank van 3 maart 2021,
- de brief van [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] , ter griffie ontvangen op 8 maart 2021,
- de akte reactie aanvullende producties van de Gemeente, ter griffie ontvangen op 30 maart 2021,
- het B-16 formulier van de Gemeente, ter griffie ontvangen op 6 april 2021,
- het B-16 formulier van [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] , ter griffie ontvangen op 22 april 2021,
- het B-16 formulier van de Gemeente, ter griffie ontvangen op 26 april 2021,
- de brief van deze rechtbank van 12 mei 2021.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald op heden.

2.De feiten

2.1.
De Gemeente is eigenaar van de kadastrale percelen met de volgende aanduidingen:
  • gemeente Maastricht sectie P nummer 7531,
  • gemeente Maastricht sectie P nummer 6381,
  • gemeente Maastricht sectie P nummer 6742,
  • gemeente Maastricht sectie P nummer 6389.
Deze percelen liggen allen in de nabijheid van de [adres] te [plaats] (verder: [adres] ).
2.2.
[gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] heeft gekocht en op 31 januari 2012 geleverd gekregen [adres] . Ingevolge de leveringsakte behoren tot de [adres] de percelen:
  • gemeente Maastricht [kadasternummer 1] ,
  • gemeente Maastricht [kadasternummer 2] ,
  • gemeente Maastricht [kadasternummer 3] ,
  • gemeente Maastricht [kadasternummer 4] ,

3.Het geschil

In conventie

3.1.
De Gemeente vordert dat de rechtbank, na wijziging eis, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
1. voor recht verklaart dat de Gemeente eigenaar is van de percelen grond, kadastraal bekend als Gemeente Maastricht sectie P nummers 7531, 6381, 6742 en 6389,
2. [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] veroordeelt om binnen veertien dagen na betekening van het te wijzen vonnis, althans binnen een door de rechtbank in goede justitie te bepalen termijn, alle zaken van [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] op de onder 1 genoemde percelen te verwijderen en verwijderd te houden, het (laten) gebruiken van de onder sub 1 genoemde percelen te staken en gestaakt te houden en [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] te veroordelen om aan de Gemeente te voldoen een direct opeisbare dwangsom van € 1.000,-, althans een door de rechtbank in goede justitie te betalen bedrag, voor iedere dag of gedeelte daarvan dat [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] nalaat om hieraan te voldoen met een maximum van
€ 50.000,-,
3. [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] veroordeelt in de kosten van dit geding en de buitengerechtelijke kosten, te voldoen binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis en, voor het geval voldoening niet binnen veertien na betekening van dit vonnis plaatsvindt, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf veertien dagen na betekening van het vonnis tot aan de dag der algehele voldoening, alsmede [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] veroordeelt in de nakosten met een bedrag van € 131,- dan wel, indien betekening plaatsvindt, met een bedrag van € 199,- en de eventuele verdere executiekosten.
3.2.
De Gemeente legt aan haar vordering ten grondslag dat zij eigenaar is van de percelen 7531, 6381, 6742 en 6389 en zij haar eigendomsrecht jegens [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] wenst te effectueren. [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] gebruikt deze in eigendom aan de Gemeente toebehorende percelen structureel, terwijl ieder recht daartoe ontbreekt. Op de percelen 6381, 6742 en 6389 zijn autosporen te zien en staan hekwerken van [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] .
3.3.
[gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] erkent het eigendomsrecht van de Gemeente en het gebruik van de percelen 6742, 6381 en 6389. Van gebruik is echter geen sprake meer. De eigendom van een gedeelte van perceel 7531 heeft [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] primair verkregen op grond van verjaring, subsidiair op grond van de redelijkheid en billijkheid, meer subsidiair - zo is ter zitting naar voren gebracht - op grond van een tussen partijen gesloten overeenkomst en uiterst subsidiair - eveneens ter zitting naar voren gebracht - doordat het vertrouwen is gewekt dat de grond zou worden overgedragen. Mocht eigendomsverkrijging niet aan de orde zijn dan moet [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] alsnog op grond van het gewerkte vertrouwen in staat worden gesteld de grond voor een symbolisch bedrag van € 1,00 te kopen. Van verjaring is sprake nu er meer dan twintig jaar een hek staat, er in 2014 een vergunning is aangevraagd en verkregen voor het mogen plaatsen van speeltoestellen op perceel 7531 en [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] bomen heeft gepland. Met de afgegeven vergunning heeft de Gemeente het bezit van [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] van perceel 7531 erkend. Door het gebruik niet meer toe te staan, handelt de Gemeente in strijd met de door haar verleende vergunning.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover hier van belang, nader ingegaan.
In voorwaardelijke reconventie
3.5.
[gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] vordert dat de rechtbank bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
a. de Gemeente veroordeelt om tegen behoorlijk bewijs van kwijting te voldoen aan [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] de schade welke hij heeft geleden van € 8.712,- te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van vonnis, tot de algehele dag der voldoening,
b. de Gemeente te veroordelen in de kosten van het geding, met inbegrip van de nakosten zoals genoemd in artikel 237 lid 4 Rv, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf het tijdstip dat de Gemeente in verzuim is deze kosten te voldoen.
De eis in reconventie is voorwaardelijk voor zover de vordering in conventie, aangaande de verjaring van de grond waardoor [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] stelt eigenaar hiervan te zijn geworden, wordt afgewezen.
3.6.
[gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] legt aan zijn vordering ongerechtvaardigde verrijking ten grondslag. [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] heeft jarenlang onderhoud gepleegd aan een strook van perceel 7531 als ware hij eigenaar van de strook. Het onderhoud van die strook bestaat uit het maaien van het perceel kost € 1.089,- per jaar. De Gemeente heeft deze kosten niet gemaakt. Voor de hoogte van de maaiwerkzaamheden verwijst [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] naar de factuur als opgenomen onder productie 19 van de conclusie van antwoord tevens conclusie van voorwaardelijke eis in reconventie.
3.7.
De Gemeente voert verweer. Van verrijking kan geen sprake zijn, daar de grond door het maaien niet in waarde is gestegen. De door [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] overgelegde factuur (productie 19 van de conclusie van antwoord tevens conclusie van voorwaardelijke eis in reconventie) is geen factuur maar een offerte. Onduidelijk is of [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] ten aanzien van die maaiwerkzaamheden betalingen heeft verricht. Evenmin is duidelijk op welke maaiwerkzaamheden deze offerte ziet. De overlegde offerte betreft ‘maaiwerk rondom speeltuin’. Daarmee staat vast dat het maaiwerk niet uitsluitend is verricht op de stroken grond van de Gemeente, maar ook ten behoeve van de aan [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] toebehorende gronden heeft plaatsgevonden. Voorts is het gevorderde bedrag van € 8.712,- gebaseerd op één enkele offerte van 2017. De offerte kan dan ook niet als uitgangspunt dienen voor de vaststelling van de kosten die [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] voor onderhoud zou hebben gemaakt. Als de werkzaamheden zijn verricht, dan was dit in het belang van [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] : hij heeft de beweerdelijk gemaaide gronden immers gebruikt. Mocht al van verrijking sprake zijn, dan is deze niet ongerechtvaardigd. [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] heeft de grond gebruikt en heeft daar geen vergoeding voor betaald. Dat hij voor dat gebruik zelf de onderhoudskosten draagt is dan ook niet onrechtvaardig.
3.8.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

In conventie

De percelen 6381, 6742, 6389
4.1.
Eigendom is het meest omvattende recht dat een persoon op een zaak kan hebben. Het staat de eigenaar vrij met uitsluiting van een ieder van zijn zaak gebruik te maken, mits dit gebruik niet strijdt met rechten van anderen en de op wettelijke voorschriften en regels van ongeschreven recht gegronde beperkingen daarbij in acht worden genomen (artikel 5:1 BW).
4.2.
[gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] erkent het eigendomsrecht van de Gemeente ten aanzien van de percelen 6381, 6742, 6389 (proces-verbaal van 5 januari 2021). De gevorderde verklaring voor recht met betrekking tot voornoemde percelen wordt dan ook toegewezen.
4.3.
[gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] erkent dat hij de percelen 6381, 6742 en 6389 in het verleden heeft gebruikt (proces-verbaal van 5 januari 2021). Tussen partijen is in geschil of [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] deze percelen nog steeds in gebruik heeft. De gemeente heeft haar stelling dat [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] de percelen nog gebruikt van zoveel feiten voorzien, dat de kale ontkenning van [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] onvoldoende is. De rechtbank neemt dan ook als vaststaand feit aan dat [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] de percelen gebruikt. Gesteld noch gebleken is dat aan [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] een recht met betrekking tot deze percelen toekomt dat het gebruik van deze percelen rechtvaardigt. Daarmee ligt de gevorderde ontruiming en gebruiksverbod (als onder 2 in conventie gevorderd) met betrekking tot de percelen 6381, 6742, 6389 voor toewijzing gereed.
Perceel 7531
4.4.
Volgens de conclusie van antwoord tevens conclusie van voorwaardelijke eis in reconventie ziet het verjaringsverweer “op het betwiste deel van het perceel met nummer 7531” en op “de strook grond”. Tijdens de mondelinge behandeling stelt [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] dat het gaat om het gearceerde gedeelte op de afbeelding als opgenomen onder productie 5 van de conclusie van antwoord tevens conclusie van voorwaardelijke eis in reconventie. Volgens [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] gaat het om een oppervlakte van ongeveer 1.571 m2 waarbij [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] verwijst naar productie 16 bij de conclusie van antwoord tevens conclusie van voorwaardelijke eis in reconventie), om vervolgens - eveneens tijdens diezelfde mondelinge behandeling - te kennen te geven dat het gearceerde gedeelte mogelijk groter is, en waarschijnlijk 2.500 m2 bedraagt. [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] heeft zich vervolgens op het standpunt gesteld, eveneens tijdens diezelfde mondelinge behandeling, dat ook ten aanzien van de grond aan de overzijde van de weg heeft te gelden dat deze door verjaring tot zijn eigendom is gaan behoren. Volgens [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] gaat het daarom over ongeveer 2.800 m2 (proces-verbaal van 5 januari 2021, pagina 2 en 3).
4.5.
De rechtbank is van oordeel dat met de hiervoor door [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] aangereikte omschrijving onvoldoende duidelijk is op welk
concreetdeel van perceel 7531 de beweerdelijke verjaring ziet. Het verjaringsverweer kan alleen al daarom niet slagen. Als niet duidelijk is over welk gedeelte van perceel 7531 het concreet gaat, is ook niet duidelijk welke feiten en omstandigheden daarop betrekking hebben. En, niet onbelangrijk, weet ook de Gemeente niet of en hoe zij al dan niet verweer kan voeren.
Voor een geslaagd beroep op bevrijdende verjaring dient het ondubbelzinnig bezit van dat gedeelte van perceel 7531 door [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] (dan wel zijn rechtsvoorganger) gedurende een periode van 20 jaar te worden aangetoond. Nu niet duidelijk is over wel gedeelte van perceel 7531 het gaat, is ook niet na te gaan of het beweerdelijk aanwezige hekwerk, de in 2014 geplaatste speeltoestellen en de recent geplante bomen - op grond waarvan [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] (onder meer) van oordeel is dat sprake is van ondubbelzinnig bezit - ook daadwerkelijk op dat gedeelte van het perceel staan waarvan [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] stelt eigenaar te zijn geworden door verjaring. De rechtbank laat daarbij in het midden of de aanwezigheid van voornoemde objecten dan wel de door de Gemeente verleende vergunning (productie 10 bij de conclusie van antwoord tevens conclusie van voorwaardelijke eis in reconventie) tot het oordeel zou hebben geleid dat sprake is van ondubbelzinnig bezit ten aanzien van “het betwiste deel van het perceel met nummer 7531”.
4.6.
Voornoemd gebrek aan duidelijkheid leidt er ook toe dat alleen al daarom geen sprake kan zijn van een geslaagd beroep op de gestelde ‘eigendomsverkrijging’ op grond van de redelijkheid en billijkheid, de beweerdelijk gesloten overeenkomst tussen partijen of het door de Gemeente gewekt vertrouwen dat de grond zou worden overgedragen.
Voorts merkt de rechtbank op dat eigendomsverkrijging plaats vindt op de door de wet voorgeschreven wijzen. Ingevolge artikel 3:80 BW kan men goederen onder algemene en bijzondere titel verkrijgen. Men verkrijgt goederen onder algemene titel door erfopvolging, boedelmenging, door fusie, door splitsing en door toepassing van een afwikkelings-instrument. Verkrijging onder bijzondere titel kan door overdracht, verjaring, onteigening en voorts op de overige in de wet voor iedere soort aangegeven wijzen van rechtsverkrijging. De door [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] gestelde wijzen van eigendomsverkrijging - die door [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] ook niet nader worden onderbouwd - kennen geen wettelijke grondslag.
4.7.
Het verweer dat [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] alsnog op grond van het gewekte vertrouwen in staat moet worden gesteld de grond voor een symbolisch bedrag van € 1,00 te kopen, kan evenmin slagen. De grondslag opgewekt vertrouwen kan hoogstens een titel voor overdracht vormen. Opgewekt vertrouwen alleen kan niet leiden tot eigendomsoverdracht, zoals [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] stelt. De gevorderde verklaring voor recht dat de Gemeente eigenaar is van perceel 7531, wordt dan ook toegewezen.
4.8.
Dat [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] op grond van de afgegeven vergunningen beperkt gebruik mag maken van perceel 7531, wordt door de Gemeente niet betwist. De Gemeente dient het gebruik van perceel 7531 door [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] dan ook toe te staan voor zover dit gebruik op grond van de afgegeven vergunningen is toegestaan.
4.9.
De door de Gemeente gevorderde dwangsom wordt door [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] niet betwist. De dwangsom wordt toegewezen als gevorderd.
4.10.
De buitengerechtelijke incassokosten liggen als niet weersproken voor toewijzing gereed.
4.11.
[gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] zal, als de overwegend in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de proceskosten. Die proceskosten worden aan de zijde van de Gemeente tot heden begroot op:
  • dagvaarding € 83,52
  • griffierecht € 639,00
  • salaris gemachtigde
totaal € 2.411,52
4.12.
De over de buitengerechtelijke kosten en proceskosten gevorderde wettelijke rente wordt toegewezen als bepaald in het dictum.
4.13.
De nakosten worden toegewezen als bepaald in het dictum.
4.14.
De ‘eventuele verdere executiekosten’ als door de Gemeente gevorderd worden afgewezen, daar deze vordering onvoldoende is bepaald.
In voorwaardelijke reconventie
4.15.
Het beroep op verjaring, als gedaan in conventie is afgewezen. Daarmee wordt de voorwaarde waaronder de reconventie is ingesteld vervuld.
4.16.
Uit artikel 6:212 lid 1 BW volgt dat zij die ongerechtvaardigd is verrijkt ten koste van een ander, verplicht is - voor zover dit redelijk is - diens schade te vergoeden tot het bedrag van haar verrijking.
4.17.
Voor een geslaagd beroep op ongerechtvaardigde verrijking is vereist dat [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] is verarmd en de Gemeente is verrijkt, dat er een voldoende band bestaat tussen die verarming en die verrijking, en dat die verrijking ongerechtvaardigd is. In het licht van het verweer van de Gemeente heeft [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] onvoldoende onderbouwd waaruit die verarming van [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] bestaat. Het had op de weg van [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] gelegen betalingsbewijzen te overleggen waaruit blijkt dat de gestelde maaiwerkzaamheden zien op perceel 7531. Voorts valt, op grond van hetgeen door [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] is gesteld, niet in te zien waarom sprake is van
ongerechtvaardigdeverrijking. Het is immers [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] die - zoals hij zelf stelt - gebruik heeft gemaakt van de grond.
4.18.
De rechtbank wijst de vordering af.
4.19.
[gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de proceskosten. Die proceskosten worden aan de zijde van de Gemeente tot heden begroot op € 956,- (2 punten x € 478,- , tarief I) aan salaris gemachtigde.

5.De beslissing

De rechtbank
In conventie
5.1.
verklaart voor recht dat de Gemeente eigenaar is van de percelen grond, kadastraal bekend als Gemeente Maastricht sectie P nummers 7531, 6381, 6742 en 6389,
5.2.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] om binnen veertien dagen na betekening van het vonnis alle zaken van [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] op de percelen grond, kadastraal bekend als Gemeente Maastricht sectie P nummers 6381, 6742 en 6389 te verwijderen en verwijderd te houden, het (laten) gebruiken van deze percelen te staken en gestaakt te houden en veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] om aan de Gemeente te voldoen een direct opeisbare dwangsom van € 1.000,-, voor iedere dag of gedeelte daarvan dat [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] nalaat om hieraan te voldoen met een maximum van
€ 50.000,-,
5.3.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] om binnen veertien dagen na betekening van het vonnis alle zaken van [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] op de percelen grond, kadastraal bekend als Gemeente Maastricht sectie P nummers 7531 te verwijderen en verwijderd te houden en het (laten) gebruiken van deze percelen te staken en gestaakt te houden voor zover dit in strijd is met de door de Gemeente afgegeven vergunningen, en veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] om aan de Gemeente te voldoen een direct opeisbare dwangsom van € 1.000,-, voor iedere dag of gedeelte daarvan dat [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] nalaat om hieraan te voldoen met een maximum van € 50.000,-,
5.4.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] tot betaling in de kosten van deze procedure, aan de zijde van de Gemeente tot op heden begroot op € 2.411,52, en de buitengerechtelijke incassokosten van € 1.093,84, te voldoen binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis en, voor het geval voldoening niet binnen veertien na betekening van dit vonnis plaatsvindt, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf veertien dagen na betekening van het vonnis tot aan de dag der algehele voldoening,
5.5.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] , onder de voorwaarde dat deze niet binnen twee weken na aanschrijving door de Gemeente volledig aan dit vonnis voldoet, tot betaling aan de Gemeente van de nakosten van € 131,- dan wel € 199,- indien betekening van dit vonnis plaatsvindt,
5.6.
verklaart de veroordelingen als opgenomen in rov. 5.2., 5.3. 5.4. en 5.5. uitvoerbaar bij voorraad,
5.7.
wijst af het meer of anders gevorderde.
In voorwaardelijke reconventie
5.8.
wijst de vorderingen af,
5.9.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] tot betaling in de kosten van deze procedure, aan de zijde van de Gemeente tot op heden begroot op € 956,-.
Dit vonnis is gewezen door mr. K.J.H. Hoofs en in het openbaar uitgesproken. [1]

Voetnoten

1.type: KH