Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
2.De beoordeling
3.De beslissing
- verklaart het verzoek tot wraking van de rechter niet ontvankelijk;
- verklaart het verzoek tot wraking van de griffier niet ontvankelijk.
Rechtbank Limburg
Op 14 juli 2021 ontving de griffie van de Rechtbank Limburg een verzoek tot wraking van mr. R.P.J. Quaedackers, rechter in de rechtbank Limburg, door een verzoeker in een civiele procedure tegen Rabobank. Het verzoek was summier en bevatte geen concrete feiten of omstandigheden die de onpartijdigheid van de rechter in twijfel trokken. De wrakingskamer, bestaande uit een meervoudige kamer, oordeelde dat het verzoek niet voldeed aan de wettelijke vereisten voor motivering zoals vastgelegd in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Volgens artikel 36 Rv kan een rechter gewraakt worden op basis van feiten die de onpartijdigheid in gevaar kunnen brengen, maar het verzoeker had enkel gesproken over een 'onduidelijke zaak' zonder verdere onderbouwing. Hierdoor werd het verzoek tot wraking als kennelijk niet ontvankelijk verklaard. Tevens werd opgemerkt dat er geen wettelijke basis is voor een wrakingsverzoek tegen de griffier, waardoor ook dit deel van het verzoek niet ontvankelijk werd verklaard. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 22 juli 2021, zonder dat een mondelinge behandeling nodig was, en werd ondertekend door de voorzitter van de wrakingskamer.