Uitspraak
RECHTBANK Limburg
Uitspraak van de enkelvoudige kamer van 27 juli 2021 in de zaak tussen
[eiser] , te [woonplaats 1] , eiser
[vergunninghouder] ,te [woonplaats 2] , vergunninghouder en
[belanghebbende], eigenaar van het pand.
Rechtbank Limburg
Op 27 juli 2021 heeft de Rechtbank Limburg uitspraak gedaan in de zaak tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Sittard-Geleen, betreffende een omgevingsvergunning voor het wijzigen van het gebruik van detailhandel naar een lunchroom. De rechtbank oordeelde dat de verweerder voldoende gemotiveerd had dat de belangen van de directe buren niet onevenredig worden geschaad en dat de lunchroom geen onevenredige nadelige gevolgen voor het woonmilieu heeft of zou kunnen doen ontstaan. Het beroep van de eiser werd ongegrond verklaard.
De zaak begon met een besluit van 12 juni 2020, waarbij de vergunninghouder een omgevingsvergunning kreeg voor de functiewijziging. Eiser stelde dat de lunchroom in strijd met het bestemmingsplan was en dat er onvoldoende onderzoek was gedaan naar de overlast die de lunchroom zou veroorzaken. De rechtbank stelde vast dat de lunchroom al sinds 2010 op de locatie gevestigd was en dat de vergunning verleend was om de bestaande situatie te legaliseren. De rechtbank oordeelde dat de verweerder in redelijkheid tot zijn besluit had kunnen komen, en dat de belangen van de directe buren niet onevenredig werden geschaad.
De rechtbank concludeerde dat de vergunninghouder niet verplicht was om omwonenden persoonlijk te informeren over de aanvraag en dat de vrees van eiser voor toekomstige overlast niet voldoende was om de vergunning te weigeren. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door mr. D.J.E. Hamers-Aerts, in aanwezigheid van griffier mr. A. Kloos, en werd openbaar uitgesproken op 27 juli 2021.