Uitspraak
Rechtbank Limburg
1.Het verloop van de procedure
2.De feiten
- [minderjarige 1] (roepnaam: [minderjarige 1] ), geboren op [geboortedatum 1] in [geboorteplaats 1] ;
- [minderjarige 2] (roepnaam: [minderjarige 2] ), geboren op [geboortedatum 2] in [geboorteplaats 1] ;
- [minderjarige 3] (roepnaam: [minderjarige 3] ), geboren op [geboortedatum 3] in [geboorteplaats 1] .
3.Het verzoek en verweer
4.Het advies van de raad
5.De beoordeling
Kamerstukken II, 34 605) heeft aangenomen. Dit betekent dat (een deel van) de wetgever van oordeel is dat de enkele erkenning van de minderjarige voldoende is om het gezag over deze minderjarige uit te mogen oefenen en enige vorm van verder onderzoek daartoe niet nodig is. De vader heeft [minderjarige 1] , [minderjarige 2] en [minderjarige 3] met toestemming van de moeder erkend. Mede kijkend naar het voornoemde wetsvoorstel acht de rechtbank diepgaander onderzoek in de onderhavige zaak eveneens niet ook niet noodzakelijk.
6.De beslissing
- [minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum 1] in [geboorteplaats 1] ,
- [minderjarige 2] geboren op [geboortedatum 2] in [geboorteplaats 1] , en
- [minderjarige 3] , geboren op [geboortedatum 3] in [geboorteplaats 1] ;