ECLI:NL:RBLIM:2021:5733
Rechtbank Limburg
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot wraking van rechter in civiele procedure afgewezen wegens te late indiening
In deze zaak heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Limburg op 16 juli 2021 een verzoek tot wraking van mr. V.E.J. Noelmans afgewezen. Het verzoeker, vertegenwoordigd door een gemachtigde, had op 8 juli 2021 een verzoek tot wraking ingediend, maar de wrakingskamer oordeelde dat dit verzoek te laat was ingediend. De procedure begon met een e-mail van verzoeker op 8 juli 2021, waarin hij zijn bezwaren tegen de rechter naar voren bracht. De rechter had op 13 juli 2021 laten weten niet in het verzoek tot wraking te berusten. De wrakingskamer moest eerst beoordelen of het verzoek tijdig was ingediend, zoals vereist door artikel 36 en 37 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Verzoeker had aangegeven dat er verhinderingen waren door coronamaatregelen en een vakantieperiode van zijn vertegenwoordiger, maar de wrakingskamer oordeelde dat verzoeker niet voldoende had onderbouwd waarom deze omstandigheden een tijdige indiening van het verzoek onmogelijk maakten. Hierdoor werd verzoeker niet ontvankelijk verklaard in zijn verzoek tot wraking, en de wrakingskamer heeft het verzoek zonder verdere behandeling ter zitting afgedaan.