3.3.1Inleiding
Bij voormeld vonnis d.d. 9 juli 2021 is [verdachte 23] veroordeeld wegens – voor zover in deze ontnemingsprocedure relevant -
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd, gepleegd in de periode van 13 oktober 2015 tot en met 14 mei 2016.
Het Openbaar Ministerie heeft de vordering ex artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht aanhangig gemaakt binnen de daarvoor gestelde termijn.
Ingevolge het bepaalde in artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht moet worden onderzocht of, en zo ja in hoeverre, [verdachte 23] voordeel heeft verkregen door middel van of uit de baten van de feiten waarvoor de veroordeling heeft plaatsgevonden en/of andere strafbare feiten, waaromtrent voldoende aanwijzingen bestaan dat zij door [verdachte 23] zijn begaan.
3.3.2Het bewijs
De rechtbank verwijst naar de gebruikte bewijsmiddelen en -motivering zoals opgenomen in het vonnis van deze rechtbank van 9 juli 2021 in de onderliggende strafzaak.
Op grond daarvan concludeert de rechtbank, anders dan zowel het Openbaar Ministerie als de verdediging, dat het dossier meer dan voldoende aanwijzingen bevat dat sprake is geweest van zes eerdere oogsten waaruit [verdachte 23] voordeel heeft gekregen.
3.3.3De schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel
De rechtbank zal het bedrag, waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel wordt geschat, vaststellen op
186.323,52 euro. Hiertoe overweegt zij het volgende.
Uitgaande van zes geslaagde oogsten komt de rechtbank tot de volgende schatting van het voordeel, op basis van de in het dossier opgenomen ontnemingsrapportageen met toepassing van de standaardberekening van het Openbaar Ministerie, hierna te noemen het rapport BOOM.
De rechtbank neemt daarbij in overweging dat:
- in elk van de drie kweekruimtes 16 planten per m2 stonden (pg. 136, 138 en 139);
- de elektriciteit legaal werd afgenomen
- op grond van aangetroffen notitieskennelijk kosten zijn gemaakt voor het knippen van de hennepplanten, die voor aftrek in aanmerkingen komen.
Kweekruimte 1
In kweekruimte 1 stonden 182 hennepplanten. Op grond van het rapport BOOM bedraagt de opbrengst hiervan 27,7 gram hennep per plant en aldus in totaal (182 x 27,7 =) 5,0414 kilogram hennep. Op grond van het rapport BOOM bedraagt de verkoopprijs van hennep 3.280 euro per kilogram. Dit zou dan ook een verkooprijs van (5,0414 x 3.280 =)
16.535,79 eurobetekenen.
Op grond van het rapport BOOM kan worden uitgegaan van de volgende kosten:
- afschrijvingskosten: 150 euro per oogst;
- hennepstekken: 2,85 euro per stek, zijnde (182 x 2,85 =) 518,70 euro;
- overige kosten: 3,33 euro per hennepplant, zijnde (182 x 3,33 =) 606,06 euro;
- elektriciteitskosten: 140 euro per lamp, zijnde (12 x 140 =) 1.680 euro;
- knipkosten: 2 euro per plant, zijnde (182 x 2 =) 364 euro;
- totaal:
Kweekruimte 2
In kweekruimte 1 stonden 43 hennepplanten. Op grond van het rapport BOOM bedraagt de opbrengst hiervan 27,7 gram hennep per plant en aldus in totaal (43 x 27,7 =) 1,1911 kilogram hennep. Op grond van het rapport BOOM bedraagt de verkoopprijs van hennep 3.280 euro per kilogram. Dit zou dan ook een verkooprijs van (1,1911 x 3.280 =)
3.906,81 eurobetekenen.
Op grond van het rapport BOOM kan worden uitgegaan van de volgende kosten:
- afschrijvingskosten: 150 euro per oogst;
- hennepstekken: 2,85 euro per stek, zijnde (43 x 2,85 =) 122,55 euro;
- overige kosten: 3,33 euro per hennepplant, zijnde (43 x 3,33 =) 143,19 euro;
- elektriciteitskosten: 140 euro per lamp, zijnde (2 x 140 =) 280 euro;
- knipkosten: 2 euro per plant, zijnde (43 x 2 =) 86 euro;
- totaal:
Kweekruimte 3
In kweekruimte 1 stonden 195 hennepplanten. Op grond van het rapport BOOM bedraagt de opbrengst hiervan 27,7 gram hennep per plant en aldus in totaal (195 x 27,7 =) 5,4015 kilogram hennep. Op grond van het rapport BOOM bedraagt de verkoopprijs van hennep 3.280 euro per kilogram. Dit zou dan ook een verkooprijs van (5,4015 x 3.280 =)
17.716,92 eurobetekenen.
Op grond van het rapport BOOM kan worden uitgegaan van de volgende kosten:
- afschrijvingskosten: 150 euro per oogst;
- hennepstekken: 2,85 euro per stek, zijnde (195 x 2,85 =) 555,75 euro;
- overige kosten: 3,33 euro per hennepplant, zijnde (195 x 3,33 =) 649,35 euro;
- elektriciteitskosten: 140 euro per lamp, zijnde (9 x 140 =) 1.260 euro;
- knipkosten: 2 euro per plant, zijnde (195 x 2 =) 390 euro;
- totaal:
Totaal
Het vorengaande leidt tot de volgende berekening:
Opbrengst kweekruimte 1
€
16.535,79
Kosten kweekruimte 1
€
-3.318,76
Opbrengst kweekruimte 2
€
3.906,81
Kosten kweekruimte 2
€
-781,74
Opbrengst kweekruimte 3
€
17.716,92
Kosten kweekruimte 3
€
-3.005,10
Totale opbrengst per oogst
€
31.053,92
Opbrengst voor 6 oogsten
€
186.323,52
De rechtbank zal het bedrag, waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel wordt geschat, vaststellen op
186.323,52 euro.
3.3.4De op te leggen betalingsverplichting
De rechtbank zal aan [verdachte 23] de verplichting opleggen tot betaling van
186.323,52 euroaan de staat ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel. Daartoe overweegt de rechtbank nog dat nu in de strafzaak niet is gebleken dat [verdachte 23] anders dan alleen de hennep heeft geteeld, de betalingsverplichting voor het volledige wederrechtelijk verkregen voordeel ook aan hem worden opgelegd.
Redelijke termijn
Nu de rechtbank al in de strafzaak strafvermindering heeft toegepast op grond van overschrijding van de redelijke termijn, volstaat de rechtbank in deze ontnemingsprocedure met het oordeel dat de geconstateerde verdragsschending voldoende is gecompenseerd met de enkele vaststelling dat inbreuk is gemaakt op art. 6, eerste lid, EVRM.