Uitspraak
RECHTbANK Limburg
1.Onderzoek van de zaak
- 29, 30 en 31 maart 2021,
- 6, 7, 13, 14, 19, 21, 26 en 28 april 2021,
- 3, 4, 25, 26, 27 en 28 mei 2021 en
- op 9 juli 2021 is het onderzoek gesloten.
2.De vordering van de officier van justitie
3.De beoordeling
151.219,46 euroméér contant hebben uitgegeven dan dat zij contant beschikbaar zouden hebben gehad. Die kasopstelling heeft uiteindelijk geleid tot de bewezenverklaring van gewoontewitwassen van dat bedrag in die periode.
151.219,46 euro.
151.219,46 euroaan de staat ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel. Nu medeverdachte [verdachte 18] wordt vrijgesproken, zal de rechtbank niet de hoofdelijkheid opleggen.
4.Het wettelijke voorschrift
5.De beslissing
- stelt het bedrag, waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel wordt geschat, vast op
- legt [verdachte 1] de verplichting op tot
gijzelingdie met toepassing van artikel 6:6:25 van het Wetboek van Strafvordering ten hoogste kan worden gevorderd
1.080 dagen.