Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
COÖPERATIE CMR U.A.,
ACHMEA SCHADEVERZEKERINGEN N.V.,
1.De procedure
- het tussenvonnis van 3 maart 2021,
- de aktes van partijen van 31 maart 2021,
- de rolbeslissing van 7 april 2021,
- de antwoordakte (inzake vragen CMR) van Achmea van 21 april 2021.
2.De verdere beoordeling
Hoeveel kost het jaarlijks om het ISAFIX-systeem te onderhouden en up to date te houden?”, kan, indien CMR kan aantonen dat van dit ‘up to date houden’ in casu sprake is geweest, eventueel wel nadere informatie geven over de waarde van het beschadigde ISAFIX systeem. Die vraag zal gelet hierop worden meegenomen bij de formulering van de vragen onder 2, zoals op voorhand geformuleerd bij tussenvonnis van 3 maart 2021.
Wat is volgens u de waarde van het ISAFIX systeem in het economisch verkeer toen nieuw en op basis van het bouwjaar (gebruikt) op de schadedatum en nu nieuw naar de stand van de huidige techniek, en op grond waarvan komt u tot die bevindingen?”.
3.De beslissing
F.Th.M. Bolsenbroek,
Stootrichting 9 uur” en productie 8 dagvaarding, waarin is vermeld: “
Stootrichting 11 uur”).
binnen twee wekenna de datum van de nota met betaalinstructies van het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak,
- de deskundige voor aanvang van het onderzoek dient kennis te nemen van de Leidraad deskundigen in civiele zaken (te raadplegen op www.rechtspraak.nl of desgevraagd te verkrijgen bij de griffie),
- de deskundige het onderzoek pas na het bericht van de griffier omtrent betaling van het voorschot dient aan te vangen,
- de deskundige het onderzoek onmiddellijk dient te staken en contact dient op te nemen met de griffier, indien tijdens de uitvoering van de werkzaamheden het voorschot niet toereikend blijkt te zijn,
- de deskundige partijen bij een onderzoek van een object ter plaatse gelegenheid dient te bieden dit onderzoek bij te wonen; indien slechts één partij, althans niet alle partijen, bij het onderzoek van objecten ter plaatse aanwezig is of zijn, de deskundige dit onderzoek niet mag uitvoeren, tenzij alle partijen zijn uitgenodigd om bij dat onderzoek aanwezig te zijn, en dat uit het rapport moet blijken dat hieraan is voldaan,
- indien partijen bij het onderzoek van objecten ter plaatse aanwezig zijn geweest, uit het rapport moet blijken welke opmerkingen zij hebben gemaakt en welke verzoeken zij hebben gedaan, en hoe de deskundige hierop heeft gereageerd,
- uit het schriftelijk bericht moet blijken op welke stukken het oordeel van de deskundige is gebaseerd,
- de deskundige een concept van het rapport aan partijen moet toezenden, opdat partijen de gelegenheid krijgen binnen vier weken daarover bij de deskundige opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat de deskundige in het definitieve rapport de door partijen gemaakte opmerkingen en verzoeken en de reactie van de deskundige daarop moet vermelden,
- indien het voorschot niet binnen de daarvoor bepaalde (eventueel verlengde) termijn is ontvangen: voor akte uitlating voortprocederen aan beide zijden op een termijn van twee weken of
- na ontvangst ter griffie van het deskundigenbericht: voor conclusie na deskundigenbericht aan de zijde van CMR op een termijn van vier weken,