Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.Onderzoek van de zaak
- 29, 30 en 31 maart 2021,
- 6, 7, 13, 14, 19, 21, 26 en 28 april 2021,
- 3, 4, 25, 26, 27 en 28 mei 2021,
- en op 9 juli 2021 is het onderzoek gesloten.
2.De tenlastelegging
3.De beoordeling van het bewijs
- hennepteelt in Duitsland (feit 1) omdat vermeende betrokkenheid van de verdachte absoluut onvoldoende is voor bewezenverklaring van medeplegen;
- het (feitelijk leiding geven aan) witwassen binnen [naam VOF] (feit 2) omdat geen sprake was van uit misdrijf afkomstige geldbedragen, doch uit incasso en contante omzet;
- het witwassen (feit 3) omdat geen sprake was van uit misdrijf afkomstige geldbedragen.
375.448,05 euroover de jaren 2010 tot en met 2014.
nietgespecificeerde omzet. Zou dat daadwerkelijk contante omzet uit verhuizingen zijn, dan stijgt het aandeel daarvan naar zo’n 32% en spreekt de verdachte zichzelf dus tegen. Tot slot zijn de ter terechtzitting overgelegde vrachtbrieven, voor zover al leesbaar, uit het jaar 2015. Zoals hiervoor al overwogen, bieden die geen houvast over al dan niet ontvangen contante omzet, maar daarnaast zeggen die niets over de niet gespecificeerde omzet. Die gaat immers over 2014 en eerder.
147.609,14 euroméér contant hebben uitgegeven dan zij op basis van het onderzoek contant beschikbaar konden hebben. Nu je geen contant geld kunt uitgeven dat je niet hebt, betekent dit dat er sprake is van een niet verantwoorde contante geldstroom.
147.609,14 euromet een onbekende herkomst, acht de rechtbank het vermoeden gerechtvaardigd dat dit geldbedrag uit enig misdrijf afkomstig is. Dat vermoeden wordt bovendien versterkt door de geconstateerde betrokkenheid van de verdachte bij de hennepkwekerij in Duitsland (zaakdossier 8), waarvoor hij bij dit vonnis ook zal worden veroordeeld. Uit dat zaakdossier blijkt van een grote hennepplantage waarvan de verdachte een van de initiators en kennelijk ook een van de begunstigden van de opbrengst was.
4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de verdachte
6.De straf
- het medeplegen van het telen van ruim 1.700 hennepplanten in Duitsland;
- leiding geven aan het witwassen van in totaal 375.448,05 euro;
- het witwassen van in totaal 147.609,14 euro.
gevangenisstraf van 14 maanden.
7.Het beslag
8.De wettelijke voorschriften
- 47, 57, 51, 420bis, 420ter van het Wetboek van Strafrecht;
- 3, 11 van de Opiumwet;
9.De beslissing
- verklaart de feiten 1, 2 primair en 3 primair bewezen zoals hierboven onder 3.5 is omschreven;
- spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
- verklaart de verdachte strafbaar;
- veroordeelt de verdachte voor de feiten 1, 2 primair en 3 primair tot een
- beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- verstaat dat tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf volledig zal plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet of tot het moment dat de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling aan de orde is, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering.
verslag van politieactie en opsporingsonderzoek” van
KriminalhauptkommissarMeiners en dat vermeldt onder meer het volgende: [2]
de rechtbank begrijpt uit de originele Duitse tekst dat dit moet zijn: Jr) bij de Bandidos zou zijn geweest.
fotoconfrontatie [7] tijdens dit verhoor herkende [getuige 8] [verdachte 13] , [verdachte 2] en [verdachte 6] (door [getuige 8] “ [verdachte 6] ” genoemd). Daarover verklaarde hij onder meer het volgende:
fotoconfrontatietijdens dit verhoor herkende [getuige 9] [verdachte 13] , [verdachte 6] (“ [verdachte 6] ” genoemd) en [verdachte 2] . Daarover verklaarde hij onder meer als volgt:
doorzoekingenplaats. Het proces-verbaal van doorzoeking vermeldt – zakelijk weergegeven – onder meer het volgende: [11]
OVC-opnamevan een gesprek tussen Karel en [verdachte 3] Verspaget op 28 maart 2015 in de auto [kenteken 2] ( [verdachte 3] Verspaget) vermeldt – zakelijk weergegeven – onder meer het volgende:
zakelijke bankrekeningvan de onderneming. De politie relateerde hierover het volgende: [15]
mogelijke herkomstvan de inkomende contante geldstroom in de onderneming relateerde de politie het volgende: [16]
aandeelvan de verdachten in de niet gespecificeerde omzet – zakelijk weergegeven – het volgende: [20]
[verdachte 19]verklaarde ter terechtzitting van 26 mei 2021 – zakelijk weergegeven – onder meer het volgende:
onderzoeksperiodeis van 1 januari 2010 tot en met 27 mei 2015. [32] Deze is gebaseerd op de beschikbaarheid van de administratie van het bedrijf [naam VOF] , die is verstrekt over de periode vanaf 1 januari 2010. [33] Tijdens deze onderzoeksperiode waren [verdachte 19] en [verdachte 25] getrouwd en samenwonend op het adres [adresgegevens verdachte 19] te Roermond. De politie constateert op basis van bankgegevens, tapgesprekken en getuigenverhoren dat de uitgaven en inkomsten van beiden door elkaar lopen en dat zij kunnen worden beschouwd als een economische eenheid. [34]
bankrekeningen: [35]
- [rekeningnummer 3] (ING) op naam van [verdachte 25] ;
- [rekeningnummer 4] (ING) op naam van [verdachte 25] -Kaartclub;
- [rekeningnummer 5] (ING) op naam van [verdachte 19] ;
- [rekeningnummer 6] (ING) op naam van [verdachte 25] ;
- [rekeningnummer 7] (Rabobank) op naam van [verdachte 25] ;
- [rekeningnummer 8] (Volksbank Erkelenz) op naam van [verdachte 25] ;
- [rekeningnummer 9] (Volksbank Viersen) op naam van [verdachte 25] (met als gemachtigde [verdachte 19] );
- [rekeningnummer 10] (Gladbacher Bank) op naam van [verdachte 25] (met als gemachtigde [verdachte 19] );
- [rekeningnummer 11] (Santander de Totta) op naam van [verdachte 19] ;
- [rekeningnummer 1] (ING) op naam van G. [verdachte 2] (zakelijke rekening van [naam VOF] );
- [rekeningnummer 12] (Volksbank Erkelenz) op naam van [naam VOF] (met als gemachtigden [verdachte 19] , [verdachte 25] en [partner verdachte 2] ).
creditcards, te weten met de nummers [creditcardnummer 1] en [creditcardnummer 2] . [37]
- Van bankrekening [rekeningnummer 8] (Volksbank Erkelenz) is 300 euro opgenomen op 11 december 2009 (pg. 36);
- Op bankrekening [rekeningnummer 3] (ING) is 500 euro gestort op 16 december 2009 en 300 euro gestort op 31 december 2009 (pg. 33);
- op bankrekening [rekeningnummer 7] (Rabobank) werd 500 euro gestort en weer opgenomen op 30 december 2019 (pg. 35).
200 eurobetekenen.
3.620 eurocontant ontvangen in de periode 1 januari 2010 tot 27 mei 2015. Een deel van de onttrekkingen is niet herleidbaar tot een bepaalde vennoot. In het voordeel van de verdachte zullen ook de niet-herleidbare contante opnamen van de zakelijke bankrekening van de onderneming meegenomen worden in de kasopstelling als contante ontvangsten.
1.900 eurobepaald.
1.404,25 eurod.d. 30 maart 2015 (pg. 84, 95, 100). [68]