ECLI:NL:RBLIM:2021:5458

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
9 juli 2021
Publicatiedatum
8 juli 2021
Zaaknummer
03/702608-15
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Deelname aan een criminele organisatie en diverse strafbare feiten in het kader van het onderzoek Kievit

In de strafzaak tegen [verdachte 2] heeft de rechtbank Limburg op 9 juli 2021 uitspraak gedaan. De verdachte werd beschuldigd van deelname aan een criminele organisatie, die zich richtte op bedreiging, openlijk geweld, diefstal, afpersing, hennepteelt, en witwassen. De zaak is voortgekomen uit het onderzoek 'Kievit', dat in 2014 begon en zich richtte op de motorclub Bandidos, specifiek het Sittardse chapter. De rechtbank oordeelde dat de verdachte bewezen werd geacht deelgenomen te hebben aan deze organisatie, die een gewelddadige en criminele reputatie had opgebouwd, vooral in de rivaliteit met de Hells Angels. De rechtbank achtte het bewezen dat de verdachte betrokken was bij de afpersing van [slachtoffer 5], waarbij de verdachte de sleutels van een Volkswagen Touareg onder bedreiging verkreeg. Daarnaast werd de verdachte schuldig bevonden aan het telen van ongeveer 1.700 hennepplanten in Duitsland en het bezit van 255,99 gram hasjiesj. De rechtbank legde een gevangenisstraf van 29 maanden op, met een strafkorting van 30% wegens schending van de redelijke termijn. De uitspraak benadrukt de ernst van de feiten en de impact op de openbare orde.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Strafrecht
Parketnummer: 03/702608-15
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 9 juli 2021
in de strafzaak tegen
[verdachte 2] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1971,
wonende te [adresgegevens verdachte 2] .
De verdachte wordt bijgestaan door mr. L.P.H. Hameleers, advocaat kantoorhoudende te Roermond.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zittingen van:
  • 29, 30 en 31 maart 2021,
  • 6, 7, 13, 14, 19, 21, 26 en 28 april 2021,
  • 3, 4, 25, 26, 27 en 28 mei 2021,
  • en op 9 juli 2021 is het onderzoek gesloten.
De verdachte is op 29 maart 2021, 7, 13, 21 en 26 april 2021 en 26 mei 2021 verschenen en zijn raadsman is op meerdere dagen verschenen. Het Openbaar Ministerie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht. De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte, al dan niet samen met (een) ander(en):
heeft deelgenomen aan een criminele organisatie bestaande uit de leden van MC Bandidos (chapter Sittard);
een bus (Mercedes Viano) – al dan niet met bedreiging/geweld – heeft gestolen;
[slachtoffer 5] heeft afgeperst dan wel een Volkswagen Touareg – al dan niet met bedreiging/geweld – heeft gestolen;
1.707 hennepplanten heeft geteeld;
een kopstoot heeft gegeven (ten laste gelegd als een poging tot zware mishandeling) dan wel openlijk en in vereniging geweld heeft gepleegd;
heeft deelgenomen aan een criminele organisatie die het oogmerk had tot drugsdelicten;
255,99 gram hasjiesj aanwezig heeft gehad;
feitelijk leiding heeft gegeven aan (gewoonte)witwassen van in totaal 352.671,55 euro;
in totaal 503.255,86 euro heeft witgewassen, terwijl hij daarvan een gewoonte heeft gemaakt.

3.De beoordeling van het bewijs

3.1
Inleiding
In april 2014 startte de politie Limburg onderzoek ‘Kievit’. Dit onderzoek richtte zich in aanvang op [verdachte 1] en vermeende drugsdelicten. Later breidde het zich uit naar het Sittardse chapter van de motorclub Bandidos. Dat resulteerde in verdenkingen van onder meer drugsdelicten, afpersingen en/of diefstallen met geweld, openlijke geweldpleging en wapenbezit. Nader financieel onderzoek leidde bovendien tot verdenkingen van witwassen, ook tegen familieleden van leden van de Bandidos.
Het opsporingsonderzoek heeft geresulteerd in een omvangrijk dossier, dat bestaat uit onder meer ruim 20 afzonderlijke zaakdossiers. Uiteindelijk zijn 25 verdachten vervolgd door het Openbaar Ministerie.
Een deel van de vermeende strafbare feiten is aan verdachte ten laste gelegd. De rechtbank zal hieronder per ten laste gelegd feit aangeven of zij dit bewezen acht. Ten behoeve van de overzichtelijkheid zal de rechtbank ook per feit aangeven indien daar tot (partiële) vrijspraak wordt gekomen.
3.2
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
Het Openbaar Ministerie heeft gerekwireerd tot vrijspraak van afpersing/diefstal met geweld van [slachtoffer 1] (feit 2 primair) en afpersing/diefstal van [slachtoffer 5] (feit 3).
Het Openbaar Ministerie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van:
  • deelname aan een criminele organisatie (feit 1);
  • gekwalificeerde diefstal van de auto van [slachtoffer 1] (feit 2 subsidiair);
  • hennepteelt in Duitsland (feit 4);
  • poging zware mishandeling (feit 5);
  • deelname aan een criminele Opiumwetorganisatie (feit 6);
  • aanwezig hebben van 255,99 gram hasjiesj (feit 7);
  • feitelijk leiding geven aan het witwassen van 352.671,55 euro (feit 8);
  • witwassen van 189.385.77 euro (feit 9).
3.3
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de verdachte vrijgesproken moet worden van:
  • deelname aan een criminele organisatie (feit 1) omdat geen sprake was van een criminele organisatie dan wel dat de verdachte daarvan geen wetenschap had;
  • diefstal (met geweld) van [slachtoffer 1] (feit 2);
  • afpersing/diefstal (met geweld) van [slachtoffer 5] (feit 3), waarbij de raadsman zich voorts op het standpunt heeft gesteld dat dit zaakdossier volledig buiten beschouwing moet blijven ten gevolge van een schending van het recht op een eerlijk proces door onrechtmatige bejegening van [slachtoffer 5] door de rechter-commissaris;
  • hennepteelt in Duitsland (feit 4) omdat de vermeende betrokkenheid van de verdachte absoluut onvoldoende is voor bewezenverklaring van medeplegen;
  • poging tot zware mishandeling (feit 5 primair) omdat er geen sprake was van een kopstoot;
  • deelname aan een criminele Opiumwet-organisatie (feit 1) omdat geen sprake was van een criminele organisatie dan wel dat de verdachte daaraan niet heeft deelgenomen;
  • (feitelijk leiding geven aan) witwassen binnen [naam VOF] (feit 8) omdat er geen sprake was van uit misdrijf afkomstige geldbedragen, doch uit incasso en contante omzet, dan wel hij daaraan geen feitelijk leiding heeft gegeven;
  • witwassen (feit 9) omdat daarvan geen sprake was.
De verdediging heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank voor wat betreft de bewezenverklaring van openlijke geweldpleging (feit 5 subsidiair) en de verdachte heeft ter terechtzitting erkend 255,99 hasjiesj aanwezig te hebben gehad (feit 7).
De standpunten van het Openbaar Ministerie en de verdediging zullen, voor zover van belang, bij de beoordeling van het bewijs nader worden weergegeven dan wel impliciet worden besproken.
3.4
De overwegingen en het oordeel van de rechtbank
Voor de leesbaarheid heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden, in bijlage II opgenomen.
3.4.1
Criminele organisatie (ZD 1 / feit 1)
De rechtbank acht op grond van de in bijlage II opgenomen bewijsmiddelen bewezen dat de verdachte heeft deelgenomen aan een criminele organisatie. Daartoe overweegt de rechtbank als volgt.
Uitgangspunt
De rechtbank stelt voorop dat van deelneming aan een organisatie als bedoeld in artikel 140 Sr slechts dan sprake kan zijn, indien de verdachte behoort tot het samenwerkingsverband en een aandeel heeft in, dan wel ondersteunt, gedragingen die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het in dat artikel bedoelde oogmerk.
Organisatie
Voor de bewezenverklaring van 'een organisatie' als bedoeld in art. 140 Sr is vereist dat sprake is van een samenwerkingsverband, met een zekere duurzaamheid en structuur, tussen de verdachte en tenminste één andere persoon.
Op grond van de in de bijlage II opgenomen bewijsmiddelen stelt de rechtbank de volgende feiten en omstandigheden vast.
Het Sittardse chapter van de Bandidos MC werd opgericht in maart 2014 met onder meer [verdachte 10] als president en [verdachte 1] als vice-president. Medio maart/april 2015 telde het chapter, zonder de zogenaamde supportclubs Chicanos en X-time, zo’n 22 (kader)leden, prospects en hangarounds. Leden betaalden contributie en men vergaderde nagenoeg wekelijks. Uit de zogenaamde Bandidos-bijbel en de Holland regels blijkt van zowel uniforme Europese regels als lokale regels voor de club en haar leden.
Op grond hiervan stelt de rechtbank vast dat de leden van het Sittardse chapter van de Bandidos MC een samenwerkingsverband met een zekere duurzaamheid en structuur vormden: een organisatie.
Oogmerk
Om van een ‘criminele’ organisatie te kunnen spreken, moet die organisatie het doel hebben misdrijven te plegen. Daarbij is niet nodig dat het plegen van misdrijven het einddoel van de organisatie is. De misdrijven hoeven nog niet te zijn begaan. Voor het bewijs van het oogmerk kan onder meer betekenis toekomen aan misdrijven die in het kader van de organisatie reeds zijn gepleegd, aan het meer duurzame of gestructureerde karakter van de samenwerking, zoals daarvan kan blijken uit de onderlinge verdeling van werkzaamheden of onderlinge afstemming van activiteiten van deelnemers binnen de organisatie met het oog op het bereiken van het gemeenschappelijke doel van de organisatie, en, meer algemeen, aan de planmatigheid of stelselmatigheid van de met het oog op dit doel verrichte activiteiten van deelnemers binnen de organisatie.
In deze zaak is ten laste gelegd het oogmerk tot het plegen van afpersingen, diefstal met geweld, bedreiging, openlijk geweld en verboden wapenbezit.
Op grond van de in de bijlage II opgenomen bewijsmiddelen stelt de rechtbank de volgende feiten en omstandigheden vast.
De oprichting van het Sittardse chapter van de Bandidos werd daags erna gevolgd door een granaataanslag op de woning van [verdachte 10] . Nadien volgden nog twee granaataanslagen op de woningen van [verdachte 10] en [verdachte 14] en een aanslag op een café in Echt waar de Bandidos regelmatig bij elkaar kwamen, allemaal in 2014. Daders van deze aanslagen zijn niet gevonden, maar tekenen wel de sfeer omtrent de motorclub.
Problemen met de Hells Angels
In augustus 2014 werd de rivaliteit tussen de motorclubs Bandidos en Hells Angels openlijk zichtbaar door een confrontatie tussen die twee clubs in Alkmaar. Begin 2015 zijn de eerste duidelijke tekenen van problemen met de motorclub Hells Angels zichtbaar in Limburg. Dat er ook daadwerkelijk sprake was van een vete tussen beide blijkt ook wel uit de diverse in de bewijsmiddelen opgenomen communicatie en verslagen: regelmatig zijn de Hells Angels, HA, of “81” - dat staat voor HA, de achtste en eerste letter uit het alfabet - onderwerp van gesprek.
Op 24 januari 2015, een dag nadat Bandidos-lid [Bandidos-lid 2] problemen zou hebben gehad met Hells Angels of sympathisanten daarvan, vond een zogenaamde klopjacht op leden van de Hells Angels plaats. Meerdere leden van de Sittardse Bandidos bezochten die avond diverse plekken waar kennelijk regelmatig leden van de Hells Angels of hun sympathisanten kwamen, doch zonder resultaat. Uit diverse afgeluisterde gesprekken blijkt echter wel dat men die avond op pad was met de bedoeling te vechten. Anders is ook niet verklaarbaar waarom [verdachte 9] bijvoorbeeld in een OVC gesprek vertelt een steekwerend vest aan te hebben.
Climax van die avond was het bezoek van zeven Bandidos, aangevoerd door [verdachte 10] , aan café [naam café 1] in Sittard. Daarbij werd de uitbaatster in niet mis te verstane bewoordingen duidelijk gemaakt dat leden van de Hells Angels, ‘rood/wit’, of hun supporters niet meer welkom waren en dat [verdachte 10] het café zou sluiten als hij anders constateerde.
Daadwerkelijk geweld vond toen dus niet plaats, maar wel een bedreiging. Bovendien was de bedoeling van die avond wel duidelijk: klappen geven aan de leden van de Hells Angels. Mocht dat gelukt zijn, dan lag er zelfs een promotie voor één van de aanwezigen in het verschiet: [Bandidos-lid 1] kon namelijk zijn colors verdienen als hij met een lid van de Hells Angels in gevecht zou gaan.
Op 25 januari 2015 en 16 maart 2015 vonden vervolgens provocaties plaats van de zijde van de Hells Angels: zij bezochten café [naam café 2] in Kerkrade, gelieerd aan de Bandidos, staken daar kennelijk banden lek, en bezochten een lid van de Bandidos in Susteren. Op 25 maart 2015 vond vervolgens een brandstichting plaats bij genoemd café [naam café 2] . De op heterdaad aangehouden verdachte bleek een lid van de Supportcrew 81, de officiële supportclub van de Hells Angels uit Kerkrade.
Op 7 mei 2015 was het anders en andersom. Toen vond de openlijke geweldpleging bij café de [naam café 1] in Sittard plaats. Drie aan een supportclub van de Hells Angels te linken personen werden door een grote groep Bandidos mishandeld. Uit de afgeluisterde gesprekken kan geconcludeerd worden dat dit geen uit de hand gelopen gesprek is geweest, zoals een aantal verdachten de rechtbank ter zitting hebben willen doen geloven. Een en ander is immers de dag van tevoren besproken, waarbij bijvoorbeeld was afgesproken dat hangaround [verdachte 22] niet zou meegaan, omdat ’je niet weet wat zo iemand doet als hij vast komt te zitten’. Een gesprek kent immers normaliter niet het risico van detentie.
Later die avond bezochten de Sittardse Bandidos de Markt in Kerkrade, waarbij zij zich, in colors, voor het café/restaurant [naam café 3] posteerden. Die locatie is net als café [naam café 1] gelieerd aan de Hells Angels, ook te zien aan het plakkaat ‘81’. Dit was een onmiskenbare provocatie.
Het incident bij café [naam café 1] eindigde met een schot vanuit het café naar buiten. Uit de afgeluisterde gesprekken die avond blijkt dat zulks ook reden voor diverse leden van de Bandidos is om niet meer ongewapend ergens naartoe te gaan en dat ze zich kennelijk willen bewapenen.
Oogmerk: bedreiging en openlijke geweldpleging
Van meerdere van de beschreven incidenten zijn Bandidos juist slachtoffer. Deze incidenten kunnen gelinkt worden aan de Hells Angels. Alles samen kenmerkt de explosieve sfeer in de motorclubwereld destijds. Op grond van dit dossier zijn de daadwerkelijke gedragingen van de Bandidos: de klopjacht op 24 januari 2015, de openlijke geweldpleging op 7 mei 2015 en de daaropvolgende provocatie richting de Hells Angels die avond. Uit de diverse afgeluisterde gesprekken, zowel in de periode voorafgaand als rondom de klopjacht en de openlijke geweldpleging, blijkt wat de bedoeling van de Sittardse Bandidos was: het stelselmatig en planmatig bestrijden van de Hells Angels alhier, waarvoor kennelijk geweld en dreiging daarmee nodig was.
Dit leidt de rechtbank tot de conclusie dat het Sittardse chapter van de Bandidos MC het oogmerk had tot bedreiging en openlijke geweldpleging, in het bijzonder gericht tegen de Hells Angels en daaraan gelieerde clubs.
Kenmerkend acht de rechtbank in dit kader enkele uitlatingen in de afgeluisterde gesprekken: [verdachte 9] die zegt dat ze gaan knokken; [verdachte 12] die van café [naam café 1] café [naam café 4] wil maken; verwachte krantenkoppen inhoudende dat de Bandidos op de Hells Angels jagen; [verdachte 3] die hoopt dat ze met acht man twintig Hells Angels kunnen afslaan; [verdachte 15] die er graag in elk café twee op de bek had ‘gepompt’ en [verdachte 6] die vindt dat ze iemand verantwoordelijk moeten stellen en aanpakken. Dat er met de Hells Angels geknokt moet worden, blijkt zelfs uit afgeluisterde gesprekken tussen [verdachte 1] en zijn zoon. Voorts omschrijft [verdachte 3] de club zelf als criminelen en is het onderwerp criminele organisatie zelfs onderwerp van gesprek op een van de vergaderingen.
Geen oogmerk tot afpersing / diefstal met geweld
Ter onderbouwing van het vermeende oogmerk tot afpersing en diefstal met geweld zijn onder meer de zaakdossiers 2 (diefstal met geweld [slachtoffer 1] ), 3 (poging afpersing [slachtoffer 3] ), 4 (afpersing [slachtoffer 4] ), 5 (afpersing [slachtoffer 5] ), 6 (afpersing [slachtoffer 6] ) en 11 (geweld en poging afpersing [slachtoffer 10] ) opgevoerd.
Anders dan het Openbaar Ministerie is de rechtbank van oordeel dat uit deze zaakdossiers niet blijkt van een oogmerk tot afpersing en/of diefstal met geweld van het Sittardse chapter van de Bandidos MC, maar van betrokkenheid van individuele leden bij strafbare feiten.
Zaakdossier 2 beschrijft een diefstal van een bestelbus bij [slachtoffer 1] , waarbij [verdachte 1] , [verdachte 3] , [verdachte 7] en [verdachte 8] betrokken zijn. De achtergrond van deze diefstal is niet duidelijk geworden. Aldus kan enkel gesteld wordt dat er diverse leden van de Bandidos betrokken waren, doch niet dat de Bandidos als club betrokken was.
Datzelfde geldt voor de afpersing en het witwassen van een bus van [slachtoffer 5] , zaakdossier 5. Daarbij waren betrokken [verdachte 2] en [verdachte 1] en kwam [verdachte 3] in beeld als tussenpersoon. Ook hier blijkt niet of, en zo ja op welke wijze, de club Bandidos betrokken was.
De vermeende afpersingen van [slachtoffer 4] en [slachtoffer 6] kan en zal de rechtbank niet betrekken in de beoordeling. Het Openbaar Ministerie zal immers niet-ontvankelijk worden verklaard in de vervolging van de verdachten van de afpersing van [slachtoffer 4] . Daarnaast volgt uit zaakdossier 6 niet dat [slachtoffer 6] door het Sittardse chapter van de Bandidos is afgeperst, dan wel dat zij daartoe een poging hebben gedaan.
De poging tot afpersing van [slachtoffer 3] was van oorsprong een privé-geschil van [verdachte 3] over een kennelijk scheef geplaatste schutting en daaropvolgende bedreigingen van [slachtoffer 3] richting het gezin van [verdachte 3] . [verdachte 3] vader ( [verdachte 4] ) en [verdachte 15] vergezelden uiteindelijk [verdachte 3] en ook [verdachte 6] en [verdachte 12] waren aanwezig toen de eerste drie [slachtoffer 3] probeerden af te persen. Ook hier geldt weer: er zijn weliswaar diverse leden van de Bandidos betrokken, doch niet blijkt dat de Bandidos als club betrokken was.
Ook de geweldpleging tegen en diefstal en vermeende afpersing van [slachtoffer 10] betreffen privé-aangelegen van [verdachte 4] en [verdachte 3] . Ook hierbij is voor zover bekend, behalve het lidmaatschap van deze twee verdachten, geen relatie met het Sittardse chapter van de Bandidos te leggen.
Hoewel bij de genoemde zaken dus verschillende Bandidos-leden betrokken waren, blijkt niet van afspraken daarover binnen de club, aansturing vanuit de club of enig belang of voordeel voor de club. Anders dan bijvoorbeeld de problemen met de Hells Angels blijkt niet dat deze zaken onderwerp van gesprek zijn geweest op vergaderingen. Dat er personen zijn die zich presenteerden als lid van de club, maakt naar het oordeel van de rechtbank nog niet dat daaruit een oogmerk van de club op deze feiten afgeleid kan worden. Het dossier wekt eerder de indruk dat de clubleden elkaar weten te vinden als ze versterking nodig hebben.
De rechtbank acht dus niet bewezen dat het Sittardse chapter van de Bandidos ook het oogmerk had tot afpersingen of diefstal met geweld.
Geen oogmerk tot verboden wapenbezit
De rechtbank heeft geconcludeerd dat het Sittardse chapter van de Bandidos het oogmerk had op bedreiging en openlijke geweldpleging, in het bijzonder gericht tegen de Hells Angels en daaraan gelieerde clubs. De vraag is of in deze context het oogmerk mede bestond op verboden wapenbezit. Daarvoor ziet de rechtbank echter geen bewijs omdat bij de incidenten op 24 januari en 7 mei 2015 – met uitzondering van de boksbeugel die [verdachte 3] hanteerde – voor zover bekend verder geen wapens aanwezig waren bij leden van de Bandidos. [verdachte 15] houdt weliswaar - nadat er vanuit de [naam café 1] een schot is gelost - een voorwerp vast op een wijze die sterk doet denken aan het vasthouden van een vuurwapen, maar of het daadwerkelijk een wapen was, is niet vast te stellen.
Verder valt uit het onderzoek op te maken dat bij een aantal verdachten wapens of munitie is gevonden en dat bij de zaakdossiers [slachtoffer 1] (2) en de geweldpleging tegen [slachtoffer 10] (11) wapens waren betrokken, maar hiervoor geldt een vergelijkbare redenering zoals bij het vermeende oogmerk op afpersing/diefstal: er zijn weliswaar diverse individuele leden van de Bandidos betrokken bij verboden wapenbezit, maar niet blijkt dat zij
als samenwerkingsverbandhierop het oogmerk hadden.
De rechtbank acht dus niet bewezen dat het Sittardse chapter van de Bandidos ook het oogmerk had op verboden wapenbezit.
Deelneming
Nu de rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van een criminele organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van bedreigingen en openlijk geweld, zal zij thans nagaan wie er lid is van deze organisatie.
Om van deelnemen in de zin van art. 140 Sr te kunnen spreken moet de verdachte (a.) behoren tot de criminele organisatie en (b.) een aandeel hebben in dan wel gedragingen ondersteunen die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het oogmerk van de organisatie. Er hoeft niet te worden deelgenomen aan de misdrijven waarop het oogmerk is gericht
ad. A: behoren tot de organisatie
[verdachte 10] was president, [verdachte 1] vice-president, [verdachte 6] en [verdachte 9] waren sergeant of arms, [verdachte 13] secretary/treasurer en [verdachte 2] road-captain. Daarnaast waren [verdachte 3] , [verdachte 4] , [verdachte 12] , [verdachte 14] en [verdachte 21] full members. Deze zogenaamde kaderleden en full members waren volwaardig lid van het Sittardse chapter van de Bandidos en behoorden daarmee tot die organisatie.
[verdachte 15] was als hangaround in beginsel geen volwaardig lid. Wel was hij aanwezig bij een viertal vergaderingen en tijdens de zogenaamde klopjacht op de Hells Angels en bij de openlijke geweldpleging bij de [naam café 1] . Gelet daarop is de rechtbank van oordeel dat ook hij behoorde tot de organisatie van het Sittardse chapter van de Bandidos.
Ad. B: Aandeel in / ondersteuning van gedragingen oogmerk
Bij de klopjacht en de bedreiging in café [naam café 1] op 24 januari 2015 waren onder anderen aanwezig [verdachte 10] , [verdachte 12] , [verdachte 13] , [verdachte 15] , [verdachte 3] en [verdachte 9] .
Aan de openlijke geweldpleging op 7 mei 2015 namen deel [verdachte 10] , [verdachte 9] , [verdachte 14] , [verdachte 21] , [verdachte 15] , [verdachte 13] , [verdachte 3] , [verdachte 2] , [verdachte 6] , [verdachte 1] en [verdachte 4] .
Bij de provocatie richting de Hells Angels bij café [naam café 3] in de nacht van 7 op 8 mei 2015 waren onder anderen aanwezig: [verdachte 10] , [verdachte 1] , [verdachte 2] , [verdachte 12] , [verdachte 21] , [verdachte 15] , [verdachte 6] , [verdachte 9] , [verdachte 4] , [verdachte 3] , [verdachte 13] en [verdachte 14] .
De verdachte was aanwezig bij de incidenten op 7 mei 2015. De rechtbank is van oordeel dat de verdachte daarmee een aandeel heeft gehad in gedragingen die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van voornoemd oogmerk tot bedreiging of openlijke geweldpleging.
Conclusie
Het voorgaande betekent dat de rechtbank van oordeel is dat de verdachte heeft behoord tot een op bedreiging en openlijke geweldpleging (richting Hells Angels en daaraan gelieerde clubs) gericht samenwerkingsverband, bestaande uit de MC Bandidos chapter Sittard en dat hij daarnaast ook een aandeel heeft gehad in gedragingen die mede strekten tot of verband hielden met de verwezenlijking van het binnen die organisatie bestaande oogmerk. Daarom acht de rechtbank bewezen dat de verdachte heeft deelgenomen aan een organisatie als bedoeld in artikel 140 van het Wetboek van Strafrecht.
3.4.2
Diefstal Mercedes Viano (ZD 2 / feit 2)
Met het Openbaar Ministerie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat verdachte dient te worden vrijgesproken van het onder 2 ten laste gelegde wegens het ontbreken van wettig en overtuigend bewijs voor verdachtes betrokkenheid. De rechtbank overweegt daartoe als volgt:
Zaakdossier 2 beschrijft de diefstal van een Mercedes-bus gepleegd op 6 november 2014. De medeverdachten [verdachte 1] , [verdachte 3] , [verdachte 7] en [verdachte 8] zijn die dag met elkaar op pad geweest. De verdachte komt in dit dossier echter slechts in beeld bij twee telefoongesprekken gevoerd op 1 en 2 december 2014. Het eerste gesprek wordt gevoerd met [betrokkene 1] , waarbij [betrokkene 1] zegt dat ‘de jongens van [verdachte 2] zijn bus hebben’ en zij afspreken dat verdachte die dag naar [betrokkene 1] toekomt. De volgende dag vindt er vervolgens nog een gesprek plaats tussen verdachte en [verdachte 3] , waaruit kan worden afgeleid dat verdachte wellicht probeert te bemiddelen tussen [verdachte 3] en [betrokkene 1] . Verder bevat het dossier geen enkele aanwijzing dat verdachte op enige manier betrokken is geweest bij of een bijdrage heeft geleverd aan de voorbereiding dan wel de uitvoering van de diefstal van de Mercedes-bus. Hij staakt zijn poging tot bemiddeling ook direct na het eerste contact met [verdachte 3] .
3.4.3
Afpersing [slachtoffer 5] (ZD 5 / feit 3)
Verdachte wordt verweten: afpersing dan wel diefstal met valse sleutel van de Volkswagen Touareg van [slachtoffer 5] , gepleegd in de periode van 29 december 2014 tot en met 9 januari 2015, uitgevoerd samen met een ander.
Bewijsuitsluiting
De verdediging heeft bepleit dat niet alleen de verklaring van [slachtoffer 5] , maar ook de gehele inhoud van zaakdossier 5 als gevolg van die verklaring, moet worden uitgesloten van het bewijs, nu deze in strijd met het fair trial-beginsel tot stand is gekomen door het optreden van de rechter-commissaris.
De rechtbank verwerpt het verweer en overweegt daartoe als volgt.
De rechtbank leidt uit het dossier af dat de politie – anders dan de raadsman heeft betoogd – op basis van de onderzoeksgegevens, in het bijzonder de tapgesprekken en de tenaamstelling van het kenteken [kenteken 1] , bij [slachtoffer 5] terecht is gekomen. Op de actiedag op 27 mei 2015 gaat de politie vervolgens naar [slachtoffer 5] toe en wordt hij in opdracht van de aanwezige rechter-commissaris gehoord. Daarbij zegt [slachtoffer 5] dat de rechter-commissaris hem heeft verteld dat zijn naam als slachtoffer naar voren is gekomen in een lopend onderzoek naar motorclubs en hem heeft gevraagd of hij een verklaring wil afleggen in verband met bedreiging en afpersing van een Volkswagen Touareg met het kenteken [kenteken 1] . [slachtoffer 5] zegt tegen de politie dat hij dat wil doen. Hij wordt daarna door de verbalisanten ondervraagd en legt een verklaring af. Hoewel deze gang van zaken wellicht opmerkelijk te noemen is, ziet de rechtbank daarin geen aanleiding om te veronderstellen dat [slachtoffer 5] daardoor niet in vrijheid heeft kunnen verklaren. Bovendien heeft de verdediging bij de rechter-commissaris op 1 juli 2015 [slachtoffer 5] uitgebreid kunnen bevragen over zijn eerdere verklaring.
Gelet op vorenstaande is de rechtbank dan ook van oordeel dat de verklaring van [slachtoffer 5] voor het bewijs kan worden gebruikt en dat daarmee geen afbreuk wordt gedaan aan het recht op een eerlijk proces.
Afpersing of diefstal?
De verdediging heeft voorts bepleit dat geen sprake is van afpersing of diefstal, nu uit de verklaring van [slachtoffer 5] bij de rechter-commissaris volgt dat hij de sleutel van de auto in vrijheid heeft afgegeven om zijn schuld in te lossen.
De rechtbank overweegt als volgt.
Op grond van de in bijlage II opgenomen bewijsmiddelen stelt de rechtbank het volgende vast. [verdachte 2] is ongeveer een week voor 9 januari 2015 in de avonduren onaangekondigd bij [slachtoffer 5] aan de deur geweest om de onmiddellijke terugbetaling van een schuld te bewerkstelligen. Toen [slachtoffer 5] niet kon betalen, vroeg [verdachte 2] de sleutels van de Volkswagen Touareg van [slachtoffer 5] . [verdachte 2] werd bij dit verzoek vergezeld door een andere man. [slachtoffer 5] verklaart over deze tweede man dat hij een imponerende indruk op hem maakte. Op enig moment kwam deze man heel dicht bij hem staan en vroeg naar de autosleutels. [slachtoffer 5] voelde zich daardoor bedreigd en was bang, waarna hij naar binnen liep om de autosleutels te pakken. Deze heeft hij afgegeven aan [verdachte 2] , die vervolgens met de Touareg weg is gereden.
Hoewel [slachtoffer 5] zijn verklaring over de dreiging in een later verhoor bij de rechter-commissaris enigszins afzwakt, gaat de rechtbank uit van zijn eerste verklaring. Anders dan het Openbaar Ministerie en de verdediging ziet de rechtbank geen aanleiding om aan de geloofwaardigheid van dit onderdeel te twijfelen, nu dit wordt ondersteund door de waarnemingen van de verbalisanten tijdens het afleggen van deze verklaring. Immers, [slachtoffer 5] heeft voorgedaan hoe dicht de tweede man op hem kwam staan, waarbij de verbalisanten zagen dat [slachtoffer 5] emotioneel werd. Daarnaast leidt de rechtbank uit de mededeling van [verdachte 3] tijdens het OVC-gesprek van 9 februari 2015 af dat de Touareg van [slachtoffer 5] is ‘afgepakt’ en er derhalve geen sprake is van vrijwillige afgifte, maar van wederrechtelijk meenemen.
Gelet op vorenstaande acht de rechtbank dan ook het onder feit 3 primair ten laste gelegde medeplegen van afpersing wettig en overtuigend bewezen.
3.4.4
Hennepteelt in Duitsland (ZD 8 / feit 4)
De rechtbank acht op grond van de in bijlage II opgenomen bewijsmiddelen bewezen dat verdachte in maart 2015 samen met anderen ruim 1.700 hennepplanten heeft geteeld. Daartoe overweegt de rechtbank als volgt.
In de nacht van 18 op 19 maart 2015 werd in de Duitse plaats Waldniel, gemeente Schwalmtal, welke deel uitmaakt van het Kreis Viersen, in een loods een hennepkwekerij van ruim 1.700 planten aangetroffen. Ter plekke, net buiten de loods, werden onder andere [verdachte 13] en twee Duitse medeverdachten, [getuige 8] en [getuige 9] , aangetroffen. [verdachte 13] legde in eerste instantie, bij de politie, geen verklaring af. [getuige 8] en [getuige 9] wel. Zij belastten daarin zichzelf, [verdachte 13] , maar ook [verdachte 2] en [verdachte 19] . De twee laatstgenoemden legden bij de politie ook geen verklaring af. Eerst ter terechtzitting in 2021 hebben [verdachte 13] en [verdachte 2] – elk in hun eigen zaak – een verklaring afgelegd.
Betrouwbaarheid verklaringen [getuige 8] en [getuige 9]
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de verklaringen van [getuige 8] en [getuige 9] niet geloofwaardig zijn.
Anders dan de verdediging acht de rechtbank deze verklaringen wel geloofwaardig, betrouwbaar en daarmee bruikbaar voor het bewijs. Beiden hebben reeds in juni 2015 en de daarop volgende maanden verklaringen afgelegd tegenover zowel de Duitse als Nederlandse politie. In die verklaringen verklaarden zij grotendeels overeenkomstig voor zover het betreft het opzetten en exploiteren van de hennepkwekerij alsmede de betrokkenheid van [verdachte 6] , [verdachte 13] , [verdachte 2] en [verdachte 19] . Hetgeen de verdachte hier, pas voor het eerst ter terechtzitting, over verklaarde, acht de rechtbank onvoldoende en bovendien niet voldoende aannemelijk om de verklaringen van [getuige 8] en [getuige 9] terzijde te schuiven. De verdachte heeft immers slechts verklaard dat hij door [getuige 8] werd benaderd met de vraag of hij iemand kende die in hennep of daarvoor bestemde artikelen handelde. Verdachte heeft hem vervolgens doorverwezen naar [verdachte 13] , die in een growhop werkte. Ook zou de verdachte van [getuige 8] geld hebben gekregen om producten uit de growshop te betalen.
Conclusies
In het bijzonder op grond van de verklaringen van [getuige 8] en [getuige 9] acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat [verdachte 6] , [verdachte 13] , [verdachte 2] en [verdachte 19] als medepleger zijn aan te merken bij deze hennepteelt. [verdachte 13] was belast met de uitvoering van de hennepteelt: hij zorgde voor aanlevering van de benodigde materialen én hij teelde (verzorgde) daadwerkelijk de planten. Bij diverse van deze werkzaamheden werkte hij ook samen met [getuige 8] , [getuige 9] en [verdachte 2] .
[verdachte 2] en [verdachte 19] hebben geen uitvoerende handelingen met de hennepplanten zelf verricht, maar kunnen wel als initiators en beslissingsbevoegden worden gezien. [verdachte 19] nam het eerste initiatief, had de benodigde contacten, controleerde de hal en schoof vervolgens [verdachte 2] naar voren als eerste contactpersoon. [verdachte 2] controleerde de hal, gaf instructies, ging ook zelf mee om bijvoorbeeld potgrond te halen en gaf [getuige 8] een vergoeding na de eerste oogst. Hoewel deze handelingen niet een gezamenlijke uitvoering betreffen, is deze bijdrage naar het oordeel van de rechtbank wel zodanig dat die als wezenlijk voor de exploitatie van de hennepkwekerij kan worden gekwalificeerd en derhalve als een nauwe en bewuste samenwerking gericht op de hennepteelt kan worden bestempeld. Overigens vindt de rechtbank ook steun voor die conclusies in hetgeen in Swalmen werd aangetroffen en een OVC-gesprek tussen [verdachte 3] en [verdachte 4] . Zo werden in een door de firma [naam VOF] gehuurde loods, bij welke huur in eerste instantie [verdachte 2] betrokken was, maar later vooral [verdachte 19] , goederen aangetroffen die in relatie kunnen worden gebracht tot zowel hennepteelt als tot [getuige 8] . En [verdachte 3] en [verdachte 4] spraken in de auto over kennelijk deze hennepplantage als zijnde van onder meer [verdachte 2] .
De rechtbank acht aldus bewezen dat de verdachte, samen met anderen, in maart 2015 circa 1707 hennepplanten heeft geteeld.
Pleegplaats/adres
De tenlastelegging vermeldt als pleegplaats de gemeente Viersen. Uit het dossier blijkt echter van diverse plaatsnamen, te weten Waldniel, Schwalmtal en Viersen. De rechtbank merkt op dat Waldniel een plaats is in de gemeente Schwalmtal, die deel uitmaakt van het Kreis Viersen, Duitsland. Nu Viersen niet een gemeente betreft, is de primaire plaatsaanduiding onjuist. Daarom zal de rechtbank bewezen verklaren dat de hennepteelt plaatsvond in Duitsland.
Voorts zal de rechtbank de straatnaam ambtshalve corrigeren, te weten naar [adres 1] , zoals ook uit het dossier blijkt. De rechtbank gaat er vanuit dat in deze sprake was van een kennelijke verschrijving, bij welke correctie de verdachte niet in zijn belangen geschaad wordt.
3.4.5
Poging zware mishandeling (ZD 9 / feit 5)
De rechtbank acht op grond van de in bijlage II opgenomen bewijsmiddelen bewezen dat de verdachte openlijk en in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 8] , [slachtoffer 7] en [slachtoffer 9] . Daartoe overweegt de rechtbank als volgt.
Inleiding
Op 7 mei 2015 vond op en nabij het terras van café [naam café 1] in Sittard een vechtpartij plaats. Die vechtpartij vond plaats tussen diverse leden van de Bandidos en drie personen die kennelijk betrokkenheid hadden bij (supportclubs van) de Hell’s Angels. De verdachte was als lid van de Bandidos ook aanwezig.
Op grond van de bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat [verdachte 2] , [verdachte 13] , [verdachte 15] , [verdachte 6] , [verdachte 3] en [verdachte 4] zelf actief geweld hebben uitgeoefend door te slaan en/of te trappen tegen een van de slachtoffers. Daarbij stelt de rechtbank bovendien vast dat [verdachte 2] een kopstoot aan een van de slachtoffers heeft gegeven en dat [verdachte 4] op het hoofd van een van de slachtoffers is gesprongen. Voorts stelt zij vast dat [verdachte 10] , [verdachte 9] , [verdachte 14] en [verdachte 21] ook aanwezig waren, maar zelf geen direct geweld tegen een van de drie slachtoffers hebben toegepast.
De rechtbank ziet zich hierbij voor de vraag gesteld of het handelen van de verdachte in deze strafbaar is en zo ja, op welke wijze. Daartoe overweegt zij als volgt.
Vrijspraak poging tot zware mishandeling
Net als de verdediging acht de rechtbank de poging zware mishandeling niet wettig en overtuigend bewezen. Daartoe overweegt zij dat onder de gegeven omstandigheden niet vastgesteld kan worden of de door de verdachte gegeven kopstoot, al dan niet in combinatie met een vuistslag in het gezicht, een aanmerkelijke kans op zwaar lichamelijk letsel opleverde. De rechtbank zal de verdachte dus vrijspreken van de primair ten laste gelegde poging tot zware mishandeling.
Openlijk en in vereniging geweld plegen
De rechtbank stelt voorop dat van het ‘in vereniging’ plegen van geweld sprake is, indien de betrokkene een voldoende significante of wezenlijke bijdrage levert aan het geweld, zij het dat deze bijdrage zelf niet van gewelddadige aard behoeft te zijn. De enkele omstandigheid dat iemand aanwezig is in een groep die openlijk geweld pleegt, is niet zonder meer voldoende om hem te kunnen aanmerken als iemand die ’in vereniging"’ geweld pleegt. Beoordeeld zal moeten worden of de door de verdachte geleverde – intellectuele en/of materiële – bijdrage aan het delict van voldoende gewicht is. Daarvoor is niet nodig dat de deelnemers gelijktijdig aan het geweld zijn begonnen. De enkele omstandigheid dat de dader de groep getalsmatig versterkte is daarvoor ‘niet zonder meer’ voldoende. Welbewust een bijna zekere confrontatie aangaan en meegaan in de aanvalsgolf met anderen is meer dan getalsmatig versterken van een groep. Van een significante en wezenlijke bijdrage kan overigens ook sprake zijn wanneer iemand, zonder aan de geweldpleging deel te nemen, die geweldpleging heeft ‘bevorderd en wellicht zelfs uitgelokt.’
Op grond van de in bijlage II opgenomen bewijsmiddelen overweegt de rechtbank als volgt.
[verdachte 2] , [verdachte 13] , [verdachte 15] , [verdachte 6] en [verdachte 3] hebben (overigens net als [verdachte 1] en [verdachte 4] , doch hen wordt primair een poging tot doodslag verweten) zelf actief geweld uitgeoefend, ieder op minimaal één van de drie slachtoffers. De rechtbank is van oordeel dat zij daarmee een voldoende significante of wezenlijke bijdrage hebben geleverd aan het openlijke geweld tegen de drie slachtoffers. De rechtbank acht dus bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de hem subsidiair ten laste gelegde openlijke geweldpleging.
3.4.6
Criminele Opiumwet-organisatie (ZD 10A en 10B / feit 6)
De verdachten [verdachte 1] , [verdachte 2] , [verdachte 3] , [verdachte 4] , [verdachte 5] , [verdachte 6] , [verdachte 9] , [verdachte 12] , [verdachte 13] en [verdachte 16] worden ervan verdachte dat zij – met ook nog andere personen en al dan niet in wisselende samenstellingen – een criminele organisatie ex art. 11b (tot 1 maart 2015: 11a) van de Opiumwet hebben gevormd.
De rechtbank acht dit niet bewezen. Daartoe overweegt zij als volgt.
Uitgangspunten
De rechtbank stelt voorop dat van deelneming aan een organisatie als bedoeld in artikel 11b van de Opiumwet slechts dan sprake kan zijn, indien de verdachte behoort tot een samenwerkingsverband én een aandeel heeft in, dan wel ondersteunt, gedragingen die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het in dat artikel bedoelde oogmerk, te weten het plegen van een aantal misdrijven uit de Opiumwet.
Voor de bewezenverklaring van 'een organisatie' als bedoeld in art. 11b van de Opiumwet is vereist dat sprake is van een samenwerkingsverband, met een zekere duurzaamheid en structuur, tussen de verdachte en tenminste één andere persoon. Niet is vereist dat daarbij komt vast te staan dat een persoon om als deelnemer aan die organisatie te kunnen worden aangemerkt moet hebben samengewerkt met, althans bekend moet zijn geweest met alle andere personen die deel uitmaken van de organisatie of dat de samenstelling van het samenwerkingsverband steeds dezelfde is.
De verdenking
De verdenking van deelneming aan een criminele Opiumwetorganisatie is voornamelijk gebaseerd op de zaakdossiers 10A en 10B.
Zaakdossier 10A
Zaakdossier 10A bevat vooral een weergave van opgenomen vertrouwelijke communicatie (OVC), tapverslagen, sms- en mailberichten. De politie leidt daaruit af dat de verdachten [verdachte 4] en [verdachte 3] , [verdachte 9] , [verdachte 1] , [verdachte 6] , [verdachte 2] en [verdachte 5] – in wisselende samenstellingen – zich bezig houden met (voorbereidings)handelingen strafbaar gesteld in de Opiumwet. Voorts worden diverse voorwerpen en drugs beschreven die bij de verdachten [verdachte 10] , [verdachte 3] en [verdachte 5] werden aangetroffen.
De aanvulling van zaakdossier 10A is opgemaakt na afronding van het onderzoek aan de BlackBerry die wordt toegeschreven aan [verdachte 9] . Na het uitlezen van alle berichten heeft de politie de daarop gebaseerde samenwerkingsverbanden en drugsstromen zoals omschreven in zaakdossier 10A herschreven en opnieuw gegroepeerd.
De politie heeft die verbanden en stromen als volgt gegroepeerd, waarbij eerst is genoemd waar de communicatie over gaat, vervolgens welke personen daarbij betrokken zouden zijn en tot slot in welke periode die communicatie gevoerd werd:
  • Miau miau (mefedron), Turkije, Engelsman, MDMA ( [verdachte 9] / [verdachte 6] / [verdachte 13] / [verdachte 2] ) – juni/aug. ‘14
  • Hennep ( [verdachte 9] / [verdachte 6] ) – juli ‘14
  • A-olie ( [verdachte 9] / [verdachte 6] ) – juli/aug. ‘14
  • Amnesia ( [verdachte 9] / [verdachte 6] ) – juli/aug. 14
  • Haze Denemarken ( [verdachte 9] / [verdachte 6] ) - juni/aug. ‘14
  • Zwavel ( [verdachte 9] / [verdachte 2] ) – aug. ‘14
  • Pep Denemarken ( [verdachte 9] / [verdachte 6] ) – aug. ‘14
  • Blokke, coke ( [verdachte 9] / [verdachte 6] ) – juli/okt. ‘14
  • MDMA, formamide ( [verdachte 9] / [verdachte 6] , [verdachte 3] / [verdachte 5] ) – feb. ‘15
  • Hennepteelt ( [verdachte 3] / [verdachte 13] / [verdachte 6] / [verdachte 4] ) – nov. ’14 t/m mei ‘15
  • Apaan ( [verdachte 1] / [verdachte 6] / [verdachte 9] ) – jan./maart ‘15
  • “A” ( [verdachte 1] / [verdachte 6] / [verdachte 10] ) – maart ‘15
  • UK, Gucci, Ami, Keta ( [verdachte 6] / [verdachte 9] / [verdachte 1] , [verdachte 12] / [verdachte 3] ) – mei ‘15
  • Productie synth. drugs ( [verdachte 3] / [verdachte 12] / [verdachte 5] ) – maart t/m mei ‘15
  • Drugs algemeen ( [verdachte 5] / [verdachte 3] / [verdachte 4] / [verdachte 8] ) – feb/mrt/mei ‘15
Zaakdossier 10B
Zaakdossier 10B beschrijft de vermeende betrokkenheid van de verdachten [verdachte 1] , [verdachte 2] , [verdachte 6] , [verdachte 7] en [verdachte 11] bij de productie c.q. handel in drugs dan wel voorbereidingshandelingen daartoe. Zulks is in dit zaakdossier voornamelijk gebaseerd op opgenomen vertrouwelijke communicatie (OVC), tapverslagen en observaties. Dit wordt bovendien aangevuld met verwijzingen naar de zaakdossiers 2 (gekwalificeerde diefstal [slachtoffer 1] ), 5 (afpersing [slachtoffer 5] ), 7 (export amfetamine/hennep), 8 (hennepplantage Duitsland) en 10A (hiervoor beschreven).
Overwegingen
De rechtbank constateert dat de zaakdossiers 10A en 10B inderdaad sterke aanwijzingen bevatten dat de verdachte betrokken was bij drugshandel dan wel soortgelijke strafbare feiten. Die aanwijzingen ziet de rechtbank vooral in de opgenomen communicatie, al dan niet in versluierd taalgebruik. Die aanname van de politie lijkt voor het overgrote deel dus niet uit de lucht gegrepen te zijn.
Evenwel constateert de rechtbank ook dat van concrete, daadwerkelijke geconstateerde strafbare drugsdelicten nauwelijks is gebleken. Uitzonderingen hierop vormen de in Duitsland aangetroffen hennepplantage (zaakdossier 8) die gelieerd zou kunnen worden aan onder meer [verdachte 2] en [verdachte 13] , de onderschepte geëxporteerde amfetamine door [verdachte 16] (zaakdossier 7) en diverse kleinere hoeveelheden drugs die zijn aangetroffen bij huiszoekingen bij van enkele van de verdachten. Maar dat er daarbij sprake is geweest van een criminele organisatie in de zin van een gestructureerd en duurzaam samenwerkingsverband kan niet worden vastgesteld.
De rechtbank krijgt op basis van het dossier de indruk dat juist sprake lijkt te zijn van diverse individuen die op eigen titel en met elk hun eigen belang betrokken zijn in de drugshandel. Dat [verdachte 9] in veel van de onderschepte communicatie voorkomt is verklaarbaar omdat het overgrote deel van het bewijsmateriaal afkomstig is van een aan hem toegeschreven BlackBerry. De rechtbank ziet hieromheen echter geen duurzaamheid en eenduidige structuur, laat staan hiërarchie. Er ontstaat een beeld van individuen die elkaar ad hoc weten te vinden indien de gelegenheid zich voordoet of die gebruik weten te maken van elkaars kennis of contacten.
De vermoedens over het bestaan van een criminele drugsorganisatie zoals tenlastegelegd worden niet of onvoldoende onderbouwd met concrete feiten. En de enkele omstandigheid dat, op [verdachte 16] na, de betrokkenen lid zijn van de Bandidos, is onvoldoende om te spreken van een dergelijk samenwerkingsverband nu er evenmin een directe relatie zichtbaar is tussen de vermeende drugshandel en de motorclub.
ConclusieHoewel het dossier wel degelijk sterke aanwijzingen bevat dat sprake is van drugshandel door verschillende personen, is de rechtbank van oordeel dat niet gesproken kan worden van een “organisatie”, te weten een samenwerkingsverband, met een zekere duurzaamheid en structuur. Het voorgaande betekent dat niet is bewezen dat de verdachte heeft deelgenomen aan een organisatie als bedoeld in artikel 11b van de Opiumwet. De rechtbank zal de verdachte dus vrijspreken van deelneming aan een criminele drugsorganisatie.
3.4.7
Hasjiesj (ZD 10B / feit 7)
De rechtbank acht op grond van de in bijlage II opgenomen bewijsmiddelen, net als de verdediging, bewezen dat de verdachte op 27 mei 2015 in totaal ongeveer 255,99 gram hasjiesj aanwezig heeft gehad.
3.4.8
Witwassen (ZD 12A / feit 8)
De rechtbank acht op grond van de in bijlage II opgenomen bewijsmiddelen bewezen dat de verdachte samen met medeverdachte [verdachte 19] en [naam VOF] ongeveer 352 duizend euro heeft witgewassen. Daartoe overweegt de rechtbank als volgt.
Niet gespecificeerde omzet in de onderneming [naam VOF]
De politie heeft voor de onderzoeksperiode van 1 januari 2010 tot 27 mei 2015 onderzoek gedaan naar (de contante geldstroom in) onderneming [naam VOF] . [verdachte 19] was gedurende de hele periode vennoot van deze onderneming en [verdachte 2] was tot 14 juni 2014 vennoot van deze onderneming. Daartoe heeft de politie ten eerste de zakelijke bankrekening van de onderneming geanalyseerd op contante stortingen en contante opnames. Daaruit bleek van 729.096,29 euro aan contante stortingen over de jaren 2009 tot en met 2015, waarvan 106.302,15 euro al in 2009 werd gestort. In de onderzoeksperiode betrof het dus (729.096,29 - 106.302,15 =) 622.794,14 euro. Nader onderzoek leerde dat een bedrag van 344.517,96 euro daarvan kon worden verklaard met privéstortingen (25.175,63 euro), opnamen van de Duitse zakelijke bankrekening (86.900,00 euro) en contant afgerekende facturen (232.442.33 euro).
Bij onderzoek in de administratie bleek dat op de meeste omzetrekeningen reguliere omzet geboekt leek te zijn die verantwoord was per factuur/debiteur. Uitzonderingen daarop waren de omzetrekeningen auto’s (#8000), verhuizing (#8013) en money collect (#8030). Deze boekingen waren niet onderverdeeld naar onderliggende facturen of vrachten, maar alleen als een totaalbedrag verantwoord. Ook werden er geen onderliggende documenten zoals vrachtbrieven of facturen hiervoor in de bedrijfsadministratie aangetroffen. De omvang van deze niet gespecificeerde contante omzet was
375.448,05 euroover de jaren 2010 tot en met 2014.
Uit het onderzoek van de politie is niet gebleken waar dit geld vandaan kwam. Gelet op hetgeen de verdachte verweten wordt, namelijk het leiding geven aan gewoontewitwassen, ziet de rechtbank zich voor de vraag gesteld of dit geldbedrag afkomstig is uit enig misdrijf.
Uitgangspunt
De rechtbank stelt voorop dat voor een bewezenverklaring van het bestanddeel ‘afkomstig uit enig misdrijf‘, niet is vereist dat uit de bewijsmiddelen moet kunnen worden afgeleid dat het desbetreffende voorwerp afkomstig is uit een nauwkeurig aangeduid misdrijf. Wel is voor een veroordeling ter zake van dit wetsartikel vereist dat vaststaat dat het voorwerp afkomstig is uit enig misdrijf.
Indien op grond van de beschikbare bewijsmiddelen geen rechtstreeks verband valt te leggen tussen een voorwerp en een bepaald misdrijf, kan niettemin bewezen worden geacht dat een voorwerp ‘uit enig misdrijf’ afkomstig is, indien het op grond van de vastgestelde feiten en omstandigheden niet anders kan zijn dan dat het in de tenlastelegging genoemde voorwerp uit enig misdrijf afkomstig is.
Als uit het door het openbaar ministerie aangedragen bewijs feiten en omstandigheden kunnen worden afgeleid die van dien aard zijn dat zonder meer sprake is van een vermoeden van witwassen, mag van de verdachte worden verlangd dat hij een verklaring geeft voor de herkomst van het voorwerp.
Indien de verdachte een concrete, min of meer verifieerbare en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijke verklaring heeft gegeven over de herkomst van het voorwerp, dan ligt het vervolgens op de weg van het openbaar ministerie om nader onderzoek te doen naar de, uit de verklaringen van de verdachte blijkende, alternatieve herkomst van het voorwerp.
Overwegingen van de rechtbank
Op grond van de hiervoor weergegeven niet gespecificeerde omzet van 375.448,05 euro, acht de rechtbank het vermoeden gerechtvaardigd dat dit geldbedrag uit enig misdrijf afkomstig is. Dat vermoeden wordt bovendien versterkt door de geconstateerde betrokkenheid van de verdachte bij de hennepkwekerij in Duitsland (zaakdossier 8), waarvoor hij bij dit vonnis ook zal worden veroordeeld. Uit dat zaakdossier blijkt van een grote hennepplantage waarvan de verdachte een van de initiators, en kennelijk ook een van de begunstigden van de opbrengst was. Voorts ziet de rechtbank aanwijzingen voor de betrokkenheid bij drugshandel in diverse afgeluisterde gesprekken, zoals weergegeven in zaakdossier 10B. Zaakdossier 10B beschrijft de vermeende betrokkenheid van onder meer de verdachte bij de productie c.q. handel in drugs dan wel voorbereidingshandelingen daartoe. Hij zal worden vrijgesproken van deelneming aan de criminele Opiumwet-organisatie, maar dat laat onverlet dat het zaakdossier wel degelijk aanwijzingen bevat voor betrokkenheid bij drugshandel.
Dat betekent dat van de verdachte mag worden verlangd dat hij een verklaring geeft voor de herkomst van dat geldbedrag.
De verdachte heeft bij de politie geen verklaring afgelegd. Bij de rechter-commissaris op 8 januari 2018 en ter terechtzitting van 26 mei 2021 heeft hij wel verklaringen afgelegd. Die luidden - kort gezegd – dat de onderneming [naam VOF] ook contante omzet genereerde en dat hijzelf contante inkomsten genoot uit incassowerkzaamheden, die hij vervolgens aan zijn vader (opmerking rechtbank: [verdachte 19] ) gaf ten behoeve van de onderneming en die vervolgens geboekt werden als money collect.
De rechtbank constateert dat de politie, ook naar aanleiding van de verklaringen van de accountants, reeds onderzoek heeft gedaan naar de herkomst van de niet gespecificeerde omzet. Daartoe heeft zij de administratie onderzocht, het overige beslag dat gelegd is bij de onderneming en de verdachten, alsmede de digitale bestanden zoals e-mails en telefoontaps. Uit al dat onderzoek zijn geen aanwijzingen gevonden dat daadwerkelijk sprake was van dergelijke hoeveelheden contante omzet uit verhuizingen of incassowerkzaamheden.
De rechtbank is van oordeel dat de verklaring van de verdachte over de herkomst van niet gespecificeerde omzet niet kan worden aangemerkt als een verklaring, die concreet, min of meer verifieerbaar en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijk is. Immers, is de verklaring ten eerste niet concreet. De verdachte heeft enkel verklaard dat het om ‘tientallen’ incasso’s per jaar ging en dat hij zo’n 150.000 tot 200.00 euro zou hebben verantwoord in de boeken, hetgeen hij later corrigeerde tot zo’n 110.00 euro, overeenkomstig de totale post ‘money collect’ in de administratie. Overigens kan dat dan weer niet kloppen met de stelling dat onder money collect ook contante inkomsten uit verhuizingen vielen. Om welke bedragen het concreet en per incasso zou gaan, is niet duidelijk geworden. Verder is de verklaring ook volstrekt niet verifieerbaar. Pas ter terechtzitting van 26 mei 2021 is een schriftelijke verklaring overgelegd van [betrokkene 10] gedateerd 25 mei 2021 inhoudende niet meer dan een (feitelijk de-auditu) verklaring dat de verdachte incassowerkzaamheden zou hebben gedaan voor ene inmiddels overleden meneer [betrokkene 11] . Er kan ook anderszins op geen enkele wijze worden afgeleid of daadwerkelijk sprake is van, en zo ja hoeveel, contante inkomsten uit incassowerkzaamheden. Zo zijn er geen notities of agenda’s en dergelijke met bijvoorbeeld data, prijzen en opdrachtgevers en dergelijke overgelegd, aan de hand waarvan een controle zou kunnen plaatsvinden.
Het voorgaande maakt dan ook dat de rechtbank van oordeel is dat de verklaring van de verdachte onvoldoende tegenwicht biedt tegen de verdenking om (nieuw) nader onderzoek te rechtvaardigen. Feitelijk was de verklaring van de verdachte reeds weerlegd in het einddossier. Daarom is er geen andere conclusie mogelijk dan dat de niet gespecificeerde omzet onmiddellijk of middellijk uit enig misdrijf afkomstig is en dat de verdachte dit ook wist. Nu het money collect verhaal naar het oordeel van de rechtbank enkel wordt opgehangen om een draai te geven aan de onverklaarbare contante stortingen, gaat de rechtbank er van uit dat verdachte als vennoot en medepleger op de hoogte was en verantwoordelijk is voor het totale bedrag aan contante stortingen. Verdachte heeft deze geldbedragen samen met zijn mededader [verdachte 19] voorhanden gehad en omgezet en daarvan de herkomst verhuld door die geldbedragen in strijd met de waarheid te doen boeken in de administratie van de onderneming.
Feitelijk leiding geven
De verdachte was niet de persoon die de onderneming feitelijk leidde, de administratie voerde en de contacten met de accountant onderhield. Daarom kan hij niet gekwalificeerd worden als feitelijk leidinggever en zal hij vrijgesproken worden van het onder 8. primair ten laste gelegde feitelijk leiding geven aan (opzet- dan wel schuld)witwassen door de onderneming [naam VOF] .
Gewoonte
Gelet op de totale hoogte van het witgewassen geldbedrag, de frequentie en de periode van ruim vijf jaren, is de rechtbank van oordeel dat sprake is van gewoontewitwassen.
Medeplegen
Wel is de rechtbank van oordeel dat er bij het bewezenverklaarde gewoontewitwassen sprake was van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte, [verdachte 19] en [naam VOF] .
Conclusie
Op grond van het voorgaande acht de rechtbank het onder 8. subsidiair ten laste gelegde medeplegen van gewoontewitwassen van 352.671,55 euro bewezen.
De rechtbank merkt bij het bedrag nog het volgende op. Uit het dossier blijkt van in totaal 375.448,05 euro niet gespecificeerde omzet in de onderzoeksperiode van 1 januari 2010 tot 27 mei 2015. De verdachte was evenwel sinds na 14 juni 2014 geen vennoot meer in de onderneming en daarna bleken ook de contante stortingen aanzienlijk te verminderen. Uit de analyse van de niet gespecificeerde omzet in 2014 (pg. 282-283) kan worden afgeleid dat een bedrag van 22.776,50 euro (of 18.823,50 excl. 21% BTW) is verantwoord ná 14 juni 2014 en dat het totaalbedrag van 375.448,05 euro hiermee dus moet worden verminderd.
3.4.9
Witwassen (ZD 12B / feit 9)
De rechtbank acht op grond van de in bijlage II opgenomen bewijsmiddelen bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan gewoontewitwassen. Daartoe overweegt de rechtbank als volgt.
Contante inkomsten en uitgaven
De politie heeft voor de onderzoeksperiode van 27 mei 2009 tot en met 27 mei 2015 onderzoek gedaan naar de contante inkomsten en uitgaven van de verdachte en zijn echtgenote. Daartoe heeft zij ten eerste de bankrekeningen van de verdachten geanalyseerd op contante stortingen en contante opnames. De verdachte was in de onderzoeksperiode bestuurder van de ondernemingen [naam VOF] , [naam bedrijf 1] en [naam bedrijf 2] . Daarom heeft de politie ook de bankrekeningen en administratie van die ondernemingen geanalyseerd. Verder heeft zij onderzoek gedaan naar overige contante privé-inkomsten en -uitgaven. Ook heeft zij beredeneerd wat de contante begin- en eindsaldi waren.
Uit de in de bijlage II opgenomen bewijsmiddelen leidt de rechtbank het volgende overzicht van contante inkomsten en uitgaven af.
Post
Ontvangsten
Uitgaven
a.
[naam VOF]
2.070,00
3.227,45
b.
[naam bedrijf 1]
54,878,53
0,00
c.
[naam bedrijf 2]
818,45
0,00
Banktransacties
d.
[rekeningnummer 1]
5.413,28
96.575,19
e.
[rekeningnummer 2]
3.240,00
0,00
f.
ICS/Visacard
0,00
2.790,00
g.
[rekeningnummer 3]
0,00
52.660,00
h.
Money transfers
0,00
2.000,00
Overige contante uitgaven
i.
Leningen
0,00
39.535,79
j.
Aan- en verkoop voertuigen
74.595,00
66.150,00
k.
Onderhoud motorfiets
0,00
4.997,90
l.
Facturen/kwitanties
0,00
2.111,16
m.
Verzekeringen
0,00
39.316,45
n.
BlackBerry's
0,00
3.704,44
o.
Contributie Bandidos
0,00
3.080,00
p.
Verdovende middelen
0,00
750,00
Totaal
141.015,26
316.898,38
De rechtbank merkt daarbij nog het volgende op:
ad a. [naam VOF]
De rechtbank heeft, overeenkomstig het standpunt van de verdediging, de niet aan een specifieke vennoot te herleiden contante stortingen in het voordeel van verdachte niet toegerekend aan de verdachte. Dit is conform het uitgangspunt van de politie in de zaak tegen mede-vennoot [verdachte 19] .
ad b. [naam bedrijf 1]
De raadsman heeft bepleit dat aan de verdachte een vordering van 26.952 euro is voldaan en daarmee dus (naar de rechtbank begrijpt: contante) inkomsten zijn genoten. De rechtbank constateert dat de verdachte hierover zelf niets heeft verklaard en dat deze stelling niet verder onderbouwd is. Deze stelling vindt geen steun in het dossier of is ook overigens niet aannemelijk geworden. De rechtbank schuift deze stelling dus terzijde.
ad c. [naam bedrijf 2]
De politie had een contante kasstorting van 600 euro geminderd op het uiteindelijk resterende kasgeld eind 2014 zoals dat uit de administratie bleek, omdat die storting niet geboekt bleek. Die storting was echter al van mei 2014 en het is dus niet zonder meer duidelijk dat die geminderd moet worden op het restant van het kasgeld. Die storting van 600 euro heeft de rechtbank dus – in het voordeel van de verdachte – buiten beschouwing gelaten.
De raadsman heeft voorts bepleit dat de voorraad met een verkoopwaarde van 127.000 euro uiteindelijk helemaal is verkocht, voornamelijk aan particulieren; bedragen zijn niet meer te bepalen. De rechtbank constateert dat deze verkopen en de daarmee samenhangende inkomsten niet blijken uit de administratie, dat de verdachte hierover geen verklaring heeft afgelegd, dat deze stelling niet nader onderbouwd is en ook overigens niet aannemelijk is geworden. De rechtbank schuift deze stelling dus terzijde.
ad g. Stortingen op rekening [rekeningnummer 3] t.n.v. [verdachte 1]
Anders dan de politie is de rechtbank van oordeel dat de door de verdachte en/of zijn echtgenote gestorte bedragen tot een totaalbedrag van 52.660,00 euro wel degelijk aan de verdachte kunnen worden toegerekend als contante uitgaven. De verdachte heeft hierover geen verklaring afgelegd. Bij de rechter-commissaris is hem op 8 januari 2018 wel gevraagd naar de contante stortingen die hij voor [verdachte 1] deed. Daarop verklaarde hij dat hij geld kreeg van een kennis van [verdachte 1] om op de rekening van [verdachte 1] te storten, maar dat zou dan gaan om de 2.000 euro aan money transfers. Die verklaring ziet ten eerste niet op de contante stortingen op de bankrekening van [verdachte 1] , maar is verder op geen enkele wijze onderbouwd – verdachte wilde ook geen namen noemen – en aannemelijk geworden.
ad j. Aan- en verkoop motorvoertuigen
Mede naar aanleiding van de verklaring van de verdachte ter terechtzitting van 26 mei 2021 heeft de rechtbank de aan- en verkoop van diverse motorvoertuigen buiten beschouwing gelaten, te weten:
  • de Harley Davidson ( [kenteken 2] ), omdat niet vastgesteld kan worden of de verdachte dan wel medeverdachte [verdachte 6] of diens vader de aankoop van deze motor heeft betaald;
  • de Mercedes-Benz ( [kenteken 3] ), omdat de verkoop van deze auto plaatsvond na de ten laste gelegde periode;
  • de Audi A6 ( [kenteken 4] ), omdat het aan- en verkoopbedrag van deze auto volgens de verklaring van de verdachte hetzelfde was;
  • de Piaggio ( [kenteken 5] ), omdat de aankoop van deze bromfiets plaatsvond voor de ten laste gelegde periode;
  • de Aixam ( [kenteken 6] ), omdat de opbrengst van de verkoop van deze brommobiel ten gunste kwam van de schoonmoeder van de verdachte.
Dit heeft overigens geleid tot een matiging van de uitgaven van 38.600 euro en een matiging van de ontvangsten van 19.300 euro ten opzichte van het overzicht zoals zich dat in het dossier bevindt (pg. 450), zijnde per saldo 19.300 euro.
Voorts overweegt de rechtbank over deze voertuigen nog het volgende.
De verdachte heeft gesteld dat de bedragen genoemd bij de Mercedes-Benz ( [kenteken 7] ) veel te hoog zijn. Die stelling heeft hij echter niet voorzien van nadere argumenten of onderbouwing. De rechtbank is daarom dus uitgegaan van de door de politie opgevoerde bedragen.
Overeenkomstig de verklaring van de verdachte heeft de rechtbank wel de verkoopprijs van de Adly Moto ( [kenteken 8] ) verhoogd van 300 euro naar 2.500 euro. Deze wijziging is reeds in de bewijsmiddelen opgenomen. Dit heeft geleid tot een verhoging van de ontvangsten van 2.200 euro ten opzichte van het overzicht zoals zich dat in het dossier bevindt (pg. 450).
ad i. Leningen
De raadsman heeft aangevoerd dat de verdachte deze leningen altijd onder zich heeft gehouden en gebruikt heeft voor (korte) investeringen. De rechtbank constateert dat deze suggestie van de raadsman, waarover door de verdachte overigens niet is verklaard, geen enkele steun vindt in het dossier en ook overigens niet aannemelijk is. In het geval de verdachte de gelden onder zich gehouden zou hebben, zou hij bij zijn belastingaangiftes daarvan melding hebben moeten doen, hetgeen niet het geval geweest is.
ad k. Onderhoud motorfietsen
De verdachte heeft verklaard dat alle motorreparaties van de andere leden via hem gingen en dat hij dus zelf geen uitgaven heeft gedaan voor onderhoud van zijn motor. De rechtbank schuift deze verklaring als niet aannemelijk terzijde, temeer nu bij [verdachte 11] notities zijn aangetroffen over reparatiewerkzaamheden met daarbij niet alleen de naam van verdachte, maar ook de namen van veel andere clubleden.
ad n. BlackBerry’s
De verdachte heeft verklaard dat hij dergelijke telefoontoestellen onder commissie verkocht voor een bedrijf genaamd [naam bedrijf 3] en in dat kader die telefoons in consignatie kreeg en per verkochte telefoon commissie kreeg. Volgens de raadsman zou sprake zijn van 44 verkochte telefoons, waardoor er in totaal 26.400 euro inkomen zou zijn geweest en de berekende aanschafwaarde van ruim 3.700 euro geschrapt moet worden. De rechtbank volgt deze stelling van de verdediging niet. Uit het dossier volgt dat de door de politie in de berekening betrokken telefoons her en der in de woning van verdachte zijn aangetroffen,. Voorts bevonden deze telefoons zich niet in een verpakking, hetgeen niet past in het in consignatie onder je hebben ten behoeve van de doorverkoop.
Kasopstelling
Het voorgaande leidt tot de volgende kasopstelling.
Beginsaldo kas
0,00
+/+
Contante ontvangsten
141.015,26
-/-
Eindsaldo kas
4.916,95
=
Beschikbaar contant geld
136.098,31
-/-
Feitelijk gedane contante uitgaven
316.898,38
=
Saldo
-180.800,07
De som van het beginsaldo (0 euro) en de contante ontvangsten (141.015,26 euro) minus het eindsaldo (4.916,95 euro) vormen samen het bedrag dat beschikbaar was voor uitgaven, te weten: 136.098,31 euro.
De daadwerkelijke uitgaven bedragen 316.898,38 euro.
Dat betekent dat de verdachte en zijn echtgenote in werkelijkheid (316.898,38 - 120.126,54 =)
180.800,07 euroméér contant hebben uitgegeven dan zij contant beschikbaar zouden hebben gehad. Nu je geen contant geld kunt uitgeven dat je niet fysiek in je portemonnee hebt, betekent dit dat er sprake moet zijn van een andere bron van inkomsten.
Uit het onderzoek van de politie is niet gebleken waar dit geld vandaan kwam. Gelet op hetgeen de verdachte verweten wordt, namelijk (gewoonte)witwassen, ziet de rechtbank zich voor de vraag gesteld of dit geldbedrag afkomstig is uit enig misdrijf.
Uitgangspunt
De rechtbank stelt voorop dat voor een bewezenverklaring van het bestanddeel ‘afkomstig uit enig misdrijf’, niet is vereist dat uit de bewijsmiddelen moet kunnen worden afgeleid dat het desbetreffende voorwerp afkomstig is uit een nauwkeurig aangeduid misdrijf. Wel is voor een veroordeling ter zake van dit wetsartikel vereist dat vaststaat dat het voorwerp afkomstig is uit enig misdrijf.
Indien op grond van de beschikbare bewijsmiddelen geen rechtstreeks verband valt te leggen tussen een voorwerp en een bepaald misdrijf, kan niettemin bewezen worden geacht dat een voorwerp ‘uit enig misdrijf’ afkomstig is, indien het op grond van de vastgestelde feiten en omstandigheden niet anders kan zijn dan dat het in de tenlastelegging genoemde voorwerp uit enig misdrijf afkomstig is.
Als uit het door het openbaar ministerie aangedragen bewijs feiten en omstandigheden kunnen worden afgeleid die van dien aard zijn dat zonder meer sprake is van een vermoeden van witwassen, mag van de verdachte worden verlangd dat hij een verklaring geeft voor de herkomst van het voorwerp.
Indien de verdachte een concrete, min of meer verifieerbare en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijke verklaring heeft gegeven over de herkomst van het voorwerp, dan ligt het vervolgens op de weg van het openbaar ministerie om nader onderzoek te doen naar de, uit de verklaringen van de verdachte blijkende, alternatieve herkomst van het voorwerp.
Overwegingen van de rechtbank
Op grond van de hiervoor weergegeven kasopstelling, waaruit blijkt van 180.800,07 euro met een onbekende herkomst, acht de rechtbank het vermoeden gerechtvaardigd dat dit geldbedrag uit enig misdrijf afkomstig is. Dat vermoeden wordt bovendien versterkt door de geconstateerde betrokkenheid van de verdachte bij de hennepkwekerij in Duitsland (zaakdossier 8), waarvoor hij bij dit vonnis ook zal worden veroordeeld. Uit dat zaakdossier blijkt van een grote hennepplantage waarvan de verdachte één van de initiators en kennelijk ook één van de begunstigden van de opbrengst was. Voorts ziet de rechtbank aanwijzingen voor de betrokkenheid bij drugshandel in diverse afgeluisterde gesprekken, zoals weergegeven in zaakdossier 10B. Zaakdossier 10B beschrijft de vermeende betrokkenheid van onder meer de verdachte bij de productie c.q. handel in drugs dan wel voorbereidingshandelingen daartoe. Hij zal worden vrijgesproken van deelneming aan de criminele Opiumwet-organisatie, maar dat laat onverlet dat het zaakdossier wel degelijk aanwijzingen bevat voor betrokkenheid bij drugshandel.
Dat betekent dat van de verdachte mag worden verlangd dat hij een verklaring geeft voor de herkomst van dat geldbedrag.
De verdachte heeft bij de politie geen verklaring afgelegd. Bij de rechter-commissaris op 8 januari 2018 en ter terechtzitting van 26 mei 2021 heeft hij wel verklaringen afgelegd. Die luiden - kort gezegd – dat de verdachte contante inkomsten genoot uit incassowerkzaamheden, waarvan hij een deel in de onderneming [naam VOF] stopte en een ander deel, geschat op ongeveer 100.000 euro privé behield.
De rechtbank stelt voorop dat dit bedrag van 100.000 euro ten eerste volstrekt niet voldoende is om het kastekort van 180.800,07 euro te verklaren. Echter, en bovenal, is de rechtbank van oordeel dat de verklaring van de verdachte over de herkomst van dit geldbedrag niet kan worden aangemerkt als een verklaring, die concreet, min of meer verifieerbaar en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijk is, terwijl verdachte een dergelijk bedrag niet heeft opgenomen in zijn belastingaangiftes.
Immers, is de verklaring ten eerste niet concreet. De verdachte heeft enkel verklaard dat het om ‘tientallen’ incasso’s per jaar ging en dat hij zo’n 200.00 euro daarmee zou hebben verdiend, waarvan ongeveer de helft in de onderneming is gestort. Om welke bedragen het concreet en per incasso zou gaan, is niet duidelijk geworden. Verder is de verklaring ook volstrekt niet verifieerbaar. Pas ter terechtzitting van 26 mei 2021 is een schriftelijke verklaring overgelegd van [betrokkene 10] gedateerd 25 mei 2021 inhoudende niet meer dan een (feitelijk de-auditu) verklaring dat de verdachte incassowerkzaamheden zou doen voor een inmiddels overleden meneer [betrokkene 11] . Er kan verder op geen enkele wijze worden afgeleid of daadwerkelijk sprake is van, en zo ja hoeveel contante inkomsten uit incassowerkzaamheden. Zo zijn er geen notities of agenda’s en dergelijke met bijvoorbeeld data, prijzen en opdrachtgevers overgelegd, aan de hand waarvan een controle zou kunnen plaatsvinden. Voorts had de politie in het onderzoek naar de onderneming [naam VOF] ook al onderzoek gedaan naar het bestaan van die incassowerkzaamheden. Daartoe heeft zij de administratie onderzocht, het overige beslag dat gelegd is bij de onderneming en de verdachten, alsmede de digitale bestanden zoals e-mails en telefoontaps. Uit al dat onderzoek zijn geen aanwijzingen gevonden dat daadwerkelijke sprake was van dergelijke incassowerkzaamheden.
Het voorgaande maakt dan ook dat de rechtbank van oordeel is dat de verklaring van de verdachte onvoldoende tegenwicht biedt tegen de verdenking om (nieuw) nader onderzoek te rechtvaardigen. Daarom is er geen andere conclusie mogelijk dan dat die 180.800,07 euro onmiddellijk of middellijk uit enig misdrijf afkomstig is en dat de verdachte dit ook wist. De verdachte heeft deze contante geldbedragen voorhanden gehad, omgezet en daarvan gebruik gemaakt, zoals uit de bewijsmiddelen blijkt. De rechtbank acht dus bewezen dat verdachte zich in de ten laste gelegde periode schuldig heeft gemaakt aan het witwassen van een geldbedrag van in totaal 180.800,07 euro.
Overige geldbedragen
Aan de verdachte is ten laste gelegde dat hij in totaal 502.255,86 zou hebben witgewassen. Uit het dossier (pg. 43) kan worden afgeleid dat de overige ruim 300 duizend euro gebaseerd is op het geld dat de verdachte via de onderneming [naam VOF] zou hebben witgewassen (zaakdossier 12A, 261.370,09 euro) en op de vermeende investering in de hennepplantage in Duitsland (zaakdossier 8, 52.500 euro). De rechtbank zal de verdachte daarvan dus partieel vrijspreken.
De onverklaarbare geldstroom in de onderneming [naam VOF] is al voorwerp van witwassen in zaakdossier 12A. Daarvoor zal de verdachte ook worden veroordeeld. Dat kan dus niet nogmaals worden betrokken in dit zaakdossier.
De vermeende investering in de hennepkwekerij in Duitsland is op basis van een afgeluisterd gesprek tussen niet bij de kwekerij betrokken personen gerelateerd aan de eveneens vermeende opbrengst die de Duitse politie heeft berekend op basis van steekproeven. Daaruit zou blijken van een opbrengst van 35 kilogram hennep uit de geoogste 588 planten. Opvallend is dat een dergelijke opbrengst vele malen hoger is dan de gangbare opbrengst waar de Nederlandse justitie van uitgaat in het BOOM rapport. De rechtbank acht een en ander onvoldoende duidelijk om te kunnen stellen dat de totale investering inderdaad 105.000 euro bedroeg én om vast te kunnen stellen dat de verdachte daarvan de helft zou hebben ingelegd.
De rechtbank zal de verdachte dus partieel vrijspreken van het witwassen voor zover dat het bedrag van 180.800,07 euro overstijgt.
Medeplegen
Aan de verdachte wordt verweten dat hij genoemd geldbedrag samen met een ander of anderen heeft witgewassen.
De verdachte vormde een economische eenheid met zijn echtgenote. Het dossier bevat ook aanwijzingen dat zij betrokken was bij de financiële huishouding binnen het gezin en de diverse ondernemingen. Daarnaast hebben verdachte en zijn echtgenote contante geldbedragen gestort ten behoeve van en op de rekening van medeverdachte [verdachte 1] . De rechtbank is echter van oordeel dat er geen wettig en overtuigend bewijs is dat sprake is van een nauwe een bewuste samenwerking tot witwassen tussen de verdachte en zijn echtgenote, zodat de verdachte partieel wordt vrijgesproken van het medeplegen.
Gewoonte
Gelet op de totale hoogte van het witgewassen geldbedrag, de frequentie en de periode van zes jaren, is de rechtbank van oordeel dat verdachte een gewoonte heeft gemaakt van witwassen.
Conclusie
Op grond van het voorgaande acht de rechtbank het onder 9. primair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat sprake is van een witgewassen bedrag van 180.800,07 euro en dat de verdachte partieel wordt vrijgesproken van het medeplegen.
3.5
De bewezenverklaring
De rechtbank acht ten laste van de verdachte bewezen dat:
feit 1:
hij in de periode van 1 januari 2014 tot en met 27 mei 2015 in Nederland, heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit een samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te weten de leden van MC Bandidos (chapter Sittard), welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven te weten:
- bedreiging (art. 285 Sr) en
- openlijk geweld (art. 141 Sr);
feit 3 primair:
hij in de periode van 29 december 2014 tot en met 9 januari 2015 in de gemeente Eindhoven tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [slachtoffer 5] heeft gedwongen tot de afgifte van een personenauto (merk VW Touareg kenteken [kenteken 1] ), immers zijn/hebben verdachte en/of zijn medeverdachte (-zakelijk weergegeven-)
- bij die [slachtoffer 5] aan de deur geweest en een kennelijk eerder geleend geldbedrag terug geëist en
- heel dicht tegen die [slachtoffer 5] aan gaan staan en
- toen op dwingende en dreigende toon aan die [slachtoffer 5] om de autosleutels van de VW Touareg gevraagd;
feit 4:
hij in de maand maart 2015 in Duitsland, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk heeft geteeld (in een pand aan de [adres 1] ) (in totaal) ongeveer 1707 hennep-planten, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;
feit 5 subsidiair:
hij op 7 mei 2015 te Sittard, openlijk, te weten op of aan de openbare weg, de [adres 2] , in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 8] en [slachtoffer 7] en [slachtoffer 9] , welk geweld bestond uit (het met een boksbeugel) slaan en trappen/schoppen van die [slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 9] , terwijl dit slaan en trappen/schoppen voor die [slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 9] , enig lichamelijk letsel ten gevolge heeft gehad;
feit 7:
hij op 27 mei 2015 in de gemeente Roermond opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 255,99 gram hasjiesj, zijnde hasjiesj een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II;
feit 8 subsidiair:
hij op meerdere tijdstippen in de periode van 1 januari 2010 tot en met 16 juni 2014 in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen,
a. van voorwerpen, te weten meerdere geldbedragen tot een totaal van 352.671,55 euro, de werkelijke aard, de herkomst, heeft verhuld,
en
b. voorwerpen, te weten een of meerdere geldbedragen tot een totaal van 352.671,55 euro, heeft verworven en voorhanden heeft gehad en heeft overgedragen en heeft omgezet en gebruik van gemaakt,
terwijl hij, verdachte en zijn mededaders wisten dat die voornoemde geldbedragen geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf,
zulks terwijl verdachte en zijn mededaders van het plegen van voormelde
feiten een gewoonte hebben gemaakt;
feit 9 primair:
hij op meerdere tijdstippen in de periode van 27 mei 2009 tot en met 27 mei 2015 in Nederland,
(b.) voorwerpen, te weten meerdere geldbedragen tot een totaal van 180.800,07 euro, heeft verworven en voorhanden heeft gehad en heeft overgedragen en heeft omgezet en van voorwerpen, te weten meerdere geldbedragen tot een totaal van 180.800,07 euro, gebruik heeft gemaakt,
terwijl hij, verdachte wist dat die geldbedragen geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf,
zulks terwijl verdachte van het plegen van voormelde feiten een gewoonte heeft gemaakt.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert de volgende strafbare feiten op:
feit 1:deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven;
feit 3 primair:afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
feit 4:medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod;
feit 5 subsidiair:het openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen, terwijl het door de schuldige gepleegde geweld enig lichamelijk letsel ten gevolge heeft gehad;
feit 7:opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod;
feit 8 subsidiair:medeplegen van gewoontewitwassen;
feit 9 primair: van het plegen van witwassen een gewoonte maken.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De straf

6.1
De vordering van het Openbaar Ministerie
Het Openbaar Ministerie heeft gerekwireerd tot oplegging van een gevangenisstraf van 50 maanden met aftrek van voorarrest.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht om af te zien van een gevangenisstraf en eventueel een andersoortige straf op te leggen.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf heeft de rechtbank gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
In het bijzonder heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan:
  • deelneming aan een criminele organisatie gericht op bedreiging en openlijke geweldpleging;
  • het medeplegen van een afpersing;
  • het medeplegen van het telen van ruim 1.700 hennepplanten in Duitsland;
  • openlijke geweldpleging;
  • het aanwezig hebben van 255,99 gram hasjiesj;
  • het medeplegen van witwassen van in totaal 352.671,55 euro;
  • het witwassen van in totaal 196.771,84 euro.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan deelneming aan een criminele organisatie. Deze criminele organisatie bestond uit diverse van de leden van het Sittardse chapter van de motorclub Bandidos, te weten: president [verdachte 10] , vice-president [verdachte 1] , sergeants at arms [verdachte 6] en [verdachte 9] , secretary/treasurer [verdachte 13] , road captain [verdachte 2] , full members [verdachte 12] , [verdachte 4] , [verdachte 14] , [verdachte 3] en [verdachte 21] en hangaround [verdachte 15] . Deze criminele organisatie had als oogmerk het plegen van bedreigingen en openlijke geweldpleging en dat in het bijzonder tegen de motorclub Hells Angels.
Het Sittardse chapter van motorclub Bandidos zorgde letterlijk en figuurlijk voor een explosieve sfeer in Sittard en omgeving. Zo vond vlak na de oprichting in maart 2014 een granaataanslag plaats op de woning van president [verdachte 10] , korte tijd later gevolgd door nog twee granaataanslagen, één op diezelfde woning en één op de woning van [verdachte 14] . Al eind maart 2014 werden enkele leden aangehouden en later ook veroordeeld wegens verboden wapenbezit. Gaandeweg werd in de zomer van 2014 de rivaliteit tussen de motorclubs Bandidos en Hells Angels openlijk zichtbaar door een confrontatie tussen die twee clubs in Alkmaar. Uit het dossier blijkt ook van een daadwerkelijke vete tussen beide clubs in Limburg, zowel uit afgeluisterde gesprekken als uit diverse incidenten. Dit alles lijkt voort te komen uit een diepgewortelde, langdurende en zich over meer landen uitstrekkende strijd om hegemonie.
Die vete en de bedoelingen van het Sittardse chapter van de Bandidos kwamen uiteindelijk in januari en mei 2015 tot uiting. Op 24 januari 2015 vond een zogenaamde klopjacht plaats op leden van de Hells Angels. Meerdere leden van de Sittardse Bandidos bezochten die avond diverse plekken waar kennelijk regelmatig leden van de Hells Angels of hun sympathisanten kwamen. De bedoeling die avond was duidelijk: vechten met de Hells Angels. Toevalligerwijs werd er die avond nergens een Hells Angel aangetroffen, omdat er een clubfeest gehouden werd op een locatie die niet door de Bandidos werd bezocht. Op 7 mei 2015 was het zogezegd wel raak met de openlijke geweldpleging bij café [naam café 1] in Sittard en de provocatie van de Hells Angels daarna in Kerkrade.
Hierdoor kreeg het Sittardse chapter meer en meer een bedreigende en gewelddadige reputatie. Het wilde de enige motorclub in de omgeving, of zelfs van heel Nederland, worden. Alles was erop gericht de baas te zijn. Dit werd onderling besproken en ook uitgedragen door intimidaties en geweld.
Los van het voorgaande, bleken er nog tal van omstandigheden die duidden op de criminele aard van het samenwerkingsverband. Zo probeerde men op allerlei manieren uit het zicht van politie en justitie te blijven. Leden werden gemaand voorzichtig om te gaan met communicatiemiddelen, men had zogenaamde PGP-telefoons, er werd een heuse coöperatie opgericht die als dekmantel had te gelden voor een clubhuis, waarbij ook wachtgelopen werd en men bleek in staat om een – doorgaans vertrouwelijk – strafdossier in bezit te krijgen. Deze omstandigheden staan weliswaar niet in directe relatie tot de bedreigingen en het geweld tegen de Hells Angels, maar tonen wel het karakter van de club.
Kortom, de aanwezigheid van het Sittardse chapter van de Bandidos zorgde voor een aantasting van de openbare orde. Het liet zich leiden door territoriumdrift en plaatste zichzelf buiten de democratische rechtsorde.
De rechtbank acht voor de deelneming aan deze criminele organisatie in beginsel een gevangenisstraf van 9 maanden voor de leden en 12 maanden voor de leiders van die organisatie passend.
Openlijke geweldpleging
De openlijke geweldpleging op 7 mei 2015 bij café [naam café 1] startte met een kopstoot die de verdachte uitdeelde. Duidelijk is dat personen die een functie uitoefenden in de club de andere leden voorgingen in het geweld. En wat volgde was een ware escalatie van geweld, waarbij zelfs nog een poging tot doodslag plaatsvond. Al dit geweld vond plaats in het kader van de kennelijke territoriumdrift van het Sittardse chapter van de Bandidos en hun vijandigheid tegen de Hells Angels. Bovendien was sprake van nietsvermoedende slachtoffers die zonder enige aanleiding daartoe te grazen werden genomen door een veel grotere groep in colors geklede leden van de Sittardse Bandidos, waartegen ze totaal kansloos waren. Geen eerlijk gevecht, maar volstrekt zinloos geweld dus. En dat is strafverzwarend.
De rechtbank acht voor het aandeel van de verdachte in deze openlijke geweldpleging in beginsel een gevangenisstraf van 8 maanden passend.
Afpersing
Verder heeft de verdachte een slachtoffer afgeperst tot de afgifte van een Volkswagen Touareg. Het dossier bevat aanwijzingen van een schuld of een conflict of twist over geld. Uiteindelijk heeft de verdachte door de auto af te persen voor eigen rechter gespeeld..
De rechtbank acht voor deze afpersing in beginsel een gevangenisstraf van 3 maanden passend.
Hennepteelt
Voorts heeft de verdachte een initiërende/leidende rol gehad bij een grote hennepplantage van ruim 1.700 planten in Duitsland. Hoewel de kwekerij relatief snel ontdekt werd en slechts één keer een deel van de volledige capaciteit geoogst was, had deze grote plantage zomaar een opbrengst kunnen genereren van zo’n 150.000 euro per volledige oogst. Het telen van hennep is strafbaar en gaat veelal gepaard met andere vormen van criminaliteit zoals de handel in die hennep, witwassen, maar ook geweld. De omvang van de plantage duidt ook op professionaliteit en het vermoeden van eerdere betrokkenheid bij hennepteelt.
De rechtbank acht hiervoor in beginsel een gevangenisstraf van 6 maanden passend.
Witwassen
Ook heeft de verdachte zich gedurende een periode van zes jaren schuldig gemaakt aan gewoontewitwassen. Zulks enerzijds tot een totaalbedrag van 352.671,55 euro met de onderneming [naam VOF] en anderzijds tot een totaalbedrag van 180.800,07 euro privé. Laatstgenoemd geldbedrag, met een criminele herkomst, heeft de verdachte kennelijk grotendeels gebruikt om in het levensonderhoud van hemzelf en zijn gezin te voorzien. Door de vele contante stortingen in de V.O.F. en de contante transacties privé heeft verdachte getracht illegale inkomstenbronnen buiten het zicht van de autoriteiten te houden. Het witwassen van criminele gelden vormt een bedreiging van de legale economie en tast de integriteit van het financiële en economische verkeer aan. Witwassen faciliteert bovendien het plegen van andere strafbare feiten.
De rechtbank zal voor deze witwasfeiten een uitgangspunt hanteren van 18 maanden gevangenisstraf.
Conclusie
Het voorgaande maakt dat de rechtbank een gevangenisstraf van 44 maanden als uitgangspunt hanteert. De straf zal lager zijn dan door het Openbaar Ministerie geëist, omdat de rechtbank de verdachte voor een deel vrijspreekt, waarvoor het Openbaar Ministerie tot bewezenverklaring had gerekwireerd.
Van bijzondere persoonlijke omstandigheden die in strafmatigende zin moeten meewegen in de op te leggen straf, is de rechtbank niet gebleken.
Wel zal de rechtbank, soortgelijk aan het standpunt van het Openbaar Ministerie, de op te leggen straf met ongeveer 1/3 verminderen gelet op de schending van de redelijke termijn. De verdachte werd aangehouden op 27 mei 2015, terwijl de rechtbank vandaag ruim zes jaren later vonnis wijst en dit tijdsverloop niet aan de verdachte te wijten is.
De rechtbank zal [verdachte 2] veroordelen tot een
gevangenisstraf van 29 maanden.

7.Het beslag

De beslaglijst d.d. 22 mei 2021 vermeldt diverse gelbedragen (zowel euro’s al buitenlandse valuta), een motorfiets van het merk Harley Davidson voorzien van kenteken [kenteken 9] , een BlackBerry Bold telefoon, een wifi-connector, een bandrecorder, een koffer met kleding en een Breitling horloge.
Nu met betrekking tot deze voorwerpen niet (meer) wordt voldaan aan de voorwaarden van artikel 94 van het Wetboek van Strafvordering, zal dit 94-beslag opgeheven worden en dienen deze voorwerpen in beginsel te worden teruggegeven aan degene onder wie ze zijn inbeslaggenomen, zijnde verdachte.
De rechtbank merkt daarbij op dat op het geld, de motorfiets en het horloge kennelijk tevens conservatoir beslag ex art. 94a Sv rust. Dit beslag ligt niet ter beoordeling aan de rechtbank voor. Dat betekent dat deze voorwerpen mogelijk alsnog niet onmiddellijk teruggegeven zullen worden.

8.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen:
  • 47, 57, 63, 140, 141, 317, 420bis, 420ter van het Wetboek van Strafrecht;
  • 3, 11 van de Opiumwet;
zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

9.De beslissing

De rechtbank:
Vrijspraak
- spreekt de verdachte vrij van de feiten 2 primair en subsidiair, 5 primair, 6 en 8 primair;
Bewezenverklaring
  • verklaart de feiten 1, 3 primair, 4, 5 subsidiair, 7, 8 subsidiair en 9 primair bewezen zoals hierboven onder 3.5 is omschreven;
  • spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
  • verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
  • verklaart de verdachte strafbaar;
Straf
  • veroordeelt de verdachte voor de feiten 1, 3 primair, 4, 5 subsidiair, 7, 8 subsidiair en 9 primair tot een
  • beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
  • verstaat dat tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf volledig zal plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet of tot het moment dat de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling aan de orde is, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering;
Beslag
- gelast de teruggave van alle op de bijgevoegde beslaglijst d.d. 22 mei 2021 vermelde voorwerpen, te weten de nummers 1, 2, 3, 5, 30, 42, 43, 44, 45, 48, 49, 116, 117, 118 en 119, aan de verdachte.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.P. Bosma, voorzitter, mr. M.J.A.G. van Baal en mr. L. Feuth, rechters, in tegenwoordigheid van mr. H.M.E. de Beukelaer en mr. O.A.G. Corten, griffiers, en uitgesproken ter openbare zitting van 9 juli 2021.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is - na nadere omschrijving van de tenlastelegging - ten laste gelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2014 tot en met 27 mei 2015 in
de gemeente Echt-Susteren en/of de gemeente Sittard-Geleen en/of de gemeente
Roermond en/of de gemeente Valkenswaard en/of de gemeente Heerlen en/of de
gemeente Kerkrade en/of de gemeente Schinnen, in elk geval in Nederland en/of
te Borgloon (B), in elk geval in België en/of
te Selfkant en/of te Alsdorf, in elk geval in Duitsland,
heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit een samenwerkingsverband
van natuurlijke personen, te weten de leden van MC Bandidos (chapter Sittard)
en/of een samenwerkingsverband bestaande uit (onder meer) de volgende
personen: [verdachte 6] en/of [verdachte 1] en/of [verdachte 7] en/of [verdachte 10]
en/of [verdachte 5] en/of [verdachte 3] en/of [verdachte 4]
en/of [verdachte 9] en/of [verdachte 8] en/of [verdachte 13] en/of [verdachte 14]
en/of [verdachte 11] en/of [verdachte 12] en/of [verdachte 15]
en/of [verdachte 17] en/of [verdachte 20] en/of [verdachte 21] en/of [verdachte 22]
en/of [verdachte 16] , welke organisatie tot oogmerk had het plegen van
misdrijven te weten:
- afpersing (art. 317 Sr) en/of
- diefstal met geweld (art. 312 Sr) en/of
- bedreiging (art. 285 Sr) en/of
- openlijk geweld (art. 141 Sr) en/of
- verboden wapenbezit (art. 26 WWM);
(zaak 1)
2.
hij op of omstreeks 6 november 2014 in de gemeente 's-Hertogenbosch, tezamen
en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen (een) sleutel(s) en/of een bus
(Mercedes Benz 639 Viano Cdi, gekentekend [kenteken 10] ), in elk geval enig
goed, geheel of ten dele toebehorende aan [betrokkene 1] en/of [slachtoffer 1] , in
elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
medeverdachte(n),
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van/door geweld
en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 1] , gepleegd met het oogmerk om die
diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping
op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn medeverdachte(n) hetzij de vlucht
mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
immers heeft/ hebben verdachte en/of zijn medeverdachten (-zakelijk
weergegeven-)
- die [slachtoffer 1] ongevraagd benaderd en/of
- een intimiderende sfeer gecreëerd en/of
- met stemverheffing (tegen die [slachtoffer 1] ) gepraat en/of
- laten blijken dat ze van (een) motorclub (Bandidos) zijn, in elk geval was
voor die [slachtoffer 1] duidelijk dat hij te maken had met een of meer personen van
(een) motorclub (Bandidos) en/of de indruk laten ontstaan dat er geweld
gebruikt zou worden;
(zaak 2)PowerTerm
subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden, dat:
hij op of omstreeks 6 november 2014 in de gemeente 's-Hertogenbosch, tezamen
en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een bus (Mercedes Benz 639
Viano Cdi, gekentekend [kenteken 10] ), in elk geval enig
goed, geheel of ten dele toebehorende aan [betrokkene 1] en/of [slachtoffer 1] , in
elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte
en/of zijn medeverdachte(n), waarbij verdachte en/of zijn medeverdachte(n)
zich de
toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te
nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van
een
valse sleutel te weten een onbevoegd gebruikte sleutel van die auto;
3.
hij in of omstreeks de periode van 29 december 2014 tot en met 9 januari 2015
in de gemeente Eindhoven, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging
met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een)
ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met
geweld [slachtoffer 5] heeft gedwongen tot de afgifte van een personenauto (merk
VW Touareg kenteken [kenteken 1] ), in elk geval van enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan die [slachtoffer 5] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en/of zijn medeverdachte(n),
immers heeft/hebben/is/zijn verdachte en/of zijn medeverdachte(n) (-zakelijk
weergegeven-)
- bij die [slachtoffer 5] aan de deur geweest en/of een kennelijk eerder geleend
geldbedrag terug
geëist en/of
- een onbekend gebleven persoon heel dicht tegen die Krielaert aan ging staan
en/of dat toen op dwingende en/of dreigende toon aan die [slachtoffer 5] om de
autosleutels van de VW Touareg werd gevraagd;
(zaak 5)
subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden, dat:
hij op of omstreeks 9 januari 2015 in de gemeente Eindhoven, in elk geval in
Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het
oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een auto( VW
Touareg, gekentekend [kenteken 1] ), in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende
aan [slachtoffer 5] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte
en/of zijn medeverdachte(n), waarbij verdachte en/of zijn medeverdachte(n)
zich de
toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te
nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van
een
valse sleutel te weten een onbevoegd gebruikte sleutel van die auto;
4.
hij op of omstreeks 19 maart 2015, in elk geval in de maand maart 2015 in de
gemeente
Viersen, in Duitsland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans alleen, in de uitoefening van een beroep of bedrijf opzettelijk
heeft/hebben geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval
opzettelijk aanwezig heeft/hebben gehad (in een pand aan de Eichenerstrasse 29)
een grote hoeveelheid als bedoeld in artikel 11 lid 5 van de Opiumwet, te
weten (in totaal) ongeveer 1707 hennepplanten en/of delen daarvan,
zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst
II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die
wet;(zaak 8)
5.
hij op of omstreeks 7 mei 2015 te Sittard, in de gemeente Sittard-Geleen,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter
uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer 7]
opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, door die [slachtoffer 7] een
kopstoot te geven en/of met een vuist (hard) op/tegen het hoofd te slaan,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(zaak 9)
subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden, dat:
hij op of omstreeks 7 mei 2015 te Sittard, in de gemeente Sittard-Geleen,
openlijk, te weten op of aan de openbare weg, de [adres 2] , in elk geval
op of aan een openbare weg, in vereniging geweld heeft gepleegd tegen (onder
meer) [slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 9] , welk geweld
bestond uit (het met een boksbeugel) slaan en/of trappen/schoppen van die
[slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 9] , terwijl dit slaan
en/of trappen/schoppen voor die [slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 7] en/of
[slachtoffer 9] , enig lichamelijke letsel tengevolge heeft gehad;
6.
Hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2014 tot en met 27 mei 2015 te
Maasbracht, in de gemeente Maasgouw, en/of in de gemeente Roermond en/of in
de gemeente Valkenswaard en/of te Geleen, in de gemeente Sittard-Geleen,
en/of in de gemeente Heerlen en/of te Echt, in de gemeente Echt-Susteren,
en/of te Oisrsbeek, in de gemeente Schinnen, in elk geval in
Nederland en/of te Borgloon, in elk geval in België en/of te Selfkant, in elk
geval in Duitsland heeft deelgenomen aan een organisatie, te weten de leden
van MC Bandidos (chapter Sittard) en/of een
samenwerkingsverband bestaande uit (onder meer) de volgende personen: [verdachte 6]
en/of [verdachte 1] en/of [verdachte 3] en/of [verdachte 9] en/of
[verdachte 13] en/of [verdachte 5] en/of [verdachte 12] en/of [verdachte 7]
en/of [verdachte 11] en/of [verdachte 4] en/of [verdachte 10]
en/of [verdachte 16] en/of [partner verdachte 3]
welke organisatie tot oogmerk heeft/had het plegen van één of meer
misdrij(f)(ven), als bedoeld in artikel 10 derde, vierde en vijfde lid en/of
10a eerste lid en/of artikel 11 derde, vierde en vijfde lid van de Opiumwet,
namelijk:
- het aanwezig hebben en/of telen en/of bereiden en/of bewerken en/of
verwerken en/of verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren
en/of vervaardigen en/of binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland
brengen van (een) middel(en) als bedoeld op de bij de Opiumwet behorende lijst
I, danwel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van de Opiumwet en/of
- het verrichten van voorbereidings- of bevorderingshandelingen gericht op het
telen en/of bereiden en/of bewerken en/of verwerken en/of verkopen en/of
afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren en/of vervaardigen en/of binnen
en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen van (een) middel(en) als
bedoeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, danwel aangewezen krachtens
artikel 3a, vijfde lid van de Opiumwet en/of
- het in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf opzettelijk telen en/of
bereiden en/of bewerken en/of verwerken en/of verkopen en/of afleveren en/of
verstrekken en/of vervoeren van (een) middel(en) als bedoeld op de bij de
Opiumwet behorende lijst II en/of
- van het (van grote hoeveelheden) binnen en/of buiten het grondgebied van
Nederland brengen van (een) middel(en) als bedoeld op de bij de Opiumwet
behorende lijst II;
(vanaf 1 maart 2015 art 11b van de Opiumwet)
(zaak 10A+B)
7.
hij op of omstreeks 27 mei 2015 in de gemeente Roermond opzettelijk aanwezig
heeft gehad ongeveer 255,99 gram, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30
gram hasjiesj, zijnde hasjiesj een middel vermeld op de bij de Opiumwet
behorende lijst II;
(zaak 10b)
8.
De rechtspersoon [naam VOF] ,
op één of meerdere tijdstip(pen),
in of omstreeks de periode van 1 januari 2010 tot en met 14 juni 2014,
(telkens) in de gemeente Roermond en/of (elders) in Nederland,
(telkens) tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
meermalen, althans eenmaal,
(telkens)
a.
van (een) voorwerp(en), te weten een of meerdere geldbedrag(en) tot een totaal
van (ongeveer) Euro 352.671,55 of daaromtrent, althans (telkens) een of
meerdere geldbedrag(en),
de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of
de verplaatsing heeft verborgen en/of verhuld, althans heeft verborgen en/of
verhuld wie de rechthebbende(n) op dat/die voorwerp(en) was/waren, te weten
voornoemd(e) geldbedrag(en) of wie bovenomschreven voorwerp(en), te weten
voornoemd(e) geldbedrag(en), voorhanden had(den),
en/of
b.
voorwerp(en), te weten een of meerdere geldbedrag(en) tot een totaal van
(ongeveer) Euro 352.671,55 of daaromtrent, althans (telkens) een of meerdere
geldbedrag(en),
heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen en/of
heeft omgezet en/of van (een) voorwerp(en), te weten een of meerdere
geldbedrag(en) tot een totaal van (ongeveer) Euro 352.671,55 daaromtrent,
althans (telkens) een of meerdere geldbedrag(en), gebruik heeft gemaakt,
terwijl [naam VOF] , verdachte en/of haar mededader(s) (telkens) wist(en
)dat dat/die voornoemde voorwerp(en)/geldbedrag(en) (telkens) geheel of
gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig(e)
misdrij(f)(ven),
zulks terwijl verdachte en/of haar mededader(s) van het plegen van
voormeld(e) feit(en) een gewoonte heeft/hebben gemaakt,
tot het plegen van welk(e) bovenomschreven strafba(a)r(e) feiten verdachte
(telkens) tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
opdracht heeft gegeven, dan wel aan welke bovenomschreven verboden
gedraging(en) verdachte (telkens) tezamen en in vereniging met (een)
ander(en), althans alleen, (telkens) feitelijke leiding heeft gegeven;
(art. 420bis/ter Wetboek Strafrecht)
en/of(schuldvariant)
De rechtspersoon [naam VOF] ,
op één of meerdere tijdstip(pen),
in of omstreeks de periode van 1 januari 2010 tot en met 14 juni 2014,
(telkens) in de gemeente Roermond en/of (elders) in Nederland,
(telkens) tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
meermalen, althans eenmaal,
(telkens)
a.
van (een) voorwerp(en), te weten een of meerdere geldbedrag(en) tot een totaal
van (ongeveer) Euro 352.671,55 of daaromtrent, althans (telkens) een of
meerdere geldbedrag(en),
de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of
de verplaatsing heeft verborgen en/of verhuld, althans heeft verborgen en/of
verhuld wie de rechthebbende(n) op dat/die voorwerp(en) was/waren, te weten
voornoemd(e) geldbedrag(en) of wie bovenomschreven voorwerp(en), te weten
voornoemd(e) geldbedrag(en), voorhanden had(den),
en/of
b.
voorwerp(en), te weten een of meerdere geldbedrag(en) tot een totaal van
(ongeveer) Euro 352.671 of daaromtrent, althans (telkens) een of meerdere
geldbedrag(en),
heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen en/of
heeft omgezet en/of van (een) voorwerp(en), te weten een of meerdere
geldbedrag(en) tot een totaal van (ongeveer) Euro 352.671,55 daaromtrent,
althans (telkens) een of meerdere geldbedrag(en), gebruik heeft gemaakt,
terwijl [naam VOF] , verdachte en/of haar mededader(s) (telkens)
redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat dat/die voornoemde
voorwerp(en)/geldbedrag(en) (telkens) geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of
middellijk - afkomstig was/waren uit enig(e) misdrij(f)(ven),
tot het plegen van welk(e) bovenomschreven strafba(a)r(e) feiten verdachte
(telkens) tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
opdracht heeft gegeven, dan wel aan welke bovenomschreven verboden
gedraging(en) verdachte (telkens) tezamen en in vereniging met (een)
ander(en), althans alleen, (telkens) feitelijke leiding heeft gegeven;
(art. 420quarter Wetboek van Strafrecht)
subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden, dat:
hij,
op één of meerdere tijdstip(pen),
in of omstreeks de periode van 1 januari 2010 tot en met 16 juni 2014,
(telkens) in de gemeente Roermond en/of (elders) in Nederland,
(telkens) tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
meermalen, althans eenmaal,
(telkens)
a.
van (een) voorwerp(en), te weten een of meerdere geldbedrag(en) tot een totaal
van (ongeveer) Euro 352.671,55 of daaromtrent, althans (telkens) een of
meerdere geldbedrag(en) ten behoeve van de [naam VOF] ,
de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of
de verplaatsing heeft verborgen en/of verhuld, althans heeft verborgen en/of
verhuld wie de rechthebbende(n) op dat/die voorwerp(en) was/waren, te weten
voornoemd(e) geldbedrag(en) of wie bovenomschreven voorwerp(en), te weten
voornoemd(e) geldbedrag(en), voorhanden had(den),
en/of
b.
voorwerp(en), te weten een of meerdere geldbedrag(en) tot een totaal van
(ongeveer) Euro 352.671,55 of daaromtrent, althans (telkens) een of meerdere
geldbedrag(en) ten behoeve van de [naam VOF] ,
heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen en/of
heeft omgezet en/of van (een) voorwerp(en), te weten een of meerdere
geldbedrag(en) tot een totaal van (ongeveer) Euro 352.671,55 of daaromtrent,
althans (telkens) een of meerdere geldbedrag(en), gebruik heeft gemaakt,
terwijl hij, verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) wist(en) dat dat/die
voornoemde voorwerp(en)/geldbedrag(en) (telkens) geheel of gedeeltelijk -
onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig(e) misdrij(f)(ven),
zulks terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) van het plegen van voormeld(e)
feit(en) een gewoonte heeft/hebben gemaakt; (zaak 12A)
(Art. 420bis/ter Wetboek van Strafrecht)
en/of (schuldvariant)
hij,
op één of meerdere tijdstip(pen),
in of omstreeks de periode van 1 januari 2010 tot en met 16 juni 2014,
(telkens) in de gemeente Roermond en/of (elders) in Nederland,
(telkens) tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
meermalen, althans eenmaal,
(telkens)
a.
van (een) voorwerp(en), te weten een of meerdere geldbedrag(en) tot een totaal
van (ongeveer) Euro 352.671,55 of daaromtrent, althans (telkens) een of
meerdere geldbedrag(en) ten behoeve van de [naam VOF] ,
de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of
de verplaatsing heeft verborgen en/of verhuld, althans heeft verborgen en/of
verhuld wie de rechthebbende(n) op dat/die voorwerp(en) was/waren, te weten
voornoemd(e) geldbedrag(en) of wie bovenomschreven voorwerp(en), te weten
voornoemd(e) geldbedrag(en), voorhanden had(den),
en/of
b.
voorwerp(en), te weten een of meerdere geldbedrag(en) tot een totaal van
(ongeveer) Euro 352.671,55 of daaromtrent, althans (telkens) een of meerdere
geldbedrag(en) ten behoeve van de [naam VOF] ,
heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen en/of
heeft omgezet en/of van (een) voorwerp(en), te weten een of meerdere
geldbedrag(en) tot een totaal van (ongeveer) Euro 352.671,55 of daaromtrent,
althans (telkens) een of meerdere geldbedrag(en), gebruik heeft gemaakt,
terwijl hij, verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) redelijkerwijs
moest(en) vermoeden dat dat/die voornoemde voorwerp(en)/geldbedrag(en)
(telkens) geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig
was/waren uit enig(e) misdrij(f)(ven); (zaak 12A)
(Art. 420quater Wetboek van Strafrecht)
9.
hij,
op één of meerdere tijdstip(pen),
in of omstreeks de periode van 27 mei 2009 tot en met 27 mei 2015,
(telkens) in de gemeente Roermond en/of (elders) in Nederland,
(telkens) tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
meermalen, althans eenmaal,
(telkens)
a.
van (een) voorwerp(en), te weten een of meerdere geldbedrag(en) tot een totaal
van (ongeveer) Euro 503.255,86 of daaromtrent, althans (telkens) een of
meerdere geldbedrag(en),
de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of
de verplaatsing heeft verborgen en/of verhuld, althans heeft verborgen en/of
verhuld wie de rechthebbende(n) op dat/die voorwerp(en) was/waren, te weten
voornoemd(e) geldbedrag(en) of wie bovenomschreven voorwerp(en), te weten
voornoemd(e)geldbedrag(en), voorhanden had(den),
en/of
b.
voorwerp(en), te weten een of meerdere geldbedrag(en) tot een totaal van
(ongeveer) Euro 503.255,86 of daaromtrent, althans (telkens) een of meerdere
geldbedrag(en),
heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen en/of
heeft omgezet en/of van (een) voorwerp(en), te weten een of meerdere
geldbedrag(en) tot een totaal van (ongeveer) Euro 503.255,86 of daaromtrent,
althans (telkens) een of meerdere geldbedrag(en), gebruik heeft gemaakt,
terwijl hij, verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) wist(en) dat dat/die
voornoemde voorwerp(en)/geldbedrag(en) (telkens) geheel of gedeeltelijk -
onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig(e) misdrij(f)(ven),
zulks terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) van het plegen van voormeld(e)
feit(en) een gewoonte heeft/hebben gemaakt; (zaak 12B)
(Art. 420bis/ter Wetboek van Strafrecht)
subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden, dat:
hij,
op één of meerdere tijdstip(pen),
in of omstreeks de periode van 27 mei 2009 tot en met 27 mei 2015,
(telkens) in de gemeente Roermond en/of (elders) in Nederland,
(telkens) tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
meermalen, althans eenmaal,
(telkens)
a.
van (een) voorwerp(en), te weten een of meerdere geldbedrag(en) tot een totaal
van (ongeveer) Euro 503.255,86 of daaromtrent, althans (telkens) een of
meerdere geldbedrag(en),
de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of
de verplaatsing heeft verborgen en/of verhuld, althans heeft verborgen en/of
verhuld wie de rechthebbende(n) op dat/die voorwerp(en) was/waren, te weten
voornoemd(e) geldbedrag(en) of wie bovenomschreven voorwerp(en), te weten
voornoemd(e)geldbedrag(en), voorhanden had(den),
en/of
b.
voorwerp(en), te weten een of meerdere geldbedrag(en) tot een totaal van
(ongeveer) Euro 503.255,86 of daaromtrent, althans (telkens) een of meerdere
geldbedrag(en),
heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen en/of
heeft omgezet en/of van (een) voorwerp(en), te weten een of meerdere
geldbedrag(en) tot een totaal van (ongeveer) Euro 503.255,86 of daaromtrent,
althans (telkens) een of meerdere geldbedrag(en), gebruik heeft gemaakt,
terwijl hij, verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) redelijkerwijs
moest(en) vermoeden dat dat/die voornoemde voorwerp(en)/geldbedrag(en)
(telkens) geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig
was/waren uit enig(e) misdrij(f)(ven); (zaak 12B)
(Art. 420quater Wetboek van Strafrecht).
BIJLAGE II: De bewijsmiddelen
Zaakdossier 1: Deelneming aan de criminele organisatie MC Bandidos (chapter Sittard) [1]
De politie heeft onderzoek gedaan naar de oprichting van het Sittardse chapter en relateerde daarover het volgende: [2]
Uit een onderzoek op de internetsite [website] bleek dat op zaterdag 15 maart 2014 de uitreiking probationary colors aan het eerste chapter van de BMC in Nederland, het chapter Sittard, plaatsvond. [verdachte 10] is de president van dit chapter.
Tijdens de doorzoeking in de woning van
[verdachte 13]op de actiedag 27 mei 2015 werd een
geheugenstickaangetroffen. Het proces-verbaal [3] over het vervolgonderzoek aan die geheugenstick vermeldt dat daarop onder meer werden aangetroffen:
 ledenlijsten Bandidos;
 verslagen van vergaderingen van de BMC Sittard;
 financiële registratie, contributie en dergelijke door de leden BMC Sittard;
 financiële registratie betaling maandelijkse contributie aan het ’Mother Chapter Marseille’.
Het proces-verbaal vermeldt verslagen van 1, 8, 14, 21 en 28 januari, 4, 11, 18 en 25 februari, 6, 11, 18 en 25 maart en 1 april. Voorts werd een ongedateerd verslag aangetroffen getiteld ‘Sec meeting 2015 Unna‘.
Op de geheugenstick werden drie kennelijke
ledenlijstenvan de Bandidos MC Sittard aangetroffen. De meest recente ledenlijst vermeldt in totaal 22 namen, waaronder zakelijk weergegeven: [4]
Name
Member
Probationary
Prospect
Hangaround
President
[verdachte 10]
23-08-14
15-03-14
Vice President
[verdachte 1]
23-08-14
15-03-14
Sgt. at Arms
[verdachte 9]
23-08-14
15-03-14
Sec/Treas
[verdachte 7]
23-08-14
15-03-14
Road Captain
[verdachte 2] *
21-06-14
15-03-2014
Member
[verdachte 12]
23-08-14
15-03-14
Member
[verdachte 4]
23-08-14
15-03-14
Member
[verdachte 13] **
21-06-14
15-03-2014
Member
[verdachte 14]
21-06-14
15-03-2014
Member
[verdachte 3]
15-03-14
26-07-2014
Sgt. at Arms
[verdachte 6] **
22-10-14
26-04-2014
04-04-14
Prospect
[verdachte 21] ***
02-02-15
30-04-2014
Hangaround
[verdachte 15] ****
17-12-14
*De rechtbank begrijpt: [verdachte 2] .
** Omstreeks april 2015 volgde [verdachte 13] [verdachte 7] op in de functie van secretary/treasurer. [5]
*** De rechtbank begrijpt: [verdachte 6] .
**** De rechtbank begrijpt: [verdachte 21] .
***** De rechtbank begrijpt: [verdachte 15] .
De eerder genoemde
verslagen [6] op de geheugenstick aangetroffen bij [verdachte 13] beschrijven – zakelijk weergegeven – onder meer de aan/-afwezigheid, contributie, kosten, afspraken en samenvattingen van de ‘meetings’ voor het overige, waaronder:
 Het verslag ‘meeting 28 january’ dat onder meer vermeldt (pg. 331-333): “Afgelopen zaterdag is het een en ander gebeurt met hangaround [hangaround 1] van 81. (…) Zijn in cafes geweest maar staan wel op camera”. Verder vermeldt dit verslag dat iemand heeft verteld dat hij is verzocht om zijn zwijgrecht om te zetten naar een verklaring, maar dat geweigerd omdat zulks de club zou beschadigen omtrent “crim organisatie.”
 Het verslag ‘meeting 18 february’ dat onder meer vermeldt (pg. 321-323): “Doorgegeven aan rood wit einde maart moet duidelijkheid zijn, als weer iets gebeurt gas er op. [7]
 Het verslag ‘meeting 25 maart’ dat onder meer vermeldt (pg. 329-330): “Afgelopen nacht is de cafe van Wilbert afgebrand.” [8]
De verslagen [9] vermelden de volgende
aanwezigen:
 8 8 januari: [15 namen 1] (pg. 310).
 8 28 januari: [19 namen] (pg. 331).
 8 4 februari: [24 namen] (pg. 304).
 8 11 februari: [22 namen] (pg. 314).
 8 18 februari: [18 namen 1] (pg. 321).
 8 25 februari: [15 namen 2] (pg. 326).
 8 11 maart: [18 namen 2] (pg. 317)
 8 18 maart: [17 namen] (pg. 323).
 8 25 maart: [21 namen] (pg. 329).
 8 1 april: [18 namen 3] (pg. 306).
Tijdens de doorzoeking in de woning van
[verdachte 7]werd een
geheugenstickaangetroffen. Het proces-verbaal [10] over het vervolgonderzoek aan die geheugenstick vermeldt dat daarop werd aangetroffen:
 het document Holland regels Bandidos
 communicatie (in de Engelse taal) in nieuwsbrieven waarin melding wordt gemaakt van een conflict met ’HA’ en spanningen met ’81’.
Het document ’
Bandidos MC Sittard Holland – Holland regels’zoals aangetroffen op voornoemde geheugenstick vermeldt onder meer: [11]
 Holland Meeting wordt gehouden op de eerste woensdag van de maand bij chapter Sittard, niet aanwezig zonder reden gaat jas uit tot volgende Holland Meeting;
 vierentwintig uur bereikbaar en binnen half uur tel of sms berichten beantwoorden;
 wordt iemand opgepakt door politie voor wat voor reden dan ook zwijgrecht tot advocaat daar is geweest en uitleg geeft over de situatie.
Op 28 maart 2014 werd in de auto van [verdachte 10] een handboek aangetroffen. [12] Deze ’
Bible of the Bandidos motorcycleclub Europe’beschrijft onder meer (in de Engelse taal) de toelatings- en lidmaatschapsregels (hangaround, prospect, probationary, full membership), contributie, onkostenvergoedingen bij voorlopige hechtenis, vergadering, clubregels, officieren, financiële verplichtingen, patches, nieuwsbrief, bmcmail en geschiedenis. [13]
De politie heeft voorts onderzoek gedaan naar diverse
incidentendie plaatsvonden sinds de oprichting van het Sittardse chapter van de Bandidos MC. Daarover relateert de politie het volgende: [14]
Op 16 maart 2014 vond een granaataanslag plaats op de woning van [verdachte 10] .
Op 22 maart vond wederom een granaataanslag plaats op de woning van [verdachte 10] .
Op 26 maart 2014 vond de sluiting plaats van het clubhuis van de Bandidos in perceel [adres 3] te Geleen op grond van mogelijke ernstige verstoring van de openbare orde vanwege de bewoning door [verdachte 10] . Hierbij werden vier leden van de Bandidos aangehouden waaronder [verdachte 10] . Er werden meerdere vuurwapens en munitie gevonden op het perceel en in personenauto's.
Op 7 mei 2014 vond een granaataanslag plaats op de woning van [verdachte 14] .
Op 15 juni 2014 werd een soort van brandbom tegen de gevel van café [naam café 5] te Echt gegooid. Dit café betreft een locatie waar de Bandidos, chapter Sittard elkaar regelmatig treffen.
Op 29 augustus 2014 vond een verbaal treffen tussen leden van de Bandidos en Hells Angels in Alkmaar plaats. Een fysieke confrontatie tussen beide clubs is door inzet politie voorkomen. Er werden enkele aanhoudingen verricht. Het is verder niet bekend of bij dit treffen leden van de Bandidos, chapter Sittard aanwezig waren.
Op 24 januari 2015, werd door de Hells Angels een bijeenkomst gehouden in café [naam café 3] aan de Markt in Kerkrade. Hierbij waren ook leden van de Red Devils aanwezig.
Op 24 januari 2015 werd door meerdere leden van de OMG Bandidos Sittard een bezoek gebracht aan de ontmoetingsplaats van de Red Devils aan de [adres 2] te Sittard (café [naam café 1] ).
Op 24 januari 2015, na het bezoek aan de [naam café 1] , zijn de leden van de Bandidos door het zuiden van Limburg getrokken waarbij ze meerdere locaties, waarvan bekend is dat er regelmatig leden van de Hells Angels aanwezig zijn, bezochten. Tijdens deze bezoeken worden geen leden van de Hells Angels of Red Devils aangetroffen door de Bandidos.
Op 25 januari 2015 werd gezien dat een grote groep leden van de Hells Angels vanuit het centrum van Kerkrade naar café [naam café 2] te Kerkrade liepen. Bekend is dat de uitbater van café [naam café 2] sympathiseert met de Bandidos en dat er regelmatig leden van de Bandidos daar aanwezig zijn geweest. Nadat de Hells Angels daar weer vertrokken waren, bleken de vier banden van de auto van de uitbater van café [naam café 2] te zijn lek gestoken. Ook was er met een scherp voorwerp twee maal de cijfercombinatie 81 in de lak van de auto gekrast.
Op 16 maart 2015 hield een grote groep leden van de Hells Angels zich provocerend op ter hoogte van de woning van een lid van de Bandidos aan de [adres 4] te Susteren. Na enige tijd vertrok de groep zonder dat er verdere incidenten hadden plaatsgevonden.
Op 25 maart 2015 wordt omstreeks 03.00 uur een brandend projectiel geworpen door de ruit van café [naam café 2] aan de [adres 5] in Kerkrade. Hierdoor ontstaat er een grote brand. In de woning boven het cafégedeelte sliep op dat moment het gezin van de uitbater dat het brandende pand tijdig kon verlaten. Het pand brandde geheel uit. Naar aanleiding van dit incident werd een verdachte op heterdaad aangehouden. Deze verdachte is een bekend lid van de Supportcrew 81, de officiële supportclub van de Hells Angels uit Kerkrade.
Op 7 mei 2015, omstreeks 20.20 uur, werden drie leden van de Red Devils nabij hun ontmoetingsplaats aan de [adres 2] te Sittard zwaar mishandeld door ruim twintig leden van de Bandidos. Eén van de Bandidos wordt bij hun vertrek herkend door de politie als de president [verdachte 10] .
Op 7 mei 2015, omstreeks 23:55 uur, probeerde een grote groep leden van de OMG Bandidos op de Markt in Kerkrade de horecagelegenheden te betreden. Dit werd overal geweigerd.
Op 9 mei 2015 kwam interne politie-informatie binnen dat zich in de late avond rond perceel [adres 6] te Kerkrade (café [naam café 3] ) een grote groep personen verzameld had in de colors van de Hells Angels.
Op 9 mei 2015 kwam interne politie-informatie binnen dat een grote groep Bandidos zich ophield in en rond het pand aan de [adres 7] te Oirsbeek. Dit pand betreft de vestigingsplaats van het bedrijf en de woonplaats van de vice-president van de Bandidos.
Diverse
OVC-verslagen uit de auto van [verdachte 3]vermelden dat [verdachte 3] onder meer het volgende zegt:
2 maart 2015: [15]
Als je eenmaal in een motorclub zit dan, zoals ons, dan moet je voor elkaar door het vuur gaan. (…) Dat begon hier in Nederland, de Bandidos. We waren tien jongens allemaal buitenbeentjes (…) en dan kom je bij elkaar, die allemaal voor mekaar door het vuur gaan. (…) Ik heb schijt aan alles, ik ben 1%-er, ik sta buiten de wet. (…) Als iemand zegt ik kan niet meer zo vaak komen door mijn werk… rot op man werk. Wij zijn 1%, wij staan buiten de wet, wij werken niet. (…) Je moet 24 uur per dag voor je club klaar staan. (…) Wij zijn criminelen, uitschot zijn wij.
20 april 2015: [16]
(…) de oorlog gaat beginnen met rood/wit, die zijn ons vandaag de hele dag aan het zoeken geweest.
14 mei 2015: [17]
Als wij met chapter Sittard ergens knokken, als er in het clubhuis wapens worden gevonden, dat ze dan gewoon zeggen de chapter Sittard is verboden. Maar dan moeten ze wel hard kunnen maken dat het chapter een criminele organisatie is.
Diverse
OVC-verslagen uit de auto van [verdachte 1]vermelden onder meer het volgende:
17 november 2014: [18]
[verdachte 1] heeft geregeld dat ze nu iedere vrijdagavond en eventueel maandagavond kunnen trainen voor het boxen.
[jongste zoon verdachte 1] wil ook blijven voetballen.
Dat sowieso zegt [verdachte 1] , maar als hij dadelijk Chicano wil worden is het wel handig als hij een beetje kan vechten. Als [jongste zoon verdachte 1] komt dan zullen die anderen ook wel denken, die jongen van 15 doet het ons voor, dan komen ook 2-3 Chicano’s trainen.
[verdachte 1] zegt dat ze daar wel achter komen als ze de eerste keer op straat tegen een Rood-Witte aanlopen… dan wordt geknokt… dan komen ze met dikke ogen thuis.
29 oktober 2014 (twee Chicanosleden die het volgende over de Bandidos zeggen): [19]
Ze hebben al backup met de Satudarah en als ze die ook nog kunnen samentrekken, dan hebben we toch een paar clubs, waarmee we toch dadelijk proberen te overheersen. Dan kunnen ze rood-wit uitdrijven. Dat is wel de bedoeling.
13 januari 2015: [20]
[verdachte 1] , [oudste zoon verdachte 1] , [verdachte 6] en [verdachte 11] in de auto.
[verdachte 6] : Zaterdag komt er nog een maat mee… [Bandidos-lid 1] mee.. een stevige jongen… een goeie MMA-vechter, de beste MMA-vechter die België had.
[verdachte 1] : Goed zo, ok.
Bij de doorzoeking in de woning van de verdachte [verdachte 12] werd een iPhone aangetroffen. Op die iPhone bleek een foto van 5 maart 2015 aanwezig, waarop [verdachte 12] was afgebeeld in de colors van de Bandidos en met een
raketwerperop zijn schouder. [21]
Zaakdossier 5: Afpersing [slachtoffer 5] [22]
Verklaring [slachtoffer 5]
Op de actiedag van het onderzoek Kievit (27 mei 2015) werd [23] in opdracht van de rechter-commissaris door twee verbalisanten van de politie als getuige gehoord. Hij verklaarde – zakelijk weergegeven – onder andere over een lening van 10.000 euro die hij tien jaar geleden had verkregen van een man met de roepnaam [verdachte 2] of [verdachte 2] uit Limburg, die hij ontmoet had in de skybox van [naam eigenaar 2] in het PSV stadion.
Eind 2014, begin 2015 kwam [verdachte 2] of [verdachte 2] bij [slachtoffer 5] thuis aan de deur. Hij was samen met een andere man, die enkele momenten later de oprit op kwam lopen. Deze man zag er imponerend uit, hij had tattoos en een breed postuur. Het was omstreeks tien uur ’s avonds. [verdachte 2] vertelde dat hij voor het geld kwam dat hij [slachtoffer 5] geleend had in het PSV stadion. Op dat moment kwam die andere man de oprit op gelopen. [slachtoffer 5] hoorde dat hij tegen die [verdachte 2] zei: ‘Hee hoe staat het er mee’. [verdachte 2] vertelde [slachtoffer 5] dat hij het geld nu of een dag later terug moest betalen. Hij noemde geen bedrag. [slachtoffer 5] vertelde hem dat hij dat zo snel niet kon betalen. [slachtoffer 5] auto, de Volkswagen Touareg, stond op dat moment op zijn oprit. [verdachte 2] vroeg aan [slachtoffer 5] of deze auto van hem was, wat [slachtoffer 5] bevestigde it. De man met de tattoos kwam op dat moment heel dicht tegen hem aan staan en vroeg hem om de sleutels van de Volkswagen. Deze man ging heel dicht tegen [slachtoffer 5] aan staan waardoor hij heel erg bang werd. De manier waarop hij bijna tegen hem aan stond was erg bedreigend en hij was echt bang.
De verbalisanten merken vervolgens op dat [slachtoffer 5] voordoet hoe dicht de man tegen hem aan stond. Zij zien dat [slachtoffer 5] emotioneel wordt.
[slachtoffer 5] verklaart vervolgens verder – zakelijk weergegeven – dat hij de autosleutels niet wilde geven, maar hij werd door het intimiderende gedag van de man met de tattoos die dicht tegen hem aan stond zo bang dat hij naar binnen liep om de sleutels te pakken. Hij dacht dat, als hij de sleutels niet zou geven, hem iets zou worden aangedaan. [slachtoffer 5] heeft vervolgens de autosleutels aan [verdachte 2] gegeven. [verdachte 2] stapte in de auto en reed er mee weg. Een week later (opmerking rechtbank: 9 januari 2015) ontving [slachtoffer 5] via de post een vrijwaring van de auto.
[slachtoffer 5] heeft verder verklaard dat hij de Volkswagen Touareg met het kenteken [kenteken 1] pas een half jaar in bezit had. Daarvoor had hij een Mercedes type 200.
Verklaring verdachte
Verdachte [verdachte 2]heeft ter terechtzitting van 13 april 2021 als volgt verklaard:
Ik ben inderdaad bij [slachtoffer 5] aan de deur geweest in verband met een verstrekte lening van 10.000 euro. In eerste instantie stond ik alleen voor de deur en was er niemand anders bij. Een tijd later is er nog wel een andere man bijgekomen. Dat was de man die wordt omschreven als de man met de tatoeages.
(...)
Ik ben tijdens het gesprek in de deuropening blijven staan en heb gevraagd hoe wij het zouden gaan oplossen zodat ik mijn geld terugkreeg. Toen zei [slachtoffer 5] dat hij het geld niet had. Vervolgens vroeg ik naar de auto en de waarde daarvan.
(…)
[slachtoffer 5] vond het niet leuk om de auto te geven, maar hij vond het ook niet leuk om te betalen. Volgens mij ben ik buiten blijven staan toen [slachtoffer 5] de autosleutels heeft gehaald. De andere man is ook buiten gebleven. [slachtoffer 5] ging de autosleutels en autopapieren pakken. Je kunt immers de auto niet op je naam overschrijven zonder die papieren.
[slachtoffer 5] vroeg eerst nog om uitstel van betaling, maar het was de zoveelste keer dus ik vroeg om onmiddellijke betaling of iets anders zodat het af kwam. Volgens mij heb ik de sleutels aangenomen. Ik ben zelf met de auto weggereden en de andere man ging met onze auto terug. Het was geen aangekondigd bezoek.
Zaakdossier 8: Hennepplantage Duitsland [24]
Het vertaalde dossier van de Duitse politie bevat een “
verslag van politieactie en opsporingsonderzoek” van
KriminalhauptkommissarMeiners en dat vermeldt onder meer het volgende: [25]
Op 18 maart 2015 tegen 13.30 uur deelde de getuige [getuige 6] mede dat hij en de heer [getuige 7] , bedrijfsleider van de firma [bedrijf getuige 7] , [adres 1] te Schwalmtal, het vermoeden hadden dat in een verpachte hal aldaar een cannabisplantage zou kunnen worden geëxploiteerd. Om 20.30 uur kwam ik zelf bij het object aan.
Tegen 00:10 uur werd eerst per videobewaking en korte tijd later door mij vastgesteld dat de poort werd geopend, personen naar buiten kwamen en twee voertuigen uit de hal reden. Nadat de schuifdeur was gesloten, reden beide voertuigen met daarin een onbekend aantal personen in de richting van de [adres 8] weg. Op dat moment werd het ingrijpen vrijgegeven. Beide voertuigen konden nog vóór het verlaten van het terrein op de toerit naar de toegangspoort [adres 8] worden tegengehouden. Beide bestuurders en drie inzittenden in de bestelbus (Transporter) en een bijrijder in de BMW (…) waren aangehouden.
BMW, 7-serie, type 701, [kenteken 11] , eerste registratie kenteken 22-12-2009, houder van het voertuig en bestuurder [getuige 8] ; bijrijder [betrokkene 6] .
VW T5, bestelbus, type 7 HC, eerste registratie kenteken 16-06-2010, houder van het voertuig [getuige 8] ; bestuurder [getuige 9] , bijrijder [betrokkene 7] , inzittenden [verdachte 13] en [betrokkene 8] .
Tegen 00:40 uur openden wij de middelste schuifdeur. In het achterste gedeelte van de hal bevinden zich drie ruimtes die naderhand overwegend van hout zijn opgericht. In plantageruimte 1 bevinden zich 588 cannabisplanten die tussen 10 en 20 cm groot zijn. De planten werden naar het schijnt pas kort geleden, vermoedelijk in de loop van de avond, in de plantageruimte gebracht. In plantageruimte 2 staan 546 cannabisplanten met een grootte tussen 70 en 90 cm. Een oogst heeft waarschijnlijk binnenkort op het programma gestaan. In plantageruimte 3 stonden 575 jonge cannabisplanten en 162 reeds in kleine bloempotten overgeplante cannabisplanten.
Een deel van de hennep werd in beslag genomen [26] en positief
getestop de aanwezigheid van THC. [27]
[getuige 8]verklaarde op 2 juni 2015 – zakelijk weergegeven – onder meer als volgt: [28]
De heer [getuige 9] en ik hebben eind 2014 contact met ene heer [verdachte 19] uit Roermond gehad. Dat is de senior. Een van zijn zonen zou bij de Bandidos in Nederland een hogere functie bekleden. Door senior [verdachte 19] werd ons toen aangeboden dat wanneer wij een hal zouden kunnen regelen, dat men daar dan een cannabisplantage zou kunnen installeren, waarmee wij dan vakkundig niets meer te maken zouden hebben. Via [betrokkene 9] zijn we toen bij de hal in Waldniel gekomen.
Toen wij de hal dan hadden, hebben wij vervolgens de heer [verdachte 2] junior, de voornaam schiet me nu niet te binnen, de senior heet van voornaam [verdachte 19] . De senior [verdachte 19] is overigens ook huurder van de hal tegenover mijn hal, vermoedelijk de hal [adres 11] .
We hebben junior [verdachte 2] dan de hal laten zien en hij heeft deze goed bevonden. Hij heeft ons vervolgens de instructie gegeven dat er in de hal allereerst twee boxen in droogbouw moeten worden gemaakt, dit was ca. begin november. [getuige 9] en mij heeft men toen ongeveer € 25.000 per maand in het vooruitzicht gesteld. Een teelt zou ongeveer 12 weken duren en dan zouden wij 75.000 krijgen. Toen de eerste hal, de achterste, klaar was, kwamen vervolgens Nederlandse mensen die de inrichting completeerden. Wij moesten de Nederlanders toen kennelijk altijd afhalen. [verdachte 13] werd vóór de aanhouding ook eens bij [betrokkene 9] afgehaald. Het waren ook vaak wisselende mensen, namen kan ik zoals gezegd niet noemen. (…)
Senior had in principe het idee en heeft dit alles aan het rollen gebracht, hij zou een zakenpartner hebben die zich om alles zou bekommeren. En op mijn latere vraag, wie dan de zakenpartner is, gaf hij aan dat dit zijn zoon was.
Junior heeft zich ook alleen maar in het begin in Waldniel laten zien, nadat dan de planten in de hal waren heeft die zich ook niet meer laten zien. Senior heeft ook een expeditiebedrijf in Roermond op zijn naam.
Ik had later ook het gevoel dat wij slechts kleine raadjes in een groot bedrijf waren, waarin erg veel werd omgezet. Wij hadden geen contactgegevens van junior gekregen. Ook van [verdachte 13] hadden wij geen gsm-nummers. Wij hebben elkaar ongeveer zo om de drie, vier dagen ontmoet en telkens de termijn voor de volgende ontmoeting vastgesteld.
Ergens eind december was dan alles klaar en [verdachte 13] was er de eerste keer. In de eerste week van januari hebben we een test run voor de verlichting en ventilatie gedaan. In de tweede hele week kwamen dan de stekjes die vervolgens in beide boxen werden ingebracht. Vanaf dan hebben wij [verdachte 13] dan aanvankelijk om de twee dagen en iets later om de drie tot vier dagen afgehaald. Hij heeft zich toen om de plantenteelt bekommerd. De stekjes zijn via [verdachte 13] aangeleverd.
U vraagt mij naar het huren van een aanhangwagen met dekzeil. Hiermee hebben we de potgrond in Nederland gehaald. Dat was allemaal door [verdachte 13] georganiseerd. Wij hoefden niets te betalen. Daar stonden ook veel voorwerpen die ook in de plantage in Waldniel waren. [getuige 9] was daar eerder al eens met junior.
Ik ben na de eerste contacten te weten gekomen dat [verdachte 2] [onleesbaar woord] (
de rechtbank begrijpt uit de originele Duitse tekst dat dit moet zijn: Jr) bij de Bandidos zou zijn geweest.
[getuige 8]verklaarde op 6 augustus 2015 verder – zakelijk weergegeven – onder meer als volgt: [29]
Ik heb [verdachte 19] senior in september 2014 via een kennis, die in de amfetaminehandel met [verdachte 19] senior actief was, leren kennen. (…)
Bij een
fotoconfrontatie [30] tijdens dit verhoor herkende [getuige 8] [verdachte 13] , [verdachte 2] en [verdachte 6] (door [getuige 8] “ [verdachte 6] ” genoemd). Daarover verklaarde hij onder meer het volgende:
Voor [verdachte 6] (de rechtbank begrijpt: [verdachte 6] ) ben ik bang. Ons werd ook verteld dat die een professionele cagefighter is. [verdachte 6] had eens verteld dat hij deze zomer wegens drugs naar de gevangenis moet. [verdachte 6] zou volgens [verdachte 2] een hogere functie bij de Bandidos hebben. Ik ben werkelijk bang voor hem, hiervóór heeft junior ook eens verteld dat als mensen die niet puur zijn, hij deze ook wel eens met boormachines of dergelijke aanpakt. En ik heb een zoon en senior [verdachte 19] kende mijn adres. Ik voelde me niet direct bedreigd, was nu eenmaal bang voor de Bandidos. Ik had die ook eens met hun motorjack gezien. Ik had de indruk dat [verdachte 6] het voor het zeggen had en [verdachte 2] daaronder stond en [verdachte 13] de soldaat was. [verdachte 2] heeft [verdachte 13] ook eens goed lang gemaakt.
Het liep in de regel altijd via senior. Die heeft dan de afspraken met [verdachte 2] gemaakt. Onze contactpersoon was primair junior, nadat senior hem aan ons had voorgesteld. Met junior had ik de eerste keer een ontmoeting in Roermond, toen was ook [verdachte 6] hierbij aanwezig. Daarna heb ik [verdachte 6] nog ongeveer 6 tot 7 keer ontmoet. Hij was ook eens in de hal in Waldniel. Toen was de eerste box gebouwd en de tweede in aanbouw. Er was nog geen box in werking. Nadat de eerste planten erin waren, hebben noch de [achternaam verdachte 2 en 19] 's noch [verdachte 6] zich daar laten zien.
Er vond slechts één oogst plaats. Dat waren de planten uit de - vanuit de ingang gezien - eerste box. Het waren 588 cannabisplanten. Hiervoor hebben we € 16.000 gekregen. Dit ook, omdat de planten ongeveer één week te vroeg eruit werden gehaald. De oogst heeft [verdachte 13] met de bus weggereden. Wij waren er niet bij, wij moesten ook niet weten, waar de oogst naartoe ging. Het was een "natte oogst.”
[getuige 9] en ik hebben voor de eerste plantage samen € 16.000 gekregen. Dat kwam van junior.
[getuige 9]verklaarde op 11 juni 2015 – zakelijk weergegeven – onder meer het volgende: [31]
Eind 2014 ben ik via de heer [getuige 8] in contact gekomen met een Nederlander die ik alleen onder de naam senior ken. Senior heeft ons toen gevraagd, of wij niet interesse in het telen van cannabis hadden. [getuige 8] en ik hebben toen rondgekeken. (…) De heer [betrokkene 9] heeft ons toen aangeboden om een door hen gehuurde hal over te nemen. (…)
Dat was dan de hal die ik dan ook heb gehuurd. Wij zijn toen de hal nogmaals met senior gaan bekijken om te zien, of deze in orde was. Senior heeft toen aan het einde ook ingestemd, maar hij moest nog eens met junior praten, opdat hij ook met ons kon spreken. Een week later hebben we toen junior ontmoet en alles besproken en één, twee dagen later hebben we elkaar toen nogmaals allemaal ontmoet, dat waren senior, junior, de heer [getuige 8] en ik. Junior heeft toen ook gezegd dat het een goede hal is, wilde dan nog met andere mensen, die beter op de hoogte zouden zijn, spreken en wilde ons dan vertellen, hoe we doorgaan. Begin januari hebben we dan de info gekregen, wat we zouden moeten bouwen en uitgerekend, wat we hiervoor nodig zouden hebben, de spullen besteld c.q. gekocht en zijn begonnen met het bouwen van deze ruimtes in de hal. (…)
Toen we die bijna klaar hadden, heeft senior contact met de heer [getuige 8] opgenomen en hem medegedeeld dat er twee Nederlanders zouden komen en binnen daarin alles zo zouden inrichten dat wij zouden kunnen starten. (..)
Dan werd ons door senior een nieuwe Nederlander aan ons voorgesteld, die heette [verdachte 13] , hij moest zich om de planten, de teelt en al het andere bekommeren. Die was toen eens met ons in deze hal en heeft dit ook allemaal bekeken en heeft toen op deze zekeringen kast iets ingesteld, vermoedelijk wanneer de lampen aan- en uitgaan. Daarna heeft hij een test run uitgevoerd en alles heeft gefunctioneerd. [verdachte 13] heeft me toen ook verteld dat ik twee dagen later junior moest ontmoeten om de potgrond op te halen. Dit heb ik ook gedaan. (…) We hebben de Transporter volgeladen, het was een pallet, en zijn hiermee naar de hal teruggereden. We hebben de zakken direct gelost en hebben nog een pallet gehaald. Junior was bij deze twee ritten aanwezig. Het magazijn kan ik niet laten zien, ik zou de weg niet meer vinden. De volgende dag heb ik met de heer [getuige 8] nog drie pallets gehaald. Deze keer echter niet uit de garage, maar uit een hal op hetzelfde garageplein. Daar waren dan ook nog veel andere voorwerpen opgeslagen die men voor het runnen van een plantage nodig heeft, mest en slangen. Wij hebben de spullen vervolgens naar de hal gebracht en hebben een, twee dagen later senior en junior ontmoet om af te spreken, hoe het verder gaat. Dat was medio tot eind januari. Op maandag hebben we toen [verdachte 13] in Roermond ontmoet. [verdachte 13] had de stekjes en de mest bij zich. (…)
[Drie dagen later] was ik bij de heer [getuige 8] thuis. Hij zei toen ook tegen me dat de eerste ruimte al met planten was bevoorraad. Dit was de achterste ruimte die aan de voorgroeiruimte grensde. De tweede ruimte zou dan ook in de dagen hierna worden bevoorraad. Wie de eerste ruimte heeft bevoorraad, weet ik dus niet precies. De tweede ruimte hebben [getuige 8] , [verdachte 13] en ik bevoorraad. Wij hebben [verdachte 13] toen regelmatig afgehaald, zodat hij zich om de plantengroei kon bekommeren (water geven, bemesten...). [verdachte 13] heeft hiervoor ook altijd alles meegebracht. (…)
Het liep eigenlijk allemaal zover goed, tot zo omstreeks 10 maart [verdachte 13] mededeelde dat er aan de planten een aantasting door ongedierte is en hij dit met junior moet bespreken. (…)
[getuige 9]verklaarde op 12 augustus 2015 verder – zakelijk weergegeven –onder meer als volgt: [32]
Er heeft een oogst plaatsgevonden. Deze werd met de Transporter van [getuige 8] door [verdachte 13] weggereden. Waar naartoe kan ik niet zeggen, maar in ieder geval naar Nederland. (…) Geoogst hebben [getuige 8] , [verdachte 13] en ik.
Bij een
fotoconfrontatietijdens dit verhoor herkende [getuige 9] [verdachte 13] , [verdachte 6] (“ [verdachte 6] ” genoemd) en [verdachte 2] . Daarover verklaarde hij onder meer als volgt:
[verdachte 6] (de rechtbank begrijpt: [verdachte 6] ) heb ik in het begin twee keer gezien. Eén keer was ook senior erbij, anders altijd junior. [verdachte 6] was ervoor verantwoordelijk, mensen te organiseren die de technische uitrusting van de plantage leveren. (…) De technische uitrusting heeft junior een keer met de bus van [getuige 8] geleverd. (…) Van [verdachte 6] weet ik alleen dat hij oorspronkelijk uit België afkomstig zou zijn. Ik weet dat hij bij de Bandidos als sergeant actief is. Wij noemden hem altijd Belg. Hij sprak Nederlands. (…) Het was zo dat [verdachte 13] altijd [verdachte 6] moest vragen. Of junior en [verdachte 6] op gelijke met elkaar voet stonden, kan ik niet zeggen, alleen maar vermoeden, omdat junior [verdachte 6] altijd heeft gevraagd. (…) (…) [getuige 8] vertelde mij dat hij rond 14.000 euro heeft gekregen. Mij heeft hij hiervoor 4.000 euro gegeven. (…) Het is juist dat als wij over senior en junior spreken, wij over vader en zoon [achternaam verdachte 2 en 19] spreken.
Getuige
[getuige 10]verklaarde – zakelijk weergegeven – onder meer het volgende: [33]
Ik ben eigenaar van meerdere loodsen op de [adres 9] te Swalmen, te weten perceel [nummer 1] tot en met [nummer 2] .
De loods aan de [adres 10] te Swalmen was sinds 10 oktober 2014 verhuurd aan [getuige 8] .
De loods aan de aan de [adres 11] was sinds 1 september 2011 verhuurd aan de firma [naam VOF] , vertegenwoordigd door [verdachte 2] . De verlengingen van het huurcontract zijn getekend door [verdachte 19] .
Per 31 december 2013 werd de loods opgezegd door [verdachte 19] senior. We hebben toen een mondelinge afspraak gemaakt dat hij de loods mocht blijven gebruiken tegen betaling van de vaste kosten. Als ik dan de loods verhuurd zou krijgen zou hij binnen een week eruit zijn. Hij, [verdachte 19] senior, heeft mij vervolgens 100 euro per maand contant overhandigd. Dus vanaf 1 januari 2014 tot heden betaald [verdachte 19] senior mij elke maand 100 euro huur voor de loods. Per kwartaal brengt [verdachte 19] senior mij het geld. Ik overhandig hem dan hiervan een kwitantie.
In de loodsen aan de [adres 10] en [adres 11] te Swalmen vonden op 27 mei 2015 ook
doorzoekingenplaats. Het proces-verbaal van doorzoeking vermeldt – zakelijk weergegeven – onder meer het volgende: [34]
In de loods [adres 10] (gehuurd door [getuige 8] , rb.) werd een aantal lege dozen aangetroffen. In één van de dozen bij de achterwand van de loods heeft volgens het label een luchtfilter van het merk en type CAN Lite 2500 gezeten. Dit merk en type komt overeen met de luchtfilters die zijn aangetroffen in loods [adres 11] (gehuurd door [naam VOF] ). Bij de achterwand van de loods lag tevens een doos waar volgens het label een zaagmachine van het merk en type Makita MLS100 in heeft gezeten. Een nieuwe zaagmachine van hetzelfde type werd aangetroffen in loods [adres 11] .
In de loods [adres 11] werden materialen gevonden die gebruikt kunnen worden voor het inrichten van een hennepplantage. Daarnaast werden in [adres 11] een gele raceauto en een aantal autobanden aangetroffen. De auto betrof een gele BMW 3-serie met als opschrift " [bedrijf getuige 8] ."
Een
OVC-opnamevan een gesprek tussen [verdachte 4] en [verdachte 3] op 28 maart 2015 in de auto [kenteken 12] ( [verdachte 3] ) vermeldt – zakelijk weergegeven – onder meer het volgende:
[verdachte 3] : Heb jij dat gehoord dat [verdachte 13] gevat is in Duitsland die hadden ook een hok van 1100 planten, [verdachte 2] , [verdachte 6] , [verdachte 13] . Hebben ze die (…) komt [verdachte 13] daar net naar buiten gelopen, pakken ze hem op, konden ze niet bewijzen dat hij daar vandaan kwam, van dat hok af. Maar dat hok is wel gepakt. (…) Die hadden wel al een keer gedraaid, die hadden de kosten er wel uit.
Zaakdossier 9: Openlijke geweldpleging Sittard [35]
Gebeurtenissen 24 januari 2015
Op 25 januari 2015 deed [getuige 11]
aangiftevan bedreiging. Zij verklaarde – zakelijk weergegeven – onder meer het volgende: [36]
Ik ben eigenaresse van café [naam café 1] aan de [adres 2] te Sittard en als zodanig wil ik aangifte doen van bedreiging tegen [verdachte 10] en 6 andere leden van de OMG Bandidos.
Op zaterdag 24 januari 2015 was ik werkzaam in mijn café. Omstreeks 20.55 uur zag ik dat [verdachte 10] binnenkwam, gevolgd door 6 andere motorclubleden van de Bandidos. Ik hoorde dat [verdachte 10] aan mij vroeg waar een bepaald persoon was. Ik wist niet waar hij het over had. Ik hoorde dat [verdachte 10] tegen mij zei: “Jij vindt wel een manier om dit door te geven.” (…) Ik zag dat hij opstond van de bar en naar de uitgang van mijn café liep. Ik hoorde dat [verdachte 10] , terwijl hij mij heel dreigend aankeek, tegen mij zei: “Ik kom wanneer ik dat wil, daar heeft niemand iets mee te maken en niemand houdt mij tegen. (…) Dit café ga ik sluiten, daar zorg ik persoonlijk voor. Hier komt geen rood/wit meer naar binnen.” De toon waarop [verdachte 10] tegen mij sprak en de manier waarop hij naar mij keek, waren heel bedreigend, intimiderend en bijzonder beangstigend. Hierna liepen ze naar buiten.
[verdachte 10] bedoelde alle clubs die vallen onder rood/wit, zoals de Red Devils en Support. Deze laatste komen wel eens in mijn café. Ik ben heel erg bang voor [verdachte 10] en de overige motorclubleden. Ik ken hun bijzonder gewelddadige karakter.
Bij analyse van de
camerabeeldenvan 24 januari 2015 werden achtereenvolgens van de groep van 7 personen herkend: [verdachte 10] , [Bandidos-lid 1] , [verdachte 12] , [verdachte 13] , [verdachte 15] , [verdachte 3] en [verdachte 9] , met uitzondering van [Bandidos-lid 1] en [verdachte 15] allen in Bandidos full colors. [37]
In de vroege ochtend van 24 januari 2015 had zich in
café [naam café 6]te Brunssum een vechtpartij voorgedaan waarbij [Bandidos-lid 2] , bij de politie ambtshalve bekend met banden met de Bandidos, zou zijn overmeesterd door klanten. In een gesprek met de politie verklaarde uitbater [getuige 12] dat:
  • [Bandidos-lid 2] de volgende dag met acht Bandidos, waaronder de president en allen gekleed in full colors, in de zaak was geweest;
  • het gesprek met de president er in grote lijnen op neer kwam dat ze van een Bandidos lid moesten afbleven en dat ze wilden weten wie de politie had gebeld.
Nadien bevestigde [getuige 12] dat een en ander impact heeft gehad, met de woorden: “Ja, dat is altijd schrikken geblazen als zoiets naar binnen komt. Niet alleen ik ben geschrokken, maar ook de klanten.” [39]
Een
tapverslagvan een telefoongesprek tussen [verdachte 10] en [verdachte 3] vermeldt onder meer het volgende: [40]
24 januari 2015, 18.15 uur
[verdachte 3] wordt gebeld door [verdachte 10]
vraagt [verdachte 3] om naar hem toe te komen met de colors aan.
De
peilbakengegevensvan de Opel Vectra [kenteken 12] van [verdachte 3] melden een stop in de straat [adres 12] te Nieuwstad, waar de woning van [verdachte 10] is gelegen, op 24 januari 2015 van 20.24 tot 20.27 uur. [41]
OVC-verslagenvan gesprekken in de auto van [verdachte 3] van 24 januari 2015 vermelden onder meer het volgende: [42]
20.26
uur
[verdachte 3] , [verdachte 9] en [verdachte 12] in het voertuig.
[verdachte 9] had gezegd dat ze vanavond gingen knokken.
(...)
[verdachte 9] zegt dat ze even moeten wachten, want die moeten even jongens inladen. [verdachte 6] en [Bandidos-lid 1] . Die hebben daar de auto staan.
20.28
uur
[verdachte 9] : Die had hem goed geraakt jong. Het hele t-shirt had hij onder het bloed
[verdachte 3] : En waar is dat gebeurd?
[verdachte 9] : Bij hem in het café in de straat… Kijk, we gaan eerst naar Sittard. Daar zitten ze meestal. Dan hebben we er tenminste een stuk of drie, vier. En als daar niemand is, dan gaan we daar naar dat café toe. Dan stappen we daar naar binnen.
20.32
uur
[verdachte 9] zegt dat hij een kogelwerend vest aan heeft; een steekvest.
20.33
uur
[verdachte 9] : Die ouwe van mij, jongen die is ook gek. Die gaat ook te keer hè jong.
[verdachte 12] : Hij was vanmiddag al helemaal opgeladen.
20.4
uur
Portier gaat open.
[verdachte 9] : Kom [verdachte 12] (fon)… dan gaat het feest beginnen.
20.41
uur
[verdachte 9] : We zetten hem hier op de parkeerplaats.
[verdachte 12] : Cafe de [naam café 1] . Ken je dat?
[verdachte 9] : Ja, daar gaan we nu naar toe.
[verdachte 3] : Oh ik heb er zin in.
[verdachte 9] : Ik ook.
[verdachte 12] : Dan is het café [naam café 4]
Ze stappen uit
20.45
uur
[verdachte 3] , [verdachte 9] en [verdachte 12] in het voertuig.
Personen stappen in het voertuig.
[verdachte 9] : Is dat dat ‘wijf’ van die café?
[verdachte 12] : Ja dat is de eigenaar en die gaat nu met de president van de Red Devils.
20.48
uur
[verdachte 9] : Haal tassen leeg. Ik heb ook al niets erin. Alleen mijn rijbewijs heb ik erin, voor als ze ons snappen. Dan kunnen ze zien wie ik ben, dan hoef ik tenminste niets te zeggen… Als wij een kloppartij hebben.
[verdachte 3] : Oh ik heb er zin in hey.
[verdachte 9] : Morgen staat zoiets erin: Bandidos jagen op Hells Angels.
[verdachte 3] : Ja, de oorlog is uitgebroken.
(…)
20.57
uur
[verdachte 3] , [verdachte 9] en [verdachte 12] in het voertuig.
Op de achtergrond is de stem van [verdachte 10] te horen.
[verdachte 10] rijdt voorop en [verdachte 3] rijdt erachter aan.
[verdachte 3] : Waar is [Bandidos-lid 2] nu dan?
[verdachte 9] : [Bandidos-lid 2] is thuis, die gaan we nu ophalen.
Ze moeten naar Hoensbroek, maar [verdachte 3] weet de weg niet. [verdachte 9] moet hem een beetje sturen. [verdachte 9] zegt dat hij road captain is en ze lachen.
20.58
uur
[verdachte 3] : Die lange weet ervan.
21
uur
[verdachte 9] : Als er ene zit, dan laten we [Bandidos-lid 1] even… Dan heeft die (ntv) zijn color.
De
peilbakengegevensvan de Opel Vectra [kenteken 12] van [verdachte 3] twee stops:
  • om 21.14 uur aan de [adres 13] Brunssum, welke straat grenst aan de [adres 14] te Heerlen, alwaar [Bandidos-lid 2] woonachtig is;
  • om 21.21 uur (tot 21.32 uur) aan de [adres 15] te Brunssum, alwaar café [naam café 6] is gevestigd.
De
OVC-verslagenvan gesprekken in de auto van [verdachte 3] van
24 januari 2015vermelden verder onder meer het volgende: [44]
21.31
uur
[verdachte 3] , [verdachte 12] , Jan en [verdachte 15] in het voertuig.
[verdachte 3] zegt dat hij ze toch zo graag had willen zien vandaag.
[verdachte 12] zegt dat die [naam 1] daar voor 100% zit.
[verdachte 15] vraag of ze die ook door gaan halen.
21.36
uur
[Bandidos-lid 2] vraagt waar ze naar toe gaan.
[verdachte 12] zegt naar [naam 2] (klinkt als).
21.37
uur
[verdachte 3] hoopt dat er hier een of twee zitten. Het liefst 20, zodat ze met acht man twintig man afslaan.
[verdachte 15] zegt dat ze dat maar even lekker goed door krijgen.
21.39
uur
Parkeren auto en stappen uit.
21.54
uur
[verdachte 3] , [verdachte 12] , [Bandidos-lid 2] en [verdachte 15] in het voertuig.
[verdachte 15] vloekt.
[verdachte 3] zegt dat ze misschien ergens een feest hebben.
[verdachte 15] zegt dat die ook wel weten dat stront aan de knikker is.
21.57
uur
[verdachte 3] : Kan je zien, waar die Hells Angels altijd uithangen, in die cafeetjes… Wat een ballententen.
[verdachte 15] : Daar kunnen ze de man spelen. Ohhh Hells Angel ohhh.
22.05
uur
[verdachte 15] zegt dat het erop lijkt alsof iedereen gewoon thuis gebleven is.
22.09
uur
[verdachte 15] : Dan donderdag maar he.
[verdachte 3] : Die vangen we nog wel.
22.13
uur
Gesprek over café waar ze net waren.
Daar werd gevraagd: met colortjes aan?
[verdachte 3] zegt dat ze eigenlijk hadden moeten zeggen dat ze kwamen incasseren.
[verdachte 15] : (lacht) dagopbrengst, weekopbrengst.
[verdachte 3] : 1500 per maand is zat. Zo pakken we een stuk of tien kroegjes.
(…)
[verdachte 15] : Bij die eerste café al. Heeft dat kutwijf van die Red Devils meteen een sms-bom eruit gegooid. Iedereen binnen blijven jongens (lacht).
22.17
uur
[verdachte 3] zegt dat ze vanavond eigenlijk in elk café een of twee hadden moeten treffen.
En die allemaal op de bek pompen vindt [verdachte 15] .
Openlijke geweldpleging 7 mei 2015: café [naam café 1] Sittard.
Op 7 mei 2015 omstreeks 20.20 uur meldde [getuige 11] (de rechtbank begrijpt: de uitbaatster van café [naam café 1] te Sittard) bij
112dat er Bandidos bij haar café waren. Omstreeks 20.32 uur meldde ene [getuige 13] dat er op de [adres 2] twee of drie mensen in elkaar getrapt werden door een hele groep mensen. [45]
De
politieging ter plekke en relateerde – zakelijk weergegeven – onder meer het volgende: [46]
Wij zagen dat ongeveer 15 “full color” Bandidos bij het zien van ons dienstvoertuig in auto’s stapten. Voor het café [naam café 1] zagen wij – naar later bleek – [slachtoffer 7] en [slachtoffer 8] op de grond zitten, met diverse verwondingen in het gelaat. In de sporthal trof ik [verbalisant] tevens [slachtoffer 9] aan, eveneens met verwondingen in het gelaat. Alle drie de betrokkenen verklaarden dat zij waren mishandeld door enkele leden van de Bandidos en dat zij “ [bijnaam verdachte 10] ” te weten [verdachte 10] hadden herkend. Zij gaven aan dat [verdachte 10] tegen hen zei: “Wat moeten jullie hier? Dit is Bandidos gebied.”
[slachtoffer 7] deed op 8 mei 2015
aangifteen verklaarde – zakelijk weergegeven – onder meer als volgt: [47]
Ik wil aangifte doen van openlijke geweldpleging dan wel mishandeling door meerdere personen. Ik was gisterenavond donderdag 7 mei 2015 rond 20:30 uur bij de [naam café 1] in Sittard. Dat is een café aan de [adres 2] in Sittard. Ik kwam aanrijden met de motor. Dat waren twee vrienden en ik. (…)
Op de [adres 2] bij de parkeerplaats zagen wij vijftien tot twintig Bandidos staan in de straat. (…) Ik herkende twee personen van de Bandidos. Dit waren [verdachte 10] , de president van de Bandidos, en een andere man. (…) Ik reed met een hesje, zonder clubkenmerken. Mijn vrienden hadden beiden een prospect color van de Red Devils met daarop South Border. De Red Devils is een wereldwijde supportclub van de Hells Angels. (…) Op mijn hesje staat alleen een support badge van de South East club uit Weert. (…)
[verdachte 10] heeft een tijd terug, ik denk een maand of twee, drie geleden gezegd dat Sittard zijn stad is. (…) [verdachte 10] zei dat zodra er Rood-Wit te zien zou zijn in Sittard, hij de [naam café 1] letterlijk zou sluiten. (…)
We deden onze helmen af en zetten onze motoren af. Ik stond daar en ik zag en hoorde [verdachte 10] aankomen. Ik hoorde hem schreeuwen. (…) Ik hoorde dat hij opgefokt was. Hij maakt allerlei wilde bewegingen met zijn armen. Ik hoorde dat hij stamelde. Ik hoorde hem zeggen: "Ik heb jullie gewaarschuwd, dit is Holland, dit is Holland, dit is Holland." (…) Ik zag dat hij aan het begin van het terras van de [naam café 1] bleef staan. Op dat moment kwamen er een paar mannen om mij heen staan. (…)
Ik zag dat een man voor me kwam staan, pal voor mij met zijn neus bijna tegen de mijne aan zo dichtbij. (…) De man die voor me stond, keek me alleen intimiderend aan en zei niets. Ik had het gevoel dat hij door me heen keek. Ik reageerde door te proberen op dezelfde manier terug te kijken. Ik probeerde hem ook te intimideren. (…) Op dat moment hoorde ik iets waarop die persoon voor mij reageerde. Ik weet niet meer wat het was dat ik hoorde. Op dat moment voelde ik de man voor me, me bij mijn jas pakken en ik voelde dat hij me naar de grond probeerde te trekken. Ik viel daardoor op mijn rug. Ik zag dat de man boven mij uitkwam.(…) Ik zag dat hij met zijn rechtervuist uithaalde en ik voelde dat hij mij op mijn hoofd sloeg. (….) Ik zag dat deze man echt uithaalde om zo te zeggen mijn hoofd plat te slaan. Ik zag en voelde dat hij mij meerdere malen op mijn hoofd sloeg met zijn rechtervuist. (…)
Ik zag toen in mijn ooghoek een andere man staan die mij ook begon te slaan. Dat was precies op het moment dat die andere man stopte. Ik voelde dat hij ook met gebalde vuist op mijn hoofd sloeg. Zijn klappen kwamen voor het grootste deel achter op mijn hoofd terecht. (…) Deze laatste persoon kan ik omschrijven als een donker getinte (…) negroïde man. (…) Ik weet niet hoelang ik mishandeld ben. Ineens hielden de klappen op en was iedereen weg. Ik was verbaasd hoe snel iedereen weg was. (…)
Ik heb door de mishandeling een blauw oog rechts, een kras op mijn linkerwang, een wond boven mijn linkerslaap en links achter op mijn hoofd een bult.
[slachtoffer 8] deed op 7 mei 2015
aangifteen verklaarde – zakelijk weergegeven – onder meer als volgt: [48]
Donderdag 7 mei 2015 was ik omstreeks 20.15 uur bij café [naam café 1] aan de [adres 2] te Sittard. Ik kwam op dat tijdstip aanrijden op mijn motor (…). Ik zag dat er een groep van ongeveer 20 Bandidos voor het café stond. Ik hoorde iemand van de Bandidos roepen dat Sittard van de Bandidos is. Verder riep hij iets over Nederlanders en Duitsers. Aan het gestamel te horen was dit [verdachte 10] . Ik zag dat een van de Bandidos uithaalde naar een vriend van me. Ik zag dat er vervolgens een op mij af kwam lopen en me ook een klap verkocht. Ik zag dat er meerdere personen bij mij stonden. Enkelen hielden mijn handen vast en de andere sloeg en trapte me.
De
geneeskundige verklaringover [slachtoffer 8] vermeldt de volgende bevindingen van het onderzoek op 7 mei 2015: [49]
- Een forse zwelling van het linkeroog;
- Een hematoom boven het linkeroog;
- breuk oogkas en jukbeen links.
[slachtoffer 9]bevestigde desgevraagd door de politie dat hij slachtoffer was van het incident dat op 7 mei 2015 plaatsvond bij de [naam café 1] aan de [adres 2] in Sittard. [50]
De politie analyseerde de
camerabeeldenin en buiten het café [naam café 1] te Sittard van 7 mei 2015 en relateerde dat zij daarop het volgende waarnam: [51]
De [hierna weergegeven, rb] tijd loopt 29 minuten en 42 seconden achter op de werkelijke tijd.
19.59.00
uur: De eerste motor, bestuurder [slachtoffer 7] , arriveert en wordt geparkeerd aan de buitenzijde van de terrasafscheiding.
19.59.12
uur: De tweede motor, bestuurder [slachtoffer 9] , wordt eveneens geparkeerd aan de buitenzijde van de terrasafscheiding.
19.59.20
uur: De derde motor, bestuurder [slachtoffer 8] , wordt geparkeerd aan de binnenzijde van de terrasafscheiding.
20.00.06
uur: Terwijl de motorrijders bezig zijn met het afzetten van hun helm, komt [verdachte 10] met achter zich aan een grote groep personen het plein opgelopen in de richting van café de ’ [naam café 1] ’. Als de groep, van naar schatting zo'n 15 personen, onder aanvoering van [verdachte 10] dicht genoeg genaderd is, is te zien dat de meesten van hen de colors van de MC Bandidos dragen.
20.00.18
uur:
[verdachte 10]blijft aan de buitenzijde van de terrasafscheiding staan en spreekt kennelijk de drie eerder genoemde motorrijders toe.
20.00.41
uur: Een man, later herkend als [verdachte 2] , is voor [slachtoffer 7] gaan staan. Hij geeft [slachtoffer 7] een kopstoot en slaat meteen hierna met gebalde linkervuist tegen het gezicht van [slachtoffer 7] . Meteen hierna wordt [slachtoffer 7] door [verdachte 13] tegen de grond getrokken. [verdachte 2] gaat ook naar de grond. Wat er zich daarna afspeelt, is buiten het zicht van de camera. Wel is te zien dat
[verdachte 15]zich ook naar [verdachte 2] en [slachtoffer 7] begeeft.
20.00.54
uur:
[verdachte 6]slaat met zijn gebalde rechtervuist tweemaal achter elkaar tegen het hoofd van [slachtoffer 8] . [slachtoffer 8] komt daardoor ten val en komt buiten het zicht van de camera te liggen. [verdachte 6] beweegt zich ook naar de grond waar [slachtoffer 8] terecht gekomen is. Meteen sluit
[verdachte 3]bij [verdachte 6] aan. [verdachte 3] heeft in zijn rechterhand een boksbeugel waarmee hij slaande bewegingen maakt in de richting van de plaats waar [slachtoffer 8] terecht is gekomen.
[verdachte 14]en
[verdachte 21]begeven zich naar de plaats waar [slachtoffer 8] kennelijk op de grond ligt. Voordat zij echter iets kunnen doen, wordt er kennelijk vanuit het café door een ruit geschoten.
20.00.56
uur:
[verdachte 1]slaat diverse malen met gebalde rechtervuist in de nek van [slachtoffer 9] . [slachtoffer 9] valt hierdoor voorover over de terrasafscheiding op de grond. Hij komt terecht tussen de motor van [slachtoffer 8] en de grote ruit van het café.
[verdachte 13]stapt over de terrasafscheiding en trapt met de onderzijde van zijn rechtervoet kennelijk op de onderbenen van [slachtoffer 9] . [verdachte 1] heeft zijn rechterbeen over de terrasafscheiding gestoken en trapt herhaalde malen met kracht met de onderzijde van zijn voet kennelijk op de benen van [slachtoffer 9] .
[verdachte 4]neemt een aanloop, springt op en landt op het hoofd van [slachtoffer 9] .
[verdachte 13]duwt daarna de motor van [slachtoffer 8] om richting [slachtoffer 9] .
20.01.07
uur: Uit de richting van de ruit van het café [naam café 1] ’ is een witte wolk (pluim) te zien. Te zien is dat [verdachte 13] deze wolk (pluim) gedeeltelijk in zijn gezicht krijgt. Hij duikt meteen weg en grijpt met beide handen naar zijn hoofd. Dat schot is voor de vechtende Bandidos het sein om zich terug te trekken.
Naast de hiervoor genoemde personen werden door de politie op (een printscreen met tijdstip 20.00.33 uur van) de camerabeelden ook herkend: [verdachte 9] (staand naast [verdachte 10] ), [verdachte 22] , [verdachte 17] , [verdachte 12] en [verdachte 7] . [52]
De rechtbank heeft op de camerabeelden – zakelijk weergegeven – onder andere het volgende
waargenomen:
De persoon die is herkend als [verdachte 9] staat in het begin naast [verdachte 10] . Op enig moment is rechtsboven in beeld te zien dat [verdachte 2] de jas van [slachtoffer 7] lijkt vast te pakken en vervolgens [slachtoffer 7] naar zich toetrekt, terwijl hij zelf met zijn hoofd hard vooruit gaat. [slachtoffer 7] wordt daarna vastgepakt door zowel [verdachte 2] als [verdachte 13] . [verdachte 9] begeeft zich richting deze de vechtpartij begeeft en stopt ter hoogte van de lantaarnpaal, staat dan achter [verdachte 13] en [verdachte 1] en loopt richting een motor. Hij doet iets met zijn tas en komt in actie door met versnelde pas om te lopen. Hij rent tot bij de fietsen die bij de andere lantaarnpaal staan en stopt. Vervolgens vindt het kennelijke schot plaats en rent iedereen weg.
De persoon aangeduid als [slachtoffer 9] staat op enig moment gebukt en wordt door de personen, herkend als [verdachte 1] en [verdachte 13] , van voren en van achteren geslagen. Daarna valt [slachtoffer 9] over de terrasafscheiding heen. Hij wordt nog steeds geslagen. Vervolgens is de voet van [verdachte 13] te zien, die trapt naar het onderlichaam of de benen van [slachtoffer 9] . [verdachte 1] staat rechts van [verdachte 13] . [verdachte 1] slaat nog één keer. Op dat moment komt ook [verdachte 4] met versnelde pas aanlopen. [verdachte 14] die bij de terrasafscheiding staat, wordt door [verdachte 4] weggeduwd, die de bocht om vliegt. Op het moment dat [verdachte 4] bij [slachtoffer 9] arriveert, is rechts in beeld te zien dat het hoofd van [slachtoffer 9] vlakbij de grond is. [verdachte 4] springt vervolgens op het hoofd van [slachtoffer 9] , waardoor dat hoofd eerst naar de grond en daarna weer omhoog beweegt. Vervolgens wordt door [verdachte 13] de motor omgeduwd. [verdachte 1] is dan met een been over de terrasafscheiding heen gestapt en stampt [slachtoffer 9] meerdere keren. Te zien is dat het been van [verdachte 1] omhoog en vervolgens met kracht naar beneden beweegt.
OVC-gesprekken voorafgaand aan de vechtpartij
OVC-gesprekverslagen [53] uit de auto van [verdachte 3] van 7 mei 2016 vermelden – zakelijk weergegeven – onder meer het volgende:
14.2
uur ( [verdachte 3] , [partner verdachte 3] en kind in het voertuig)
[partner verdachte 3] : Maar wat gaan jullie eigen doen en wat is nu eigenlijk de bedoeling vanavond met die mensen? Gaan jullie hen/hem gewoon waarschuwen of wat?
17.45
uur ( [verdachte 3] en [verdachte 4] in het voertuig)
[verdachte 4] : Ik vind dat wel allemaal een beetje dom onder cameratoezicht. We moeten hem maar eens even een half jaar het ziekenhuis in slaan of zo, of steken.
De
peilbakengegevensvan de auto van [verdachte 3] vermelden een stop aan het adres [adres 12] te Nieuwstadt van 17.51 uur tot 18.23 uur. [54]
De
OVC-gesprekverslagen [55] uit de auto van [verdachte 3] vermelden voorts – zakelijk weergegeven – onder meer het volgende.
18.55
uur ( [verdachte 3] en [verdachte 4] in het voertuig)
[verdachte 3] zegt dat hij het niet normaal vindt dat die jongen erbij is. [verdachte 9] heeft dat geregeld. [verdachte 4] begrijpt er ook niets van. [verdachte 3] gaat daar vrijdag wel iets over zeggen, want dan gaat hij niet meer mee. [verdachte 3] kent hem niet en weet niet wat 'hij' doet als hij vast komt te zitten. En dat is gisteren niet afgesproken.
18.57
uur ( [verdachte 14] is ook ingestapt)
[verdachte 14] : Weet je wat eigenlijk is, we moeten de volgende keer een code afspreken. Bijvoorbeeld code 20 of zoiets, dan weten we dat we allemaal een kogelvrij vest moeten aandoen en dat we wat moeten meenemen, weet je wel. Nu wordt ons gebeld, ja we moeten daar zijn bij [verdachte 10] . Ja. Ik bel op, nog eens een keer [verdachte 9] : [verdachte 9] , moet ik in de trainingsbroek aankomen of in eh… spijkerbroek? Ja spijkerbroek, ja dan weet ik dat ik mijn colors moet aandoen, begrijp je.
(…)
[verdachte 4] wil overstappen in een andere auto maar [verdachte 14] zegt dat hij dat niet moet doen anders gaat [verdachte 4] zich daar druk maken. Als [verdachte 4] daar dadelijk staat en iemand iets verkeerds zegt, dan stijgt de bloeddruk van [verdachte 4] en begint hij meteen te slaan. Daarom moet [verdachte 14] ook niet bij het gesprek zijn. [verdachte 3] zegt dat het zo is afgesproken. [verdachte 4] zegt dat dit klopt.
[verdachte 4] : Maar wij zien dadelijk helemaal niks. Dadelijk zitten er daar 5 of 6 man binnen.
[verdachte 14] : Dat kunnen we zien.
[verdachte 3] : Dat weet ik niet. Ik weet helemaal niet waar die man woont.
[verdachte 14] : Die woont daar vlakbij [Bandidos-lid 2] .
[verdachte 3] : En waar gaan wij dan staan.
[verdachte 14] : We moeten nou bij [Bandidos-lid 2] … Dan doen wij dadelijk gewoon de colors, doen we dadelijk onder onze jas en dan gaan we kijken. Begrijp je?
[verdachte 3] : Nae, dat maakt niet uit. Die kennen ons allemaal jongen. Die hebben allemaal een foto van ons al een keer gezien. Die weten beter wie wij zijn, als wij hun.
De
peilbakengegevensvan de auto van [verdachte 3] vermelden vanaf 19.07 uur achtereenvolgens een stop op de [adres 2] (19.07 uur), een stop op de [adres 16] (19.09-19.33 uur), beweging op de [adres 2] (19.34-19.40 uur), een stop op de [adres 16] (19.40-20.12 uur), beweging op de [adres 2] (20.13) en een stop op de [adres 16] (20.14-20.24 uur). [56]
De
OVC-gesprekverslagen [57] uit de auto van [verdachte 3] vermelden voorts – zakelijk weergegeven – onder meer het volgende.
19.32
uur ( [verdachte 3] en [verdachte 4] , [verdachte 1] en [verdachte 6] stappen in de auto)
[verdachte 1] : Ik denk dat je nu gaat praten en dat je weer hetzelfde bereikt als wat we altijd bereiken. Helemaal niks. En dat je over drie weken staat weer ergens iets in de fik, leggen ze een granaat voor het clubhuis ofzo.
(…)
[verdachte 6] : We moeten een verantwoordelijk stellen. Die moeten we aanpakken.
[verdachte 3] : Als we hem nu niet thuis niet te pakken krijgen moeten we eigenlijk naar die Sergeant of Arms toe. Dat is die jongen waar [verdachte 12] het nummer van heeft. Volgens mij die met die gouden tanden, [verdachte 9] volgens mij.
19.37
uur ( [verdachte 3] en [verdachte 4] , [verdachte 1] en [verdachte 6] in de auto)
[verdachte 6] : hier was die café he.
[verdachte 3] : Ja hier links.
(…)
[verdachte 3] : Ik zet ‘m hier.
[verdachte 1] : …ntv… dadelijk nog eens met [verdachte 2] …
[verdachte 6] : ja ja we wisselen van auto he.
20.22
uur ( [verdachte 3] , [verdachte 15] en [verdachte 4] in de auto)
[verdachte 3] : Ik volg gewoon [verdachte 10] en ik zie het wel.
Gesprekje over wat ze zien en dat ze [verdachte 10] gewoon volgen.
20.25
uur Motor wordt afgezet en ze stappen uit. Op de achtergrond zijn stemmen te horen.
20.27
uur: Op de achtergrond wordt door een persoon geroepen …ntv… Holland …ntv…
20.28
uur: Geschreeuw op de achtergrond. Een NN-vrouw zegt wat er aan de hand is… er is ruzie met die mannen.
20.28
uur: Vervolgens weer geschreeuw en een klap/slag/schot.
De
peilbakengegevensvan de auto van [verdachte 3] vermelden een bakenstop van 20.26 tot 20.38 uur op de [adres 2] te Sittard. [58]
OVC-gesprekken na afloop van de vechtpartij
OVC-gesprekverslagen [59] uit de auto van [verdachte 3] van 7 mei 2016 vermelden – zakelijk weergegeven – onder meer het volgende:
20.29
uur ( [verdachte 4] , [verdachte 3] en [verdachte 15] in het voertuig)
[verdachte 4] : Heb ik geluk gehad jongen… Over mijn kop heen he.
[verdachte 3] : [verdachte 13] die heeft heel zijn gezicht open liggen.
[verdachte 4] : Ja, het is de laatste keer dat ik zonder iets ergens naar toe ga.
(...)
[verdachte 3] : Ik sloeg er een met de boksbeugel over zijn gezicht heen. Dat is kut he, da het niet gewoon rood-wit zelf was hé.
(…)
[verdachte 4] : Is wel lekker zo een keer.
[verdachte 3] : Ja weet je wat het is, volgende keer man, dan moeten we godverdomme terug knallen.
(…)
[verdachte 4] : Bij mij zitten geen knokkels meer zie je, alleen van het knokken.
20.37
uur ( [verdachte 3] en [verdachte 4] in het voertuig)
[verdachte 3] : Godverdomme ik moet ook een dingen hebben man… Ik was mee terug beginnen te knallen. Het is zo kut dat het prospects waren van Red Devils he. Dat had gewoon eigenlijk rood-wit zelf moeten zijn, weet je dat? Maar ja, nou hebben we wel weer hetzelfde terug gedaan als hun hebben gehad.
[verdachte 4] : Maar krijgen die een grote mond dan?
[verdachte 3] : Weet ik niet… Maar op een gegeven eh, want [verdachte 2] begon he? Jaaa, die begon, maar eh… want toen die ene zoveel klappen, dat [verdachte 1] zei: Moet je je maatje niet helpen? En toen begon [verdachte 1] he. Klets klets… en toen sprong [verdachte 6] , en ikke met [verdachte 6] op ene.
[verdachte 4] : Ik heb ook ene flink te pakken gehad, heb je dat gezien? Die [verdachte 1] die sloeg toch een over dat schot heen. Die heb ik op zijn kop staan stampen [verdachte 3] .
[verdachte 3] : Maar [verdachte 1] dan met zijn Spaans, die was aan het trappen in het Spaans “Punta.”
(…)
[verdachte 4] : Ik moet zo’n ding hebben.
[verdachte 3] : Ja, ik ga er morgen bij [betrokkene 4] een halen.
(…)
20.42
uur ( [verdachte 3] en [verdachte 4] in het voertuig)
[verdachte 3] : Daar heb je de wouten.
[verdachte 4] : Hadden we eigenlijk de hesjes …ntv… moeten…
[verdachte 3] : Ja, maar ik heb het gelukkig hier overeen zitten.
[verdachte 4] : Nee jongen kom op hey. Ik ben niet voor niks bij een bende gegaan.
(…)
[verdachte 3] : Maar ik pak wel niets meer op me van niemand. Dat doe ik niet meer.
(…)
[verdachte 4] : een knokpartijtje, half jaar he?
[verdachte 3] : Het was misschien ook wel precies op tijd dat dat gebeurde, anders slaan we misschien ene half lam ofzo.
[verdachte 4] : Dan stamp je hem misschien dood. Ik was hem zo op zijn kop aan het rammen.
(…)
[verdachte 3] : Die [verdachte 1] …. Puta, puta madre… klets, klets… En hij was aan het schoppen met zijn lange stelten. ( [verdachte 4] lacht.) Lekker hé, zegt hij op een gegeven moment.
(…)
[verdachte 4] : Heb je gehoord wat ik tegen die [verdachte 22] zei?
[verdachte 3] : Nee.
[verdachte 4] : [verdachte 1] gaf mij gelijk. [verdachte 6] en 3 members van ons stonden met elkaar te praten …ntv… hij zich mee bemoeid. Dus ik riep hem weg en toen stond [verdachte 1] bij mij en [verdachte 10] enzo. Ik zeg: Luister jongen, dit is de laatste keer dat je tegen…. De eerste en de laatste keer. Ik zeg: dat zijn 3 members, die zijn met elkaar aan het praten. [verdachte 1] zei: dan moet je eigenlijk al weglopen.
23.12
uur ( [verdachte 3] en [verdachte 6] in de auto)
[verdachte 6] : Maar dat is wel goede reclame voor ons, want in die sportschool, daar stond allemaal volk en toen lagen wij met die colors van de Bandidos boven op die mannen… knak, knak.. Dus die zeggen toch: Met de Bandidos moet je niet sollen.
[verdachte 3] : Ja… Daar zitten een paar gekken bij.
[verdachte 3] : Ik zag die [verdachte 1] te keer gaan he. Maar het mooiste was… Hij zegt zo tegen die gast: Moet jij je brother niet helpen? Dus die man loopt er heen. Klets (hard gesproken) ging het.
[verdachte 6] : ja, die wilde op hem slaan.
[verdachte 3] : Jij was bezig met die jongen die voorbij kwam gelopen.
[verdachte 6] : Holland is van ons zei [verdachte 10] . Ja, Holland is van ons. Hahaha zei hij.
Restaurant [naam café 3] Kerkrade 7 mei 2015
Op 7 mei 2015 omstreeks 23.55 uur komt een
meldingbij de politie binnen dat een 30-tal Bandidos in full colors op de Markt in Kerkrade trachten om horecagelegenheden naar binnen te gaan. [60]
De
peilbakengegevensvan de Opel Vectra [kenteken 12] van [verdachte 3] melden een stop in de Kapellaan, die grenst aan de Markt, te Kerkrade, in de nacht van 7 op 8 mei 2015 van 23.21 tot 00.08 uur. [61]
Op 8 mei 2015 om 11.05 uur wordt met nummer (+ [telefoonnummer 2] ) in gebruik bij [verdachte 1] , een
MMS berichtverstuurd naar een Duits telefoonnummer. Dit bericht bevat een foto van een groot aantal Bandidosleden die geposteerd zijn voor het restaurant [naam café 3] aan de [adres 6] te Kerkrade. Dit voormalig restaurant is een ontmoetingsplek van de Hell's Angels en de Red Devils (Supportclub Hell's Angels). (…) Dat het pand in gebruik is bij OMG de Hells Angels kan mede worden afgeleid uit het bord aan de gevel van het pand met de cijfers 81 (Cijfermatig worden daarmee de letters H (ells) en A (Angels) uit het alfabet aangeduid). (…) Via een EPICC bevraging werd informatie verkregen, dat de Duitse telefoonaansluiting + [telefoonnummer 3] in gebruik was bij een prominent Bandidos Nomads lid uit Duitsland, [lid Bandidos Duitsland] (" [bijnaam lid Bandidos Duitsland] "). [62]
Op de foto werden herkend: [verdachte 10] , [verdachte 1] , [verdachte 22] , [verdachte 2] , [verdachte 7] , [verdachte 12] , [verdachte 21] , [verdachte 15] , [verdachte 6] , [verdachte 9] , [verdachte 4] , [verdachte 3] , [verdachte 13] , [verdachte 20] en [verdachte 14] . [63]
Overige verklaringen
[getuige 11]was niet bereid om een getuigenverklaring af te leggen en zei daarbij: “Ik ben al bedreigd en eentje woont hier vlak bij.” [64]
[getuige 14] is de partner van [getuige 11] . Hij wordt verdacht van het lossen van een schot vanuit de [naam café 1] richting de vechtpartij die op 7 mei 2015 voor de [naam café 1] plaatsvond. (Dit schot is op de beelden zichtbaar door de pluim van glas).
[getuige 14]verklaarde – als verdachte – onder meer:
U toont mij de camerabeelden van 7 mei 2015. We zijn eerder bedreigd geweest, er gaat dan zoveel adrenaline door je heen. Ik weet echt niet wat ik gedacht heb. Dat speelt al heel lang en ja mijn vriendin is een keer bedreigd, samen met mijn zoontje die was toen zes maanden. We hebben toen de politie om hulp gevraagd, en ondanks dat ik vroeger altijd heb meegeholpen, kwam hulp niet. We hebben constant op onze tenen gelopen omdat het ieder moment kon ontploffen. Dat is niet alleen op de bedreiging zelf, maar ook al van te voren dat er dingen gebeuren. De bedreiging staat gewoon op beeld. Welke mensen ik bedoel? Ik ben al bedreigd, daar doe ik geen uitspraken over. Ik ben bang voor represailles als ik hier iets over zeg. [65]
Zaakdossier 10B: (Voorbereidingshandelingen) Opiumwetdelicten [66]
Tijdens de actiedag van het onderzoek Kievit op 27 mei 2015 vond een
doorzoekingplaats in de woning van [verdachte 2] aan de [adresgegevens verdachte 2] . Daarbij werden onder meer aangetroffen:
  • een rond brok met een bruto gewicht van 96,67 gram;
  • een langwerpig brok met een bruto gewicht van 84,24 gram;
  • een vierkante brok en wat losse brokjes met een bruto gewicht van 75,08 gram.
Deze werden in beslag genomen en voorzien van de goednummers 616720, 616723 en 616727. [68] Monsters daarvan reageerden bij een MMC-kleurreactietest positief op de aanwezigheid van
hasjiesj. [69]
De
verdachteverklaarde ter zitting van 26 mei 2021 – zakelijk weergegeven – onder meer dat hij de in zijn woning aangetroffen hasj zelf heeft gekocht voor ongeveer 3 euro per gram, in totaal ongeveer 750 euro.
De
OVC-verslagenvan het voertuig [kenteken 13] (in gebruik bij
[verdachte 1]) van
3 oktober 2014vermelden – zakelijk weergegeven – onder meer het volgende: [70]
(14.58 uur)
[verdachte 1] zit met [verdachte 6] in de auto.
(15.18 uur)
[verdachte 2] stapt in de auto
- [verdachte 2] : Ik heb om 17 uur een afspraak bij... onverstaanbaar… in Amsterdam
- [verdachte 1] : Ok
- (…)
- [verdachte 2] : Maat ik weet niet wat ze met dat spul van jou gedaan hebben, maar dat is echt echt gevaarlijk spul man, dat kan je niemand verkopen.
- [verdachte 6] : Ja? (…) Echt zo zat het in die zakken ja… echt waar. (…) Denk je dat ze het versneden hebben?
- [verdachte 2] : ja ja zeker ja.
- [verdachte 1] : …(ntv)… euro
- [verdachte 6] : Zo heb ik die gekregen en zo heb ik die, dat waren van die jute, van die dinge, soort plastic zakken, van die wette, gevlochten zo he. Zo heb ik dat ook moeten uitscheppen. Ik had stond helemaal uitslag man toen ik…
- [verdachte 2] : Maar uh… Ik heb er probleem mee man als je dat is gaat verkopen. (…) Die wat ervan gesnoept heeft, is heel lang ziek geweest denk ik.
- (…)
- [verdachte 6] : Ik ken er ook niks van maat, snap je, ik heb het zo gekregen en ik heb alles ingepakt en ik heb de mensen van wie het was een deel gewogen/gegeven en ik heb mijn deel gehouden. En zo heb ik alles gekregen.
(15.28 uur)
- [verdachte 1] : Als je wat krijgt, dat je moet zeggen…
- [verdachte 2] : dan bel ik direct, jongens we hebben geen spul
- [verdachte 1] : Ik heb er bij …(ntv)… iets weg kan smokkelen
(16.13 uur)
- [verdachte 2] vraag of hij ( [verdachte 1] ) toevallig wat hasj bij zich heeft en dat hij thuis geen lekkere hasj meer heeft.
(17.44 uur)
- [verdachte 2] : Waar staat die ami nou op… 46, 47…
- [verdachte 6] : 46 jaar… Kijk, als we de aantallen pakken, dan moet hij er nog iets vanaf doen he.
- [verdachte 2] : Ja ja. Ik wil wel volgende keer dat ze mekeer niet zelf kunnen vinden, snap je.
- [verdachte 6] : Nee nee nee. Ik doe het zo, als hij afkomt, ga ik een pak halen… Ik spreek ergens anders…
- [verdachte 6] : Wat is de bedoeling. Hij kijkt dat na, hij koopt dat, pakt hij dat mee of blijft dat bij ons achter?
- [verdachte 2] : Ik denk dat hij dat aan mij geeft.
- [verdachte 6] : het blijft dus gewoon bij ons achter.
- [verdachte 2] : …(ntv)… moet je voorzicht doen.
- [verdachte 6] : Ja tuurlijk, maar ik…kopen…(ntv)…maar ik moet de spullen hier houden en aan jou geven.
- [verdachte 2] : Ik denk het wel.
- [verdachte 6] : Ja, want anders gaan we twee keer moeten rijden
- [verdachte 2] : ja ja, dat zal het wel zijn. Ik denk dat het ook zo wel gaat gebeuren.
- [verdachte 6] : Trouwens…(ntv)… die wou niet te gek beginnen, die wou beginnen met 50 stuks.
De
OVC-verslagenvan het voertuig [kenteken 13] (in gebruik bij
[verdachte 1]) van
31 oktober 2014vermelden – zakelijk weergegeven – onder meer het volgende: [71]
(14.49 uur)
- [verdachte 1] in voertuig en [verdachte 2] stapt in.
- [verdachte 2] : Hoeveel was er nog van deze?
- [verdachte 1] : Vijf. Na het weekend heeft hij er 30.
- [verdachte 2] : 38,5… dat zijn bijna 500 vaten.
- [verdachte 1] : Ik zou 38 beginnen maat.
- [verdachte 1] : …(ntv)… vier… 38… kan niks vanaf…(ntv)… 37…zes…dan kan er 500 af…(ntv)…
- [verdachte 1] : Ja goed ik weet niet, je moet de mensen kunnen inschatten. Ik ken ze niet… als je ze een beetje kent…(ntv)…
- [verdachte 2] : Is ook de eerste keer. Ik ken die ene jong wel, die heeft een paar keer iets voor mij gedaan, maar het zijn twee jongen die hij weer kent, snap je?
- [verdachte 1] : Dus we moeten met z’n drie delen?
- [verdachte 2] : 4, 4 eters. Moet ik even vragen dadelijk hoe het in elkaar zit, of het bij hun zit of bij ons, snap je?
- [verdachte 1] : Ja ja.
(…)
Auto stopt, uitstappen.
(15.34 uur)
[verdachte 1] en [verdachte 2] stappen in de auto en beginnen te rijden.
- [verdachte 1] : Het hoort zich goed aan op zich. (…) Maar of hij wil?
- [verdachte 2] : ja ja, zeker. Ik dacht dat hij het nu direct nodig had.
- [verdachte 2] : Moet je het uitkoken? Die jongens, die kunnen leveren.
(…)
- [verdachte 1] : Ik bewaar het. Morgen komen die terug van die ene en dan willen ze testen. Hoef ik niet weer die jongen lastig te gaan vallen. Als ze zeggen we willen hebben, dan zeg ik kom maar mee, maak maar open, kijk maar, doen we nog een test, toch? (ntv) die is wel kieskeurig.
- [verdachte 1] : Het is wel met drieën eigenlijk he.
- [verdachte 2] : Ja, (ntv) Ja, en ik.
- [verdachte 1] : En [naam 3] .
- [verdachte 1] : Vier, toch?
- [verdachte 2] : Ja, maar we geven hem in principe gewoon 500… voor het ding (fon.)
- [verdachte 1] : Het is ook veel, is ook 500.
- [verdachte 2] : Kiek, als we toch…(ntv)… zeven en een half
- [verdachte 1] : Oh drie oké (ntv) in de kop. Oh zo dan wel.
- [verdachte 2] : 500 ook verdiend, dan pakken wij…
- [verdachte 1] : 50 de man.
In de woning van [verdachte 2] werd onder meer een Blackberry mobiele telefoon in beslag genomen. Onderzoek aan deze telefoon leverde contacten, 341 versleutelde e-mailberichten en vier verwijderde, wel leesbare berichten op, te weten: [72]
10 juni 2014 (verzonden):
- Vriend even vraagje kunnen we die GBL nog krijgen via die mensen of heb je andere oplossing?
25 juli 2014 (verzonden):
- Ik heb 250 gram strabery hees kun je daar wat mee?
De politie merkt op dat GBL een grondstof is voor de productie van GHB en de politie vermoedt dat met “strabery hees” bedoeld wordt de cannabisvariant Strawberry Haze.
Zaakdossier 12A: Witwassen [naam VOF] [73]
De vennootschap onder firma [verdachte 2]
Op 7 juli 1995 werd de eenmanszaak van [verdachte 19] (verder te noemen [verdachte 19] ), gevestigd op de [adres 17] te Roermond, ingeschreven in het register van de Kamer van Koophandel. Dit betrof een transportonderneming. Met ingang van 1 september 1997 werd de rechtsvorm van deze onderneming gewijzigd in een vennootschap onder firma met als vennoten [verdachte 19] en [verdachte 2] (verder te noemen [verdachte 2] ). [verdachte 24] (verder te noemen [verdachte 24] ) trad als derde vennoot toe op 9 december 2010. [verdachte 2] trad uit de vennootschap per 16 juni 2014. [74] Bij uitspraak van 22 september 2015 werd de vennootschap onder firma failliet verklaard. Op dat moment waren [verdachte 19] en [verdachte 24] nog vennoot. [75]
Contante stortingen op de zakelijke bankrekening
In het dossier bevindt zich een analyse van de
zakelijke bankrekeningvan de onderneming. De politie relateerde hierover het volgende: [76]
Op basis van het tegen [verdachte 2] geopende SFO verstrekte de ING bank de mutaties van de zakelijke bankrekening van [naam VOF] met nummer [rekeningnummer 4] over de periode van 1 januari 2009 tot en met 4 juni 2015. Omdat de onderzoeksperiode eindigt op 27 mei 2015 zijn de boekingen na die datum niet mee genomen in het onderzoek.
Uit de analyse van de mutaties volgt dat de bankrekening niet enkel gevoed werd met betalingen van debiteuren, maar ook regelmatig contante stortingen plaatsvinden. Uit de bankrekening volgen de volgende contante stortingen en opnames (per jaar):
Jaar
Stortingen
Opnames
2009
106.302,15
6.100,00
2010
127.026,65
1.900,00
2011
166.950,00
250,00
2012
134.560,00
420,00
2013
92.727,49
4.250,00
2014
90.600,00
3.120,00
2015
10.930,00
1.150,00
Totaal
729.096,29
17.190,00
De omvang van deze stortingen was dusdanig dat er een aanvullend financieel onderzoek heeft plaatsgevonden naar de omzetstromen binnen de V.O.F. en de mogelijke herkomst van deze contante bedragen.
Over dit onderzoek gedaan naar de
mogelijke herkomstvan de inkomende contante geldstroom in de onderneming relateerde de politie het volgende: [77]
Privé stortingen (pg. 8-9): Een van de mogelijke oorzaken van een inkomende contante geldstroom is dat vennoten in privé contant geld in de onderneming brengen. In de periode 2010 tot en met 2014 stortten de vennoten in totaal 52.287,28 euro contant in de onderneming. Van dit bedrag was 21.948,18 euro te herleiden tot [verdachte 19] , 3.227,45 euro te herleiden tot [verdachte 2] en 26.111,65 euro niet herleidbaar tot een van de vennoten (pg. 8-9). [78]
Lening/schenking (pg. 9):Naast de vennoten is het mogelijk dat een derde (contant) geld inbrengt in de onderneming. Uit het onderzoek aan de administratie van de V.O.F. is niet gebleken dat er contant geld door een lening of schenking ingebracht is in de onderneming (pg. 9).
Verkoop activa (pg. 9-10):Wanneer activa, zoals bijvoorbeeld een bedrijfsauto, verkocht worden, dan vloeit de opbrengst in de onderneming. Dit kan giraal zijn of contant. Uit het onderzoek naar de administratie van de V.O.F. is geen verkoop van activa aangetroffen waaruit de contante geldstroom kan worden verklaard (pg. 9-10).
Kruisposten (pg. 10):Uit de boekhouding blijkt dat de omzet, die betaald werd via de Duitse bankrekening met rekeningnummer [rekeningnummer 5] op naam van [naam VOF] , contant werden opgenomen en gestort op de zakelijke ING rekening in Nederland. Het grootste deel van het saldo op de Duitse bankrekening is afkomstig van betalende debiteuren van [naam VOF] (…) Op een enkele boeking na, zijn alle opnames van de Duitse bank verantwoord in de boekhouding als een kasontvangst of rechtstreeks als storting op de zakelijke rekening bij de ING Bank NV. Ten aanzien van een bedrag van 86.900,00 euro kan de contante geldstroom dus verklaard worden door opgenomen bedragen van de Duitse zakelijke rekening die gestort zijn in Nederland (pg. 10). [79]
Omzet (pg. 10-12):De meest voorkomende weg voor een onderneming om contant geld te ontvangen, is als klanten hun factuur contant betalen. Bij [naam VOF] werden facturen ook contant betaald. Dit is goed te zien in de grootboek 'debiteuren' waar de nieuwe facturen debet worden ingeboekt, en de betaling van de facturen credit. Wanneer een transport plaatsvond, werd een factuur opgemaakt. Deze werd in de boekhouding verantwoord onder debiteuren, omzet en eventueel af te dragen BTW. (…) De grootboekrekening debiteuren, waar zowel de facturen als de betalingen op verantwoord werden, geeft dus inzicht in de geldbewegingen naar aanleiding van gefactureerde omzet. (…) Uit de grootboeken 'debiteuren' van 2010 tot en met 2015 blijkt van de volgende inkomende geldstromen uit gedraaide omzet:
Aantal facturen : 1.641
Som : 1.545.357,59 euro
Per bank betaald : 100 facturen
Bedrag : 1.322.194,71 euro
Contant betaald : 211 facturen
Bedrag : 232.442,33 euro
Totaal ontvangen : 1.516 facturen
Bedrag : 1.554.637,04 euro.
Het aantal (en totale bedrag) van de verzonden facturen komen niet overeen met de ontvangen bedragen van hetzelfde jaar. Dit is te verklaren door facturen die bijvoorbeeld niet of in een ander boekjaar betaald worden. De boekingen in het grootboek 'debiteuren' die staan geboekt tegen het verkoopboek, komen terug in de omzetrekeningen en de rekening 'af te dragen btw'. Ook in deze grootboekrekeningen staan de boekingen per factuur geboekt. Er zijn meerdere omzetrekeningen. Er zijn tot 2014 per vrachtwagen twee omzetrekeningen in gebruik, één met omzet waarover btw dient te worden afgedragen, en één waarbij dit niet hoeft. Op enkele uitzonderingen na worden alle facturen op één van deze omzetrekeningen geboekt.
Samengevat kan worden gesteld dat facturen afzonderlijk werden ingeboekt, waarna de (wijze van) betaling tevens per factuur in de administratie werd verwerkt. De facturen werden grotendeels per bank betaald. Een deel van de facturen is contant betaald wat een contante geldstroom van 232.42,33 euro verklaart.
Onbekende inkomende contante geldstroom (pg. 12-13):Zoals hierboven beschreven dragen privéstortingen voor 25.175,63 euro, opnamen van de Duitse zakelijke bankrekening voor 86.900,00 euro en contant afgerekende facturen voor 232.442,33 euro bij aan een contante geldstroom binnen de onderneming. Dit is in totaal een bedrag van 344.517,96 euro. Daarmee zijn niet alle stortingen van contante gelden verklaard. Alleen al op de bankrekening was immers 622.794,14 gestort. Naast de geboekte omzet op de omzetrekeningen van de vrachtauto's, waarop de omzet per factuur is geboekt, en die terug te herleiden zijn op factuurnummer (die in de administratie zijn aangetroffen), zijn nog drie omzetrekeningen in de boekhouding aangetroffen waarin afwijkende omzetboekingen zijn verantwoord. Dit betreffen ’# 8000 omzet auto's’, ’# 8013 omzet verhuizingen’ en ’# 8030 money’. De omzet op deze omzetrekeningen zijn niet onderverdeeld naar onderliggende facturen of vrachten, maar zijn als een totaalbedrag verantwoord en geboekt als kasontvangst met omschrijving verhuizingen’’ of ’moneycollect’. Er zijn hiervoor ook geen onderliggende documenten zoals facturen aangetroffen in de administratie bij de doorzoeking van het kantoor aan de [adres 17] , de doorzoekingen van de woningen van de vennoten of in de computerbestanden. Naar deze omzet is derhalve aanvullend onderzoek gedaan.
Het proces-verbaal over het
aanvullend financieel onderzoekvermeldt het volgende: [80]
Mede naar aanleiding van het constateren van omvangrijke contante stortingen op de bedrijfsrekening van [naam VOF] ( [rekeningnummer 4] ) is er een financieel onderzoek gestart naar de herkomst van deze gelden. Uit het financiële onderzoek blijkt dat voor een groot aantal contante stortingen achteraf een verantwoording als 'contante omzet' plaatsvindt. Deze contante omzet is echter niet (volledig) te herleiden naar individuele facturen of debiteuren, waardoor er twijfels zijn gerezen over de legale herkomst van deze contante stortingen.
In dit proces-verbaal zal een uiteenzetting worden gegeven van de diverse omzetrekeningen opgenomen in de financiële administratie van de onderneming [naam VOF] voor de jaren 2010 tot en met 2015. Tevens zal de omvang van de niet gespecificeerde omzet nader worden onderzocht.
In de financiële administratie van [naam VOF] zijn voor de jaren in de onderzoeksperiode de volgende grootboekrekeningen omzet aanwezig:
 #8013 omzet verhuizing
 #8101 omzet transporten 0%
 #8201 omz. [kenteken 14] 19%
 #8201 omzet [kenteken 14] 19%
 #8231 omzet transport BTW hoog
 #8000 omzet auto’s 19%
 #8100 omzet transporten
 #8232 omzet transport ICP
 #8030 money
 #8200 netto omzet BTW vrij
 #8233 omzet buiten Europa
 #8700 omzet onder verhuur
Op het merendeel van bovenstaande omzetrekeningen lijkt reguliere omzet geboekt te zijn die verantwoord is per factuur/debiteur. Op enkele rekeningen zijn er omzetboekingen geconstateerd die niet onderverdeeld zijn naar onderliggende facturen of vrachten, maar die als een totaalbedrag zijn verantwoord. Deze niet gespecificeerde omzet is verantwoord op onderstaande grootboekrekeningen:
 #8013 omzet verhuizing
 #8000 omzet auto’s 19%
 #8030 money
De boekingen inzake de niet gespecificeerde omzet worden volgens de accountant grotendeels veroorzaakt door de constatering van een negatieve kas en zijn geboekt om een contante inkomende geldstroom in [naam VOF] te verantwoorden. Bij deze niet gespecificeerde omzet is geen onderverdeling naar afzonderlijke transacties weergegeven en er zijn geen onderliggende documenten zoals vrachtbrieven of facturen hiervoor in de bedrijfsadministratie aangetroffen. Naar de omvang van deze transacties is derhalve aanvullend onderzoek gedaan.
Onderstaand is per jaar de omvang van de niet gespecificeerde omzet weergegeven die vervolgens is herleid naar de bijbehorende contante storting/ kasstroom.
2010
2011
2012
2013
2014
Totaal
#8000
€ 0,00
€ 60.000,00
€ 0,00
€ 0,00
€ 0,00
€ 60.000,00
#8013
€ 58.000,00
€ 62.106,31
€ 40.100,00
€ 20.760,00
€ 25.276,50
€ 206.242,81
#8030
€ 0,00
€ 0,00
€ 37.205,24
€ 32.000,00
€ 40.000,00
€ 109.205,24
Totaal
€ 58.000,00
€ 122.106,31
€ 77.305,24
€ 52.760,00
€ 65.276,50
€ 375.448,05
 #8000 is omzet auto’s ;
 #8013 is omzet verhuizing;
 #8030 is money.
Totaal werd er in de periode van 2010 tot en met 2014 voor een bedrag van 375.448,05 euro aan contante kasstromen verantwoord als niet gespecificeerde omzet in de boekhouding zonder dat daar onderliggende documenten van werden aangetroffen. (…) In 2015 zijn er geen totaalboekingen verantwoord aangezien de administratie nog beperkt was bijgewerkt.
De politie relateerde over het
aandeelvan de verdachten in de niet gespecificeerde omzet – zakelijk weergegeven – het volgende: [81]
[verdachte 19] was gedurende de hele onderzoeksperiode beherend vennoot van [naam VOF] . In die periode is minimaal een bedrag van 375.448,05 euro in de onderneming gestort en als omzet verantwoord, zonder dat hiervoor een onderbouwing in de administratie is aangetroffen (pg. 27).
[verdachte 2] was binnen de onderzoeksperiode tussen 1 januari 2014 en 14 juni 2014 vennoot. In die periode is minimaal een bedrag van 352.671,55 euro in de onderneming gestort en als omzet verantwoord zonder dat hier onderbouwing voor in de administratie is aangetroffen. (…) Opvallend is dat na het vertrek van [verdachte 2] het aantal contante geldstortingen en de negatieve kas (sterk) afnamen. In het eerste half jaar van 2014, toen [verdachte 2] nog vennoot was, werd 56.250 euro gestort. In de tweede helft van 2014, dus na het uittreden, was dat nog 34.350 euro. In 2015 werd nog 10.930 gestort (pg. 28).
De politie heeft onderzoek gedaan naar de mogelijke bronnen van niet gespecificeerde omzet. Daarover relateerde zij onder meer het volgende: [82]
Verkoop auto’s (pg. 17):Om te onderzoeken of er auto's verkocht zijn uit [naam VOF] , en in hoeverre die eventuele verkoop opbrengst heeft gegenereerd, is onder andere gekeken naar de boekhouding, of er mutaties waren op een grootboek (bedrijfs)voorraad. Wanneer een onderneming auto's inkoopt teneinde deze weer te verkopen, dient een voorraad te zijn opgenomen op de balans of, als ze binnen het jaar zijn verkocht, zichtbaar te zijn op een aparte grootboekrekening. Er bestond geen 'voorraad' op de balans en er was ook geen grootboek met de naam 'voorraad' in de administratie van 2010 tot 2015. Daarnaast zijn in de fysieke administratie geen in- of verkoopfacturen aangetroffen.
Incasso (pg. 17-19):Er zijn in de fysieke administratie van de V.O.F., die in beslag is genomen in de loods aan de [adres 17] , tijdens de doorzoeking van de [adresgegevens verdachte 2] (de woning van [verdachte 2] ) en in digitale boekhouding geen aanwijzingen gevonden voor money-collect of incassowerkzaamheden door [verdachte 2] vanuit de V.O.F.. Er zijn geen incasso-opdrachten aangetroffen en geen kwitanties van afgedragen geld.
(…)
Tijdens de doorzoeking op 27 mei 2015 in de kantoorruimte van de loods op de [adres 17] in Roermond werd door een medewerker van de FIOD een kopie gemaakt van de in- en uitgaande e-mailberichten van het zakelijk e-mailadres in de periode 1 januari 2013 tot 27 mei 2015. Het bestand was niet volledig. Dit was te zien aan de inhoud van enkele e-mails waar eerder verzonden/ontvangen e-mails in geciteerd stonden. Deze eerder verzonden mails stonden niet altijd in de inbox opgeslagen. In totaal trof ik 1.936 ontvangen en 1.221 verzonden emailberichten. Tussen deze emailberichten vond ik geen berichten met betrekking tot incassowerkzaamheden. [83]
(…)
In onderzoek Kievit zijn telefoongesprekken over verschillende telefoonlijnen afgeluisterd. lk heb de inhoud van de tapgesprekken op de vier aan de onderneming en vennoten te relateren lijnen nagelezen op aanwijzingen voor moneycollect. In geen van de gesprekken wordt gesproken over incassowerkzaamheden, of opdrachten daartoe. Daarnaast heb ik in de overige tapgesprekken op lijnen die in gebruik waren bij [verdachte 2] gezocht op 'incasso', 'geld' en 'Engeland'. Ik vond geen incasso-opdrachten of berichten die dergelijke werkzaamheden zouden kunnen aanduiden. [84]
Transport via [platform] (pg. 20-21):Door [verdachte 2] werd gebruik gemaakt van [platform] . Dit is een online platform waar onder andere transportondernemingen ladingen en transporten kunnen aanbieden. Door [naam bedrijf 4] zijn de gebruiksgegevens van [verdachte 2] van [platform] verstrekt. Hieruit komt naar voren dat het gebruik van dit platform door [verdachte 2] afnam in de periode 2013 - 2015. De namen van de aanbieders zijn vergeleken met de gefactureerde transporten in dezelfde periode en de betalingswijze. (…) In de periode van 1 januari 2013 tot 27 mei 2015 zijn 115 verschillende transporten gefactureerd aan bedrijven die tevens op [platform] aanbiedingen hebben geplaatst. Het is niet vast te stellen of de transporten die gereden zijn de aangeboden ladingen op [platform] betreffen. Van deze 115 facturen zijn er 113 via de bank betaald, 1 per kas, en was van 1 factuur nog geen betaling terug te vinden op de bankrekening of in de kasadministratie. Deze laatste factuur betrof een transport aan het einde van de onderzoeksperiode en kan mogelijk na het einde van de onderzoeksperiode nog betaald zijn. [85] (…)
Er zijn geen transportopdrachten van [platform] aangetroffen in de administratie waar geen factuur van gemaakt is. Op een enkele uitzondering na zijn alle facturen díe mogelijk via [platform] tot stand zijn gekomen, betaald via een overboeking aan de zakelijke bankrekening. Er zijn geen aanwijzingen dat de contante geldstroom door transportopdrachten via [platform] kan worden verklaard.
Verhuizingen en overige transporten (pg. 21-23):Om te onderzoeken in hoeverre er transportopdrachten zijn geweest waar geen factuur van gemaakt is (dus ongespecificeerde omzet), is voor de periode 1 januari 2015 tot en met 27 mei 2015 de op de bedrijfscomputer aangetroffen e-mail vergeleken met de facturenmap in de administratie. De vergelijking is beperkt tot 2015 in verband met de beschikbare gegevens. Zo is de ontvangen e-mail van met name 2015, en deels ook van 2013, gekopieerd van de bedrijfscomputer, maar ontbreekt het grootste gedeelte van 2014, en zijn er enkel facturenmappen van een deel van 2014 en 2015 aangetroffen bij de doorzoeking. 239 E-mailberichten in 2015 waren te herleiden naar 79 facturen. Uit de vergelijking volgden 5 transporten waarbij vastgesteld kan worden dat het transport daadwerkelijk heeft plaatsgevonden, dat dit door [naam VOF] is gereden én dat daar geen factuur van is opgemaakt. Dit betroffen transporten van:
1. twee schilderijen van Portugal naar België voor 145 euro;
2. een Porsche Boxter van Portugal naar Nederland voor 800 euro;
3. een draaibank van Portugal naar Nederland voor 318,55 euro;
4. een motorfiets van België naar Portugal voor 300 euro;
5. een fiets van Nederland naar Portugal voor 60 euro. [86]
(…)
In onderzoek Kievit is de communicatie over verschillende telefoonlijnen afgeluisterd. De periodes waarin de telefoon is afgeluisterd, zijn beperkt en overlappen niet de fysieke administratie van de verzonden facturen. In de getapte periode zijn één transport (van 2.300 euro) en één klus (van 400 euro) ter sprake gekomen die mogelijk (deels) niet gefactureerd zijn. Er zijn verder geen gesprekken aangetroffen waar expliciet wordt gesproken over het transporteren zonder factuur of zwart. [87]
(…)
Er is geen overzicht aangetroffen van alle binnengekomen transportopdrachten of planning van de ritten die vergeleken kan worden met de facturenstroom. Hoewel er aanwijzingen zijn dat incidenteel een vracht zonder factuur wordt vervoerd, zijn deze niet voldoende om de totale omvang van de negatieve kas te verklaren. Zo is in 2014 een transport van 2.300 euro en een klus van 400 euro aangetroffen, in een periode van twee maanden, terwijl de negatieve kas van dat jaar tenminste 65.276,50 euro is geweest.
De getuigen [getuige 17] en [getuige 18] werk(t)en voor het accountantskantoor dat (een deel van) de administratie van [naam VOF] voerde. De politie heeft deze getuigen verhoord.
Getuige [getuige 17]verklaarde op 10 augustus 2015 – zakelijk weergegeven – onder meer het volgende: [88]
Wij doen een gedeelte van de boekhouding van [naam VOF] Ik verwerk daarbij alleen hetgeen mij door de cliënt wordt aangereikt. Er is totaal geen controlefunctie. Mijn contactpersoon bij [naam VOF] is alleen [verdachte 19] . In 2010, 2011 en een deel van 2012 deed [verdachte 19] de administratie alleen. Op een gegeven moment, in 2012 of 2013, heb ik de boekingen ingebracht in Exact online. Dit deed ik ter plaatse. Daarna heeft een collega van mij dat nog een tijdje gedaan. Vervolgens ik nog een tijdje. Omdat er op een gegeven moment een betalingsachterstand was, ben ik daar ook mee gestopt en heeft [verdachte 19] het weer gedaan.
Ik werd op een gegeven moment geconfronteerd met een negatieve kas. Ik heb [verdachte 19] daar toen op aangesproken. Deze kwam dan later met de gegevens die nog in het kasboek geboekt moesten worden. (…) De bedrijfsactiviteiten waren transporten en verhuizingen. Als je in het kasboek kijkt, zie je dat er money-collect vermeld is. Wat voor activiteit dit is, weet ik niet. Ik kreeg als antwoord dat dit een werkwijze uit het verleden was om een negatieve kas recht te trekken. Zo had de fiscus dat volgens [verdachte 2] goedgekeurd.
Er was in hoge mate sprake van contant geldverkeer binnen [naam VOF] . Hij betaalde ons ook contact. De voornaamste oorzaken daarvoor waren dat debiteuren contant betaalden. En dat geld stortte hij dan af. Hoe deze werden geregistreerd? [verdachte 2] heeft een Excel-document waarin hij de kas registreert. Soms werkt hij deze ook een jaar totaal niet bij. Soms bleek dan dat de kas nog negatief liep, dit werd dan later weer bijgewerkt met kasbetalingen die waren gedaan. Alles werd door [verdachte 19] aangereikt. Er was geen controle. Ik voerde de verstrekte gegevens in. Indien er iets niet klopte, werd dit aan [verdachte 2] medegedeeld.
U vraagt mij wat de omzetrekening #8201 money-collect is. (…) Als er verschillen waren in de boekhouding dan werd mij door [verdachte 19] medegedeeld dat hij ook nog voor een bepaald bedrag geld had ontvangen onder de noemer money-collect. Aan deze money-collect is geen debiteur of iets dergelijks verbonden. De boeking is alleen: Kas aan money-collect met daarbij de BTW. Hier lagen geen onderliggende stukken aan ten grondslag, behalve Excel-documenten van [verdachte 19] , maar daarin staat alleen de enkele vermelding money-collect.
U vraagt mij of ik kennis heb van de oorsprong van de gelden welke contant gegeven worden. Zoals ik zeg, het kasboek. [verdachte 19] liep soms meer dan een jaar achter met de verwerking. Dan kwam weer een verhaal van money-collect. Voor de omzet van money-collect zijn er nooit onderliggende stukken.
Getuige [getuige 17]werd op 21 en 24 augustus 2015 (telefonisch) aanvullend gehoord. Het proces-verbaal daarvan vermeldt – zakelijk weergegeven – onder meer het volgende: [89]
Opmerking: Op de diverse omzetrekeningen wordt veelal de omzet op transactieniveau (per uitgevoerd transport of verhuizing) geboekt. Dit geldt echter niet voor de rekeningen #8013 omzet verhuizing en #8030 money. Hier worden de boekingen gecomprimeerd vanuit de kas geboekt.
Vraag: Wat is hier de reden voor en lagen er onderliggende documenten aan deze boekingen ten grondslag?
Antwoord: Omdat dit contante omzet betrof welke door [verdachte 19] werd aangegeven. Bij het boeken van de bank constateerde ik dat er contante stortingen op de rekening plaatsvonden welke ik niet terug zag in het kasboek van de onderneming. Toen ik dit besprak met [verdachte 19] gaf deze aan dat het contante omzet betrof voor uitgevoerde transporten. Van deze contante omzet heb ik nooit stukken of enige andere onderbouwing gezien.
Getuigen [getuige 18]verklaarde op 3 september 2015 – zakelijk weergegeven – onder meer het volgende: [90]
Mijn contactpersoon bij [naam VOF] was [verdachte 19] . Met [verdachte 2] en [verdachte 24] heb ik nooit iets inhoudelijks besproken. Er was behoorlijk contant geldverkeer binnen [naam VOF] . De verhuizingen kwamen contant binnen. Hij (de rechtbank begrijpt: [verdachte 19] ) deed zijn debiteuren zelf bijhouden in een Excellijst. En hij betaalde crediteuren ook wel eens contant, ook lonen wel eens. Dat is niet gebruikelijk in deze sector. Andere transportbedrijven doen alles per bank. De voornaamste oorzaken van de contante mutaties waren verhuizingen. Hoe deze werden geregistreerd? Hij hield in Excel dus de debiteurenlijst bij en de kasmutaties, maar die waren nooit helemaal volledig. Aan het einde van het jaar confronteerden we dan bijvoorbeeld [verdachte 19] met de vraag: “Je hebt zoveel uitgegeven, waar komt dit geld vandaan?” En dan zei hij dat hij bijvoorbeeld nog 60.000 aan contante verhuizingen had gedaan. En dan boekten hij, of wij, 60.000 euro # kas aan # omzet verhuizingen en aan af te dragen # BTW.
U vraagt mij of ik geen raar gevoel kreeg bij zo’n ronde boeking aan het einde van het jaar. Ja, het ging al jaren zo. Nu achteraf, zeker met zulke bedragen, zou ik het nooit meer doen. U vraagt mij of het geld dan altijd op de rekening werd gestort, of dat het aanvullen van tekorten was. Het was altijd aanvullen van tekorten.
Opmerking: Op de diverse omzetrekeningen wordt veelal de omzet op transactieniveau (per uitgevoerd transport of verhuizing) geboekt. Dit geldt echter niet voor de rekeningen #8013 omzet verhuizing en #8030 money. Hier worden de boekingen gecomprimeerd vanuit de kas geboekt.
Vraag: Is onze analyse correct?
Antwoord: Ja, dat is een boeking die [verdachte 19] mondeling aan ons doorgeeft.
Vraag: In hoeverre wijkt deze omzet af van de omzet zoals verantwoord op de
overige omzetrekeningen?
Antwoord: Er liggen wellicht geen verkoopfacturen aan ten grondslag.
Vraag: Welke onderliggende documenten lagen aan deze boekingen ten grondslag?
Antwoord: lk heb er geen gezien. (…) Ik weet niet wat er aan ten grondslag ligt. Het was in ieder geval niet het Excel-overzicht van [verdachte 19] zelf, die konden we op transactie-niveau boeken.
Medeverdachte [verdachte 25], de echtgenote van [verdachte 19] , verklaarde – zakelijk weergegeven – onder meer dat zij op verzoek van [verdachte 19] het contante geld op de zaak ophaalde en vervolgens stortte op de ING-bankrekening van [naam VOF] . [91]
De verdachte
[verdachte 2]verklaarde ter terechtzitting van 26 mei 2021 – zakelijk weergegeven – onder meer het volgende:
U vraagt mij naar ‘money collect.’ (…) Ik gaf dat geld aan mijn vader [verdachte 19] en ik nam aan dat hij dat verantwoordde. (…)
Zaakdossier 12B: Witwassen [verdachte 2] [92]
De politie heeft onderzoek gedaan naar witwassen door de verdachte gedurende de periode van 27 mei 2009 tot en met 27 mei 2015. [93] De verdachte was sinds 12 september 1990 in gemeenschap van goederen gehuwd met [partner verdachte 2] en zij woonden in de onderzoeksperiode samen. Zij waren samen betrokken bij twee ondernemingen in Nederland en zij hebben in Nederland ook een gemeenschappelijke bankrekening. Gelet daarop stelt de politie dat de verdachte in de onderzoeksperiode een economische eenheid vormde met [partner verdachte 2] . [94]
De politie heeft een financieel onderzoek ingesteld teneinde in het bijzonder de contante ontvangsten en contante uitgaven in beeld te kunnen brengen voor een kasopstelling. [95]
Beginsaldo contant geld
De politie relateerde over het beginsaldo contant geld bij aanvang van de onderzoeksperiode op 27 mei 2009 – zakelijk weergegeven – het volgende: [96]
Het beginsaldo wordt op basis van de inkomstenbelastingaangifte van [verdachte 2] en de contante opnamen voor de aanvang van de onderzoeksperiode vastgesteld op
0 euro. In de belastingaangifte werd bij de rubriek inkomen uit sparen en beleggingen (Box 3) bij de bezittingen een begin-, en eindwaarde van nul euro opgegeven. Indien contant geld ter beschikking zou zijn geweest had hiervan aangifte moeten worden gedaan bij de Belastingdienst. Verder blijkt uit de rekeningen [rekeningnummer 6] en [rekeningnummer 7] dat voor de datum van 27 mei 2009 geen contante opnamen zijn geweest.
[naam VOF]
De onderneming [naam VOF] was een transportbedrijf. De verdachte was vennoot van deze onderneming vanaf 1997 tot zijn uittreden op 16 juni 2014. [97]
De politie heeft onderzoek gedaan naar de
contante privé-onttrekkingen uit en -stortingen inde onderneming [naam VOF] Het proces-verbaal [98] vermeldt daarover – zakelijk weergegeven - onder meer het volgende:
Er zijn geen contante onttrekkingen op naam van [verdachte 2] geregistreerd in de administratie van [naam VOF] . In de jaren 2010 tot en met 2014 zijn wel privé-onttrekkingen zichtbaar van respectievelijk 900 euro (pg. 147), 250 euro (pg. 151), 400 euro (pg. 153), 500 (pg. 157) en 20 euro (pg. 159) die niet zijn te herleiden tot een bepaalde vennoot. (In het voordeel van verdachte zal de rechtbank deze bedragen aan de verdachte toerekenen, hierdoor worden zijn contante inkomsten hoger.) Uit [naam VOF] is door de verdachte privé maximaal
2.070 eurocontant ontvangen in de periode 1 januari 2010 tot en met 27 mei 2015.
Tijdens de onderzoeksperiode is door de verdachte tevens contant geld in de onderneming gestort. Dat betrof 3.000 euro in 2010 (pg. 149) en 227,45 euro in 2013 (pg. 159). Daarmee volgt uit de administratie van de V.O.F. dat
3.227,45 eurocontant door de verdachte in de onderneming is gestort.
[naam bedrijf 1] / [naam bedrijf 5]
[naam bedrijf 1] , gevestigd aan de [adres 17] te Roermond, is opgericht op 17 januari 1973. Sinds 10 juli 2003 was [verdachte 2] enig aandeelhouder en bestuurder. Op 28 juni 2013 is deze onderneming opgehouden te bestaan. [99]
De politie heeft onderzoek gedaan naar de contante inkomsten van de verdachte en zijn echtgenote uit deze onderneming. Daarover relateerde zij – zakelijk weergegeven – onder meer het volgende: [100]
Uit de gegevens van de belastingdienst blijkt dat [verdachte 2] (pg. 48) [101] en [partner verdachte 2] (pg. 51) [102] als werknemer loon ontvingen van [naam bedrijf 5] . Op basis van de ontvangen belastinggegevens, waaronder het brutoloon en de loonheffing zijn de nettolonen van [verdachte 2] en [partner verdachte 2] berekend. Dat betrof over de jaren 2009 tot en met 2013 in totaal 72.092 euro.
In de aangetroffen loonafschriften (pg. 177) [103] staat bij de rubriek “Specificatie betaling” de vermelding “Kas.” Hieruit zou kunnen worden afgeleid dat het nettoloon per kas werd betaald. Uit de geverifieerde bankgegevens (pg. 343) [104] blijkt echter dat een deel van de looninkomsten per bank werden overgeboekt naar de privébankrekening [rekeningnummer 6] ten name van [verdachte 2] en/of [partner verdachte 2] .
De rechtbank merkt hierover het volgende op. Hoewel in het dossier een bedrag van 34.809,47 euro genoemd wordt, kan de rechtbank dit niet uit de onderliggende stukken herleiden. Blijkens p. 343-344 is er een bedrag van 17.213,47 euro aan salaris ontvangen via de bank. Dat maakt dat het verschil in nettoloon totaal volgens de gegevens van de belastingdienst van 72.092,00 euro en het via de bank ontvangen loon van 17.213,47 euro,
54,878,53 eurobedraagt. In het voordeel van de verdachte gaat de rechtbank er van uit dat dit laatste bedrag contant door [verdachte 2] en [partner verdachte 2] is ontvangen.
[naam bedrijf 2]
Op 9 november 1990 werd de rechtspersoon [naam bedrijf 6] opgericht. Met ingang van 7 juni 2006 werd [verdachte 2] enig aandeelhouder en bestuurder. Op 10 oktober 2011 werd de statutaire naam van de B.V. aangepast naar [naam bedrijf 2] Op 23 februari 2015 werd geregistreerd dat de rechtspersoon is opgehouden te bestaan. [105]
De politie heeft onderzoek gedaan naar de contante inkomsten voor de verdachte en zijn echtgenote uit deze onderneming. Daarover relateerde zij – zakelijk weergegeven – onder meer het volgende: [106]
De administratie van het boekjaar 2014 vermeldt onder meer een kassaldo van 2.442,68 euro per 31 december 2014 (pg. 227, 245). Uit het grootboek ‘kas’ is niet af te leiden hoe het eindsaldo van 2.442,68 euro is afgewikkeld. Het resterende banksaldo van 809,85 euro werd in 2015 overgeboekt naar de privérekening van [verdachte 2] en [partner verdachte 2] (pg. 252).
De rechtbank merkt hierover het volgende op. Omdat het banksaldo is overgeboekt naar de privérekening van de bestuurder / enig aandeelhouder, gaat de rechtbank er van uit dat dit tevens de bestemming van het kasgeld is geweest. Tevens vermeldt de administratie van het boekjaar 2014 een post openstaande debiteuren van 814,38 euro. De rechtbank gaat er van uit dat deze post voorafgaande aan de liquidatie van de onderneming is voldaan. Dit betekent dat er in totaal contant uit [naam bedrijf 2] is onttrokken een bedrag van 2.442,68 euro (kassaldo eind 2014) minus 814,38 (openstaande crediteuren) minus 809,85 euro (per bank overgemaakt) =
818,45 euro.
Banktransancties
De politie heeft onderzoek gedaan naar de contante geldstromen via bank- en creditcardrekeningen. Daarover relateerde zij – zakelijk weergegeven – onder meer het volgende: [107]
Uit onderzoek zijn de volgende bank- en creditcardrekeningen bekend geworden:
- [rekeningnummer 1] ten name van [verdachte 2] en [partner verdachte 2] ;
- [rekeningnummer 2] ten name van [partner verdachte 2] ;
- [rekeningnummer 8] ten name van [verdachte 2] ;
- diverse VISA creditcards ten name van [verdachte 2] en [partner verdachte 2] ;
- een American Express creditcard ten name van [verdachte 2] .
[verdachte 2] is tevens pashouder en gemachtigde van de ING-bankrekening [rekeningnummer 3] op naam van [verdachte 1] .
De analyse van de rekening [rekeningnummer 1] vermeldt onder meer dat: [108]
-
96.575,19 eurocontant op de rekening werd gestort (pg. 310);
-
5.413,28 eurocontant van de rekening werd opgenomen (pg. 311-312).
De analyse van de rekening [rekeningnummer 2] vermeldt onder meer dat: [109]
- [verdachte 2] algeheel bevoegd is voor de bankrekening;
- geen contanten op de rekening werden gestort;
-
3.240 eurocontant van de rekening werd opgenomen.
De analyse van de spaarrekening [rekeningnummer 8] vermeldt dat het saldo telkens nul euro bedroeg en er geen mutaties geboekt werden (pg. 23).
De analyse van de ICS/Visacard-gegevens vermeldt onder meer dat: [110]
- meerdere creditcards en klantnummers zijn afgegeven aan [verdachte 2] en [partner verdachte 2] ;
- de meeste aflossingen betaald werden vanaf de privébankrekeningen van [verdachte 2] en [partner verdachte 2] ;
- twee aflossingen niet per bank werden betaald, te weten 950 euro op 2 februari 2009 en 1.840 euro op 4 maart 2010. [111]
Deze twee bedragen zijn ter controle geverifieerd met de beschikbare bankgegevens van [verdachte 2] en [partner verdachte 2] . Daaruit blijkt eveneens dat deze bedragen niet via de bekend geworden bankrekeningen zijn betaald. Daarom worden deze twee bedragen als contante betaling en daarmee als contante uitgave aangemerkt. Het betreft een totaalbedrag van
2.790 euro.
De analyse van de American Express-gegevens vermeldt dat de aflossingen vrijwel geheel zijn betaald van de privé- en zakelijke bankrekeningen; er zijn geen contante uitgaven en/of ontvangsten af te leiden (pg. 23).
De analyse van de rekening [rekeningnummer 3] (t.n.v. [verdachte 1] ), zoals opgenomen in zaakdossier 12 (witwassen [verdachte 1] ) vermeldt onder meer het volgende: [112]
Uit informatie van de ING-bank blijkt dat (onder meer) [verdachte 2] gemachtigd is voor deze bankrekening. Tevens zijn twee bankpassen op naam van [verdachte 2] uitgegeven, te weten bankpas 009 (tot 24 oktober 2013) en bankpas 010 (sinds 6 september 2013).
Uit de bankmutaties blijkt dat er in de periode van 24 juli 2009 tot en met 22 april 2015 voor een totaalbedrag van 137.190 euro aan contante kasstortingen is gedaan. Uit de omschrijvingen van de mutaties is af te leiden door wie dan wel met welk pasnummer gestort werd. Hieruit blijkt (onder meer) het volgende:
Pasnummer
Naam
Bedrag
(vindplaats)
9
[verdachte 2]
€ 42.750,00
(pg. 523-524)
10
[verdachte 2]
€ 5.050,00
(pg. 524)
Onbekend
[verdachte 2] / [partner verdachte 2]
€ 4.860,00
(pg. 527)
Totaal
€ 52.660,00
Money transfers
Verder bleek dat door [verdachte 2] in totaal
2.000 eurobij Western Union werd gestort, bestemd voor [verdachte 1] . [113]
Overige contante uitgaven
De politie heeft onderzoek gedaan naar overige contante uitgaven. Daarover relateert zij – zakelijk weergegeven – onder meer het volgende.
Leningen
In het dossier bevinden zich twee aktes van geldleningen, welke – zakelijk weergegeven – vermelden dat:
- [getuige 19] als schuldeiser een bedrag van 40.000 euro leent aan [verdachte 2] , welke lening een looptijd heeft van 5 jaren, met een rente van 6% en een maandbedrag van 773,31 euro per maand ingaande 15 januari 2007 tot en met 15 december 2011; [114]
- [getuige 20] als schuldeiser een geldbedrag van 35.000 euro leent aan [verdachte 2] , welke lening een looptijd heeft van 5 jaren, met een rente van 6% en een maandbedrag van 676,66 euro ingaande 31 mei 2006 tot en met 30 april 2011. [115]
De getuigen [getuige 20] [116] en [getuige 19] [117] verklaarden dat de leningen inclusief de bedongen rente volledig zijn terugbetaald.
De politie relateerde over deze geldleningen voorts nog het volgende: [118]
Uit diverse bladen uit de fiscale rapporten over de jaren 2007 tot en met 2011 kan afgeleid worden dat [verdachte 2] en [partner verdachte 2] de schulden bij [getuige 19] en [getuige 20] opgeven bij hun aangiften inkomstenbelasting (pg. 404, 416).
Bij onderzoek aan de bankrekeningen in gebruik bij [verdachte 2] en [partner verdachte 2] werden geen mutaties aangetroffen welke gerelateerd konden worden aan de terugbetalingen van deze geldleningen. De vaste maandbetalingen van 676,66 en 773,31 euro zijn niet aangetroffen in de beschikbare bankmutaties van [verdachte 2] en/of [partner verdachte 2] (pg. 409).
Aangezien er fiscale aangifte is gedaan bij de belastingdienst door [verdachte 2] en [partner verdachte 2] en er geen bankbetalingen blijken, worden de maandbetalingen in de onderzoeksperiode als contante uitgaven toegerekend (pg. 410).
De politie heeft de maandbetalingen ook berekend over de onderzoeksperiode. Daarover relateert zij het volgende: [119]
De onderzoeksperiode is gesteld op de periode van 27 mei 2009 tot en met 27 mei 2015. Dat zijn respectievelijk 23 en 31 maandtermijnen. Dit leidt tot de volgende berekening:
- lening 35.000,00 euro - 23 x 676,66 euro = 15.563,18 euro;
- lening 40.000,00 euro - 31 x 773,31 euro = 23.972,61 euro.
Dat betekent
39.535,79 eurodie als contante betalingen toegerekend worden.
Aan- en verkoop voertuigen
De politie heeft onderzoek gedaan naar de aan- en verkoop van diverse voertuigen over de periode 1 januari 2009 tot en me 27 mei 2015 door de verdachte. Dat onderzoek heeft geresulteerd tot (onder meer) de volgende contante uitgaven en inkomsten: [120]
Soort/merk
Kenteken
Uitgaven
Ontvangsten
Harley Davidson
[kenteken 9]
6.445,00
BMW R1200
[kenteken 15]
Opel
[kenteken 13]
3.800,00
3.000,00
Renault Megane
[kenteken 16]
950,00
Renault Laguna
[kenteken 17]
1.250,00
Mercedes-Benz
[kenteken 7]
29.355,00
25.080,00
Toyota Avensis
[kenteken 18]
8.000,00
5.565,00
Citroen Saxo
[kenteken 19]
3.350,00
1.900,00
Westfield
[kenteken 20]
6.000,00
9.000,00
2.500,00
BMW730DAUT
[kenteken 21]
20.000,00
Adly Moto *
[kenteken 8]
2.500,00
Bromfiets Vespa
[kenteken 22]
350,00
Ford Ka
[kenteken 23]
750,00
VW Polo
[kenteken 24]
Auto Union/Audi A3
[kenteken 25]
6.250,00
4.700,00
Totaal
66.150,00
74.595,00
* Voor wat betreft de Adly Moto voorzien van kenteken [kenteken 8] merkt de rechtbank op dat de politie de verkoopprijs had gesteld op 300 euro. De verdachte heeft ter terechtzitting verklaard deze verkocht te hebben voor 2.500 euro, hetgeen de rechtbank aannemelijk acht en daarom in het voorgaande overzicht heeft gecorrigeerd.
Onderhoud motorfiets
De politie stelt dat [verdachte 2] diverse motoren in bezit had en het onderhoud liet doen door Bandidoslid [verdachte 11] . Daarover relateert zij onder meer dat bij [verdachte 11] notities zijn aangetroffen met betrekking tot werkzaamheden voor diverse leden van de club. De aan [verdachte 2] te relateren bedragen vormen een totaalbedrag van
4.997,90 euro, hetgeen als contante uitgave aan [verdachte 2] wordt toegerekend. [121]
Facturen/kwitanties
In de woning van [verdachte 2] werden diverse contantbonnen/-kwitanties aangetroffen. Tevens werd in de woning van medeverdachte [verdachte 1] een factuur en bewijs van contante betaling aangetroffen van een auto die op dat moment nog op naam stond van [verdachte 2] , welke uitgave daarom aan [verdachte 2] werd toegerekend. Deze zes facturen gedateerd in de periode van 3 april 2014 tot en met 22 februari 2015 vormen een totaalbedrag van
2.111,16 euro. [122]
Contante betalingen assurantiekantoor [naam assurantiekantoor] :
In de woning van [verdachte 2] werden ook diverse documenten aangetroffen die betrekking hebben op betalingen van verzekeringen aan assurantiekantoor [naam assurantiekantoor] . Na vordering daartoe verstrekte het assurantiekantoor diverse bescheiden, waaruit volgt dat in de periode van 16 mei 2011 tot en met 20 januari 2015 in totaal
39.316,45 eurocontant werd betaald. [123]
BlackBerry’s
In de woning van [verdachte 2] werden ook onder meer 12 telefoons van het merk BlackBerry aangetroffen. Aankoopbewijzen dan wel facturen daarvan werden niet aangetroffen. Uit de geverifieerde bankgegevens zijn geen betalingen gebleken voor de aankoop van deze communicatiemiddelen. Hieruit kan worden afgeleid dat deze goederen contant betaald moeten zijn. Aangezien er geen aankoopgegevens bekend zijn, werd via het internet, per type telefoon, naar aankoopprijzen gezocht. Daaruit blijkt dat voor de aankoop van deze BlackBerry's in totaal een bedrag van
3.704,44 eurobenodigd was. Dit bedrag wordt toegerekend als contante uitgave. [124]
Contributie MC Bandidos Sittard
In het onderzoek is vastgesteld dat [verdachte 2] lid was van de Bandidos te Sittard sinds april 2014. Uit het onderzoek blijkt dat de leden van de Bandidos maandelijks contributie dienen te betalen. Tijdens de doorzoeking op 27 mei 2015 zijn bij de verdachte [verdachte 13] contributielijsten aangetroffen, waaruit kan worden afgeleid dat de contributie in april en mei 2015 220 euro per maand per lid bedroeg. Uit de aangetroffen lijsten blijkt dat bij de naam [verdachte 2] elke maand wordt opgenomen dat de verschuldigde contributie betaald werd. Op de contributielijsten zijn van [verdachte 2] geen betalingsachterstanden opgenomen. Uit de geverifieerde bankgegevens van de familie [verdachte 2] - [partner verdachte 2] blijken geen contributiebetalingen. Er van uitgaande dat de contributie gedurende de gehele periode van lidmaatschap 220 euro bedroeg, betekent dit dat verdachte [verdachte 2] over de periode april 2014 tot en met mei 2015 (14 maanden) een totaalbedrag van
3.080 eurocontant heeft betaald aan contributie. [125]
Aankoop verdovende middelen
Uit de bewijsmiddelen uit zaakdossier 12B blijkt dat in de woning van de verdachte (in totaal) 255,99 gram hasjiesj werden aangetroffen. De verdachte verklaarde ter terechtzitting van 26 mei 2021 dat hij voor die hasjiesj ongeveer 3 euro per gram heeft betaald, zijnde in totaal ongeveer
750 euro.
Eindsaldo contant geld
Bij de doorzoeking in de woning van de verdachten werden aangetroffen geldbedragen tot in totaal 3.685,00 euro en buitenlandse valuta met een waarde van 1.231,95 euro. Dat vormt een totaalbedrag van
4.916,95 euro. [126]
Bijlage III: de beslaglijst
[scan beslaglijst]

Voetnoten

1.Waar in deze paragraaf wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie eenheid Limburg, dienst regionale recherche, afdeling Generiek, team opsporing, proces-verbaalnummer 2015093950-Z01, zaakdossier 1 van het onderzoek Kievit (met onderzoeksnummer 2451114005), gesloten d.d. 7 juli 2016, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 966.
2.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 29 juni 2016, pg. 373-378 van zaakdossier 1.
3.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek beslag Kievit – item 044 – [verdachte 13] d.d. 15 oktober 2015, pg. 281-294 van zaakdossier 1.
4.Een geschrift, te weten een ledenlijst getiteld “Bandidos MC Sittard”, pg. 299-300 van zaakdossier 1.
5.Proces-verbaal zaakdossier 1, pg. 24.
6.Geschriften, te weten verslagen van “meetings”, pg. 302-333 van zaakdossier 1.
7.Een geschrift getiteld “meeting 18 february”, pg. 321-323 van zaakdossier 1.
8.Een geschrift getiteld “meeting 25 maart”, pg. 329-330 van zaakdossier 1.
9.Geschriften, te weten verslagen van “meetings”, pg. 302-333 van zaakdossier 1.
10.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek beslag Kievit – item 170 – [verdachte 7] d.d. 28 oktober 2015, pg. 351-366 van zaakdossier 1.
11.Een geschrift getiteld “Bandidos MC Sittard Holland, Holland regels”, pg. 367-368.
12.Proces-verbaal bevindingen inbeslagneming handboek Bandidos d.d. 6 november 2015, pg. 392-393.
13.Een geschrift, getiteld “Bible of the Bandidos motorcycleclub Europe” edition 2014/2015, pg. 1354-1429 van zaakdossier 1.
14.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 29 juni 2016, pg. 373-378 van zaakdossier 1.
15.Proces-verbaal zaakdossier 1 d.d. 7 juli 2016, pg. 13-14.
16.Proces-verbaal zaakdossier 1 d.d. 7 juli 2016, pg. 73.
17.Proces-verbaal zaakdossier 1 d.d. 7 juli 2015, pg. 71.
18.Proces-verbaal zaakdossier 1 d.d. 7 juli 2016, pg. 19.
19.Proces-verbaal zaakdossier 1 d.d. 7 juli 2016, pg. 73.
20.Proces-verbaal zaakdossier 1 d.d. 7 juli 2015, pg. 20.
21.Proces-verbaal zaakdossier 1 d.d. 7 juli 2015, pg. 68.
22.Waar in deze paragraaf wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie eenheid Limburg, dienst regionale recherche, afdeling Generiek, team opsporing, proces-verbaalnummer 2015093950-Z05, zaakdossier 5 van het onderzoek Kievit (met onderzoeksnummer 2451114005), gesloten d.d. 9 juni 2016, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 125.
23.Proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 27 mei 2015, pg. 93-99 van zaakdossier 5.
24.Waar in deze paragraaf wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie eenheid Limburg, dienst regionale recherche, afdeling Generiek, team opsporing, proces-verbaalnummer 2015093950-Z08, zaakdossier 8 van het onderzoek Kievit (met onderzoeksnummer 2451114005), gesloten d.d. 9 december 2015, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 1085 alsmede de daarbij gevoegde vertalingen van Duitse stukken, in totaal 587 pagina’s.
25.Een geschrift, te weten het (vanuit de Duitse taal vertaalde) “Verslag van politieactie en opsporingsonderzoek” d.d. 19 maart 2015, pg. 401-411 van zaakdossier 8.
26.Een geschrift, te weten het (vanuit de Duitse taal vertaalde) “Proces-verbaal inbeslagneming” d.d. 25 maart 2015, pg. 627-628 van zaakdossier 8.
27.Een geschrift, te weten (vanuit de Duitse taal vertaalde) “Rapport” d.d. 20 april 2014, pg. 777-782 van zaakdossier 8.
28.Een geschrift, te weten een (vanuit de Duitse taal vertaalde) weergave van het verdachtenverhoor van [getuige 8] d.d. 2 juni 2016, pg. 176-184 van zaakdossier 8.
29.Een geschrift, te weten een (vanuit de Duitse taal vertaalde) weergave van het verdachtenverhoor van [getuige 8] d.d. 6 augustus 2015, pg. 196-199 van zaakdossier 8.
30.Zie het proces-verbaal van bevindingen d.d. 10 augustus 2015, in het bijzonder pg. 188-190 van zaakdossier 8, voor de samenstelling van de gebruikte fotomap.
31.Een geschrift, te weten een (vanuit de Duitse taal vertaalde) weergave van het verdachtenverhoor van [getuige 9] d.d. 11 juni 2015, pg. 231-237 van zaakdossier 8.
32.Een geschrift, te weten een (vanuit de Duitse taal vertaalde) weergave van het verdachtenverhoor van [getuige 9] d.d. 12 augustus 2015, pg. 263-267 van zaakdossier 8.
33.Een proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 10] d.d. 23 juni 2015, pg. 133-138 van zaakdossier 8.
34.Proces-verbaal van doorzoeking d.d. 27 mei 2015, pg. 102-104 van zaakdossier 8.
35.Waar in deze paragraaf wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie eenheid Limburg, dienst regionale recherche, afdeling Generiek, team opsporing, proces-verbaalnummer 2015093950-Z09, zaakdossier 9 van het onderzoek Kievit (met onderzoeksnummer 2451114005), gesloten d.d. 17 mei 2016, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 378.
36.Proces-verbaal aangifte [getuige 11] d.d. 25 januari 2015, pg. 290-292 van zaakdossier 9.
37.Proces-verbaal uitwerking videobeelden café [naam café 1] 24-1-2015 d.d.
38.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 juli 2015, pg. 322 van zaakdossier 9.
39.Proces-verbaal 1e verhoor getuige [getuige 12] d.d. 23 juni 2015, pg. 324-327.
40.Proces-verbaal zaakdossier 9 d.d. 17 mei 2016, pg. 66.
41.Proces-verbaal zaakdossier 9 d.d. 17 mei 2016, pg. 67.
42.Proces-verbaal zaakdossier 9 d.d. 17 mei 2016, pg. 67-79.
43.Proces-verbaal zaakdossier 9 d.d. 17 mei 2016, pg. 82.
44.Proces-verbaal zaakdossier 9 d.d. 17 mei 2016, pg. 87-93.
45.Proces-verbaal van bevindingen uitluisteren meldkamerbestanden d.d. 14 oktober 2016, pg. 111-113 van zaakdossier 9.
46.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 8 mei 2015, pg. 133-135 van zaakdossier 9.
47.Proces-verbaal aangifte [slachtoffer 7] d.d. 8 mei 2015, pg. 158-161 van zaakdossier 9.
48.Proces-verbaal aangifte [slachtoffer 8] d.d. 7 mei 2015, pg. 170-171 van zaakdossier 9.
49.Een geschrift, te weten een geneeskundige verklaring d.d. 26 oktober 2015 van R. van Avesaath, arts, pg. 185 van zaakdossier 9.
50.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 18 mei 2015, pg. 194 van zaakdossier 9.
51.Proces-verbaal uitkijken video 7 mei 2015 d.d. 26 oktober 2015, pg. 99-109 van zaakdossier 9.
52.Proces-verbaal uitkijken video 7 mei 2015 d.d. 26 oktober 2015, pg. 99-109 (in het bijzonder pg. 105-106) van zaakdossier 9.
53.Proces-verbaal zaakdossier 9 d.d. 17 mei 2016, pg. 15-16.
54.Proces-verbaal zaakdossier 9 d.d. 17 mei 2016, pg. 16.
55.Proces-verbaal zaakdossier 9 d.d. 17 mei 2016, pg. 17-18.
56.Proces-verbaal zaakdossier 9 d.d. 17 mei 2016, pg. 19-20.
57.Proces-verbaal zaakdossier 9 d.d. 17 mei 2016, pg. 20-24.
58.Proces-verbaal zaakdossier 9 d.d. 17 mei 20166, pg. 23.
59.Proces-verbaal zaakdossier 9 d.d. 17 mei 2016, pg. 32-44.
60.Proces-verbaal zaakdossier 9 d.d. 17 mei 2016, pg. 50.
61.Proces-verbaal zaakdossier 9 d.d. 17 mei 2016, pg. 54.
62.Proces-verbaal zaakdossier 9 d.d. 17 mei 2016, pg. 55.
63.Proces-verbaal zaakdossier 9 d.d. 17 mei 2016, pg. 56.
64.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 mei 2015, pg. 137-138 van zaakdossier 9.
65.Proces-verbaal van verhoor verdachte [getuige 14] d.d. 3 juni 2015, pg. 220-233 van zaakdossier 9.
66.Waar in deze paragraaf wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie eenheid Limburg, dienst regionale recherche, afdeling Generiek, team opsporing, proces-verbaalnummer 2015093950-Z10B, zaakdossier 10B van het onderzoek Kievit (met onderzoeksnummer 2451114005), gesloten d.d. 26 mei 2016, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 181.
67.Proces-verbaal zaakdossier 10B d.d. 26 mei 2016, pg. 52.
68.Kennisgeving van inbeslagneming d.d. 3 juni 2015, pg. BD2159-BD2161 van het beslagdossier Kievit d.d. 13 mei 2016.
69.Proces-verbaal onderzoek verdovende middelen d.d. 3 juni 2015, pg. 121 van zaakdossier 10B.
70.Proces-verbaal zaakdossier 10B d.d. 26 mei 2015, pg. 37-41.
71.Proces-verbaal zaakdossier 10B d.d. 26 mei 2015, pg. 41-45.
72.Proces-verbaal zaakdossier 10B d.d. 26 mei 2016, pg. 32 i.c.m. het proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 maart 2016, pg. 141-148 van zaakdossier 10B.
73.Waar in deze paragraaf wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie eenheid Limburg, dienst regionale recherche, afdeling Generiek, team opsporing, proces-verbaalnummer 2015093950-Z12A, zaakdossier 12A van het onderzoek Kievit (met onderzoeksnummer 2451114005), gesloten d.d. 27 september 2016, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 563.
74.Een geschrift, te weten een online ingezien uittreksel Kamer van Koophandel d.d. 19 mei 2015, pg. 33-34 van zaakdossier 12A.
75.Een geschrift, te weten een “openbaar faillissementsverslag rechtspersoon” d.d. 14 oktober 2015, pg. 60-64.
76.Proces-verbaal van bevindingen analyse zakelijke ING rekening [naam VOF] d.d. 17 juni 2016, pg. 36-38 van zaakdossier 12A.
77.Proces-verbaal zaakdossier 12A d.d. 27 september 2016, pg. 8-13.
78.Proces-verbaal van bevindingen winstverdeling en privé mutaties [naam VOF] d.d. 13 juni 2016pg. 40-58 van zaakdossier 12A.
79.Geschriften, te weten bankmutaties van het rekeningnummer [rekeningnummer 5] van de Volksbank Erkelenz over de periode van 2 januari 2009 t/m 10 september 2014, pg. 88-95 van zaakdossier 12A.
80.Proces-verbaal van bevindingen omvang niet gespecificeerde omzet [naam VOF] d.d. 30 augustus 2016, pg. 269-284 van zaakdossier 12A i.c.m. het proces-verbaal “verstrekking gevorderde gegevens” d.d. 2 februari 2016, pg. 4659-4660 (en in het bijzonder de daarbij gevoegde grootboekkaarten over de jaren 2010 t/m 2015, pg. 4712-5282) van het Algemeen dossier.
81.Proces-verbaal zaakdossier 12A d.d. 27 september 2016, pg. 27-28.
82.Proces-verbaal zaakdossier 12A d.d. 27 september 2016, pg. 13-23.
83.Proces-verbaal analyse e-mailberichten [naam VOF] d.d. 30 juni 2016, pg. 357-361 van zaakdossier 12A.
84.Proces-verbaal van bevindingen [naam VOF] : analyse tapgesprekken d.d. 9 augustus 2016, pg. 408-411.
85.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 8 juli 2016, pg. 418-420.
86.Proces-verbaal analyse e-mailberichten [naam VOF] d.d. 30 juni 2016, pg. 357-361 van zaakdossier 12A.
87.Proces-verbaal van bevindingen [naam VOF] : analyse tapgesprekken d.d. 9 augustus 2016, pg. 408-411.
88.Proces-verbaal 1e verhoor getuige [getuige 17] d.d. 10 augustus 2015, pg. 97-104 van zaakdossier 12A.
89.Proces-verbaal bevindingen telefonisch contact [getuige 17] d.d. 25 augustus 2015, pg. 129-132 van zaakdossier 12A.
90.Proces-verbaal 1e verhoor getuige [getuige 18] d.d. 3 september 2015, pg. 164-177 van zaakdossier 12A.
91.Proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte 25] d.d. 29 augustus 2016, pg. 524-532 van zaakdossier 12A.
92.Waar in deze paragraaf wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie eenheid Limburg, dienst regionale recherche, afdeling Generiek, team opsporing, proces-verbaalnummer zaakdossier 12B van het onderzoek Kievit (met onderzoeksnummer 2451114005), gesloten d.d. 11 oktober 2016, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 625.
93.Proces-verbaal zaakdossier 12B d.d. 11 oktober 2016, pg. 4.
94.Proces-verbaal zaakdossier 12B d.d. 11 oktober 2016, pg. 8.
95.Proces-verbaal zaakdossier 12B d.d. 11 oktober 2016, pg. 11.
96.Proces-verbaal zaakdossier 12B d.d. 11 oktober 2016, pg. 40.
97.Proces-verbaal zaakdossier 12B d.d. 11 oktober 2016, pg. 14 i.c.m. een geschrift, te weten een online ingezien uittreksel Kamer van Koophandel d.d. 19 mei 2015, pg. 33-34 (bijlage 1) van zaakdossier 12A.
98.Proces-verbaal zaakdossier 12B d.d. 11 oktober 2016, pg. 14-15 i.c.m. het proces-verbaal van bevindingen d.d. 13 juni 2016, pg. 145-163 (bijlage 4) van zaakdossier 12B.
99.Een geschrift, te weten een uittreksel Kamer van Koophandel d.d. 30 september 2016, pg. 165-170 (bijlage 5) van zaakdossier 12B.
100.Proces-verbaal zaakdossier 12B d.d. 11 oktober 2016, pg. 18-19.
101.Een geschrift getiteld “Financiële gegevens [verdachte 2] ”, pg. 48-49 (bijlage 1) van zaakdossier 12B.
102.Een geschrift getiteld “Inkomsten uit arbeid (Box 1) [partner verdachte 2] ”, pg. 51 (bijlage 2) van zaakdossier 12B.
103.Geschriften, te weten salarisspecificaties en jaaropgaves t.n.v. [verdachte 2] en [partner verdachte 2] over de jaren 2009 tot en met 2012, pg. 177-222 (bijlage 7) van zaakdossier 12B.
104.Het proces-verbaal van bevindingen analyse bankmutaties d.d. 25 april 2016, pg. 301-307 (bijlage 10) van zaakdossier 12B i.c.m. een geschrift inhoudende bankmutaties van bankrekeningnummer [rekeningnummer 6] , pg. 343-344 (bijlage 15 van bijlage 10) van zaakdossier 12B.
105.Een geschrift, te weten een uittreksel Kamer van Koophandel d.d. 30 september 2016, pg. 230-235 (bijlage 1 van bijlage 9) van zaakdossier 12B.
106.Proces-verbaal van bevindingen [naam bedrijf 2] d.d. 30 september 2016, pg. 224-229 (bijlage 9) van zaakdossier 12B.
107.Proces-verbaal zaakdossier 12B d.d. 11 oktober 2016, pg. 21-25.
108.Proces-verbaal van bevindingen analyse bankmutaties d.d. 25 april 2016, pg. 301-307 (bijlage 10) en bijlagen van zaakdossier 12B.
109.Proces-verbaal van bevindingen analyse bankmutaties d.d. 23 augustus 2016, pg. 348-351 (bijlage 11) en bijlagen van zaakdossier 12B.
110.Proces-verbaal zaakdossier 12B d.d. 11 oktober 2016, pg. 23.
111.Een geschrift inhoudende mutaties “betalingen op account” verstrekt door ICS (pg. 5703 van het Algemeen dossier), gevoegd bij het proces-verbaal bevindingen uitlevering van bescheiden gegevens d.d. 4 maart 2015, in het bijzonder pg. 5697-5698 (bijlage 136-207) van het Algemeen dossier.
112.Zaakdossier 12. Proces-verbaal van bevindingen onderzoek bankmutaties d.d. 18 januari 2016, pg. 514-519 (bijlage 22) en de daarbij gevoegde bijlagen van zaakdossier 12.
113.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek bankmutaties d.d. 18 augustus 2014, pg. 361-364 (bijlage 12) van zaakdossier 12B i.c.m. de daarbij gevoegde bijlage DOC-010 (pg. 398-399), zijnde een geschrift inhoudende mutaties ontvangen van Western Union.
114.Een geschrift getiteld “akte van geldlening d.d. 15 december 2006, pg. 412-413 van zaakdossier 12B.
115.Een geschrift getiteld “akte van geldlening” pg. 414-415 van zaakdossier 12B.
116.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 20] d.d. 26 augustus 2015, pg. 434-437 van zaakdossier 12B.
117.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 19] d.d. 21 september 2015, pg. 438-441 van zaakdossier 12B.
118.Proces-verbaal van bevindingen contante uitgaven i.v.m. geldleningen d.d. 9 december 2015, pg. 403-411 (bijlage 13) van zaakdossier 12B.
119.Proces-verbaal zaakdossier 12B d.d. 11 oktober 2016, pg. 27.
120.Overzichtsproces-verbaal onderzoek voertuigen [verdachte 2] d.d. 16 december 2015, pg. 448-450 (bijlage 14) van zaakdossier 12B.
121.Proces-verbaal zaakdossier 12B d.d. 11 oktober 2016, pg. 28.
122.Proces-verbaal uitgaven contant bonnen d.d. 6 september 2016, pg. 554-558 (bijlage 16) van zaakdossier 12B.
123.Proces-verbaal uitgaven contant bonnen d.d. 6 september 2016, pg. 554-558 (bijlage 16) van zaakdossier 12B.
124.Proces-verbaal zaakdossier 12B d.d. 11 oktober 2016, pg. 29 i.c.m. een geschrift een overzicht van prijzen van verschillende telefoontypes, pg. 616 (bijlage 17) van zaakdossier 12B.
125.Proces-verbaal zaakdossier 12B d.d. 11 oktober 2016, pg. 29 i.c.m. het proces-verbaal van bevindingen contributiebetalingen d.d. 26 augustus 2016, pg. 362-266 (bijlage 62) van het Algemeen dossier.
126.Proces-verbaal zaakdossier 12B d.d. 11 oktober 2016, pg. 35-36 i.c.m. het proces-verbaal onderzoek beslag d.d. 16 december 2015, pg. BD 2249 – BD 2287 (en de daarbij gevoegde ontvangstkwitanties) van het Beslagdossier Kievit d.d. 13 mei 2016.