Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.[eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] ,
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie],
1.Het verdere verloop van de procedure
- het tussenvonnis van 15 april 2020,
- de akte uitlaten tevens overleggen producties van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] ,
- de antwoordakte van De Baer B.V. ,
- de akte uitlaten producties De Baer van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] ,
- de antwoordakte van De Baer B.V.
2.De verdere beoordeling
primair:
“der bestehenden Fussbodenheizung passte preislich in <
12 februari 2018 een (in een paar dagen opgezette) grove opgave betreft, die is gemaakt ten behoeve van de (uit te brengen) taxatie. Hieraan zijn, aldus [naam 1] , vervolgens de meubels nog toegevoegd.
a) Welke waarde vertegenwoordigde de omstreeks augustus 2018 geheel dan wel gedeeltelijk voltooide bouwwerkzaamheden?
b) Welke waarde vertegenwoordigde de omstreeks augustus 2018 door De Baer B.V. in en om het woonhuis geïnstalleerde/aangebrachte apparatuur/materialen en dergelijken?
c) welke waarde vertegenwoordigde de nevenactiviteiten die De Baer B.V. verricht heeft en die blijken uit verschillende facturen (onder meer bouwbegeleiding)?
betaald hebben) + € 91.925,93 kosten keuken. Uit de toelichting die door De Baer B.V. gegeven is tijdens de mondelinge behandeling op 12 november 2019 begrijpt de rechtbank dat de facturen met de nummers [nr. 1] , [nr. 2] , [nr. 3] en [nr. 4] deels zijn meegenomen in de berekening van [naam 3] .
3.De beslissing
17 februari 2021voor akte uitlating rechtsoverwegingen 2.23 en 2.24 aan de zijde van beide partijen,