de tussen partijen geldende huurovereenkomst met betrekking tot de woning gelegen aan de [adres 2] te [plaats] , gemeente [gemeente] , primair met onmiddellijk ingang en subsidiair op een door de kantonrechter te bepalen datum te ontbinden;
[gedaagde partij] te veroordelen om binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis, althans een andere door de kantonrechter te bepalen termijn, met de zijne en al het zijne de woning te ontruimen en ontruimd te houden en onder afgifte van de sleutels weer ter vrije en algehele beschikking van Zowonen te stellen;
[gedaagde partij] te veroordelen om vanaf de dag van dagvaarding tot de dag van ontbinding van de huurovereenkomst tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Zowonen te betalen € 645,44 per maand, te voldoen voor of op de eerste dag van iedere maand, tot het moment van ontruiming van de woning, een en ander te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag der opeisbaarheid tot de dag der algehele voldoening;
[gedaagde partij] te veroordelen om vanaf de dag van ontbinding van de huurovereenkomst tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Zowonen te betalen een gebruiksvergoeding die gelijk is aan de maandelijkse huur van € 645,44 per maand, te voldoen voor of op de eerste dag van iedere maand, tot het moment van ontruiming van de woning, een en ander te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag der opeisbaarheid tot de dag der algehele voldoening;
[gedaagde partij] te veroordelen in de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 15 dagen na betekening van dit vonnis tot de dag der algehele voldoening.