ECLI:NL:RBLIM:2021:5397
Rechtbank Limburg
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van valsheid in geschrifte en feitelijk leidinggeven aan een stichting
Op 8 juli 2021 heeft de Rechtbank Limburg in Roermond uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van feitelijk leidinggeven aan en opdracht geven tot het valselijk opmaken van de donateursadministratie van een stichting. De verdachte, geboren in 1983 en woonachtig in Geleen, werd bijgestaan door advocaat mr. A.M. Seebregts. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 1 en 3 juni 2021, waarbij de officier van justitie niet-ontvankelijk werd verklaard in zijn vervolging voor enkele feiten wegens gebrek aan strafvorderlijk belang. De rechtbank heeft op 8 juli 2021 het onderzoek gesloten en direct het vonnis gewezen.
De tenlastelegging omvatte onder andere het valselijk opmaken van de donateursadministratie van de stichting, met als doel deze als echt en onvervalst te gebruiken. De officier van justitie stelde dat de verdachte als voorzitter van de stichting feitelijk leiding had gegeven aan de valsheid in geschrifte, omdat hij verantwoordelijk was voor de financiële administratie. De verdediging betwistte echter de betrokkenheid van de verdachte bij de administratie en stelde dat er geen bewijs was voor opzet.
De rechtbank oordeelde dat niet kon worden vastgesteld dat de stichting een strafbaar feit had gepleegd, en dat er geen bewijs was dat de verdachte feitelijk leiding had gegeven aan een strafbare gedraging. Daarom werd de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten. De uitspraak benadrukt de noodzaak van bewijs voor zowel de betrokkenheid van de rechtspersoon als de rol van de verdachte in strafzaken die betrekking hebben op rechtspersonen.