ECLI:NL:RBLIM:2021:5383

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
7 juli 2021
Publicatiedatum
6 juli 2021
Zaaknummer
04 8870957
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Burgerlijk procesrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Causaal verband tussen krassen op auto en car-cleaningswerkzaamheden; bewijslast bij opdrachtgever

In deze zaak vordert eiser, die zijn auto heeft laten schoonmaken door Car Cleaning, schadevergoeding voor krassen die na de schoonmaakwerkzaamheden zichtbaar werden. Eiser stelt dat de krassen niet aanwezig waren toen hij de auto inleverde en dat Car Cleaning aansprakelijk is voor het ontstaan van deze schade. Car Cleaning ontkent echter de krassen te hebben veroorzaakt en stelt dat deze al aanwezig waren, maar door de verfspatten niet zichtbaar waren. De kantonrechter oordeelt dat de bewijslast bij eiser ligt om aan te tonen dat de krassen tijdens de werkzaamheden zijn ontstaan. Eiser heeft niet voldoende bewijs geleverd om aan te tonen dat de krassen er niet waren bij inlevering van de auto. De kantonrechter wijst de vordering van eiser af en veroordeelt hem in de proceskosten van Car Cleaning, die zijn begroot op € 360,00. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Roermond
Zaaknummer: 8870957 \ CV EXPL 20-5986
Vonnis van de kantonrechter van 7 juli 2021
in de zaak van:
[eiser],
wonend [adres] ,
[plaats] ,
eisende partij,
gemachtigde mr. R.M.I. Cornelissen,
tegen:
[gedaagde] , h.o.d.n. CAR CLEANING [naam natuurlijk persoon],
wonend [adres] ,
[plaats] ,
gedaagde partij,
procederende in persoon.
Partijen worden hierna [eiser] en Car Cleaning genoemd

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • de conclusie van antwoord
  • de conclusie van repliek tevens vermeerdering van eis
  • de conclusie van dupliek
  • de akte zijdens [eiser] .
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Tijdens schilderwerkzaamheden aan de dakgoten van het huis van [eiser] , stond zijn auto op de oprit. Door felle wind zijn het lakwerk en de ramen van deze zwarte Tesla onder duizenden minuscule witte verfspatjes komen te zitten.
2.2.
[eiser] heeft zich daarop tot Car Cleaning gewend, die op 21 juni 2021 tegen betaling van € 300,= de verfvlekken heeft verwijderd. Bij het ophalen van de auto werden (rechtsboven) in het voorraam en (rechts) achter op een klein raampje krassen geconstateerd. Ter plaatse heeft Car Cleaning geprobeerd de krassen weg te halen, doch dat is niet gelukt. Daarna is op 3 juli 2020 door Car Cleaning tevergeefs geprobeerd de krassen er uit te polijsten.
2.3.
Bij e-mail van 3 juli 2020 heeft [eiser] Car Cleaning aansprakelijk gesteld voor de schade. Bij e-mail van 15 juli 2020 heeft de gemachtigde van [eiser] Car Cleaning gesommeerd de aansprakelijkheid te erkennen en het voorval bij de aansprakelijkheidsverzekering te melden, een en ander gevolgd door zijn brief van 11 september 2020.
2.4.
Bij e-mail van 24 september 2020 heeft de gemachtigde van Car Cleaning de aansprakelijkheid afgewezen.
2.5.
Op 7 januari 2021 is er op verzoek van [eiser] door Expertise & Taxatie Zuid een rapport opgemaakt.
2.6.
Zijdens Car Cleaning is een voorlopig expertiserapport van Hoeveler Expertise in het geding gebracht. Verder zijn er soortgelijk verklaringen in het geding gebracht van Roma bedrijfsdiensten (glasbewassing) en Meulenberg (o.a. autoruitenreparatie).
2.7.
[eiser] treedt als lasthebber op van Topgiving B.V. die een lease-huurkoopovereenkomst heeft met betrekking tot de aan de orde zijnde auto.

3.Het geschil

3.1.
[eiser] vordert – samengevat en na vermeerdering - veroordeling van Car Cleaning tot betaling van € 1.392,63 aan schade, € 423,50 aan deskundige kosten en € 208,89 aan buitengerechtelijke incassokosten, vermeerderd met rente over de hoofdsom en kosten.
3.2.
Car Cleaning voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Het geschil tussen partijen komt er op neer dat [eiser] schadevergoeding vordert van Car Cleaning stellende dat Car Cleaning aansprakelijk is voor (het ontstaan van) de krassen op de autoramen. Na de schoonmaakwerkzaamheden bleken de verfvlekken te zijn verdwenen doch waren forse krassen op de voor- en zijruit zichtbaar. Deze krassen waren volgens hem niet aanwezig toen hij de auto bij Car Cleaning inleverde om de verfspatjes weg te halen. [eiser] grondt zijn vordering op onrechtmatige daad.
Car Cleaning ontkent deze krassen te hebben veroorzaakt en ontkent dat er een causaal verband is tussen zijn schoonmaakwerkzaamheden en de gebleken krassen. Deze krassen waren al aanwezig voor aanvang van de werkzaamheden doch waren niet zichtbaar doordat er verfspatten opzaten. De krassen hebben zich gevuld met de waslaag die bij het poetsen aangebracht wordt over de hele auto, waardoor ze zichtbaar zijn geworden. Uit service-gerichtheid heeft Car Cleaning daarna nog getracht de krassen eruit te polijsten doch dat is niet gelukt.
4.2.
De kantonrechter overweegt als volgt. Voor toewijzing van deze vordering dient met name vast komen te staan dat de krassen nog niet aanwezig waren toen de auto bij Car Cleaning werd ingeleverd en ze dus tijdens en/of door die werkzaamheden zijn ontstaan.
Nu [eiser] zijn vordering baseert op het gegeven dat de krassen er niet op zaten toen hij de auto bij Car Cleaning afleverde en die krassen derhalve door toedoen van Car Cleaning zijn ontstaan, ligt de bewijslast daarvan in beginsel bij hem.
4.3.
Die bewijslast had kunnen worden verlegd als tijdens een voorinspectie zou zijn gebleken dat de auto geen krassen had. In dat geval had gevoeglijk mogen worden aangenomen dat die krassen tijdens en/of door de schoonmaakwerkzaamheden zijn ontstaan. Het had dan op de weg van Car Cleaning gelegen om bij wijze van tegenbewijs aannemelijk te maken dat de krassen er al geweest moeten zijn en niet zijn waargenomen. Die situatie doet zich echter niet voor. Het feit dat de schilder in een schriftelijke verklaring opmerkt dat hij de krassen wel zou hebben opgemerkt als ze er gezeten hadden, is rechtens niet als een voorinspectie aan te merken.
4.4.
Blijft over de vraag of [eiser] slaagt in het bewijs dat de krassen tijdens het schoonmaken moeten zijn gemaakt omdat ze er daarvoor niet waren. Tegenover de verklaring van de schilder dat hij geen krassen heeft opgemerkt, staat de opmerking van Car Cleaning dat ze ook moeilijk te zien zouden zijn geweest vanwege de vele verfspetters die er op de auto zaten. De krassen waar het hier over gaat, zijn niet zo in het oog springend dat ze niet over het hoofd gezien konden worden. Niet ontkend is verder dat het mogelijk is dat door het poetsen en de waslaag die daarbij aangebracht wordt, niet zichtbare (en dus al bestaande) krassen opeens zichtbaar worden.
4.5.
Ook de aard en diepte van de krassen geven geen sluitende informatie over het ontstaan ervan. De expert van [eiser] heeft daarover verklaard dat er krassen zijn ontstaan doordat het spuitnevelverwijderingsmesje waarmee Car Cleaning de werkzaamheden heeft uitgevoerd, op een onjuiste wijze is gebruikt. Mogelijk is het mesje niet geheel schoon geweest. De door Car Cleaning gecontacteerde expert verklaart daarentegen dat dat onmogelijk is:
“de krassen zijn zodanig diep dat deze met polijsten niet te herstellen zijn. Om deze diepte te creëren dient er een aanzienlijke mate van kracht op het flinterdun mes te worden gezet. Het gebruikte flinterdunne mesje breekt echter zodra er druk op wordt uitgeoefend”.Ook Roma bedrijfsdiensten heeft verklaard dat het met een dergelijk mesje niet lukt om dergelijke schade aan een autoraam te veroorzaken. Meulenberg mobiele autoruiten service verklaart soortgelijk.
4.6.
Het vorenstaande betekent dat niet met voldoende zekerheid kan worden aangenomen dat het ontstaan van de betreffende krassen aan Car Cleaning kan worden toegerekend. Omdat op [eiser] de bewijslast rust, betekent dit dat onzekerheid daarover voor zijn risico komt. Zijn vordering tot vergoeding van herstel van die schade moet daarom worden afgewezen.
4.7.
De kantonrechter acht geen termen aanwezig [eiser] toe te laten tot nadere bewijslevering.
4.8.
[eiser] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure. De kosten aan de zijde van Car Cleaning worden begroot op
€ 360,00 (zijnde 2 x liquidatietarief van € 180,00) aan salaris gemachtigde.
4.9.
De kantonrechter zal dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad verklaren.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
wijst de vordering af,
5.2.
veroordeelt [eiser] in de proceskosten aan de zijde van Car Cleaning gevallen en tot op heden begroot op € 360,00,
5.3.
verklaart het vonnis wat de kostenveroordeling betreft uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.H. Dethmers en in het openbaar uitgesproken.
type: mjp
coll: