ECLI:NL:RBLIM:2021:5375

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
30 juni 2021
Publicatiedatum
6 juli 2021
Zaaknummer
8735984 CV EXPL 20-4174
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van onbetaalde facturen en bewijsopdracht schade wanprestatie

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 30 juni 2021 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen RSM Nederland Services N.V. (eiseres) en drie gedaagde partijen, die gezamenlijk zijn opgetreden in de procedure. De eiseres vorderde betaling van onbetaalde facturen, waarbij zij stelde dat de gedaagden hoofdelijk aansprakelijk waren voor de betaling. De gedaagden voerden verweer en stelden dat zij niet hoofdelijk aansprakelijk waren, en dat er sprake was van een opschortingsrecht vanwege fouten in de administratie door de eiseres. De kantonrechter oordeelde dat RSM Services ontvankelijk was in haar vordering, maar dat de hoofdelijke aansprakelijkheid niet kon worden vastgesteld voor alle gedaagden. De rechter wees de vorderingen van de eiseres toe voor de gedaagde partij die wel contractspartij was, en wees de vorderingen af tegen de andere gedaagden. Tevens werd een bewijsopdracht gegeven voor de hoogte van de schade in reconventie, waarbij de gedaagden vorderden om de overeenkomst te ontbinden wegens toerekenbare tekortkomingen van de eiseres. De zaak werd aangehouden voor verdere behandeling van de schadevergoeding.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 8735984 CV EXPL 20-4174
Vonnis van de kantonrechter van 30 juni 2021
in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
RSM NEDERLAND SERVICES N.V.,
gevestigd te Maastricht,
eisende partij in conventie, verweerder in reconventie,
gemachtigde mr. A.A. Mukuchian,
tegen:
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 1],
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 2],
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 3],
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie,
gemachtigde mr. J-P. van Dyck.
Partijen worden hierna ook RSM Services, [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 1] , [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 2] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 3] genoemd. Deze laatste drie zullen gezamenlijk tevens [gedaagde partijen in conventie, eisende partijen in reconventie] worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure na de rolbeschikking van 9 december 2020 (waarin een verzoek van [gedaagde partijen in conventie, eisende partijen in reconventie] tot het horen van een getuige/deskundige op de mondelinge behandeling is afgewezen) blijkt uit het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 13 januari 2021 met aangehechte spreekaantekeningen van de zijde van RSM Services en [gedaagde partijen in conventie, eisende partijen in reconventie]
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 1] heeft (als opdrachtgever) met RSM Nederland Accountants N.V. en RSM Nederland Belastingadviseurs N.V. (als opdrachtnemers, hierna te noemen: RSM Accountants en RSM Belastingadviseurs) op 14 mei 2018 overeenkomsten van opdracht gesloten.
2.2.
In de overeenkomst met RSM Accountants staat dat de in de overeenkomst opgenomen werkzaamheden betrekking hebben op [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 1] , [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 2] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 3] . De werkzaamheden betreffen het samenstellen van de jaarrekeningen, het uitbrengen van een jaarrapport, het verzorgen van de stukken ten behoeve van de deponeringsplicht bij het Handelsregister van de Kamer van Koophandel, de vastlegging van de administratie in Exact en het opstellen van de aangifte omzetbelasting.
2.3.
In de overeenkomst met RSM Belastingadviseurs staat dat zij vierwekelijks de salarisadministratie van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 3] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 1] zal verzorgen, inclusief de vervaardiging van loonstroken, alsmede het opmaken van de journaalposten ten behoeve van de financiële administratie, en dat zij jaarlijks de aangifte vennootschapsbelasting van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 1] en de aangiftes inkomstenbelasting van de heer [naam 1] , mevrouw [naam 2] de heer [naam 3] en mevrouw [naam 4] zal verzorgen.
2.4.
In beide overeenkomsten staat vermeld dat de facturering uit handen is gegeven aan RSM Services. Tevens worden de algemene voorwaarden van toepassing verklaard. In deze door RSM Services overgelegde algemene voorwaarden staat in artikel 9 lid 2 dat het opdrachtgever niet is toegestaan om welke reden dan ook, een beroep op opschorting of verrekening met de openstaande declaraties van opdrachtnemer te doen, en in artikel 9 lid 6 dat ingeval van een gezamenlijk gegeven opdracht de opdrachtgevers, voor zover de werkzaamheden ten behoeve van de gezamenlijke opdrachtgevers zijn verricht, hoofdelijk verbonden zijn voor de betaling van het factuurbedrag.
2.5.
Bij brief van 12 december 2019 sommeert RSM Services [gedaagde partijen in conventie, eisende partijen in reconventie] tot betaling binnen vijf dagen van openstaande nota’s van:
  • EUR 23.644,80 van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 1] ;
  • EUR 6.169,44 van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 2] ;
  • EUR 1.216,71 van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 3] ,
te vermeerderen met 15% aan incassokosten op grond van artikel 9 lid 4 van de algemene voorwaarden.
2.6.
Op 8 januari 2020 stuurt mr. Mukuchian een e-mail aan [naam 2] waarin staat dat zijn cliënt een betalingsregeling voorstelt, inhoudende dat:
  • de totaalvordering van (€ 23.644,80 + € 6.169,44 + € 1.216,71 =) € 31.543,99 uiterlijk 30 april 2020 volledig zal zijn betaald,
  • dat met ingang van januari 2020 iedere maand minimaal € 6.000,- wordt afgelost door wekelijkse of tweewekelijkse termijnbetalingen
  • dat € 3.000,- zal worden betaald uiterlijk 10 januari 2020 en € 3.000,- uiterlijk 17 januari 2020
  • dat de incassokosten uit coulance zijn weggelaten, maar dat, als de regeling niet wordt nagekomen, het totale bedrag ineens opeisbaar zal zijn en ook de incassokosten en wettelijke rente zullen worden gevorderd.
2.7.
Op 10 januari 2020 antwoordt [naam 2] aan mr. Mukuchian:
“dat is akkoord.”
2.8.
Er is tweemaal € 3.000,00 en eenmaal € 6.000,00, dus in totaal € 12.000,00, afbetaald op de schuld. Het restant is niet betaald.
2.9.
Bij e-mailbericht van 15 mei 2020 laat mr. Van Dyck aan mr. Mukuchian weten dat volgens het huidige administratiekantoor van zijn cliënt sprake zou zijn van verkeerde verwerking van directie(leden) in de (loon)administratie waardoor te veel of te weinig belastingen en premies zijn afgedragen, dat hij de cliënt van mr. Mukuchian hiervoor aansprakelijk stelt en dat zijn cliënt een beroep op opschorting doet.

3.Het geschil

3.1.
RSM Services vordert
in conventiegedaagden
primairhoofdelijk en
subsidiairieder voor gelijke delen te veroordelen tot betaling van:
de resterende hoofdsom van € 19.543,00, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf de dag der dagvaarding tot en met de dag der algehele voldoening;
de buitengerechtelijke incassokosten, zijnde primair een bedrag van € 4.654,63 en subsidiair een bedrag van € 1.090,44 op grond van artikel 6:96 BW, zowel primair als subsidiair te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
de (na)kosten van dit geding met de wettelijke rente daarover met ingang van veertien dagen na betekening van het vonnis tot aan de dag der algehele voldoening.
3.2.
[gedaagde partijen in conventie, eisende partijen in reconventie] voeren verweer tegen de vordering en concluderen tot afwijzing daarvan. Zij vorderen
in reconventie:
primair: nakoming van de overeenkomst door het uitvoeren van de nodige administratieve correcties;
subsidiair: ontbinding van de overeenkomst tot het bereik van de toerekenbare tekortkoming van RSM Services;
meer subsidiair: de vorderingen in conventie te mogen verrekenen met de herstelkosten van de zijdens gedaagden geleden en nog te lijden schade;
uiterst subsidiair: vergoeding van de schade, dat wil zeggen van alle met herstel en correcties van de gemaakte fouten gepaard gaande kosten en lasten.
en in alle gevallen:veroordeling van RSM Services in de proceskosten.
3.3.
RSM Services voert verweer tegen de vorderingen van gedaagde partij.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

in conventie
RSM Services ontvankelijk?
4.1.
[gedaagde partijen in conventie, eisende partijen in reconventie] hebben als verweer aangevoerd dat RSM Services niet ontvankelijk is in haar vordering omdat zij geen contractspartij is. De kantonrechter constateert echter dat in de beide overeenkomsten staat vermeld dat de facturering uit handen is gegeven aan RSM Services. Daarnaast heeft RSM Services onbetwist gesteld dat de in het verleden verzonden facturen zijn voldaan op haar rekening, evenals de drie termijnbetalingen die zijn gedaan in het kader van de betalingsregeling. De kantonrechter zal RSM Services derhalve niet nietontvankelijk verklaren.
[gedaagde partijen in conventie, eisende partijen in reconventie] hoofdelijk aansprakelijk?
4.2.
[gedaagde partijen in conventie, eisende partijen in reconventie] stellen voorts dat [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 2] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 3] geen contractspartij zijn en niet hoofdelijk aansprakelijk zijn voor een eventuele vordering.
4.3.
De kantonrechter constateert dat RSM Services de hoofdelijke aansprakelijkheid van [gedaagde partijen in conventie, eisende partijen in reconventie] grondt op drie stellingen:
[gedaagde partijen in conventie, eisende partijen in reconventie] hebben zich gezamenlijk gewend tot RSM, waarbij vaststaat dat de drie entiteiten gezamenlijk de opdracht aan RSM hebben verstrekt, en dat artikel 7:407 BW bepaalt dat indien twee of meer (rechts)personen een opdracht geven, zij hoofdelijk ten opzichte van de opdrachtnemer zijn verbonden tot betaling.
Artikel 9 lid 6 van de Algemene Voorwaarden bepaalt dat in het geval van een gezamenlijk gegeven opdracht de opdrachtgever, voor zover de werkzaamheden ten behoeve van de gezamenlijke opdrachtgevers zijn verricht, hoofdelijk verbonden zijn voor de betaling van het factuurbedrag, waarbij buiten kijf staat dat de werkzaamheden zijn verricht ten behoeve van [gedaagde partijen in conventie, eisende partijen in reconventie] gezamenlijk, waarbij een scheiding niet is aan te brengen.
Er is een betalingsregeling getroffen voor een bedrag gelijk aan de hoogte van de facturen van alle drie entiteiten samen.
4.4.
De kantonrechter stelt vast dat de overeenkomsten van opdracht alleen in naam van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 1] zijn ondertekend en dat nergens uit blijkt dat dit mede namens [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 2] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 3] is gebeurd. Ook is door RSM Services niet gesteld dat er mededelingen zijn gedaan of zich anderszins voorafgaand aan of bij het sluiten van de overeenkomst feiten en omstandigheden hebben voorgedaan op basis waarvan zij redelijkerwijs mocht begrijpen dat toch mede namens [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 2] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 3] werd getekend. Dit betekent dat in beginsel enkel [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 1] de verplichting heeft de verrichte werkzaamheden te betalen, ook al zien die werkzaamheden mede op de administratie van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 2] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 3] . Ook kan RSM Services niet in haar stelling worden gevolgd dat de hoofdelijke aansprakelijkheid kan worden gegrond op artikel 9 lid 6 van de algemene voorwaarden. Hierin staat immers dat hiervan sprake kan zijn in geval van een gezamenlijk gegeven opdracht, en dit is juist niet aan de orde. Ook klopt de stelling van RSM Services dat geen scheiding in de werkzaamheden kon worden aangebracht niet. Uit de brief van 12 december 2019 (zie 2.5.) blijkt immers juist het tegendeel. Stellingen 1 en 2 slagen dus niet, dus de hoofdelijke aansprakelijkheid kan niet worden gegrond op artikel 7:407 BW dan wel artikel 9 lid 6 van de algemene voorwaarden.
4.5.
Dan stelling 3. Allereerst stelt de kantonrechter vast dat [gedaagde partijen in conventie, eisende partijen in reconventie] niet hebben betwist dat de betalingsregeling een vaststellingsovereenkomst is. Het is echter onduidelijk wie de partijen zijn bij deze vaststellingsovereenkomst. Nergens blijkt uit dat die namens alle drie de entiteiten is gesloten; enkel dat die is gesloten ter zake de facturen betreffende de werkzaamheden voor alle drie de entiteiten. Zoals uit de vorige alinea blijkt, is, ondanks dat opdracht is gegeven voor het uitvoeren van werkzaamheden voor alle drie de entiteiten, enkel [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 1] aansprakelijk voor betaling van de facturen. Jegens [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 3] moet de vordering derhalve sowieso worden afgewezen, nu uit de correspondentie niet blijkt dat de vaststellingsovereenkomst (mede) is gesloten door of namens [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 3] . Wel erkennen [gedaagde partijen in conventie, eisende partijen in reconventie] dat de vaststellingsovereenkomst is gesloten met [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 2] en de kantonrechter constateert ook dat de correspondentie met [naam 2] is gevoerd op het e-mailadres [e-mailadres] en dat in de handtekening staat
“ [naam 2] [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 2] (…) www. [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 2] -bv.nl.”
4.6.
[gedaagde partijen in conventie, eisende partijen in reconventie] beroepen zich namens [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 2] echter op dwaling, omdat het [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 2] is ontgaan dat zij helemaal geen relatie heeft met RSM Services en dat zij in de veronderstelling verkeerde dat zij gebonden was aan de overeenkomsten van opdracht en dat de werkzaamheden inhoudelijk naar behoren waren uitgevoerd.
4.7.
Uit voorgaande blijkt dat [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 2] geen contractspartij was en dat zij zich in de vaststellingsovereenkomst dus heeft verbonden voor een schuld die haar niet aanging. RSM Services heeft niet aangevoerd dat ondanks deze onjuiste voorstelling van zaken geen geslaagd beroep op dwaling mogelijk is. Dit betekent dat het verweer van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 2] op dwaling slaagt en dat de vorderingen ook jegens haar zullen worden afgewezen.
Opschortingsrecht?
4.8.
[gedaagde partijen in conventie, eisende partijen in reconventie] hebben daarnaast gesteld dat RSM Belastingadviseurs en Accountants fouten hebben gemaakt en dat zij daarom gerechtigd waren hun betalingsverplichtingen op te schorten.
4.9.
De kantonrechter overweegt dat in artikel 9 lid 2 van de algemene voorwaarden, waarvan de toepasselijkheid niet door [gedaagde partijen in conventie, eisende partijen in reconventie] wordt betwist, een beroep op opschorting is uitgesloten. Deze bevoegdheid komt hen dan ook niet toe. Nu [gedaagde partijen in conventie, eisende partijen in reconventie] niet hebben betwist dat de werkzaamheden waarvan betaling wordt gevraagd, zijn verricht, moeten die dus worden betaald. Dit betekent dat de vordering tot betaling van de hoofdsom in conventie ten aanzien van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 1] wordt toegewezen evenals de wettelijke handelsrente, tenzij het beroep in reconventie op ontbinding slaagt.
Incassokosten
4.10.
RSM Services vordert op grond van artikel 9 lid 4 van de algemene voorwaarden 15 % incassokosten over de hoofdsom die aanvankelijk € 31.543,99 bedroeg. Haar sommatiebrief van 12 december 2019 ziet ook op dit bedrag en omdat dit bedrag niet (tijdig) na de sommatie is betaald, is [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 1] deze kosten (€ 4.642,50) verschuldigd indien de overeenkomsten in stand blijven, zoals gevorderd te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarden.
in reconventie
4.11.
Ter mondelinge behandeling hebben [gedaagde partijen in conventie, eisende partijen in reconventie] hun primaire vordering (nakoming van de overeenkomsten) ingetrokken, zodat de kantonrechter hierop niet verder zal ingaan.
4.12.
[gedaagde partijen in conventie, eisende partijen in reconventie] voeren in het lichaam van hun conclusie van eis in reconventie aan dat zij subsidiair partiële ontbinding van de overeenkomst vorderen wegens toerekenbare tekortkoming in de nakoming van (dat deel van) de overeenkomst om zo verlost de raken van de eigen verbintenissen met betrekking tot dat deel. In het petitum is deze vordering als volgt verwoord: ontbinding van de overeenkomst tot het bereik van de toerekenbare tekortkoming. Deze vordering is naar het oordeel van de kantonrechter onvoldoende onderbouwd. Welke overeenkomst moet de kantonrechter volgens [gedaagde partijen in conventie, eisende partijen in reconventie] ontbinden? De overeenkomst van opdracht met RSM Accountants? De overeenkomst van opdracht met RSM Belastingadviseurs? De vaststellingsovereenkomst? Allemaal? Hierover verschaffen [gedaagde partijen in conventie, eisende partijen in reconventie] geen duidelijkheid. Ook verschaffen zij geen duidelijkheid over de vraag wat moet worden verstaan onder ‘dat deel van de overeenkomst’ en de eigen verbintenissen met betrekking tot ‘dat deel’. RSM Services heeft aangevoerd dat een eventuele tekortkoming in de nakoming hooguit zou kunnen gelden voor de periode vanaf 16 juli 2018 en enkel met betrekking tot de werkzaamheden die betrekking hebben op verloning. Dit omdat de door [gedaagde partijen in conventie, eisende partijen in reconventie] gestelde tekortkoming ziet op het feit dat bestuursleden ten onrechte de status van werknemers hebben behouden, waardoor [gedaagde partijen in conventie, eisende partijen in reconventie] onterecht sociale verzekeringspremies en (pensioen)afdrachten hebben gedaan en de betreffende personen pas op 16 juli 2018 DGA zijn geworden. [gedaagde partijen in conventie, eisende partijen in reconventie] hebben hiertegen niets ingebracht en ook niet onderbouwd welk bedrag hiermee gemoeid zou zijn en wat dus het bereik van de toerekenbare tekortkoming is, zodat de kantonrechter ook niet kan beoordelen in hoeverre de overeenkomst (waarbij dus de vraag is welke overeenkomst) moet worden ontbonden. De subsidiaire vordering zal derhalve worden afgewezen, wat betekent dat de overeenkomsten in stand blijven.
4.13.
De meer subsidiaire vordering van [gedaagde partijen in conventie, eisende partijen in reconventie] (verrekening van de vorderingen in conventie met de herstelkosten van de zijdens [gedaagde partijen in conventie, eisende partijen in reconventie] geleden en nog te lijden schade) wordt reeds afgewezen omdat een beroep op verrekening in de algemene voorwaarden is uitgesloten.
4.14.
Dan blijft de uiterst subsidiaire vordering (schadevergoeding) over. [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 1] heeft recht op schadevergoeding indien vaststaat dat opdrachtnemers zijn tekortgeschoten in de uitvoering van hun verplichtingen. Volgens [gedaagde partijen in conventie, eisende partijen in reconventie] bestaat deze tekortkoming erin dat de twee DGA’s zijn verloond als werknemers en dat hierdoor onterecht sociale verzekeringspremies en pensioen zijn afgedragen. RSM Services erkent dat de twee DGA’s vanaf 16 juli 2018 zijn verloond als werknemers en heeft niet betwist dat hierdoor € 33.796,70 te veel is afgedragen aan pensioen en loonheffingen. Zij stelt echter dat dit is gebeurd op instructie van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 1] en dat [gedaagde partijen in conventie, eisende partijen in reconventie] moeten bewijzen dat de instructie niet is gegeven. De kantonrechter oordeelt anders. Met de erkenning dat DGA’s zijn verloond als werknemers en de niet-betwisting dat hierdoor vele tientallen duizenden euro’s onterecht zijn afgedragen, staat de tekortkoming vast. Het is dan aan RSM Services om aan te tonen dat er aanvullende afspraken zijn gemaakt om in strijd met de feitelijk situatie te verlonen. Dit heeft zij niet gedaan en zij heeft hiervan ook geen (voldoende specifiek) bewijs aangeboden, waarbij overigens nog de vraag is of een redelijk handelend en redelijk bekwaam boekhouder überhaupt zo had mogen administreren. In rechte staat hiermee vast dat RSM Accountants en/of Belastingadviseurs zijn tekortgeschoten in de nakoming van haar/hun verplichtingen en dat deze tekortkoming toerekenbaar is. RSM Services heeft niet aangevoerd dat desondanks geen recht op schadevergoeding bestaat omdat zij niet in verzuim zou verkeren, zodat de kantonrechter zal oordelen dat RSM Services de schade van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 1] die het gevolg is van de tekortkoming zal dienen te vergoeden.
4.15.
De vraag is dan wat de hoogte van deze schade is. [gedaagde partijen in conventie, eisende partijen in reconventie] hebben aangevoerd dat de schade bestaat uit het deel van de onterechte afdrachten en betalingen die niet terug te draaien blijken, vermeerderd met de kosten gemoeid met de correcties. Volgens RSM Services zal het te veel afgedragene geheel worden terugbetaald indien de herstelwerkzaamheden juist worden uitgevoerd. Dit wordt bevestigd in de door [gedaagde partijen in conventie, eisende partijen in reconventie] overgelegde e-mail van Scheers van 21 juli 2020, waarin onder meer staat:
“Op het moment dat de correcties zijn gedaan, zullen het pensioenfonds en de belastingdienst overgaan tot uitbetaling van de teveel betaalde bedrijfstakfondsen en loonheffingen. Hiermee is onvoldoende aannemelijk dat [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 1] blijft zitten met afdrachten die niet worden teruggedraaid. Wel is aannemelijk dat de herstelwerkzaamheden kosten met zich mee hebben gebracht. RSM Services betwist dit ook niet. De hoogte van deze kosten staat echter niet vast. [gedaagde partijen in conventie, eisende partijen in reconventie] zullen derhalve alsnog dienen te onderbouwen wat de kosten van de herstelwerkzaamheden zijn geweest. De zaak zal daarom op de rol worden geplaatst voor akte aan de zijde van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 1] en in afwachting hiervan zal iedere verdere beslissing in reconventie worden aangehouden.
proceskosten in conventie
4.16.
Nu blijkens voorgaande de overeenkomsten in stand blijven, dient [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 1] in conventie het door RSM Services gevorderde (hoofdsom en buitengerechtelijke incassokosten) te betalen, te vermeerderen met rente. Dit betekent dat zij als de in het ongelijk gestelde partij de proceskosten van RSM Services moet voldoen, die tot vandaag worden begroot op:
dagvaarding: € 83,38
griffierecht: € 996,00
salaris gemachtigde: € 996,00 (2 punten x tarief € 498,-)
totaal € 2.075,38.
4.17.
De nakosten, evenals de wettelijke rente over de proces- en nakosten, zullen worden toegewezen zoals hieronder in de beslissing weergegeven.
4.18.
RSM Services zal de proceskosten van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 2] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 3] , die blijkens voorgaande ten onrechte in de procedure zijn betrokken, moeten vergoeden, die tot vandaag per gedaagde worden begroot op (1/3 x 2 punten x tarief 498,- =) € 332,-.

5.De beslissing

De kantonrechter
in conventie
5.1.
veroordeelt [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 1] om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan
RSM Services te betalen een bedrag van € 19.543,00, vermeerderd met de wettelijke handelsrente vanaf de dag van de dagvaarding tot de dag van volledige betaling,
5.2.
veroordeelt [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 1] om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan
RSM Services te betalen een bedrag van € 4.654,63 wegens buitengerechtelijke incassokosten, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag van de dagvaarding tot de dag van volledige betaling,
5.3.
veroordeelt [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 1] in de proceskosten van RSM Services tot op heden begroot op € 2.075,38, vermeerderd met de wettelijke rente met ingang van de veertiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.4.
veroordeelt [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 1] onder de voorwaarde dat deze niet binnen twee weken na aanschrijving door RSM Services volledig aan dit vonnis voldoet, in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op:
- € 124,00 aan salaris gemachtigde, vermeerderd met de wettelijke rente met ingang van de veertiende dag na aanschrijving tot de dag van volledige betaling,
- te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis, vermeerderd met de wettelijke rente met ingang van de veertiende dag na betekening tot de dag van volledige betaling,
5.5.
wijst de vorderingen tegen [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 2] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 3] af,
5.6.
veroordeelt RSM Services in de proceskosten van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 2] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 3] tot op heden begroot op € 332,00 voor elk van hen,
5.7.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
in reconventie
5.8.
verwijst de zaak naar de rol van
28 juli 2021voor akte aan de zijde van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie sub 1] over de kosten van de herstelwerkzaamheden, zoals overwogen onder randnummer 4.15,
5.9.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.M. Drenth en in het openbaar uitgesproken.
type: TN
coll: