ECLI:NL:RBLIM:2021:5357

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
23 juni 2021
Publicatiedatum
5 juli 2021
Zaaknummer
C/03/287603 / HA ZA 21-43
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in incident van vrijwaring in civiele procedure

Op 23 juni 2021 heeft de Rechtbank Limburg in Maastricht een vonnis gewezen in een incident van vrijwaring. In deze zaak vorderde Aqua Terra B.V. dat de besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid, aangeduid als gedaagde in de hoofdzaak sub 2, sub 3 en sub 4, in vrijwaring zouden worden opgeroepen. De rechtbank heeft geoordeeld dat de incidentele vordering van Aqua Terra moet worden toegewezen, omdat de aangevoerde gronden niet zijn weersproken door de gedaagden in de hoofdzaak. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gedaagden in de hoofdzaak onvoldoende onderbouwd verweer hebben gevoerd tegen de vordering van Aqua Terra. De beslissing over de kosten van het incident is aangehouden tot de uitspraak in de hoofdzaak. De hoofdzaak staat op de rol voor conclusie van antwoord aan de zijde van de gedaagden in de hoofdzaak, en verdere beslissingen zijn aangehouden tot dat moment. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door de rechters J.R. Sijmonsma en I.M. Etman.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer / rolnummer: C/03/287603 / HA ZA 21-43
Vonnis in incident van 23 juni 2021
in de zaak van

1.[eiser in de hoofdzaak, verweerder in het incident sub 1] ,

wonende te [woonplaats 1] ,
2.
[eiser in de hoofdzaak, verweerder in het incident sub 2],
wonende te [woonplaats 2] ,
eisers in de hoofdzaak,
verweerders in het incident,
advocaat mr. A.M. Smetsers,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
AQUA TERRA B.V.,
gevestigd te Maastricht ,
gedaagde in de hoofdzaak,
eiseres in het incident,
advocaat mr. C.J. Diks,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde in de hoofdzaak sub 2],
gevestigd te [vestigingsplaats ] ,
3.
[gedaagde in de hoofdzaak sub 3],
wonende te [woonplaats 3] ,
4.
[gedaagde in de hoofdzaak sub 4],
wonende te [woonplaats 4] ,
gedaagden in de hoofdzaak,
advocaat mr. A.P. Macro.
Partijen zullen hierna [eisers in de hoofdzaak, verweerders in het incident] , Aqua Terra B.V. , [gedaagden in de hoofdzaak] (en in voorkomend geval [gedaagde in de hoofdzaak sub 2] , [gedaagde in de hoofdzaak sub 3] en [gedaagde in de hoofdzaak sub 4] afzonderlijk) genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de exploten van dagvaarding (4 x) met daarbij gevoegd de in het geding te brengen producties 1 t/m 34 en kopieën van de beslagstukken,
  • de incidentele conclusie tot oproeping in vrijwaring ex artikel 210 Rv, tevens conclusie van antwoord van Aqua Terra ,
  • het schrijven van mr. Smetsers van 25 mei 2021,
  • de reactie op incidentele conclusie tot oproeping in vrijwaring door Aqua Terra van [gedaagden in de hoofdzaak]
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.

2.De beoordeling in het incident

2.1.
Aqua Terra B.V. vordert dat haar wordt toegestaan de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [gedaagde in de hoofdzaak sub 2] , [gedaagde in de hoofdzaak sub 3] en [gedaagde in de hoofdzaak sub 4] (zijnde de gedaagden sub 2 t/m 4 in de hoofdzaak) in vrijwaring op te roepen. [eisers in de hoofdzaak, verweerders in het incident] refereren zich aan het oordeel van de rechtbank.
[gedaagden in de hoofdzaak] hebben verweer gevoerd, waarop de rechtbank, voor zover nodig, hierna zal ingaan.
2.2.
De rechtbank is van oordeel dat de incidentele vordering moet worden toegewezen, nu de aangevoerde en niet weersproken gronden die vordering kunnen dragen. Door [gedaagden in de hoofdzaak] is weliswaar verweer gevoerd, maar met dit verweer houdt de rechtbank geen rekening. De incidentele vordering van Aqua Terra richt zich immers tot [eisers in de hoofdzaak, verweerders in het incident] en niet tot hen als mede-gedaagden. Voor zover mede-gedaagden zich al mogen uitlaten, hebben zij niet voldoende toegelicht waarom de vrijwaring moet worden afgewezen.
2.3.
De rechtbank zal de beslissing omtrent de kosten van het incident aanhouden, totdat in de hoofdzaak zal worden beslist.

3.De beoordeling in de hoofdzaak

3.1.
De hoofdzaak staat op de rol van heden voor conclusie van antwoord aan de zijde van [gedaagden in de hoofdzaak] In afwachting daarvan zal iedere verdere beslissing worden aangehouden.

4.De beslissing

De rechtbank
in het incident
4.1.
staat toe dat de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [gedaagde in de hoofdzaak sub 2] , [gedaagde in de hoofdzaak sub 3] en [gedaagde in de hoofdzaak sub 4] (zijnde de gedaagden sub 2 t/m 4 in de hoofdzaak) door Aqua Terra B.V. , worden gedagvaard tegen de terechtzitting van 21 juli 2021,
4.2.
houdt de beslissing omtrent de kosten van het incident aan,
in de hoofdzaak
4.3.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.R. Sijmonsma en in het openbaar uitgesproken en ondertekend door mr. I.M. Etman. [1]

Voetnoten

1.type: JvdH