ECLI:NL:RBLIM:2021:4957

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
16 juni 2021
Publicatiedatum
21 juni 2021
Zaaknummer
C/03/172749/ HA ZA 12-264
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwikkeling van nalatenschappen met betrekking tot verzwijging en inbreng in het kader van erfrecht

In deze zaak, die werd behandeld door de Rechtbank Limburg, ging het om de afwikkeling van nalatenschappen na het overlijden van twee ouders. De rechtbank heeft op 16 juni 2021 een vonnis gewezen in een complexe erfrechtszaak waarin verschillende partijen betrokken waren. De eiseres in conventie, die tevens verweerster in reconventie was, had een aantal vorderingen ingediend met betrekking tot de nalatenschap van haar ouders. De gedaagden in conventie en in reconventie waren ook erfgenamen en hadden hun eigen vorderingen geformuleerd. De rechtbank heeft de procedure voortgezet na eerdere tussenvonnissen en heeft de partijen in de gelegenheid gesteld om hun standpunten en bewijsstukken naar voren te brengen.

De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake was van verzwijging van schenkingen door de partijen, wat gevolgen had voor hun aanspraken op de nalatenschap. De rechtbank heeft de inbrengplichten van de partijen vastgesteld en geoordeeld dat de nalatenschap van de moeder onder Nederlands recht viel, terwijl de nalatenschap van de vader onder Belgisch recht viel. Dit leidde tot verschillende juridische implicaties voor de verdeling van de nalatenschappen.

De rechtbank heeft ook de waarde van verschillende goederen en banktegoeden vastgesteld en heeft de partijen verzocht om de actuele stand van de bankrekeningen te overleggen. De beslissing van de rechtbank omvatte ook de toedeling van onroerende zaken en de verplichtingen van de partijen om medewerking te verlenen aan de afwikkeling van de nalatenschappen. De rechtbank heeft de verdere beslissingen aangehouden en de partijen in staat gesteld om hun standpunten in een vervolgprocedure naar voren te brengen.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK LIMBURG
Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer: C/03/172749 / HA ZA 12-264
Vonnis van 16 juni 2021
in de zaak van
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie],
voor zichzelf en in hoedanigheid van executeur in de nalatenschap van
[erflater],
wonende te [woonplaats 1] ,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. G.J.J.A. van Zeijl,
tegen:
[gedaagde in conventie en in reconventie],
wonende te [woonplaats 2] , blijkens zijn als getuige afgelegde verklaring, opgenomen in het proces-verbaal van 8 juni 2017,
gedaagde in conventie en in reconventie,
advocaat mr. R.H.J.G. Borger,
en
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie],
wonende te [woonplaats 3] ,
gedaagde in conventie,
eiser in reconventie,
advocaat mr. M.H.C. Morshuis.
Partijen zullen hierna [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] , [gedaagde in conventie en in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] worden genoemd.
De rechtbank zet de nummering van het hierna genoemde tussenvonnis van 12 september 2018 voort.

7.Het verdere verloop van de procedure

7.1
Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
  • het door deze rechtbank gewezen tussenvonnis van 12 september 2018;
  • de zijdens [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] op 1 mei 2019 genomen akte uitlaten na (tussen)vonnis met de producties 1 tot en met 8;
  • de zijdens [gedaagde in conventie en in reconventie] op 1 mei 2019 genomen akte;
  • de zijdens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] op 1 mei 2019 genomen akte met producties 343 tot en met 347;
  • de rolbeslissing van 8 mei 2019;
  • de zijdens [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] op 29 april 2020 genomen akte inhoudende uitlating conform vonnis d.d. 12 september 2018, tevens inhoudende vermeerdering van eis met producties 1, 2 en 3;
  • de zijdens [gedaagde in conventie en in reconventie] op 29 april 2020 genomen akte;
  • de zijdens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] op 29 april 2020 genomen akte met de producties 348 en 349;
  • de zijdens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] op 27 mei 2020 genomen akte, tevens houdende vermeerdering van eis met de producties 350 tot en met 356;
  • de zijdens [gedaagde in conventie en in reconventie] op 27 mei 2020 genomen akte uitlaten eiswijziging;
  • de zijdens [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] op 12 augustus 2020 genomen antwoordakte met productie 1;
  • de zijdens [gedaagde in conventie en in reconventie] op 12 augustus 2020 genomen akte uitlaten eiswijziging.
7.2
Ten slotte is vonnis bepaald.

8.De verdere beoordeling in conventie en in reconventie

8.1.1
Alle partijen hebben in een na het tussenvonnis van 12 september 2018 genomen processtuk gevraagd om een mondelinge behandeling tijdens welke een regeling kan worden beproefd. Geen enkele partij heeft hierbij een concrete handreiking gedaan aan de hand waarvan de rechtbank zou hebben kunnen oordelen dat een dergelijke mondelinge behandeling enig resultaat zou kunnen opleveren. Bezien in het licht van het feit dat partijen, vele jaren na de dood van hun ouders, nog steeds op bijna geen enkel punt overeenstemming hebben weten te bereiken en, zoals hierna in rov. 8.8 en 8.9 blijkt, bevelen van de rechtbank negeren, acht de rechtbank een comparitie zinloos en is beslist dat vonnis zal worden gewezen.
8.1.2
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft verzocht om, indien weer tussenvonnis wordt gewezen, in het tussenvonnis in het dictum in elk geval te bepalen de splitsing van het pand [adres 1] en [adres 2] . De uitvoering van dit verzoek brengt met zich dat dan in het tussenvonnis een einde wordt gemaakt aan een onderdeel van het gevorderde, waarmee dus een gedeeltelijk eindvonnis wordt gewezen. De rechtbank acht het onvoldoende aannemelijk dat indien de rechtbank in het dictum van enig tussenvonnis aan enig gevorderde een eind maakt, alle partijen zich daarbij neerleggen. Anders gezegd: de mogelijkheid dat in zo’n geval één van de partijen hoger beroep instelt, waarmee de verdere procedure in eerste aanleg van rechtswege is geschorst, brengt met zich dat voorbij wordt gegaan aan elk verzoek om bij dit tussenvonnis aan enig onderdeel van het gevorderde een eind te maken.
8.2
Gehoord partijen herstelt de rechtbank het tussenvonnis van 18 januari 2017 zoals is aangekondigd in rov. 5.2.2 van het tussenvonnis van 12 september 2018. Dit betekent dus dat in het tussenvonnis van 18 januari 2017 in rov. 2.47, waar is vermeld dat vordering XVII van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] inhoudt “
dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] wordt veroordeeld tot betaling aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] van het erfdeel van moeder”, moet worden gelezen als “
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] te veroordelen aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] te voldoen het door de rechtbank vast te stellen erfdeel in de nalatenschap van wijlen mevrouw [erflaatster] , (…)
,de moeder van partijen.
Verder betekent dit dat in rov. 2.47 vordering XVII is beoordeeld op grond van de vordering zoals door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] is geformuleerd in zijn gewijzigde eis.
Tenslotte moet in het tussenvonnis van 18 januari 2017 in de laatste zin van rov. 2.18 “aangehouden” worden gelezen als “aanhouden”.
Wijzigingen van eis
8.3.1
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft de volgende vermeerdering van eis geformuleerd:
dat het de rechtbank moge behagen, bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad;
- te bepalen dat de onroerende zaak, staande en gelegen aan de [adres 1] en [adres 2] ) met tussenkomst van een notaris van het kantoor Achten van Gent te Maastricht juridisch gesplitst zal worden, en dat die splitsing zal dienen plaats te vinden;
- conform de splitsingstekening van architect [naam architect] als in het lichaam van de betreffende akte genoemd, in een appartementsrecht nummer [adres 1] respectievelijk [adres 1] , zoals blijkt uit die tekening,
- en voorts onder de gebruikelijke condities c.q. splitsingsvoorwaarden, onder meer inhoudende dat het gangbare (meest recente) standaard splitsingsreglement van toepassing wordt verklaard;
- en dat daarbij in het bijzonder zal hebben te gelden dat de kosten vanwege onderhoud en instandhouding van de gemeenschappelijke delen dienen te worden gedragen - bij wijze van ieder de helft (50%) - tussen de twee (2) appartementsgerechtigden;
- en waarbij in ieder geval als gemeenschappelijk zullen worden aangemerkt: het dakterras van nummer [adres 1] (vrijwel het volledige platte dak, zoals blijkt uit de splitsingstekening), de zijmuren en het plafond van de garage (oftewel de “koker” die de garage als het ware vormt), de woningscheidende muur of muren op de begane grond tussen nummer [adres 1] en de studio behorende tot nummer [adres 1] , alsmede voorts de riolering (dat wil zeggen vanaf de aansluiting op het openbare rioleringsnet in de straat tot en met de put in/onder de garage die behoort tot nummer [adres 1] );
- als mede voorts te bepalen dat ieder van de twee (2) appartementsgerechtigden één (1) stem krijgt;
- en voorts dat - ter bestendiging van de feitelijke situatie - de nodige erfdienstbaarheden dienen te worden gevestigd, en daartoe over en weer (vervangende) machtiging (dient te) wordt verleend tot het vestigen van alle nodige erfdienstbaarheden;
- een en ander zoals de instrumenterende notaris nader (aanvullend) zal vermenen te behoren, teneinde tot die (behoorlijke) splitsing te kunnen komen;
- waarbij de rechtbank de instrumenterende notaris machtigt om tevens in naam van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] en [gedaagde in conventie en in reconventie] te splitsen c.q. aanvaarden, zoals de rechtbank zal bepalen;
- en voorts - indien de notaris met die machtiging niet uit de voeten mocht kunnen - [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] en [gedaagde in conventie en in reconventie] te veroordelen om - binnen vier (4) weken na betekening van het in dezen te wijzen vonnis - voor zover nodig nadat een gerechtsdeurwaarder ter zake bevel heeft gedaan, alle nodige medewerking aan de (door de rechtbank te bepalen wijze van) splitsing te verlenen, bij niet-nakoming op verbeurte van dwangsommen als de rechtbank in goede justitie vermeent te behoren, kosten rechtens.
8.3.2
Geen der andere partijen heeft tegen deze wijziging enig op art. 130 Rv gegrond bezwaar aangevoerd. De rechtbank ziet evenmin dergelijke bezwaren, zodat recht zal worden gedaan op de gewijzigde eis.
8.4.1
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft de volgende vermeerdering van eis geformuleerd:
dat de rechtbank, bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
1. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] niet ontvankelijk verklaart, althans de vorderingen van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] , zoals verwoord in haar vermeerdering van eis in haar akte d.d. 29 april 2020 afwijst:
2. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] veroordeelt om binnen acht dagen na betekening van het vonnis aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] af te geven:
alle bankafschriften van alle bankrekeningen die behoren tot de nalatenschap van vader en/of moeder en alle boedelrapporten over de jaren 2009, 2012, 2013, 2018, 2019 en 2020;
3. bepaalt dat indien [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] nalaat om binnen een termijn van acht dagen na betekening van het in deze te wijzen vonnis aan de hiervoor onder 2 vermelde veroordeling te voldoen, [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] een dwangsom verbeurt van € 1.000,-- voor iedere dag of dagdeel dat zij in gebreke blijft in de nakoming van deze veroordeling;
4. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en [gedaagde in conventie en in reconventie] veroordeelt om binnen acht dagen na betekening van het vonnis medewerking/onherroepelijke machtiging te verlenen aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] om afgifte te verkrijgen van alle bankafschriften van de ING-bankrekeningen met de nummers [rekeningnummer 1] ,
[rekeningnummer 2] , [rekeningnummer 3] en [rekeningnummer 4] over de jaren 2004 tot en met 2009 en te bepalen dat indien [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en/of [gedaagde in conventie en in reconventie] aan deze veroordeling niet voldoen dit vonnis in de plaats treedt van de handtekeningen van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en/of [gedaagde in conventie en in reconventie] onder de machtiging waarmee afgifte van alle bankafschriften van alle genoemde bankrekeningnummers kan worden gevraagd;
Voorwaardelijke eisvermeerdering
5. Voorts vordert [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] middels een voorwaardelijke eisvermeerdering en slechts voor het geval de rechtbank van oordeel zou zijn dat het pand aan de [adres 1] te [plaats] reeds thans gesplitst dient te worden, dat de rechtbank, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, bepaalt:
- dat met tussenkomst van één van de notarissen van Teamnotarissen te [plaats] , de onroerende zaak, staande en gelegen aan de [adres 1] en [adres 2] ) juridisch gesplitst zal worden en dat die splitsing zal dienen plaats te vinden;
- conform de splitsingstekening van ingenieur [naam ingenieur] , zoals in de betreffende akte wijziging genoemd, en onder de gebruikelijke condities c.q. splitsingsvoorwaarden, onder meer inhoudende dat het gangbare (meest recente) standaardsplitsing (toev Rb: sreglement) van toepassing wordt verklaard en (…) dat daarbij in het bijzonder zal hebben te gelden dat de kosten vanwege onderhoud en instandhouding van de gemeenschappelijke delen dienen te worden gedragen in die zin dat de appartementsgerechtigde van pand [adres 1] 87% van deze kosten en de appartementsgerechtigde van pand [adres 2] 13% van deze kosten voor zijn/haar rekening neemt;
alsmede voorts bepaalt dat ieder van de twee (2) appartementsgerechtigden één (1) stem krijgt;
6. Met veroordeling van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en [gedaagde in conventie en in reconventie] in de proceskosten.
8.4.2
Geen der andere partijen heeft tegen deze wijziging enig op art. 130 Rv gegrond bezwaar aangevoerd. De rechtbank ziet evenmin dergelijke bezwaren, zodat recht zal worden gedaan op de gewijzigde eis.
De vorderingen
8.5.1
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] vorderde tot de hiervoor genoemde wijziging van eis, dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, ter zake de nalatenschappen:
1a. toedeelt aan [gedaagde in conventie en in reconventie] de volledige inboedel, die zich in het woonhuis te [woonplaats 2] bevindt, met uitzondering van het schilderij “Paarden in Stal” van de schilder Wouter Verschuur;
1b. [gedaagde in conventie en in reconventie] veroordeelt om het schilderij “Paarden in Stal” van de schilder Wouter Verschuur aan kleindochter [naam kleindochter 1] , de dochter van [gedaagde in conventie en in reconventie] , ter beschikking te stellen;
1c. [gedaagde in conventie en in reconventie] veroordeelt om het woonhuis te [woonplaats 2] (bezemschoon) te ontruimen;
2. toedeelt aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] het schilderij van de schilder Karel van Falens en het schilderij “Bloemen” van de schilder J. Robie;
3a. voor recht verklaart dat het schilderij “Bachanaal” krachtens schenking eigendom van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] is, evenals als de personenauto, merk Peugeot;
3b, voor recht verklaart dat de personenauto, merk Volkswagen, krachtens schenking eigendom is van kleindochter [naam kleindochter 1] , de dochter van [gedaagde in conventie en in reconventie] (zoals de Rb “ [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ” leest gelet op onder meer het proces-verbaal van getuigenverhoor van 9 november 2017) Souren;
4. voor recht verklaart dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] is gerechtigd tot 9/32ste deel in de nalatenschap(pen), en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en [gedaagde in conventie en in reconventie] ieder voor 23/64ste deel;
5. verdeelt de banktegoeden, effectendepots e.d. bij de ING Bank N.V. (na voldoening van het executeursalaris en eventuele andere kosten, waaronder tevens te verstaan belastingen en makelaarscourtage of notariskosten, die nog op de nalatenschap mochten drukken) conform de breukdelen onder 4 vermeld, met dien verstande dat de gelden in eerste instantie dienen te strekken ter voldoening van de koopsom(men) van aan (één van) de partijen toe te bedelen één of meerdere onroerende za(a)k(en), alsmede de daaraan verbonden overdrachtsbelastingen en andere kosten;
6. toedeelt aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] de onroerende zaak, het woonhuis, staande en gelegen aan de [adres 2] , kadastraal bekend als [kadasternummer] , grootte 3 are en 57 centiaren (gedeeltelijk) tegen de verplichting tot inbreng van een koopsom ad € 290.000,-- k.k., met bepaling dat het in dezen te wijzen vonnis in de plaats zal treden van de notariële (leverings)akte, en met veroordeling van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] tot het verlenen van al nodige medewerking aan een en ander, onder door Uw Rechtbank te bepalen dwangsommen, voor het geval hij weigerachtig mocht zijn/blijven;
7. bepaalt dat de onroerende zaak, het woonhuis, staande en gelegen aan de [adres 1] , kadastraal bekend als [kadasternummer] , grootte 3 are en 57 centiaren (gedeeltelijk), zal worden verkocht door bemiddeling van makelaar [naam makelaar] , subsidiair een notaris, op een wijze als die makelaar of notaris vermeent te behoren;
8. toedeelt aan [gedaagde in conventie en in reconventie] de onroerende zaak, het woonhuis, staande en gelegen te [woonplaats 2] , tegen de verplichting tot inbreng van een koopsom
ad € 350.000,-- k.k., subsidiair bepaalt dat dit woonhuis zal worden verkocht door bemiddeling van een ter plaatse gevestigde Belgische makelaar, subsidiair een notaris, op een wijze als die makelaar of notaris vermeent te behoren;
9. bepaalt dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] een executeursalaris zal ontvangen van € 17.000,-- bij voorrang te voldoen uit de banktegoeden e.d.;
10. bepaalt dat de door [gedaagde in conventie en in reconventie] ontvangen voorschotten, groot € 49.725,--, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de respectievelijke betaaldata, worden verrekend;
11. bepaalt dat de as van wijlen moeder wordt verdeeld en ter beschikking gesteld als in het lichaam van de dagvaarding nader omschreven, namelijk dat [gedaagde in conventie en in reconventie] een/derde (1/3de) van de as van moeder aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ter beschikking stelt, zodat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] daarmee naar eigen in zicht kan handelen. En dat voor het overige bijzetting door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] in het graf van de grootouders te Vaals plaatsvindt;
12. [gedaagde in conventie en in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] tot de nodige medewerking veroordeelt, bij niet nakoming op verbeurte van dwangsommen en/of zoals de Rechtbank vermeent te behoren;
13. en/of verdeelt op een wijze als de Rechtbank vermeent te behoren.
14. [gedaagde in conventie en in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] veroordeelt in de kosten van dit geding aan de zijde van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] gerezen, waaronder het salaris van de advocaat van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] .
8.5.2
De rechtbank begrijpt dat de hiervoor in rov. 8.3.1 vermelde vermeerdering van eis in de plaats komt van hetgeen hiervoor in 8.5.1 onder de nrs. 6 en 7 is vermeld.
8.6.1
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] vordert na wijziging eis bij akte van 19 augustus 2015 dat de rechtbank bij vonnis voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
PRIMAIR:
I het Belgische erfrecht van toepassing verklaart, zowel op de nalatenschap van mevrouw [erflaatster] , overleden op [overlijdensdatum 1] , als op de nalatenschap van de heer [erflater] , overleden op [overlijdensdatum 2] , zowel op de vererving van deze nalatenschappen als op de verdeling en afwikkeling daarvan;
II beveelt de vereffening-verdeling van de huwelijksgemeenschap bestaan hebbende tussen de heer [erflater] en mevrouw [erflaatster] en van de nalatenschap van ieder van hen;
III ontneemt alle bevoegdheden aan de executeur-testamentair;
IV uitspreekt de sanctie van heling in hoofde van mevrouw [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] ;
V benoemt een deskundige (een Belgische notaris, met name [naam notaris] te Antwerpen en als dit niet mogelijk is een andere Belgische notaris, en als dit niet mogelijk is, een Nederlandse notaris uit een andere provincie dan Limburg) met de volgende opdracht:
A. Het opmaken van een proces-verbaal van boedelbeschrijving met eedaflegging en met vermelding van alle schenkingen en voordelen (bv. afbetaling van schulden, genot van onroerende goederen) die vader aan zijn kinderen heeft gedaan respectievelijk verstrekt; dit alles op straffe van een dwangsom van € 1.000,-- per dag vertraging, of, indien de eed niet wordt afgelegd, met als gevolg dat de door de andere partij ( [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ) aangevoerde schenkingen als bewezen moeten worden beschouwd.
B. Een tegensprekelijke waardering van alle goederen van de nalatenschap en van de huurwaarde van de roerende en onroerende goederen en van de door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] gerealiseerde meerwaarde aan het pand te [plaats] , [adres 2] d.i. een waardering door een onafhankelijke deskundige die, in tegenwoordigheid van alle drie de partijen, de te schatten goederen bezichtigt en de partijen toelaat hun opmerkingen aan te brengen op het ontwerp van verslag, welke opmerkingen de deskundige dan moet meenemen in zijn eindverslag, dat bindend is voor alle partijen.
C. Het inwinnen van informatie bij alle financiële en andere instellingen over het vermogen van vader en moeder voor de jaren 1970 tot en met 2009 en over de schenkingen en andere voordelen die dezen zouden hebben gedaan respectievelijk verstrekt aan hun kinderen; dit impliceert onder meer het opvragen van:
a. de uittreksels van de rekeningen van vader en moeder of één van hen zodat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] inzage kan hebben in alle verrichtingen die vader en moeder hebben gedaan tussen 1970 tot en met 2009, deze uittreksels dienen in het bijzonder te worden opgevraagd bij de ING-Bank Nederland, waar het gros van het vermogen van de ouders altijd is ingeschreven geweest, en waarmee is overeengekomen dat zij de rekeninguittreksels te rekenen vanaf 2004 zouden bewaren en aan partijen zouden meedelen indien zij daartoe verplicht zijn op grond van een gerechtelijke uitspraak;
b. de uittreksels van de rekeningen van [gedaagde in conventie en in reconventie] en van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] , nu het vast staat dat zij bewust voordelen (aan hen door hun ouders verstrekt) hebben verzwegen en gelet op het feit dat alle partijen moeten mee werken aan de bewijsverstrekking en er ernstige vermoedens zijn dat [gedaagde in conventie en in reconventie] en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] schenkingen van hun ouders hebben gekregen dan wel andere voordelen van hun ouders hebben ontvangen en dat het geen probleem
zou mogen zijn voor [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en [gedaagde in conventie en in reconventie] om dit verzoek in te willigen nu zij steeds beweerd hebben geen schenkingen van hun ouders ontvangen te hebben; in het bijzonder geldt dit voor:
i. de uittreksels van de effectenrekening die op naam van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] geopend was bij de Zwitserse Bank UBS in 1973;
ii. de uittreksels van de rekening die op naam van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] geopend was bij de Deutsche bank in Luxemburg en in Zwitserland, omdat uit de stukken blijkt dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] rekeningen had bij de Deutsche bank met substantiële bedragen;
D. De inbreng van de door vader gedane schenkingen in de nalatenschap van vader, met inbegrip van de rente te rekenen vanaf het overlijden van vader en tot aan de verdeling; en in
subsidiaire orde;
E. Het opmaken van de fictieve massa voor de nalatenschap van vader, de aanrekening van schenkingen (waarvan daadwerkelijk is bewezen dat zij buiten paart zijn) gedaan door vader en de inkorting van deze schenkingen indien zij het beschikbare deel overschrijden;
F. Zich uitspreken over alle geschillen in het raam van de vereffening-verdeling van de nalatenschap van vader, voor zover de rechtbank dit niet zou hebben gedaan, zoals onder meer de heling, de preferentiële verdeling, de beheersrekening, enz.
G. Het opmaken van een staat van vereffening-verdeling, zijnde het doorvoeren van de verdeling naar Belgisch recht, met als resultaat het begroten van het erfdeel van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] .
VI Indien de rechtbank van oordeel zou zijn dat het aanstellen van een notaris niet aangewezen zou zijn, vraagt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] dat er een proces-verbaal van boedelbeschrijving zal worden opgemaakt zoals vermeld sub A, dat een deskundige zal worden aangesteld zoals vermeld sub B en dat de rechtbank de opdrachten geeft aan de financiële instellingen zoals vermeld sub C tot en met G.
VII voor recht verklaart dat alle lasten in het eigenhandig testament van de heer [erflater] , overleden op [overlijdensdatum 2] , nietig zijn, waaronder de last om het onroerend goed te [plaats] , [adres 1] en [adres 2] te verkopen en de last om het onroerend goed te [woonplaats 2] te verkopen.
VIII [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] veroordeelt om aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] te voldoen het door de rechtbank/de deskundige voornoemd vast te stellen erfdeel in de nalatenschap van wijlen de heer [erflater] , te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf [overlijdensdatum 2] , althans vanaf 27 juni 2013, tot aan de dag der algehele voldoening.
IX [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] veroordeelt aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] af te geven kopieën van alle bankafschriften van bankrekeningen (betaal- en spaarrekeningen) en eventuele effectenrekeningen (mede) op naam van de heer [erflater] en (mede) op naam van mevrouw [erflaatster] en (mede) op naam van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] over de jaren 1970 tot en met 2009 in binnen- en buitenland, waaronder, maar niet beperkt tot de Zwitserse bank UBS en de Deutsche bank in Luxemburg en in Zwitserland, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.000,-- voor iedere dag of gedeelte daarvan dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] daarmee in gebreke zal blijven.
SUBSIDIAIR:
Voor het geval het Belgisch erfrecht niet van toepassing is:
X van toepassing verklaart het Nederlandse erfrecht, zowel op de nalatenschap van mevrouw [erflaatster] , overleden op [overlijdensdatum 1] , als op de nalatenschap van de heer [erflater] , zowel op de vererving van deze nalatenschappen als op de verdeling en afwikkeling ervan;
XI beveelt de vereffening-verdeling van de huwelijksgemeenschap bestaan hebbende tussen de heer [erflater] en mevrouw [erflaatster] en van de nalatenschap van ieder van hen;
XII benoemt een deskundige (een Nederlandse notaris uit een andere provincie dan Limburg) met de opdracht zoals hiervoor vermeld onder het kopje primair sub V (A tot en met G).
XIII vast stelt de omvang van de nalatenschap van wijlen mevrouw [erflaatster] , overleden op [overlijdensdatum 1] ;
XIV vast stelt het [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] toekomende erfdeel uit hoofde van de nalatenschap van wijlen genoemde mevrouw [erflaatster] ;
XVII [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] veroordeelt aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] te voldoen het door de Rechtbank vast te stellen erfdeel in de nalatenschap van wijlen mevrouw [erflaatster] , te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf [overlijdensdatum 1] , althans vanaf 27 juni 2013 tot aan de dag der algehele voldoening;
XVIII vast stelt de omvang van de legitimaire massa van de nalatenschap van wijlen de heer [erflater] , overleden op [overlijdensdatum 2] ;
XIX vast stelt de [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] toekomende legitieme uit hoofde van de nalatenschap van wijlen genoemde heer [erflater] ;
XX [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] veroordeelt aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] te voldoen de door de Rechtbank vast te stellen legitieme portie van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in de nalatenschap van wijlen de heer [erflater] , te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf [overlijdensdatum 2] , althans vanaf 27 juni 2013 tot aan de dag der algehele voldoening;
XXI [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] veroordeelt aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] af te geven kopieën van alle bankafschriften van bankrekeningen (betaal- en spaarrekeningen) en eventuele effectenrekeningen (mede) op naam van de heer [erflater] en (mede) op naam van mevrouw [erflaatster] en (mede) op naam van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] over de jaren 1970 tot en met 2009 in binnen- en buitenland, waaronder, maar niet beperkt tot de Zwitserse bank UBS en de Deutsche bank in Luxemburg en in Zwitserland, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.000,-- voor iedere dag of gedeelte daarvan dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] daarmee in gebreke zal blijven.
XXII voor recht verklaart dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en [gedaagde in conventie en in reconventie] opzettelijk goederen (schenkingen) hebben verzwegen en/of zoek hebben gemaakt en/of verborgen hebben gehouden, waardoor zij haar aandeel heeft verbeurd en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en [gedaagde in conventie en in reconventie] veroordeelt dit aandeel, nader op te maken bij Staat, aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] te voldoen;
XXIII [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] , in haar hoedanigheid van executeur testamentair, in de nalatenschap van wijlen de heer [erflater] voornoemd ontslaat;
XXIV [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] veroordeelt, aan, dan wel ten overstaan van de Rechtbank binnen vier weken na het ten deze te wijzen vonnis, gespecificeerd en gestaafd met verificatoire bescheiden een volledige rekening en verantwoording af te leggen over al haar handelen in haar hoedanigheid van executeur in de nalatenschap van wijlen de heer [erflater] , op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.000,-- voor iedere dag of een gedeelte daarvan dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] daarmee in gebreke zal blijven;
XXV [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] veroordeelt tot betaling van een bedrag, nog nader op te maken bij Staat, zijnde de in totaal door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] geleden schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf [overlijdensdatum 2] , althans vanaf de dag van indiening van deze conclusie;
XXVI [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] veroordeelt in de kosten van deze procedure.
8.6.2
De vermeerderde eis van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zoals hiervoor vermeld in rov. 8.4.1 kent overlappingen met zijn eis zoals hiervoor vermeld onder primair IX en subsidiair XXI. De rechtbank laat het vooralsnog bij deze constatering.
Al beoordeelde vorderingen
8.7.1.1 Van de door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] ingestelde vorderingen zijn tot dusverre beoordeeld en afgewezen of hoeven niet meer te worden beoordeeld:
-Vordering 3a voor zover die inhoudt de verklaring voor recht dat het schilderij “Bachanaal” krachtens schenking eigendom van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] is, is afgewezen (zie r.o. 2.32 van het tussenvonnis van 18 januari 2017);
-Vordering sub 11 die naar [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] in randnr. 111 van haar op 19 augustus 2015 genomen akte onweersproken heeft gesteld naar ieders tevredenheid is afgewikkeld.
8.7.1.2 Van de door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] ingestelde vorderingen zijn tot dusverre beoordeeld en toegewezen:
-Vordering 3a voor zover die inhoudt de verklaring voor recht dat de personenauto, merk Peugeot, krachtens schenking eigendom van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] is (zie r.o. 2.32 van het tussenvonnis van 18 januari 2017;
- Vordering 4 (zie r.o. 2.33 van het tussenvonnis van 18 januari 2017).
8.7.2.1 Van de door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ingestelde vorderingen zijn tot dusverre beoordeeld en afgewezen:
I (met dien verstande dat is toegewezen de vordering tot verklaring voor recht dat Belgisch erfrecht van toepassing is op de vererving van de nalatenschap van vader [1] , II, XI (oorspronkelijk subsidiair sub 7) [2] , III, IV voor zover het betreft moeder nalatenschap (die wordt beheerst door Nederlands recht) en V [3] , X (oorspronkelijk subsidiair 6) voor zover inhoudende dat Nederlands recht van toepassing is op de nalatenschap van vader, [4] XII (oorspronkelijk subsidiair sub 8) [5]
8.7.2.2 Van de door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ingestelde vorderingen zijn tot dusverre beoordeeld en toegewezen:
X, de gevorderde verklaring voor recht dat Nederlands erfrecht van toepassing is op de vererving en de afwikkeling van de nalatenschap van moeder en op de afwikkeling van de nalatenschap van vader, oorspronkelijk subsidiair sub 6) [6] , XII (rov. 2.4 vonnis 18 januari 2017).
8.7.2.3 De rechtbank begrijpt dat de in rov. 2.28 van het vonnis van 27 mei 2015 genoemde Volkswagen in dit geding verder buiten de beoordeling kan blijven. [7]
De in het vonnis van 12 september 2018 gegeven bevelen
8.8
In 6.2.1 van het vonnis van 12 september 2018 heeft de rechtbank [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] bevolen om de door haar uit het huis in [woonplaats 2] verwijderde grote Luikse antieke kast terug te brengen naar dit huis. Zij heeft geen gehoor gegeven aan dit bevel. De rechtbank sanctioneert dit analoog aan art. 21 Rv als volgt. De kast was volgens [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] niets waard (rov. 5.11.1 vonnis 12 september 2018). [gedaagde in conventie en in reconventie] schatte dat de kast € 10.000,- waard was en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] schatte de kast op € 35.000,- (rov. 5.11.1 vonnis 12 september 2018). Gemiddeld is de kast dan € 15.000,- waard. De rechtbank spreekt als sanctie op het negeren
van genoemd bevel door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] uit dat de kast aan haar wordt toebedeeld tegen een waarde van € 15.000,-. De rechtbank komt hiermee niet terug op een eerder oordeel, maar sanctioneert een partij die een gegeven bevel negeert.
8.9
In 6.4 van het vonnis van 12 september 2018 heeft de rechtbank [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] bevolen om het in zijn bezit zijnde schilderij van Drummen af te dragen aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] , zodat zij het kon laten taxeren. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft dit bevel niet opgevolgd. De rechtbank sanctioneert dit analoog aan art. 21 Rv als volgt. De rechtbank schat de waarde van het schilderij gelet op hetgeen partijen over en weer hebben aangevoerd op € 800,-. Het schilderij wordt toebedeeld aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] (zie rov. 5.14.2 van het vonnis van 12 september 2018) tegen een waarde van € 800,-. De rechtbank komt hiermee niet terug op een eerder oordeel, maar sanctioneert een partij die een gegeven bevel negeert.
8.1
In 6.3 van het tussenvonnis van 12 september 2018 heeft de rechtbank [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] als executeur in staat gesteld om ten behoeve van de gemeenschap en op kosten van de gemeenschap bij de desbetreffende autoriteit een verklaring te vragen inhoudende dat het pand [adres 1] te Maastricht zonder vergunning kan worden gesplitst in zelfstandige woonruimtes [adres 1] en [adres 2] , hetzij om een splitsingsvergunning van dit pand [X] in zelfstandige woonruimtes [adres 1] en [adres 2] aan te vragen.
De rechtbank begrijpt uit nr. 4 van de op 29 april 2020 door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] genomen akte dat er geen wetten aan splitsing in de weg staan. Het is partijen niet gelukt om in onderling overleg die splitsing feitelijk en juridisch (in concept) eenstemmig vorm te geven. Het gaat de taak van de rechtbank te buiten om de splitsing van het pand vorm te geven. Daarmee is het splitsingsstation gepasseerd. De rechtbank zal het pand daarom toedelen aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] tegen een waarde van € 635.000,- (vonnis 18 januari 2017, rov. 2.15-2.17). Hij zal zes maanden de tijd krijgen om een en ander te financieren zoals verder in het dictum van het eindvonnis zal worden bepaald.
Alles op een rijtje zettend
8.11.1
Moeder is overleden op [overlijdensdatum 1] . De verdeling van moeders nalatenschap heeft plaatsgevonden conform de ouderlijke boedelverdeling in moeders testament uit 1979. Dit heeft tot gevolg gehad dat:
  • de gemeenschap van goederen door en op het moment van het overlijden van moeder op [overlijdensdatum 1] is ontbonden, en
  • alle activa van moeder (in grote lijnen neerkomend op de onverdeelde helft van de gemeenschappelijke activa) op hetzelfde moment zijn toegedeeld aan vader.
Vader heeft alle passiva van moeder als eigen schulden voldaan. Vader heeft verder voldaan (voor zover verschuldigd): de successierechten, de taxatiekosten, de boedelkosten en de begrafeniskosten (4.25 e.v. vonnis 27 mei 2015).
Het saldo van de nalatenschap van moeder is € 686.402,69 (rov. 2.3.2 vonnis 18 januari 2017).
Het testament van moeder volgend, wordt vader geacht aan de drie kinderen een uitkering te hebben gedaan ter grootte van de waarde van hun aandeel in het saldo van de nalatenschap van moeder (verminderd met ieders aandeel in de successierechten, de taxatiekosten, de boedelkosten en de begrafeniskosten en te vermeerderen met een rente van 5% per jaar), welke uitkering de drie kinderen vervolgens worden geacht onmiddellijk te hebben teruggeleend aan vader, zonder verdere aanspraak op rente en met de bepaling dat de lening pas opeisbaar zal zijn na vaders overlijden.
De vererving van moeders nalatenschap wordt beheerst door Nederlands recht. In de nalatenschap van moeder is ter zake de inbreng Nederlands erfrecht van toepassing. Dat is in uitgangspunt het nu geldende erfrecht, dat uitgaat van het principe ‘geen inbreng, tenzij’ (zie artikel 4:229 lid 1 BW). Op grond van het overgangsrecht in artikel 139 OBW zijn echter vóór 1 januari 2003 op basis van oud erfrecht ontstane inbrengplichten na die datum blijven bestaan. In zoverre is ook het erfrecht naar oud-BW mogelijk relevant. De nakoming van (eventuele) inbrengplichten naar oud-BW wordt vervolgens weer beheerst door het geldende erfrecht in Boek 4 BW (waaronder begrepen het bepaalde in 4:233 BW, inzake de waardering en de verhoging met rente). Bij de vraag naar de inbrengplicht naar Nederlands recht is relevant of de gift vóór of na 1 januari 2003 is gedaan. Indien de gift is gedaan vóór 1 januari 2003 is sprake van een inbrengplicht (tenzij moeder anders heeft bepaald). Indien de gift is gedaan na 1 januari 2003 is geen sprake van een inbrengplicht (tenzij moeder anders heeft bepaald, hetgeen moeder niet heeft gedaan). [8]
8.11.2
Vader is overleden op [overlijdensdatum 2] .
De vererving van vaders nalatenschap wordt beheerst door Belgisch recht. De juridische consequenties van door vader gedane giften dient te worden onderzocht op basis van Belgisch erfrecht (rov. 4.31, 4.38 en 4.55 vonnis 27 mei 2015). Naar Belgisch recht geldt een inbrengplicht voor schenkingen (tenzij vader anders heeft bepaald, hetgeen vader niet heeft gedaan). [9]
8.11.3
De afwikkeling van beide nalatenschappen (vereffening, verdeling) wordt beheerst door Nederlands recht. [10]
Partijen hebben afgesproken dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] 9/32e en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en [gedaagde in conventie en in reconventie] ieder 23/64e zullen ontvangen uit de totale nalatenschap van vader en moeder. [11]
De door vader en moeder gezamenlijk gedane giften worden voor de helft aan moeder en voor de andere helft aan vader toegerekend. [12]
Partijen zijn op 13 mei 2011 overeengekomen (de tweede afspraak) dat ter zake de bij de verdeling te hanteren peildatum alle onderdelen van de nalatenschap zullen worden gewaardeerd met als peildatum 1 juli 2011. [13]
In of omstreeks 1997 heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] van haar ouders geschonken gekregen CHF 35.000,- en CHF 33.806,-. [14] Dit bedrag, in totaal € 55.826,- koers 1 juli 2011 (peildatum), dient volledig te worden ingebracht. De gift is immers gedaan voor 1 januari 2003 zodat ook naar Nederlands recht een inbrengplicht geldt (zie hiervoor rov. 8.11.1).
In 1999 hebben alle drie kinderen van hun ouders geschonken gekregen fl. 50.000,- (€ 22.690,-; [15] rov. 2.9.6, 2.10.2 en 2.11.1 vonnis 18 januari 2017). Deze bedragen dienen volledig te worden ingebracht.
Op 1 september 2005 heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] van haar ouders geschonken gekregen € 40.000,- en zij heeft ter zake de helft daarvan, € 20.000,-, een inbrengplicht bij de verdeling van de nalatenschap van vader (rov. 2.9.8 vonnis 18 januari 2017).
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft een inbrengplicht van € 6.455,- ter zake door vader aan haar geschonken zaken welk bedrag volledig moet worden ingebracht (rov. 2.9.13 vonnis 18 januari 2017).
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft een inbrengplicht van € 15.000,- ter zake de door haar vader in 2009 aan haar geschonken Peugeot (rov. 2.9.13 vonnis 18 januari 2017 en rov. 5.10 vonnis 12 september 2018). Dit bedrag moet volledig worden ingebracht.
Aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] worden toebedeeld de schilderijen van Van Falens en Robie tegen een totale waarde van GBP 12.500,- (€ 13.806 koers peildatum). Die waarde van € 13.806,- dient volledig door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] te worden ingebracht (rov. 2.9.14 vonnis 18 januari 2017).
In het vonnis van 18 januari 2017 is in rov. 2.11.3 bepaald dat [gedaagde in conventie en in reconventie] het tot 1 januari 2003 opgekomen deel van de door de ouders voorgeschoten opslagkosten meubels volledig moet inbrengen. In randnr. 40 conclusie van antwoord in conventie heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] , de partij die deze kosten in de strijd heeft geworpen, geen data vermeld. Hij verwijst wel naar zijn productie 28, een overeenkomst bewaarneming verhuisgoederen. Die is echter gesloten op 19 september 2005. Zonder nadere, maar ontbrekende toelichting valt daaruit niet te concluderen dat voor 1 januari 2003 opslagkosten zijn gerezen. De verwijzing in het net genoemde randnr. 40 naar productie 97 is zinledig, want achter tabblad 97 bevindt zich geen productie. In randnr. 56 van zijn akte van 19 augustus 2015 is alleen vermeld kosten opslag vanaf 2005 voor in totaal € 5.760,- (zie ook productie 95 conclusie van antwoord [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ). Al met al kan de rechtbank niet vaststellen dat er tot 1 januari 2003 door de ouders ten behoeve van [gedaagde in conventie en in reconventie] opslagkosten zijn betaald. Er bestaat wat dat betreft dus geen inbrengplicht voor [gedaagde in conventie en in reconventie] . De rechtbank heeft in voornoemde rov. 2.11.3 verder geoordeeld dat [gedaagde in conventie en in reconventie] de helft moet inbrengen van de vanaf 1 januari 2003 gerezen opslagkosten. Het voorgaande betekent dat hij dus moet inbrengen naar Belgisch recht “vaders helft” van € 5.760,- dus € 2.880,-. De andere helft, “moeders helft” hoeft niet te worden ingebracht op grond van Nederlands recht.
Het uit de nalatenschap van vader aan de dochter van [gedaagde in conventie en in reconventie] betaalde bedrag van € 10.000,- heeft te gelden als een aan [gedaagde in conventie en in reconventie] betaald voorschot (rov. 5.6 vonnis 12 september 2018).
Het salaris van de executeur bedraagt € 15.000,- (rov. 5.8.3 vonnis 12 september 2018).
Alle inboedelzaken uit de woning in [woonplaats 2] die zijn vermeld op de als productie 14 bij dagvaarding overgelegde lijst worden toebedeeld aan [gedaagde in conventie en in reconventie] zonder inbrengverplichting. Indien [gedaagde in conventie en in reconventie] geen belangstelling heeft voor één of meer van de inboedelzaken Coco’blauw servies, Maria beeld boven bed moeder, klein portret van vader, foto’s van de ouders, de mogelijke meubels die [gedaagde in conventie en in reconventie] eventueel niet wenst, in het bijzonder twee leren fauteuils met tafeltje uit de bureaukamer van vader, zal hij [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] in staat stellen deze in [woonplaats 2] op te halen (rov. 5.13 vonnis 12 september 2018).
Aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] wordt toebedeeld de antieke Luikse kast tegen een waarde van
€ 15.000,-.
Aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] wordt toebedeeld het in zijn bezit zijnde schilderij van Drummen tegen een waarde van € 800,-.
Aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] wordt toebedeeld het pand [adres 1] en [adres 2] ) tegen een waarde van € 635.000,-.
Aan [gedaagde in conventie en in reconventie] wordt toebedeeld het pand [adres 3] te [woonplaats 2] tegen een waarde van € 350.000,-. [16]
De verzwijgingen
8.12.1
Nu de inbrengplichten vaststaan, kan worden geoordeeld over de stelling van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en [gedaagde in conventie en in reconventie] inbrengplichten hunnerzijds hebben verzwegen (rov. 2.12 vonnis 18 januari 2017 naar aanleiding van hetgeen [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in zijn antwoord heeft aangevoerd in nr. 183 e.v.).
Voorop gesteld wordt dat naar oud Nederlands erfrecht er een inbrengplicht bestond tenzij de erflater anders heeft bepaald. Art. 4:229 BW bepaalt thans dat door de erflater gedane giften moeten worden ingebracht voor zover de erflater dit heeft voorgeschreven.
Krachtens art. 922 Belgisch BW moeten schenkingen worden ingebracht.
Krachtens art. 3:194 lid 2 BW verbeurt de deelgenoot die opzettelijk tot de gemeenschap behorende goederen verzwijgt of verborgen houdt, zijn aandeel in die goederen. Deze regel is van toepassing op moeders erfdeel nu op dit erfdeel Nederlands recht van toepassing is.
Uit art. 792 Belgisch BW vloeit voort dat een erfgenaam die goederen van de nalatenschap verborgen houdt, geen aanspraak meer heeft op enig deel van dat goed.
8.12.2
Alle drie kinderen hebben in 1999 fl. 50.000,- ten geschenke gekregen. Voor zover dit niet door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en [gedaagde in conventie en in reconventie] is vermeld, had dit pas als verzwijging gekwalificeerd kunnen worden als zij dit geschenk hadden ontkend terwijl [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zonder meer dit bedrag had aangemeld als door hem in te brengen bedrag. Zo is het echter niet gegaan omdat de giften meteen zijn erkend. Gelet op de gelijkheid van de giften is alleszins voorstelbaar dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en [gedaagde in conventie en in reconventie] daar alleen om die reden geen melding van hebben gemaakt: zolang niemand van die giften melding maakte, werd niemand (voldoende) benadeeld. Wat dit betreft is dan ook geen sprake van verzwijging.
8.12.3
Uit rov. 2.11 van het vonnis van 18 januari 2017 en rov. 5.7 van het vonnis van 12 september 2018 en het hiervoor opgemerkte ten aanzien van de gift aan alle kinderen van fl. 50.000,- blijkt dat [gedaagde in conventie en in reconventie] slechts ten aanzien van laatstgemelde gift een inbrengplicht heeft. Hij kan dus niets hebben verzwegen.
8.12.4
Op de door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] bij dagvaarding overgelegde producties 5 en 6 (in nr. 11 van haar dagvaarding door haar genoemd ‘boedelbeschrijving’) heeft zij niet opgenomen dat zij in of omstreeks 1997 van haar ouders geschonken heeft gekregen CHF 35.000,- en CHF 33.806,-. Relevant is verder dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] onweersproken heeft gesteld dat hij [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] zowel voorafgaand als na het opstellen van de boedelbeschrijving expliciet heeft verzocht om een opgave van eventueel aan haar verstrekte giften, welke [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] niet heeft verstrekt. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft omtrent de hier besproken gift van de ouders enkel in deze procedure gesproken en slechts aangevoerd dat haar ouders (vader) enkele duizenden euro’s ter zake een verbouwing hebben betaald (nr. 112 akte 19 augustus 2015). Dit leidt tot het oordeel dat sprake is van verzwijging. Sanctie van deze verzwijging van in totaal € 55.826,- is dat dit bedrag volledig wordt verdeeld tussen [gedaagde in conventie en in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] .
8.12.5
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft de schenking van haar ouders op 1 september 2005 van € 40.000,- erkend. Zij heeft verklaard niet bij deze schenking te hebben stilgestaan en deze irrelevant en niet de moeite te vinden (nr. 87 dupliek). Hieruit kan moeilijk een andere conclusie worden getrokken dan dat zij deze schenking opzettelijk heeft verzwegen, zeker in het licht van de expliciete verzoeken van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] om schenkingen te melden. Zij dient zoals eerder is geoordeeld, de helft [17] hiervan in te brengen bij de verdeling van vaders nalatenschap en deelt vervolgens bij de verdeling ter zake dit bedrag niet mee.
8.12.6
Vader heeft aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] zaken geschonken waarvoor zij een inbrengplicht heeft van € 6.455,-. Met inachtneming van het feit dat hieromtrent al op 27 februari 2009 een notariële verklaring was opgemaakt (productie 41 antwoordakte [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ) zijn onvoldoende concrete omstandigheden door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] aangevoerd waaruit valt af te leiden dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] deze zaken bewust heeft verzwegen. Enige straf wordt dus niet opgelegd.
8.12.7
Ook ter zake de geschonken Peugeot kan niet worden geoordeeld dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] de inbrengplicht daarvan heeft verzwegen. Reeds in een vroegtijdig stadium is aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] desgevraagd meegedeeld dat deze auto zou zijn geschonken (zie onder 3 in productie 21 dagvaarding). Enige straf wordt dus niet opgelegd.
8.12.8
Alleen al omdat de schilderijen van Van Falens en Robie worden genoemd in het testament van vader, kan niet worden gezegd dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] deze zaken heeft verzwegen. Ook voor deze zaken wordt dus geen straf opgelegd.
De afwikkeling van moeders erfenis
8.13.1
Voor de berekening van de aanspraak van de verschillende deelgenoten moet de inbrengplicht bij het saldo van de nalatenschap worden opgeteld. Over de inbrengplicht in de nalatenschap van moeder hoeft niet gerekend te worden de rente als bedoeld in art. 4:233 BW omdat die rente verschuldigd is over de periode tussen het openvallen van de nalatenschap en de verdeling. Op grond van de ouderlijke boedelverdeling heeft de verdeling onmiddellijk met het openvallen van de nalatenschap plaatsgevonden en kent de renteperiode hier nul dagen.
Indien de rechtbank gemakshalve geen rekening houdt met inbreng van goederen waarop de betreffende persoon zijn aanspraak heeft verbeurd, is sprake van de volgende verdeling:
het saldo van de nalatenschap bedraagt € 686.402,69. Dit bedrag moet worden vermeerderd met de inbrengplichten van de kinderen die niet zijn verbeurd. Dit zijn de schenkingen aan ieder kind van fl. 50.000,-, waarvan de helft moet worden ingebracht, dus ieder € 11.345,-. In totaal moet dus € 34.035,- worden ingebracht. De totaal te verdelen massa is dan € 720.437,69. De aanspraken daarop zijn:
- Vader: 1/4 x € 720.437,69 = € 180.109,42
- [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] : (3/4 x 23/64 x € 720.437,69) - € 11.345,00 = € 182.835,47
- [gedaagde in conventie en in reconventie] : (3/4 x 23/64 x € 720.437,69) - € 11.345,00 = € 182.835,47
- [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] : (3/4 x 18/64 x € 720.437,69) - € 11.345,00 = € 140.622,33
8.13.2
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] is het enige kind met een verbeurde inbreng en wel € 27.913,- (rov. 8.12.4). Daar heeft zij geen aanspraak meer op, hetgeen betekent dat dit bedrag volledig moet worden afgetrokken van haar aandeel. Het moet vervolgens in de juiste verhouding worden toegedeeld aan de andere drie deelgenoten. Het aandeel van [gedaagde in conventie en in reconventie] in de nalatenschap is in beginsel 3/4 x 23/64 = 69/256 en die van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] is 3/4 x 18/64 = 54/256. Vaders aandeel was 1/4 ofwel 64/256. De onderlinge verhouding tussen vader, [gedaagde in conventie en in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] is dus 64 : 69 : 54. In breuken is dat 64/187, 69/187 en 54/187. De inbreng van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] kan dus als volgt over de andere deelgenoten worden verdeeld:
- Vader: 64/187 x € 27.913,00 = € 9.553,11
- [gedaagde in conventie en in reconventie] : 69/187 x € 27.913,00 = € 10.299,45
- [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] : 54/187 x € 27.913,00 = € 8.060,44
Daarmee is de slotsom dat aan de kinderen het volgende aandeel in de nalatenschap van moeder toekomt:
- [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] : € 182.835,47 - € 27.913,00 = € 154.922,47
- [gedaagde in conventie en in reconventie] : € 182.835,47 + € 10.299,45 = € 193.134,92
- [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] : € 140.622,33 + € 8.060,44 = € 148.682,76
Conform moeders testament moeten de aan de kinderen toekomende bedragen worden vermeerderd met de rente conform moeders testament, dus 5% rente per jaar (rov. 4.27 vonnis 27 mei 2015) vanaf haar dood ( [overlijdensdatum 1] ) tot de dood van vader ( [overlijdensdatum 2] ). De rechtbank houdt het ervoor dat de verplichting van vader om 5% rente te betalen (zie het testament van moeder, productie 9 antwoord in conventie onder II. Andere beschikkingen, sub I) is geëindigd op zijn sterfdag nu moeders testament ook inhoudt dat de rente pas opeisbaar is drie maanden na de dood van vader. Daarenboven zijn op de sterfdag van vader [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] , [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] en [gedaagde in conventie en in reconventie] ter zake dit saldo crediteur en debiteur geworden van deze vordering.
Het aandeel van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] inclusief rente ad € 6.036,11 is aldus € 160.958,58.
Het aandeel van [gedaagde in conventie en in reconventie] inclusief rente ad € 7.524,95 is aldus € 200.659,87.
Het aandeel van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] inclusief rente ad € 5.793,- is aldus € 154.475,76.
De afwikkeling van vaders erfenis
8.14
Toen vader overleed had hij de volgende in rov. 2.15 van het vonnis van 27 mei 2015 genoemde activa:
- banktegoeden bij ING Bank N.V. (omvang per 31 december 2011 ongeveer € 700.000,-);
- het pand [adres 1] - [adres 2] te [plaats] ;
- het pand [adres 3] te [woonplaats 2] ;
- roerende zaken, waaronder inboedelgoederen en kunstwerken.
Met betrekking tot de passiva valt op te merken dat de onroerende zaken niet waren belast met schulden en met tot zekerheid van de aflossing daarvan verstrekte hypotheekrechten (rov. 2.25 vonnis 27 mei 2015). Voor zover er verder schulden waren en of na het overlijden van vader zijn ontstaan betrekking hebbende op de boedel (WOZ e.d.), zijn die inmiddels allen betaald.
8.15.1
Met betrekking tot de roerende zaken heeft al met al het volgende te gelden:
Voor [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] :
- het schilderij van Karel van Falens en het schilderij van J. Robie worden aan haar toebedeeld tegen een totaal in te brengen waarde van € 13.806,-; [18]
- de Luikse antieke kast wordt aan haar toebedeeld tegen een waarde van € 15.000,-;
Voor [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] :
- het schilderij van Drummen wordt aan hem toebedeeld tegen een in te brengen waarde van € 800,-; [19]
- de door hem meegenomen roerende zaken uit de woning te [woonplaats 2] (conclusie antwoord randnr. 219) worden aan hem toebedeeld tegen een in te brengen waarde van nul. [20]
Voor [gedaagde in conventie en in reconventie] :
- alle nu in de woning te [woonplaats 2] staande roerende zaken worden aan hem toebedeeld tegen een in te brengen waarde van nul. Hiermee heeft te gelden dat al hetgeen in de woning te [woonplaats 2] stond, is verdeeld; [21]
Voor kleindochter [naam kleindochter 2] :
- aan haar is gelegateerd het schilderij Bachanaal, zonder inbrengplicht (legaat);
Voor kleindochter [naam kleindochter 1] :
- aan haar is gelegateerd het schilderij Paarden in de stal, zonder inbrengplicht (legaat);
8.15.2
Met betrekking tot gelden heeft al met al het volgende te gelden:
De volgende (inbreng)plichten worden vastgesteld:
Voor [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] :
  • € 27.913,- (de Zwitserse franken). Haar erfdeel hierop heeft zij verbeurd;
  • € 11.345,- (de helft van de schenking van fl. 50.000,-);
  • € 20.000,- (de helft van de schenking op 1 september 2005). Haar erfdeel hierop heeft zij verbeurd;
  • € 6.455,- ter zake door vader aan haar geschonken zaken genoemd op de notarislijst;
  • € 15.000,- ter zake door vader geschonken Peugeot.
Voor [gedaagde in conventie en in reconventie] :
  • € 11.345,- (de helft van de schenking van fl. 50.000,-);
  • € 13.835,- en 35.890,- hebben te gelden als door hem in 2011 als voorschot op de erfenis ontvangen bedragen;
- € 10.000,- € 10.000,- heeft te gelden als door hem als voorschot op de erfenis ontvangen bedrag, waarmee bij de verdeling rekening moet worden gehouden; [23]
- € 2.880,- “ € 2.880,- “vaders” helft opslagkosten. [24]
Voor [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] :
- € 11.345,- ( € 11.345,- (de helft van de schenking van fl. 50.000,-).
Nu de vereffening en verdeling van vaders nalatenschap wordt beheerst door Nederlands recht, is op de schenkingen van toepassing art. 4:233 BW.
8.15.3
De onroerende zaak [adres 1] te [plaats] zal worden toebedeeld aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] tegen een waarde van € 635.000,- waarbij hij, kort gezegd, zes maanden de tijd krijgt om deze toedeling te financieren, eventueel (deels) middels zijn aandeel in de nalatenschap van vader. Indien die financiering niet lukt, zal het pand openbaar te koop moeten worden gezet.
De onroerende zaak [adres 3] te [woonplaats 2] zal worden toebedeeld aan [gedaagde in conventie en in reconventie] tegen een waarde van € 350.000,- [25] waarbij hij, kort gezegd, zes maanden de tijd krijgt om deze toedeling te financieren, eventueel (deels) middels zijn aandeel in de nalatenschap van vader. Indien die financiering niet lukt, zal het pand openbaar te koop moeten worden gezet.
8.15.4
Alvorens wordt verdeeld tussen de drie kinderen, dient de boedel € 15.000,- aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] te betalen wegens salaris executeur. Verder komen de nog door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] gespecificeerd te begroten kosten “aanvraag autoriteiten splitsingsvergunning [adres 1] ” ten laste van de boedel voordat kan worden verdeeld. [26] Alle andere geldelijke aanspraken zijn afgewezen.
8.16
Ter zake de banktegoeden heeft de rechtbank geoordeeld dat verdeeld wordt het saldo op het moment van verdeling. [27] Dat moment is thans aangebroken. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] zal als executeur in staat worden gesteld om de meest actuele stand van het saldo van de banktegoeden over te leggen, vergezeld van een berekening aan de hand van de hiervoor vermelde gegevens waaruit blijkt hoeveel aan elke partij toekomt.
Vier weken na genoemde akte worden [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] en [gedaagde in conventie en in reconventie] in staat gesteld zich bij akte over die eindverdelingsberekening uit te laten.
8.17
Elke verdere beslissing wordt aangehouden.

9.De beslissing

De rechtbank:
9.1
beveelt [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] om op de rol van 14 juli 2021 bij akte mee te delen en over te leggen de op dat moment actuele stand van de in de boedelrapporten genoemde bankrekeningen/tegoeden vergezeld van een berekening aan de hand van de hiervoor vermelde gegevens omtrent hetgeen ieder van partijen na toedeling van de aan haar of hem toe te delen activa nog toekomt dan wel hetgeen zij of hij uit hoofde van overbedeling nog moeten betalen aan de andere deelgenoten;
9.2
stelt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] en [gedaagde in conventie en in reconventie] in staat om vier weken nadat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] genoemde akte heeft genomen, een antwoord akte te nemen;
9.3
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mrs. I.M. Etman, J.R. Sijmonsma en B.R.M. de Bruijn, rechters, en in het openbaar uitgesproken op 16 juni 2021.

Voetnoten

1.Rov. 4.43 vonnis 27 mei 2015.
2.Rov. 4.30 en 4.43 vonnis 27 mei 2015.
3.Rov. 4.43 vonnis 27 mei 2015.
4.Rov. 4.43 vonnis 27 mei 2015.
5.Rov. 2.4 vonnis 18 januari 2017.
6.Rov. 4.43 vonnis 27 mei 2015.
7.Zie nr. 84 akte [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] dd 19 augustus 2015.
8.Rov. 2.7 vonnis 18 januari 2017.
9.Rov. 2.7 vonnis 18 januari 2017.
10.Rov. 4.42 vonnis 27 mei 2015.
11.Rov. 4.45 vonnis 27 mei 2015.
12.Rov. 4.53 vonnis 27 mei 2015.
13.Rov. 2.1 vonnis 18 januari 2017.
14.Rov. 2.9.4 vonnis 18 januari 2017.
15.Rov. 2.9.6, 2.10.2 en 2.11.1 vonnis 18 januari 2017.
16.Rov. 2.18 vonnis 18 januari 2017.
17.Rov. 2.9.8 vonnis 18 januari 2017.
18.Rov. 2.9.14, pag. 10 vonnis 18 januari 2017 en 8.11.3 dit vonnis.
19.Rov. 2.23 vonnis 18 januari 2017 en 8.9 dit vonnis.
20.Rov. 2.24 vonnis 18 januari 2017.
21.Rov. 5.13.2 vonnis 12 september 2018.
22.Rov. 2.33 vonnis 27 mei 2015.
23.Rov. 5.6 vonnis 12 september 2018.
24.Rov. 8.11.1 slot dit vonnis.
25.Rov. 2.18 vonnis 18 januari 2017.
26.Rov. 8.10 dit vonnis en rov 5.12.2. vonnis 12 september 2018.
27.Rov. 2.27 vonnis 18 januari 2017.