ECLI:NL:RBLIM:2021:4952

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
16 juni 2021
Publicatiedatum
21 juni 2021
Zaaknummer
C/03/273065 / HA ZA 20-33
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake verliesverdeling bij langdurige samenwerking in vastgoedprojecten

In deze zaak, die voor de Rechtbank Limburg is behandeld, gaat het om een geschil tussen de besloten vennootschap Q-BUSS, BIENS IMMOBILIERS B.V. en een vennootschap onder firma (V.O.F.) over de verdeling van verliezen die zijn geleden in een gezamenlijk vastgoedproject. De partijen hebben in het verleden samengewerkt aan verschillende projecten, waarbij de gemaakte winst en verliezen op een 50/50 basis zouden worden verdeeld. Echter, in het project dat aanleiding gaf tot deze rechtszaak, is er een verlies van € 72.782,14 geleden, wat heeft geleid tot een geschil over de vraag hoe dit verlies moet worden verdeeld. Q-BUSS vordert betaling van de helft van dit verlies van de V.O.F., terwijl de V.O.F. in reconventie een bedrag van € 117.651,33 vordert, stellende dat ook zij recht heeft op een vergoeding voor haar gemaakte uren. De rechtbank oordeelt dat er een leemte in de overeenkomst tussen partijen bestaat over wat onder 'verlies delen' valt. De rechtbank komt tot de conclusie dat beide partijen hun eigen ondernemingsrisico dragen en dat er geen verdere vorderingen over en weer bestaan. De vorderingen van beide partijen worden afgewezen, en de proceskosten worden toegewezen aan de in het ongelijk gestelde partijen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer / rolnummer: C/03/273065 / HA ZA 20-33
Vonnis van 16 juni 2021
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Q-BUSS, BIENS IMMOBILIERS B.V.,
gevestigd te Sittard, gemeente Sittard-Geleen,
eiseres in conventie,
verweerster in (voorwaardelijke) reconventie,
advocaat mr. G.E.E.M. van der Heijden,
tegen
1. de vennootschap onder firma
[gedaagde in conventie, eiseres in (voorwaardelijke) reconventie sub 1] V.O.F.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
2.
[gedaagde in conventie, eiseres in (voorwaardelijke) reconventie sub 2],
wonende te [woonplaats] ,
3.
[gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie sub 3],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagden in conventie,
eisers in (voorwaardelijke) reconventie,
advocaat mr. M.W.M. van Doorn.
Partijen zullen hierna Q-Buss en gezamenlijk (in enkelvoud) [gedaagde in conventie, eiseres in (voorwaardelijke) reconventie] , of afzonderlijk
[gedaagde in conventie, eiseres in (voorwaardelijke) reconventie sub 1] , [gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie sub 3] en [gedaagde in conventie, eiseres in (voorwaardelijke) reconventie sub 2] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de rolbeslissing van 15 april 2020 waarin partijen in de gelegenheid zijn gesteld om zich bij akte uit te laten over de vraag of zij verder schriftelijk willen procederen, nu de gevolgen van het Coronavirus zodanig zijn dat de mondelinge behandeling niet op korte termijn zal kunnen plaatsvinden,
  • de akten uitlaten van Q-Buss en [gedaagde in conventie, eiseres in (voorwaardelijke) reconventie] , waarin zij de rechtbank berichten dat zij geen gebruik wensen te maken van de mogelijkheid om enkel schriftelijk te procederen en dat zij een mondelinge behandeling wensen,
  • de tussenuitspraak van 3 juni 2020 waarbij een mondelinge behandeling is bepaald,
  • de conclusie van antwoord in reconventie.
  • het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 28 januari 2021, met daaraan gehecht de schriftelijke spreekaantekeningen van Q-Buss en [gedaagde in conventie, eiseres in (voorwaardelijke) reconventie] .
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Q-Buss hield zich ten tijde in geding bezig met de aan- en verkoop van onroerend goed. De heer [naam bestuurder] (hierna: [naam bestuurder] ) is middellijk bestuurder van Q-Buss en is zelfstandig bevoegd om Q-Buss te vertegenwoordigen.
2.2.
[gedaagde in conventie, eiseres in (voorwaardelijke) reconventie sub 1] bemiddelt bij de aan- en verkoop van onroerend goed.
[gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie sub 3] en [gedaagde in conventie, eiseres in (voorwaardelijke) reconventie sub 2] zijn de vennoten van [gedaagde in conventie, eiseres in (voorwaardelijke) reconventie sub 1] .
2.3.
Partijen hebben in het verleden in het kader van vier projecten samengewerkt. De eerste aanzet tot die samenwerking dateert uit 2004. Het uitgangspunt bij die samenwerking was in grote lijnen dat Q-Buss de financiering voor haar rekening nam en dat [gedaagde in conventie, eiseres in (voorwaardelijke) reconventie] haar kennis, kunde en arbeid inbracht. De gemaakte winst werd bij helfte gedeeld.
2.4.
[gedaagde in conventie, eiseres in (voorwaardelijke) reconventie] heeft [naam bestuurder] in een brief van 9 juni 2004 onder meer als volgt bericht (productie 2 conclusie van antwoord in conventie):
“(..)
Betreft: advies projectontwikkeling(..)
Zoals beloofd stuur ik je hierbij een overzicht van mogelijke afspraken onderling.
[naam bestuurder] = A
[gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie sub 3] = B
B voert in opdracht van A de volgende werkzaamheden uit:
  • acquisitie naar onroerende zaken, geschikt voor ontwikkeling van woningbouw (..)
  • onderhandeling, begeleiding en advisering inzake bovenstaande.
A betaalt B hiervoor een bedrag ad € 65,- per uur exclusief 19% btw (..)”
2.5.
In het kader van het project [project 1] is in een participatie-overeenkomst, gedateerd 1 februari 2007, onder meer het volgende bepaald (productie 4 dagvaarding):
“(..)
KOSTENVERHAAL:
(..)
De door partij A voorgefinancierde ontwikkelingskosten worden terugbetaald uit de opbrengst bij verkoop.
WINSTVERDELING:
De projectwinst wordt op 50/50 basis verdeeld over de participanten. (..)”
AANSPRAKELIJKHEID:
(..)
Indien er een projectverlies wordt gerealiseerd, is een ieder, of diens B.V., (..) daarvoor op 50/50 basis aansprakelijk. (..)
Dit project was winstgevend.
2.6.
[gedaagde in conventie, eiseres in (voorwaardelijke) reconventie] heeft in een e-mail van 28 mei 2009, gericht aan [naam bestuurder] , onder meer het volgende geschreven (productie 4 conclusie van antwoord in conventie):
“Op jouw verzoek stuur ik je hierbij een opgaaf van openstaande uren (..) op basis van het overeengekomen, marktconform, uurtarief van 115 euro ex. btw (..)”
De e-mail vermeldt niet op welke project het betrekking heeft. Q-Buss betwist de ontvangst van deze e-mail.
2.7.
De projecten [project 2] en [project 3] zijn ook met winst afgesloten. In 2018 bleek het project [project 4] verlieslijdend te zijn.
2.8.
[gedaagde in conventie, eiseres in (voorwaardelijke) reconventie] heeft Q-Buss met betrekking tot het project [project 4] in een
e-mail van 8 augustus 2018 onder meer als volgt bericht (productie 11 dagvaarding):
“(..) Onmogelijk veel uren ingestoken in de hoop dat ik die ooit nog iets betaald zou zien. Nou, niet dus. Na ontvangst (..) ga ik de balans opmaken. Ik heb geen uren gedeclareerd want dat was niet de afspraak dus kan in feite ook boekhoudkundig niets. [naam bestuurder] , jij kunt het verlies wel opvoeren en vennootschapsbelasting terugkrijgen. Hoop dat we hier samen uitkomen (..).”
2.9.
Het verlies in het project [project 4] bedroeg blijkens een door [gedaagde in conventie, eiseres in (voorwaardelijke) reconventie] op 9 september 2018 opgestelde exploitatiebegroting € 72.660,95 (productie 10 dagvaarding). In deze begroting staat, onder meer, onder het kopje “Ontwikkelings- en verkoopkosten” onder post 33 “Verlies VBV niet meer declarabele uren: PM”.
2.10.
[gedaagde in conventie, eiseres in (voorwaardelijke) reconventie] heeft Q-Buss vervolgens in een e-mail van 10 oktober 2018 onder meer het volgende bericht (productie 12 dagvaarding):
“(..) dat wij helaas al onze uren niet meer kunnen factureren. (..) ik akkoord met de 50% afrekening advocaat en met het zoeken (..) van een terugverdienmodel (..)”
2.11.
[gedaagde in conventie, eiseres in (voorwaardelijke) reconventie] heeft Q-Buss in een e-mail van 24 januari 2019 voor zover hier van belang het volgende bericht (productie 15 dagvaarding):
“(..) Ik begrijp jouw boekhoudkundige redenering over mijn geïnvesteerde uren in [project 4] die helaas zonder enige vergoeding verloren zijn gegaan, maar als mens vind ik (..) dit standpunt nog altijd niet fair (..) nul komma nul euro compensatie (..).”
2.12.
[gedaagde in conventie, eiseres in (voorwaardelijke) reconventie] heeft in een e-mail van 20 februari 2019 gericht aan Q-Buss onder meer het volgende geschreven (productie 19 dagvaarding):
“Nu het project ten einde is, zijn wij gerechtigd om de balans op te maken en onze vordering op Qbuss in te dienen. (..)”
2.13.
Q-Buss heeft in reactie op laatstgenoemde e-mail onder meer het volgende aan
[gedaagde in conventie, eiseres in (voorwaardelijke) reconventie] bericht (productie 20 dagvaarding):
“(..) jouw e-mail van 8 augustus 2018. Daarin geef jij aan dat jij geen uren hebt gedeclareerd, omdat dat ooknietde afspraak was. Overigens laat dit onverlet dat mijn aanspraak van 50% op VBV wel vaststaat. De facturen van onze advocaat heb jij ook op deze wijze voldaan. Daarmede wordt de vordering van het risico op basis van 50%/50% door jou ook erkend. Dat haakt ook aan bij eerdere projecten waarin altijd op basis van 50%/50% werd gewerkt. (..)”
2.14.
Q-Buss heeft [gedaagde in conventie, eiseres in (voorwaardelijke) reconventie] bij brief van 29 april 2019 bericht dat het aandeel in de kosten in het project [project 4] , dat door [gedaagde in conventie, eiseres in (voorwaardelijke) reconventie] dient te worden voldaan, € 25.353,45 exclusief btw (€ 30.677,68 inclusief btw) bedraagt en zij heeft [gedaagde in conventie, eiseres in (voorwaardelijke) reconventie] verzocht om dit bedrag aan haar te betalen (productie 22 dagvaarding en productie 17 dagvaarding). In deze berekening is uitgegaan van een bedrag van € 72.782,14 aan verlies en in de berekening zijn de reeds door [gedaagde in conventie, eiseres in (voorwaardelijke) reconventie] voldane kosten verdisconteerd.
2.15.
De advocaat van [gedaagde in conventie, eiseres in (voorwaardelijke) reconventie] heeft Q-Buss bij e-mail van 3 december 2019 onder meer als volgt bericht (productie 27 dagvaarding):
“(..) Mocht uw cliënte desondanks zijn pretense vordering in rechte willen voorleggen, dan kan ik u reeds nu namens cliënten aankondigen dat ook cliënten hun verlies zullen inbrengen als een vordering in reconventie ter grootte van € 84.556,-- ex BTW, zijnde 50% van het totale verlies. (..)”
2.16.
[gedaagde in conventie, eiseres in (voorwaardelijke) reconventie] heeft een financieel overzicht van de door haar bijgehouden urenadministratie ter zake van het project [project 4] als productie 20 ingebracht. Daarin staat onder meer het volgende:
“(..)
Jaar Uren tarief/uur bedrag
2005 (..) (..) (..)
(..)
2018 (..) (..) (..)
TOTAAL 1691 115 194.465,00
(..)
Aandeel 50% in kosten VBV: 84.556,00 excl. 21% btw voor rekening Q-Buss (..)”

3.Het geschil

in conventie

3.1.
Q-Buss vordert samengevat - bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
[gedaagde in conventie, eiseres in (voorwaardelijke) reconventie sub 1] , respectievelijk haar vennoten [gedaagde in conventie, eiseres in (voorwaardelijke) reconventie sub 2] en
[gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie sub 3] , hoofdelijk te veroordelen tot betaling van:
€ 30.677,68 aan Q-Buss, zijnde de openstaande hoofdsom, en de wettelijke rente daarover vanaf 30 mei 2019,
de proceskosten, met inbegrip van de beslagkosten, inclusief buitengerechtelijke kosten en nakosten.
3.2.
Q-Buss legt aan haar vordering het volgende ten grondslag. [gedaagde in conventie, eiseres in (voorwaardelijke) reconventie] is tekortgeschoten in de nakoming van de uit de overeenkomst voortvloeiende verbintenis tot betaling van de helft van het in het project [project 4] geleden verlies aan Q-Buss. Uit de mondelinge afspraken tussen partijen, alsmede de ten behoeve van het project Kolmondstraat opgestelde participatie-overeenkomst, volgt dat het de bedoeling van partijen was dat de projectwinsten, maar ook de projectverliezen, op 50% - 50% basis werden verdeeld. Partijen hebben projecten in het verleden ook op deze wijze afgehandeld.
3.3.
[gedaagde in conventie, eiseres in (voorwaardelijke) reconventie] voert verweer.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
in (voorwaardelijke) reconventie
3.5.
[gedaagde in conventie, eiseres in (voorwaardelijke) reconventie] vordert samengevat - bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, dat Q-Buss wordt veroordeeld tot betaling van € 117.651,33, vermeerderd met de wettelijke handelsrente en met veroordeling van Q-Buss in de kosten van de reconventie.
3.6.
[gedaagde in conventie, eiseres in (voorwaardelijke) reconventie] legt aan haar vordering de nakoming van de verbintenissen, die voor Q-Buss voortvloeien uit de tussen partijen gesloten overeenkomst, ten grondslag. Partijen hebben volgens [gedaagde in conventie, eiseres in (voorwaardelijke) reconventie] afgesproken dat zowel winsten als verliezen bij helfte tussen partijen zullen worden gedeeld. In conventie vordert Q-Buss van [gedaagde in conventie, eiseres in (voorwaardelijke) reconventie] de helft van het door Q-Buss geleden verlies en in reconventie vordert [gedaagde in conventie, eiseres in (voorwaardelijke) reconventie] daarom, voor zover haar beroep in verrekening in conventie niet mogelijk zou zijn, de helft van het door haar geleden verlies. Dit laatste verlies is gelijk aan de helft van de door [gedaagde in conventie, eiseres in (voorwaardelijke) reconventie] gedurende de jaren 2005 tot en met 2018 aan het project [project 4] gewerkte uren, oftewel de helft van € 194.465,- exclusief btw, zijnde € 97.232,50 exclusief btw (€ 117.651,33 inclusief btw). [gedaagde in conventie, eiseres in (voorwaardelijke) reconventie] verwijst in dit verband naar de door haar als productie 20 ingebrachte urenspecificatie.
3.7.
Q-Buss voert verweer.
3.8.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

in conventie en in (voorwaardelijke) reconventie

4.1.
Vanwege de samenhang van de vorderingen in conventie en in (voorwaardelijke) reconventie zullen deze gelijktijdig beoordeeld worden.
Uitgangspunten
4.2.
Partijen werkten samen aan de ontwikkeling van onroerend goed projecten. Als uitgangspunt bij die samenwerking gold dat Q-Buss de projecten financierde en dat
[gedaagde in conventie, eiseres in (voorwaardelijke) reconventie] haar kennis en arbeid inbracht.
4.3.
Partijen zijn het er over eens dat de winst, die de drie winstgevende projecten genereerden, bij helfte tussen hen werd verdeeld op de volgende wijze: omzet - (voornamelijk door Q-Buss voorgeschoten) investeringskosten = winst : 2. De door
[gedaagde in conventie, eiseres in (voorwaardelijke) reconventie] in het betreffende project gestoken uren werden uit haar eigen winstaandeel voldaan.
4.4.
Partijen zijn het er tevens over eens dat de projectverliezen bij helfte gedeeld moeten worden.
Afspraak afwikkeling verlieslijdend project [project 4] ?
4.5.
Het meest verstrekkende verweer van [gedaagde in conventie, eiseres in (voorwaardelijke) reconventie] komt erop neer dat de vordering van Q-Buss moet worden afgewezen, omdat partijen al afspraken gemaakt hebben over de wijze van afwikkelen van het project [project 4] en [gedaagde in conventie, eiseres in (voorwaardelijke) reconventie] haar deel van de afspraken is nagekomen.
4.6.
De afspraak die partijen gemaakt hebben, houdt volgens [gedaagde in conventie, eiseres in (voorwaardelijke) reconventie] het volgende in. Partijen dragen ieder de helft van de juridische kosten, [gedaagde in conventie, eiseres in (voorwaardelijke) reconventie] gaat op zoek naar nieuwe projecten en voor de rest draagt ieder de eigen kosten. Ter onderbouwing van die afspraak verwijst [gedaagde in conventie, eiseres in (voorwaardelijke) reconventie] naar haar e-mail van 10 oktober 2018 (zie r.o. 2.10). Zij voert aan dat Q-Buss op die e-mail niet meer gereageerd heeft. Ook merkt [gedaagde in conventie, eiseres in (voorwaardelijke) reconventie] op dat zij voldaan heeft aan de afspraak om de helft van de juridische kosten te betalen.
4.7.
Q-Buss stelt dat [gedaagde in conventie, eiseres in (voorwaardelijke) reconventie] diverse voorstellen gedaan heeft om het geleden verlies in het project [project 4] terug te kunnen verdienen, echter partijen hebben nooit overeenstemming bereikt over de financiële afwikkeling van dit project. De e-mail van
10 oktober 2018 is geen bevestiging van gemaakte afspraken, aldus Q-Buss.
4.8.
De rechtbank kan noch uit de e-mail van 10 oktober 2018 noch uit andere correspondentie die in het geding is gebracht, afleiden dat partijen de door [gedaagde in conventie, eiseres in (voorwaardelijke) reconventie] gestelde afspraak gemaakt hebben. Het enkele feit dat Q-Buss op die e-mail niet gereageerd heeft, betekent niet dat Q-Buss de inhoud daarvan onderschrijft. In het licht van het gemotiveerde verweer van Q-Buss is de rechtbank van oordeel dat de gestelde afspraak ontoereikend onderbouwd is. De rechtbank komt aan bewijslevering dan ook niet toe.
4.9.
Dit verweer van [gedaagde in conventie, eiseres in (voorwaardelijke) reconventie] wordt daarom afgewezen.
Verlies delen van project [project 4]
4.10.
Partijen verschillen van mening over het antwoord op de vraag welke rekenmethodiek gebruikt moet worden om recht te doen aan de afspraak dat het projectverlies bij helfte gedeeld moeten worden.
4.11.
Een verdeling van het verlies houdt volgens Q-Buss in dat de voornamelijk door haar voorgeschoten investeringskosten ad € 72.782,14, als zijnde het verlies van het project, tussen partijen dienen te worden gedeeld. Q-Buss vordert daarom betaling door [gedaagde in conventie, eiseres in (voorwaardelijke) reconventie] van de helft van dit bedrag minus reeds door [gedaagde in conventie, eiseres in (voorwaardelijke) reconventie] gedane betalingen, zijnde € 30.677,68 (inclusief btw). De door [gedaagde in conventie, eiseres in (voorwaardelijke) reconventie] gewerkte uren worden, aldus Q-Buss, alleen “terugverdiend” indien er voldoende winstaandeel is. Afgesproken is immers dat deze kosten uit het winstaandeel van [gedaagde in conventie, eiseres in (voorwaardelijke) reconventie] worden voldaan. Deze (interne) kosten van
worden dus niet betrokken bij de berekening van het te verdelen verlies.
4.12.
Dat er investeringskosten waren ter hoogte van € 72.782,14 wordt door [gedaagde in conventie, eiseres in (voorwaardelijke) reconventie] niet betwist. [gedaagde in conventie, eiseres in (voorwaardelijke) reconventie] erkent dat tussen partijen, ingeval van winst, de afspraak bestond dat de door haar gewerkte uren werden voldaan uit haar eigen winstaandeel. Indien sprake is van verlies is deze werkwijze echter niet hanteerbaar en is het volgens [gedaagde in conventie, eiseres in (voorwaardelijke) reconventie] niet fair om enkel rekening te houden met de door Q-Buss voorgeschoten investeringskosten. Het delen van het verlies betekent volgens [gedaagde in conventie, eiseres in (voorwaardelijke) reconventie] dat niet alleen de door Q-Buss voorgeschoten investeringskosten daarbij worden betrokken, maar ook de interne kosten van [gedaagde in conventie, eiseres in (voorwaardelijke) reconventie] , bestaande uit de door haar in het project gestoken uren. Ook deze door haar gemaakte interne kosten dienen als “verlies” te worden gezien en bij helfte te worden gedeeld. [gedaagde in conventie, eiseres in (voorwaardelijke) reconventie] doet in conventie een beroep op verrekening. Voor het geval dat verrekening niet mogelijk is, heeft zij een eis in reconventie ingesteld. De door haar aan het project gewerkte uren zijn volgens haar aanzienlijk, nu het een langlopend project betrof. [gedaagde in conventie, eiseres in (voorwaardelijke) reconventie] verwijst ter onderbouwing van de hoogte van haar interne kosten naar haar productie 20 (zie r.o. 2.16).
4.13.
Dàt er afspraken zijn gemaakt over wat er onder de noemer projectverlies valt, wordt door geen van beide partijen gesteld. Het moet er daarom voor worden gehouden dat er sprake is van een leemte in de overeenkomst tussen partijen over hun projectmatige samenwerking indien er verlies wordt geleden. Partijen hebben immers niet gedefinieerd wat “verlies delen” inhoudt en daar zijn verschillende rekenmethoden voor denkbaar met verschillende uitkomsten. Deze leemte zal moeten worden opgevuld met behulp van de aanvullende werking van de redelijkheid en billijkheid (art. 6:248 lid 1 BW). De wet of de gewoonte bieden in een geval als dit, waar het contractuele vrijheden betreft, niet meteen uitkomst. De rechtbank zal zich moeten buigen over de vraag welke aanvulling, gelet op de eisen van redelijkheid en billijkheid, in dit geval het meest op zijn plaats is. Daarbij zullen alle omstandigheden van het geval in aanmerking moeten worden genomen.
4.14.
In dat kader is het volgende van belang. De door Q-Buss voorgestane berekeningswijze bij het delen van het verlies bij helfte, pakt ongunstig uit voor
[gedaagde in conventie, eiseres in (voorwaardelijke) reconventie] . Q-Buss krijgt immers de helft van haar investeringskosten terug, terwijl voor [gedaagde in conventie, eiseres in (voorwaardelijke) reconventie] geldt dat zij de helft van deze investeringskosten van Q-Buss moet dragen en zij geen enkele vergoeding ontvangt voor de op geld waardeerbare uren die zij in het project heeft gestoken. Dit rijmt niet met het uitgangspunt van de samenwerking dat samen de winst wordt gedeeld en samen het verlies wordt gedragen.
4.14.1.
In het door [gedaagde in conventie, eiseres in (voorwaardelijke) reconventie] gehanteerde uitgangspunt, dragen partijen, naast de verloren gegane investeringskosten, tevens de door [gedaagde in conventie, eiseres in (voorwaardelijke) reconventie] in het project gestoken uren, die volgens [gedaagde in conventie, eiseres in (voorwaardelijke) reconventie] € 194.465,- exclusief btw bedragen, bij helfte (€ 117.651,33 inclusief btw). Deze uitleg oogt, gelet op de vaststaande afspraak tussen partijen dat de door [gedaagde in conventie, eiseres in (voorwaardelijke) reconventie] gewerkte uren, ingeval van winst, worden gecompenseerd uit het winstaandeel van [gedaagde in conventie, eiseres in (voorwaardelijke) reconventie] , evenmin redelijk ingeval van verlies. Nu het in ieder geval niet de bedoeling van partijen was dat er een integrale separate vergoeding van de interne kosten van [gedaagde in conventie, eiseres in (voorwaardelijke) reconventie] zou plaatsvinden, acht de rechtbank de verdeling bij helfte van de interne kosten van [gedaagde in conventie, eiseres in (voorwaardelijke) reconventie] niet op zijn plaats.
4.15.
Een aanvulling van de leemte in de samenwerkingsovereenkomst tussen partijen, voortvloeiend uit de eisen van de redelijkheid en de billijkheid, zou naar het oordeel van de rechtbank moeten leiden tot een resultaat ergens tussen deze twee uitersten. De rechtbank zal in dat verband hierna de door [gedaagde in conventie, eiseres in (voorwaardelijke) reconventie] in het project gestoken uren nader bekijken.
4.16.
Niet in geschil is dat [gedaagde in conventie, eiseres in (voorwaardelijke) reconventie] gedurende vele jaren een groot aantal uren heeft gestoken in het project [project 4] . Q-Buss uit haar twijfels over de juistheid van het urenoverzicht van [gedaagde in conventie, eiseres in (voorwaardelijke) reconventie] . Die twijfel wordt gevoed doordat [gedaagde in conventie, eiseres in (voorwaardelijke) reconventie] in 2009 gemeld heeft dat over jaren 2005-2006 150 uur zijn besteed aan acquisitie, terwijl in het overzicht dat nu als productie 20 door [gedaagde in conventie, eiseres in (voorwaardelijke) reconventie] is verstrekt 79 uur wordt opgevoerd. Dat geeft te denken, aldus Q-Buss. De rechtbank is van oordeel dat, gelet op de lange duur van dit project en dus de lange duur van de samenwerking, Q-Buss in staat moet zijn om gedetailleerder te reageren op alle afzonderlijke urenoverzichten per jaar die [gedaagde in conventie, eiseres in (voorwaardelijke) reconventie] in het geding heeft gebracht dan zij nu heeft gedaan. Wat ook zij van de informatie die kennelijk in 2009 is verstrekt, er heeft voor de jaren 2005-2006 in het voordeel van Q-Buss een bijstelling naar beneden plaatsgevonden. Bij gebrek aan een gemotiveerde betwisting van het overzicht zal de daarin weergegeven totale urenomvang van 1.691 uren (periode 2005-2018) als uitgangspunt bij de verdere beoordeling dienen.
4.17.
Dat tussen partijen overeenstemming is bereikt over een bepaald uurtarief wordt gemotiveerd door Q-Buss betwist en blijkt ook niet uit de producties waar door [gedaagde in conventie, eiseres in (voorwaardelijke) reconventie] naar wordt verwezen (zie r.o. 2.4 en 2.6). Dit strookt ook niet met de afspraak dat
, ingeval van winst, haar winstaandeel gebruikte om haar uren te compenseren, alsmede de leemte op dit punt waar het de situatie van verlies betreft.
4.18.
De rechtbank zal veronderstellenderwijs uitgaan van het laagste in de correspondentie tussen partijen door [gedaagde in conventie, eiseres in (voorwaardelijke) reconventie] genoemde tarief van € 65,- dat [gedaagde in conventie, eiseres in (voorwaardelijke) reconventie] kennelijk op enig moment intern als referentiekader aanhield. Dit tarief komt de rechtbank, gelet op de aard van de werkzaamheden, alsmede de onbetwist gelaten kennis en ervaring van [gedaagde in conventie, eiseres in (voorwaardelijke) reconventie] , niet onredelijk voor. Ook indien wordt uitgegaan van dit lagere uurtarief van € 65,-, overstijgen de interne kosten (inclusief btw), uitgaande van 1.691 gewerkte uren, het bedrag aan de totale onbetwiste externe kosten ad € 72.782,14 (inclusief btw) fors. Hiervan uitgaande heeft te gelden dat voor de hand ligt dat [gedaagde in conventie, eiseres in (voorwaardelijke) reconventie] minstens evenveel kosten heeft gemaakt als Q-Buss. Dit gegeven, in samenhang bezien met het feit dat, gelet op hetgeen reeds onder r.o. 4.14.1 is overwogen, geen aanleiding bestaat tot het bij helfte delen van alle interne kosten van [gedaagde in conventie, eiseres in (voorwaardelijke) reconventie] als zijnde verlies, brengt de rechtbank tot de volgende conclusie.
4.19.
Het komt de rechtbank, in het licht van de basisafspraak tussen partijen, namelijk de “pijn” van het verlies samen delen, voor dat uit de eisen van redelijkheid en billijkheid als rechtsgevolgen van de samenwerkingsovereenkomst voortvloeien dat partijen, zoveel mogelijk de kosten aan hun eigen zijde dragen. Deze uitkomst betekent dat beide partijen een eigen ondernemingsrisico dragen ter zake van het door hen geleden verlies.
4.20.
Dit betekent dat partijen ter zake van het project [project 4] over en weer niets meer van elkaar te vorderen hebben en dat, zowel de vordering in conventie als de (voorwaardelijke) vordering in reconventie, afgewezen zullen worden.
in conventie
4.21.
Q-Buss zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [gedaagde in conventie, eiseres in (voorwaardelijke) reconventie] worden begroot op:
- griffierecht 1.992,00
- salaris advocaat
1.442,00(2,0 punten × tarief € 721,00)
Totaal € 3.434,00
in (voorwaardelijke) reconventie
4.22.
[gedaagde in conventie, eiseres in (voorwaardelijke) reconventie] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Q-Buss worden begroot op:
- salaris advocaat
721,00(2,0 punten × factor 0,5 × tarief € 721,00)
Totaal € 721,00

5.De beslissing

De rechtbank
in conventie
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt Q-Buss in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagde in conventie, eiseres in (voorwaardelijke) reconventie] tot op heden begroot op € 3.434,00,
in (voorwaardelijke) reconventie
5.3.
wijst de vorderingen af,
5.4.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiseres in (voorwaardelijke) reconventie] in de proceskosten, aan de zijde van Q-Buss tot op heden begroot op € 721,00.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.M. Etman en in het openbaar uitgesproken. [1]

Voetnoten

1.type: CB