Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de dagvaarding van 10 oktober 2018, met 13 producties,
- de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie, met twee producties,
- het tussenvonnis van 30 januari 2019 waarbij een comparitie van partijen is bepaald,
- de conclusie van antwoord in reconventie, met de producties 14, 15 en 16,
- de door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] overgelegde producties 3 tot en met 10,
- het proces-verbaal van de comparitie gehouden op 8 april 2019,
- de weigering van de akte overlegging producties d.d. 17 april 2019 van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] door de rolrechter,
- de akte overlegging en uitlating productie van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] , met productie 17,
- de antwoordakte overlegging en uitlating productie,
- de rolbeslissingen van 7 oktober 2019 en 18 november 2019 waarbij de zaak naar de parkeerrol wordt verwezen in verband met afwachten van de uitspraak in hoger beroep in de tuchtprocedure,
- de akte overlegging en uitlating productie van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] , met productie 18,
- de antwoordakte overlegging en uitlating productie.
2.De feiten
“(…) opdracht(heeft)
gegeven voor het uitvoeren van fiscale adviesopdrachten”. De opdrachtbevestiging vermeldt verder dat de fiscale adviesopdrachten worden uitgevoerd op basis van uren maal tarief, waarbij in het toepasselijke tarief onderscheiden wordt tussen partnertarief, ervaren belastingadviseur en junior belastingadviseur. Op de opdracht zijn de algemene voorwaarden van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] van toepassing.
3.Het geschil in conventie en in reconventie
in conventiebij vonnis uitvoerbaar bij voorraad dat de rechtbank,
€ 14.250,00 (beide incl. btw) zou behoeven te betalen. Omdat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft geweigerd de opdracht af te ronden is het verrichtte werk grotendeels overbodig en nutteloos en gelet op de reeds betaalde voorwerk uit 2011-2014 slechts op € 4.500,00 (incl. btw) te waarderen.
in reconventiealdus dat de rechtbank bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad
4.De beoordeling
“(…) opdracht(heeft)
gegeven voor het uitvoeren van fiscale adviesopdrachten”. Uit deze tekst volgt dat er sprake is van meer dan één fiscale adviesopdracht. Er volgt geenszins uit dat sprake is van een vaste prijsopgave voor het indienen en afhandelen van het inkeerverzoek. Gelet op deze opdrachtbevestiging heeft [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] haar stelling dat er (vooraf) een vaste prijs van ongeveer € 2.500,00 is afgesproken, onvoldoende concreet gemaakt. Zij had dan in elk geval moeten stellen wanneer die afspraak dan zou zijn gemaakt en hoe die afspraak zich dan verhoudt tot de door haar voorbehoudsloos getekende opdrachtbevestiging. Dat alles heeft zij niet gedaan. De e-mail van [naam medewerker] , medewerker van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] , van 13 oktober 2017 (productie 5 van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] ) ziet op de werkzaamheden voor de vader van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] en kan niet worden opgevat als een prijsafspraak of inschatting, laat staan als een offerte voor het advieswerk voor [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] zelf (zie ook pagina 4 uitspraak 20/108 Raad van Beroep van de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs (hierna: NOB)). Het verweer wordt dan ook vanwege het ontbreken van voldoende concretisering gepasseerd.
- exploot van dagvaarding € 101,89
- griffierecht € 1.950,00
- salaris advocaat in conventie € 2.163,00