In deze zaak heeft eiser, werkzaam als ambulancechauffeur bij de GGD Zuid Limburg, beroep ingesteld tegen de invoering van de nieuwe dienstvorm R2, zoals vastgelegd in het Roosterreglement RAV Zuid-Limburg. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen deze nieuwe dienstvorm, die volgens hem niet in overeenstemming is met de Collectieve Arbeidsovereenkomst (CAO) voor de sector ambulancezorg. De rechtbank heeft vastgesteld dat het Roosterreglement een algemeen verbindend voorschrift is en dat er geen bezwaar kan worden gemaakt tegen een dergelijk voorschrift. Eiser heeft aangevoerd dat hij door de invoering van de R2 in totaal 42 uur aan vergoedingen misloopt, omdat hij bij niet-invulling van de R2 slechts 2 uur vergoed krijgt in plaats van de 8 uur die hij volgens de CAO zou moeten ontvangen. De rechtbank heeft geoordeeld dat verweerder terecht het bezwaar van eiser niet-ontvankelijk heeft verklaard, omdat er geen procedure tegen een besluit ter uitvoering van het algemeen verbindend voorschrift aan de orde is. De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan op 21 juni 2021.