ECLI:NL:RBLIM:2021:4769

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
9 juni 2021
Publicatiedatum
14 juni 2021
Zaaknummer
C/03/277396 / HA ZA 20-237
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vorderingen over en weer gebaseerd op ongerechtvaardigde verrijking, zaakwaarneming, onrechtmatige daad en toerekenbare tekortkoming in een civiele procedure

In deze civiele procedure, die plaatsvond voor de Rechtbank Limburg, zijn de eisers, twee zonen van de gedaagde, betrokken in een geschil over de verkoop van plantuien en de betaling van rekeningen. De eisers vorderen schadevergoeding van de gedaagden, die zonder overleg de uien hebben geoogst en verkocht, en de opbrengst voor zichzelf hebben gehouden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gedaagden onrechtmatig hebben gehandeld door de uien te verkopen zonder toestemming van de eisers. De eisers hebben ook rekeningen betaald voor werkzaamheden die door derden zijn verricht ten behoeve van de gedaagden, en stellen dat zij recht hebben op terugbetaling op basis van ongerechtvaardigde verrijking en zaakwaarneming. De rechtbank heeft de eisers toegelaten tot bewijsvoering over hun vorderingen en de hoogte van de schade. De zaak is aangehouden voor verdere bewijsvoering en beoordeling van de vorderingen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer: C/03/277396 / HA ZA 20-237
Vonnis van 9 juni 2021
in de zaak van

1.[eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] ,

wonend te [woonplaats 1] ,
en
2.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 2],
wonend te [woonplaats 2] ,
eisers in conventie, verweerders in reconventie,
advocaat mr. J.F.G. Godart;
tegen:

1.[gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] ,

wonend te [woonplaats 2] ,
en
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2],
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
gedaagden in conventie, eisers in reconventie,
advocaat mr. M.J.A. Verhagen.
Partijen zullen hierna [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] , [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 2] , [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] genoemd worden.

1.Het verdere verloop van de procedure

1.1.
Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
  • de rolbeslissing van 17 februari 2021;
  • de akte houdende overlegging producties, tevens houdende vermeerdering van eis, van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] ;
  • het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 17 maart 2021.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

In conventie

De uienteelt
2.1.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 2] zijn zonen van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] . [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] heeft op 22 februari 2019 met het bedrijf Top Onion Sets B.V. een overeenkomst gesloten tot aankoop van plantuien voor een bedrag van € 14.306,25 inclusief 9% btw. Tegelijkertijd heeft [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] op 22 februari 2019 met het bedrijf Top Onions B.V. een overeenkomst gesloten waarbij de gekochte en te telen uien vooraf reeds zijn verkocht tegen een nader overeen te komen datum en een nader overeen te komen prijs. De uien zijn bezorgd op het erf van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] , die de uien vervolgens heeft gepoot en verzorgd. De uien zijn geteeld op een perceel dat door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] is gepacht.
2.2.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] heeft zonder overleg met [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] of Top Onions de volgroeide uien geoogst, opgeslagen en vervolgens verkocht aan een derde. De opbrengst van die verkoop heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] voor zichzelf gehouden.
2.3.
Bij brief van 23 december 2019 heeft Top Onions nakoming gevorderd van de verplichting tot levering van de uien. Uiteindelijk zijn [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en Top Onions overeengekomen dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] in verband met tekortkoming in de levering van de op voorhand aan Top Onions verkochte uien een schadevergoeding betaalt van € 14.170,-- inclusief btw.
2.4.
Top Onions Sets heeft op 6 maart 2020 jegens [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] aanspraak gemaakt op vergoeding van de koopprijs van de uien, te weten € 14.306,25 inclusief btw. Ter zake deze vordering komen Top Onions Sets en [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] een regeling overeen, inhoudende dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] in vier maandelijkse termijn van elk € 4.000,-- in totaal € 16.000,-- betaalt.
De rekeningen van [naam bv] en [naam accountantskantoor]
2.5.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] heeft een drietal rekeningen, bedragende € 509,76, € 821,98 en € 4.310,99, betaald voor onderhoud dat door [naam bv] aan werkmaterieel van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] is uitgevoerd.
2.6.
Daarnaast heeft [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] een tweetal rekeningen, bedragende € 654,81 en € 337,99, van accountantskantoor [naam accountantskantoor] betaald voor werkzaamheden, bestaande in het verzorgen van jaarlijkse aangifte van inkomstenbelasting en jaarlijkse aangifte van vennootschapsbelasting, die dat kantoor heeft verricht voor [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] .
2.7.
Ondanks een sommatie van 16 maart 2020 hebben [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] het totaal van de in 2.8. en 2.9. bedoelde bedragen (€ 6.635,53) niet betaald.
De gladheidsbestrijding
2.8.
Op basis van verschillende meerjarige contracten heeft Rd4 – aan wie die werkzaamheden zijn aanbesteed door de gemeente Heerlen – aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] de opdracht verstrekt om, in het kader van gladheidsbestrijding, zout te strooien en paraat te staan om die werkzaamheden uit te voeren.
In reconventie
2.9.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] heeft sinds het winterseizoen 2000/2001 meerdere overeenkomsten gesloten met Rd4, inhoudende dat hij in opdracht van Rd4 werkzaamheden verricht, bestaande uit het strooien van zout ter bestrijding van winterse gladheid. Op 24 juli 2019 heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] met Rd4 een contract gesloten voor het uitvoeren van die werkzaamheden in het seizoen 2019/2020.

3.Het geschil

In conventie

De uienteelt
3.1.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] stelt dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] zonder recht of titel de uien heeft verkocht en daardoor voor hem schade heeft veroorzaakt.
3.2.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] hebben volgens [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] een onrechtmatige daad jegens hem gepleegd, bestaande in het inbreuk maken op zijn eigendomsrecht, door de plantuien aan een derde te verkopen, althans aan een derde te leveren, en de opbrengst daarvan zelf te behouden.
3.3.
Subsidiair stelt [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] , dan wel [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] zich door te handelen zoals gesteld ongerechtvaardigd hebben verrijkt ten koste van hem.
3.4.
Meer subsidiair stelt [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] toerekenbaar tekort zijn geschoten jegens hem. Zij waren verplicht om de plantuien te poten en te oogsten en te verkopen, althans te leveren aan een derde, als ook aan de verplichting om voorafgaand aan enige transactie tussen [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] , ofwel [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] met derden, hem behoorlijk te raadplegen en te informeren over de voorgenomen transactie. Tot slot, aldus [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] , hebben [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] , dan wel [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] hem benadeeld omdat zij de opbrengst uit de verkoop van uien niet aan hem hebben uitgekeerd.
3.5.
Uiterst subsidiair stelt [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] zich op het standpunt dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] hebben gehandeld in strijd met de redelijkheid en billijkheid. De rechtbank begrijpt dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] daartoe aanvoert dat de redelijkheid en billijkheid in dit geval met zich brengen dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] zich dienden te onthouden van het veroorzaken van schade bij hem, en om hem tijdig en volledig te informeren over het voornemen om hem in de situatie te manoeuvreren dat hij zijn contractuele verplichtingen jegens Top Onions en Top Onion Sets niet kon nakomen, en om zich te onthouden van (rechts)handelingen die bij hem tot schade leiden, althans om zoveel mogelijk schadebeperkend te handelen.
3.6.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] begroot de schade op € 14.170,--, zijnde de schade die hij aan Top Onions heeft moeten betalen wegens het niet kunnen leveren van de verkochte, geteelde uien, en op € 16.000,-- ter zake de aankoopnota van de uien die hij aan Top Onion Sets heeft voldaan.
De rekeningen van [naam bv] en [naam accountantskantoor]
3.7.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] stelt zich primair op het standpunt dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] , dan wel [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] ongerechtvaardigd zijn verrijkt door de betalingen die hij aan deze bedrijven heeft gedaan ten behoeve van hen.
3.8.
Subsidiair stelt [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] dat hij bij de betaling van de bedoelde rekeningen heeft gehandeld op basis van zaakwaarneming. Hij heeft zich immers willens en wetens ingelaten met de behartiging van de belangen van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] . Zonder betaling zouden de genoemde bedrijven hun werkzaamheden opschorten en zouden onderhanden zijnde activiteiten (land- en tuinbouwwerkzaamheden) in gevaar komen, respectievelijk zou de fiscus boetes en/of rentes kunnen vorderen, althans zou [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] niet aan zijn verplichtingen als directeur/grootaandeelhouder kunnen voldoen om een behoorlijke boekhouding te voeren.
3.9.
Meer subsidiair stelt [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] zich op het standpunt dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] of [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] toerekenbare tekort zijn geschoten in de verbintenis jegens hem om verplichtingen jegens derden, zoals [naam bv] en [naam accountantskantoor] , zelf te voldoen en, als [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] deze verplichtingen voor hen nakomt, hem daarvoor schadeloos te stellen. Tot slot bestaat volgens [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] de verbintenis voor [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] , dan wel [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] om hem niet te benadelen en om voor zover [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] de schulden van een van beide voldoet, deze aan hem te vergoeden.
3.10.
Nog meer subsidiair stelt [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] een onrechtmatige daad jegens hem hebben gepleegd, door hem niet de schade te vergoeden die hij heeft geleden door betaling van de rekeningen. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] hebben gehandeld in strijd met de wettelijke plicht om terug te betalen hetgeen [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] voor hen heeft betaald aan derden ten behoeve van door derden verrichte diensten.
3.11.
Uiterst subsidiair voert [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] aan dat de verplichting van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] om zijn schade te vergoeden voortvloeit uit de aanvullende werking van de redelijkheid en billijkheid.
3.12.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] begroot de door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] aan hem te betalen schadevergoeding op € 6.635,53, te weten het totaal van de door hem betaalde facturen van [naam bv] en [naam accountantskantoor]
Gladheidsbestrijding
3.13.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 2] stellen dat de feitelijke werkzaamheden van gladheidsbestrijding in de seizoenen 2017/2018 en 2018/2019 in opdracht van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] vooral door hen zijn uitgevoerd en zij op grond daarvan recht hebben op een vergoeding (loon) voor die verrichte werkzaamheden.
3.14.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] stelt op grond van de door hem opgestelde urenstaten over de seizoenen 2017/2018 en 2018/2019, inclusief de over die seizoenen verschuldigde beschikbaarheidsvergoedingen, recht te hebben op een vergoeding van € 22.415,38. [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 2] stelt over die seizoenen, eveneens inclusief de over die seizoenen verschuldigde beschikbaarheidsvergoedingen, recht te hebben op een vergoeding van € 6.970,48. Zij stellen [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] met regelmaat te hebben verzocht de verrichte werkzaamheden te vergoeden, doch dat deze dat hebben geweigerd.
3.15.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 2] stellen zich primair op het standpunt dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] met de weigering om de verrichte werkzaamheden te vergoeden, toerekenbaar te kort schieten jegens hen, nu zij met [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] een overeenkomst van opdracht hebben gesloten, waarvoor laatstgenoemden loon verschuldigd zijn.
3.16.
Subsidiair stellen [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 2] dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] de gevorderde vergoeding verschuldigd zijn op grond van zaakwaarneming. Zij stellen zich willens en wetens te hebben ingelaten met de behartiging van de belangen van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] . Zij hadden hier redelijke gronden voor: [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] waren contractueel gehouden de uitgevoerde werkzaamheden uit te voeren. [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 2] stellen met hun werkzaamheden er voor te hebben gezorgd dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] hun verplichtingen jegens Rd4 zijn nagekomen.
3.17.
Meer subsidiair stellen [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 2] dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] ongerechtvaardigd zijn verrijkt, omdat zij de werkzaamheden hebben verricht, terwijl [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] de daartegenover staande vergoeding hebben ontvangen.
3.18.
Nog meer subsidiair stellen [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 2] dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] een onrechtmatige daad jegens hen hebben gepleegd doordat zij de door [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 2] verrichte werkzaamheden onbetaald hebben gelaten.
3.19.
Uiterst subsidiair stellen [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 2] dat de verplichting van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] om de door [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 2] verrichte werkzaamheden te vergoeden voortvloeit uit de aanvullende werking van de redelijkheid en billijkheid.
De hoofdelijke aansprakelijkheid van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2]
3.20.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] heeft volgens [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] geen inzicht gegeven of hij de schade vanuit zijn eenmanszaak, dan wel vanuit zijn vennootschap heeft veroorzaakt. Beide ondernemingen hebben als activiteit akker- en tuinbouw en dienen dan als hoofdelijk aansprakelijk te worden veroordeeld tot het vergoeden van de schade. De hoofdelijke aansprakelijkheid volgt volgens [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] uit het bepaalde in artikel 6:6 lid 2 BW. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] hadden elkaar over een weer moeten weerhouden om [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] onrechtmatig schade tot te brengen.
3.21.
Subsidiair stelt [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] dat de hoofdelijke aansprakelijkheid van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] voortvloeit uit artikel 6:99 BW. De door hem geleden schade vloeit volgens [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] voort uit het leveren van plantuien aan een derde, als ook uit het behouden van de opbrengst van de levering, dan wel het niet vergoeden of instaan voor de vorderingen van Top Onions en Top Onion Sets. Deze schade is door beide, althans tenminste door een van deze gebeurtenissen ontstaan, zodat de verplichting om de schade te vergoeden rust op [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] , dan wel [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] .
3.22.
Meer subsidiair stelt [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] dat de hoofdelijke aansprakelijkheid voor de gevorderde schadevergoeding voortvloeit uit artikel 6:6 lid 2 BW. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] is directeur/grootaandeelhouder van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] en daardoor als bestuurder, dan wel als werknemer zelf verantwoordelijk voor het onrechtmatig handelen van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] en heeft in zijn hoedanigheid van directeur/grootaandeelhouder en feitelijk enig werknemer van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] zelf onrechtmatig gehandeld jegens [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] .
3.23.
Uiterst subsidiair stelt [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] dat de hoofdelijke aansprakelijkheid van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] voortvloeit uit de gewoonte. Nu door het stilzwijgen van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] niet kan worden afgeleid wie van beide de schade van [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] heeft veroorzaakt en wie van beide baat heeft gehad bij de levering en de verkoop van de plantuien aan een derde, terwijl beide baat hebben gehad als gevolg van het handelen van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] , vormt dit stilzwijgen volgens [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] op zichzelf een onrechtmatige daad, dan wel een toerekenbare tekortkoming van beide jegens hem.
3.24.1
[eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] vordert dat de rechtbank bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
Primair:
1. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] hoofdelijk, des dat de een betaalt, de ander zal zijn gekweten, althans een van hen, veroordeelt tot betaling aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] van € 30.170,--, vermeerderd met de wettelijke handelsrente, subsidiair met de wettelijke rente per 17 februari 2020, althans per 12 maart 2020, althans per 23 maart 2020, althans per datum dagvaarding, tot de dag der algehele voldoening;
2. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] hoofdelijk, des dat de een betaalt, de ander zal zijn gekweten, althans een van hen, veroordeelt tot betaling aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] van € 6.635,53, vermeerderd met de wettelijke handelsrente, subsidiair met de wettelijke rente per datum van de betaling van de facturen, zijnde over € 509,76 vanaf 25 oktober 2016, over € 821,98 vanaf 12 oktober 2016, over € 2.000,-- vanaf 4 november 2016, over € 2.310,99 vanaf 14 november 2016 en over € 992,80 vanaf 24 november 2016, althans per 23 maart 2020, althans per datum dagvaarding tot de dag der algehele voldoening;
3. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] hoofdelijk, des dat een betaalt, de ander zal zijn gekweten, althans een van hen, veroordeelt tot betaling aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] van € 22.415,38, vermeerderd met de wettelijke handelsrente, subsidiair met de wettelijke rente vanaf 23 maart 2020, althans per datum dagvaarding, tot de dag der algehele voldoening;
4. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] hoofdelijk, des dat de een betaalt, de ander zal zijn gekweten, veroordeelt tot betaling aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] van de buitengerechtelijke incassokosten van € 1.367,21, alsmede wettelijke rente over deze incassokosten vanaf de dag der dagvaarding tot de dag der algehele voldoening;
Subsidiair
5. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] hoofdelijk, des dat een betaalt de ander zal zijn gekweten, althans een van hen, veroordeelt tot betaling van aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] van een in goede justitie door de rechtbank te bepalen bedrag;
3.24.2
[eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 2] vordert dat de rechtbank bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
Primair
1. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] hoofdelijk, des de een betaalt, de ander zal zijn gekweten, althans een van hen, veroordeelt tot betaling aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 2] van een bedrag van € 6.970,48 vermeerderd met de wettelijke handelsrente, subsidiair met de wettelijke rente vanaf 23 maart 2020, althans per datum dagvaarding, tot de dag der algehele voldoening;
2. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] hoofdelijk, des de een betaalt, de ander zal zijn gekweten, althans een van hen, veroordeelt tot betaling aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 2] van een bedrag van € 732,52, alsmede wettelijke rente over deze incassokosten vanaf de dag der dagvaarding tot de dag der algehele voldoening;
Subsidiair3. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] hoofdelijk, des de een betaalt, de ander zal zijn gekweten, althans een van hen, veroordeelt tot betaling aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 2] van een in goede justitie door de rechtbank te bepalen bedrag;
In beide gevallen voor [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 2][gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] hoofdelijk, des de een betaalt, de ander zal zijn gekweten, althans een van hen, veroordeelt tot betaling van de kosten van dit geding, waaronder begrepen de kosten van hun advocaat, alsmede [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] hoofdelijk veroordeelt tot betaling van de nakosten, met bepaling dat indien deze (na)kosten niet binnen twee weken na betekening van het vonnis zijn betaald, [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] hoofdelijk daarover wettelijke rente zijn verschuldigd, vanaf dat moment tot aan de dag der algehele voldoening.
In reconventie
Ziektekosten en eigen risico
3.25.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] stelt dat hij, zonder dat daartoe voor hem enige verplichting bestond, voor [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] over de jaren 2016 tot en met 2018 de premie ziektekostenverzekering heeft betaald, alsmede de door [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] verschuldigde eigen bijdrage in de ontstane ziektekosten. Het totaalbedrag dat hij heeft betaald bedraagt € 4.136,38. Hij vordert dat bedrag van [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] op grond van ongerechtvaardigde verrijking door [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] .
3.26.
Subsidiair baseert [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] zijn vordering op de redelijkheid en billijkheid.
Gladheidsbestrijding
3.27.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] stelt dat door Rd4 met hem een contract is afgesloten voor het seizoen 2019/2020 ter zake de gladheidsbestrijdingswerkzaamheden, maar dat Rd4 enerzijds en de maatschap van [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 2] anderzijds buiten hem om een contract hebben afgesloten over gladheidsbestrijding in het seizoen 2019/2020, waarbij door Rd4 en de maatschap van [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 2] de leverancierscode is gebruikt die aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] is toegekend. Volgens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] hebben [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 2] zich die code toegeëigend.
3.28.
Het door [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 2] met Rd4 gesloten contract druist volgens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] volledig in tegen de met hém gemaakte afspraken. Daardoor schieten [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 2] toerekenbaar tekort in hun verplichting om alle in het kader van het bedrijf van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] te verwerven inkomsten aan dat bedrijf te laten toekomen.
3.29.
Door het zich meester maken van de overeenkomst die [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] eerder met Rd4 had gesloten, hebben [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 2] inkomsten verworven zonder hiervoor ook maar iets aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] te voldoen. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] had verder met [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 2] afgesproken dat alle “bedrijfmatige” inkomsten, ook externe, van [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 2] ten goede zouden komen aan het bedrijf van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] . [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] stelt dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 2] voor de in het seizoen 2019/2020 verrichte werkzaamheden € 11.529,61 bij Rd4 in rekening hebben gebracht en ontvangen.
3.30.
Door het gebruik van materieel van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] door [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 2] voor uitvoering van werkzaamheden voor Rd4, zonder voor dat gebruik een vergoeding aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] te betalen, zijn zij volgens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] ongerechtvaardigd verrijkt ten koste van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] , die wel de kosten heeft betaald om de uitvoering van de werkzaamheden mogelijk te maken, maar geen enkele baat heeft gehad van die uitvoering.
3.31.
Indien van ongerechtvaardigde verrijking geen sprake zou zijn, dan hebben [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 2] volgens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] onrechtmatig jegens hem gehandeld, door het verrichten van de werkzaamheden voor Rd4, zonder hem te informeren dat het contract daartoe inmiddels op hun naam stond en alle inkomsten aan hen zouden toekomen.
3.32.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 2] handelen voorts onrechtmatig jegens hem, door misbruik te maken van de toerekenbare tekortkoming van Rd4 jegens hem. Die tekortkoming bestaat daarin dat Rd4 met [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 2] voor het seizoen 2019/2020 een contract heeft gesloten, terwijl Rd4 voor dat seizoen op 24 juli 2019 al een contract had gesloten met [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] voor dezelfde werkzaamheden.
3.33.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] verwijt [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] ten slotte dat deze, met gebruikmaking van materieel van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] werkzaamheden voor derden heeft verricht en op eigen naam heeft gefactureerd en betaling daarvan heeft ontvangen, zonder aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] daarvan enige melding te doen en voor het gebruik van het materieel enige vergoeding af te dragen. [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] schiet daarmee ook toerekenbaar tekort in de verbintenis om alle inkomsten aan het bedrijf van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] te laten toekomen. De omvang van de ontstane schade is nog niet duidelijk, zodat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] in verband daarmee vordert dat deze schade wordt opgemaakt bij staat.
3.34.
Op grond van het vorenstaande wordt in reconventie, na wijziging eis, gevorderd dat de rechtbank bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
1. [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] veroordeelt om binnen twee dagen na het in dezen te wijzen vonnis aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] voldoet € 4.136,38, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 29 juli 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
2. Primair: [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 2] hoofdelijk veroordeelt tot betaling aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] van het (nog) door Rd4 over het strooiseizoen 2018/2019 verschuldigde bedrag ad € 1.427,80 en het door Rd4 over het strooiseizoen 2019/2020 verschuldigde bedrag ad € 12.909,01, althans een zodanig door de rechtbank te bepalen bedrag, en wel binnen twee dagen na het in dezen te wijzen vonnis,
alsmede:
voor recht verklaart dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 2] toerekenbaar tekort zijn geschoten jegens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] , dan wel onrechtmatig jegens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] hebben gehandeld, doordat zij, wetende dat er reeds op 24 juli 2019 een overeenkomst tussen [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en Rd4 voor het strooiseizoen 2019/2020 was gesloten, met gebruikmaking van de wanprestatie van Rd4, rechtstreeks met Rd4 voor hetzelfde strooiseizoen een contract zijn aangegaan en voorts [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 2] hoofdelijk te veroordelen tot vergoeding van de schade die [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] hierdoor heeft geleden en nog zal lijden, een en ander nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, een en ander te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 29 juli 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
althans subsidiair[eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 2] hoofdelijk veroordeelt tot voldoening van de schade die [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] heeft geleden doordat [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 2] met gebruikmaking van machines toebehorend aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] gedurende het strooiseizoen 2019/2020 werkzaamheden hebben verricht voor Rd4 en zich voor deze werkzaamheden hebben laten betalen zonder hiervoor enige vergoeding aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] te voldoen, een en ander nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, zulks te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 29 juli 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
3. [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] veroordeelt tot vergoeding van de schade die [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] heeft geleden doordat [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] met gebruikmaking van machines toebehorend aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] over de jaren 2016 t/m 2019 werkzaamheden heeft verricht voor derden en zich voor deze werkzaamheden heeft laten betalen zonder hiervoor enige vergoeding aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] te voldoen, een en ander nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, een en ander te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 29 juli 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
4. voor recht verklaart dat, zo [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] enig bedrag aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 2] verschuldigd mochten zijn, [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] , althans [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] dit bedrag mag verrekenen met hetgeen [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 2] (gezamenlijk of individueel) aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] verschuldigd mochten zijn;
een en ander onder compensatie van de kosten in deze procedure, evenwel onder veroordeling de nakosten te stellen op € 131,-- (zonder betekening) en € 206,-- (met betekening), met dien verstande dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 2] over de proceskosten en de nakosten rente verschuldigd worden wanneer deze niet binnen veertien dagen na het in dezen te wijzen vonnis zijn voldaan.

4.De beoordeling

Algemeen

4.1.
Zoals de rechtbank ter mondelinge behandeling heeft geconstateerd, bevat de conclusie van antwoord in reconventie van [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 2] onder de nummers 56 tot en met 197 (mede) een reactie op het verweer van de vordering in conventie van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] , en is die reactie (mede) te beschouwen als een conclusie van repliek in conventie. Die conclusie was oorspronkelijk abusievelijk toegestaan, maar die toestemming is bij rolbeslissing van 17 februari 2021 ingetrokken. Ter mondelinge behandeling heeft de rechtbank toegezegd dat hierover bij dit vonnis duidelijkheid zal worden gegeven.
4.2.
In zijn conclusie van eis in reconventie heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] verzocht al hetgeen is gesteld in zijn conclusie van antwoord in conventie in de conclusie van eis in reconventie als herhaald en ingelast te beschouwen. Daarmee is het door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] bij conclusie van antwoord in conventie gestelde deel gaan uitmaken van de conclusie van eis in reconventie. Derhalve heeft als uitgangspunt te dienen dat de rechtbank acht zal slaan op al hetgeen is vermeld in het antwoord in reconventie. Een uitzondering op dit uitgangspunt heeft te gelden voor opmerkingen in het antwoord in reconventie die onomstotelijk alleen relevant zijn voor de conventionele vorderingen. Dergelijke opmerkingen zullen niet in de beoordeling worden betrokken.
In conventie
De uienteelt
4.3.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] erkent dat hij wat betreft de aanschaf van de plantuien is gebaat en uit dien hoofde een bedrag van € 14.306,25 inclusief btw aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] is verschuldigd. Dit deel van de vorderingen ligt derhalve voor toewijzing gereed. Een met dit oordeel corresponderend dictum zal de rechtbank aanhouden totdat eindvonnis wordt gewezen.
4.4.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] erkent ook dat hij aanwezig is geweest bij een gesprek in februari 2019 in zijn woning tussen [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en een vertegenwoordiger van Top Onions. Daarbij is volgens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] gesproken over de mogelijkheden van uienteelt en de levering van plantuien, doch hij heeft zich toen tot niets verbonden. Nadien heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] , naar hij stelt, niets meer van Top Onions, of van [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] vernomen.
4.5.
De rechtbank overweegt het volgende. Gelet op het door partijen over en weer aangevoerde kan niet worden gezegd dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] een overeenkomst hadden gesloten wat betreft de uien. Duidelijk is dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] op enig moment zaaiuien op zijn erf heeft aangetroffen die niet door hem zijn besteld. Hetgeen hij vervolgens met deze uien heeft gedaan, moet worden gekwalificeerd als te zijn gedaan in het kader van zaakwaarneming. Onder die zaakwaarneming valt ook het oogsten van de uien, volgens vader Erkend noodzakelijk omdat deze waren afgerijpt en dreigden te gaan rotten. Zaakwaarneming moet behoorlijk worden afgewerkt. Die behoorlijke afwerking brengt met zich dat de zaakwaarnemer hetgeen hij heeft ontvangen uit die zaakwaarneming, afdraagt aan degene wiens zaken hij heeft waargenomen (vgl. art. 6:199 lid 2 BW). Nu [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] zijn zaken met zijn uienafnemer anders heeft weten te regelen, komt het de rechtbank redelijk voor om aan te nemen dat het bedrag waarmee [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] deze kwestie heeft weten te regelen, het bedrag is dat door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] voor de verkoop van de uien heeft ontvangen. Het door [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] gevorderde schadebedrag van € 14.170,00 ligt derhalve voor toewijzing gereed. Een met dit oordeel corresponderend dictum zal de rechtbank aanhouden totdat eindvonnis wordt gewezen.
De rekeningen van [naam bv] en [naam accountantskantoor]
4.6.
Aan de vordering van [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] gegrond op de stelling dat hij deze rekeningen van [naam bv] en [naam accountantskantoor] voor [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] heeft betaald, ligt kennelijk primair de gedachte ten grondslag dat indien iemand onverplicht de voor een ander bestemde rekening betaalt, de betaler enkel op grond daarvan al een verhaalsrecht heeft op degene ten behoeve van wie die rekening is betaald. Het recht kent een dergelijke regel echter niet. [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] heeft enkel een verhaalsrecht, indien hij van rechtswege zou zijn gesubrogeerd (zie artikel 6:150 BW) in de rechtspositie van [naam bv] en [naam accountantskantoor] , of indien [naam bv] en [naam accountantskantoor] de vorderingen op [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en/of [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] zouden hebben gecedeerd aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] . Van subrogatie, noch van cessie is sprake.
4.7.
Evenmin is sprake van ongerechtvaardigde verrijking. De verplichting tot ongedaanmaking van de verrijking acht de rechtbank onder de gegeven omstandigheden namelijk onredelijk. De betaling die zou hebben geleid tot de onrechtvaardigde verrijking heeft immers buiten [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] om plaatsgevonden en de verrijking wordt hun als het ware opgedrongen; [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] heeft die rekeningen immers welbewust betaald. Ten slotte zou het toekennen van een verhaalsrecht ook tot gevolg hebben dat de oorspronkelijke schuldena(a)r(en) ( [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en/of [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] ) uiteindelijk facturen moeten betalen waarvan zij de verschuldigdheid niet onverkort hebben erkend.
4.8.
Van een toerekenbare tekortschieten door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en/of [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] in de verbintenis om verplichtingen jegens derden, zoals [naam bv] en [naam accountantskantoor] , zelf te voldoen en, als [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] deze verplichtingen voor hen nakomt, hem daarvoor schadeloos te stellen, kan geen sprake zijn, nu [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] het bestaan van dergelijke verplichtingen heeft betwist en [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] onvoldoende heeft gesteld dat tussen partijen een overeenkomst is gesloten waaruit een dergelijke verbintenis voor [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en/of [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] zou voortvloeien.
4.9.
Datzelfde geldt voor de stelling van [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] dat partijen een overeenkomst zouden hebben gesloten waaruit een verbintenis voor [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] , dan wel [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] zou voortvloeien om hem niet te benadelen en om voor zover [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] de schulden van een van beide voldoet, die betaalde vergoeding waar aan hem te vergoeden. Een onderbouwing zoals wanneer dit dan zou zijn overeengekomen en, bovenal, waarom dit zou zijn overeengekomen, ontbreekt.
4.10.
Ook de stelling van [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] , dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] een onrechtmatige daad jegens hem hebben gepleegd, door hem niet de schade te vergoeden die hij heeft geleden door betaling van de rekeningen en dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] hebben gehandeld in strijd met de wettelijke plicht om terug te betalen hetgeen [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] voor hen heeft betaald aan derden ten behoeve van door derden verrichte diensten, moet worden verworpen. Op grond van hetgeen hierboven onder 4.6 en 4.7 is overwogen bestaat een dergelijke rechtsplicht niet, zodat ook niet in strijd daarmee kan worden gehandeld.
4.11.
Om dezelfde reden wordt verworpen de uiterst subsidiair aangevoerde stelling, dat de verplichting van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] om zijn schade te vergoeden voortvloeit uit de aanvullende werking van de redelijkheid en billijkheid.
De gladheidsbestrijding
4.12.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] betwist de hoogte van de vergoeding waarop [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 2] aanspraak maken. In het algemeen voert hij aan dat de normuren die worden gehanteerd voor de uit te voeren werkzaamheden te ruim zijn gesteld. Het werk kan in bijna alle gevallen in 2,5 uur worden uitgevoerd, in plaats van de als norm gehanteerde 5 uur. De extra vergoeding kan worden gezien als vergoeding voor de stalling van materieel en komt dus niet toe aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 2] . De urenoverzichten die [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 2] overleggen ter onderbouwing van hun werkzaamheden geven volgens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] ook geen overzicht van de feitelijk werktijden, maar zijn enkel gebaseerd op de normuren. Ook de uurtarieven staan volgens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] niet in verhouding tot het cao-uurloon voor dit werk. Dat geen urenregistratie is bijgehouden, is volgens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] ook niet vreemd, nu volgens hem met [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 2] was afgesproken dat geen uren uitbetaald zouden worden. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] betwist ook dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 2] alle gedeclareerde werkzaamheden zouden hebben verricht.
4.13.
Primair stellen [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 2] dat zij met [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] zijn overeengekomen dat zij, [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 2] , een overeenkomst van opdracht hebben gesloten met [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] , inhoudende dat zij de werkzaamheden van gladheidsbestrijding in plaats van hun vader zouden uitvoeren en in verband daarmee recht hebben op loon. Dit wordt betwist voor [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] , die heeft aangevoerd dat met [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 2] was afgesproken dat geen uren uitbetaald zouden worden en, meer in het algemeen, dat alle inkomsten van [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 2] aan de onderneming van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] ten goede zouden komen. Het is op grond van de hoofdregel van art. 150 Rv aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 2] om de feiten te bewijzen die ten grondslag zijn gelegd aan hun vordering. Zij zullen dan ook worden toegelaten tot het bewijs van hun stelling dat zij met [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] ter zake de gladheidsbestrijding een overeenkomst van opdracht hebben gesloten, waarvoor laatstgenoemden loon verschuldigd zijn.
4.14.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 2] stellen dat de vergoeding (het loon) waarop zij recht hebben gelijk is aan de vergoeding die op naam van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] is gedeclareerd bij Rd4.
4.15.
De rechtbank is met [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] van oordeel dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 2] , indien zij slagen in de bewijsopdracht, enkel recht hebben op de daadwerkelijk door hen gewerkte uren en niet op de normuren die voor de uitgevoerde werkzaamheden staan en die zijn gedeclareerd en betaald. Omdat [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 2] volgens hun eigen stellingen de werkzaamheden niet direct in opdracht van Rd4 hebben uitgevoerd, maar beweerdelijk in opdracht van hun vader, ligt niet voor de hand dat zij recht hebben op het hele uurloon. Meer voor de hand ligt dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] een deel van de vergoeding van Rd4 behoudt en de rest aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 2] als vergoeding betaalt.
4.16.
De rechtbank zal [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 2] toelaten tot het bewijs van de stelling dat het gehanteerde uurloon een gebruikelijk uurloon is voor de uitgevoerde werkzaamheden.
4.17.
Voor het geval [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 2] niet zouden slagen in dat bewijs, overweegt de rechtbank ten aanzien van de overige grondslagen nu al het volgende.
4.18.
Subsidiair stellen [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 2] dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] de gevorderde vergoeding verschuldigd zijn op grond van zaakwaarneming. Zij stellen zich willens en wetens te hebben ingelaten met de behartiging van de belangen van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] . Zij hadden hier redelijke gronden voor: [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] waren contractueel gehouden de uitgevoerde werkzaamheden uit te voeren. [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 2] stellen met hun werkzaamheden er voor te hebben gezorgd dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] hun verplichtingen jegens Rd4 zijn nagekomen.
4.19.
Van zaakwaarneming is naar het oordeel van de rechtbank geen sprake. Voor zaakwaarneming moet immers krachtens art. 6:198 BW een redelijke grond bestaan. [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 2] hebben geen redelijke grond aangevoerd waarom zij zonder opdracht dit werk hebben uitgevoerd. Dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 2] door de uitvoering van de door hun vader aangenomen werkzaamheden er voor hebben gezorgd dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] hun verplichtingen jegens Rd4 nakwamen, levert naar het oordeel van de rechtbank niet op “een redelijke grond” zoals bedoeld in art. 6:198 BW.
4.20.
Meer subsidiair stellen [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 2] dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] ongerechtvaardigd zijn verrijkt, omdat zij de werkzaamheden hebben verricht, terwijl [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] de daartegenover staande vergoeding hebben ontvangen.
4.21.
De verplichting tot ongedaanmaking van de verrijking acht de rechtbank onder de gegeven omstandigheden niet gerechtvaardigd. Deze “verrijking” heeft immers buiten [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] plaatsgevonden en wordt hun als het ware opgedrongen. De werkzaamheden zijn kennelijk zonder enig overleg verricht. Een reden waarom geen overleg is gevoerd, is niet gegeven. Daarmee is sprake van een opgedrongenheid in een situatie dat niet duidelijk is wat de debiteur precies wilde terwijl geen reden is gegeven waarom niet eerst duidelijkheid is gezocht bij de debiteur.
4.22.
Nog meer subsidiair stellen [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 2] dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] een onrechtmatige daad jegens hen hebben gepleegd doordat zij de door [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 2] verrichte werkzaamheden onbetaald hebben gelaten.
Zoals hierboven onder 4.10. is overwogen, volgt uit het enkele feit dat iemand bewust de schuld van een ander betaalt zonder daartoe wettelijk of contractueel te zijn verplicht niet dat degene die de schuld voor een ander betaalt daarmee automatische een verhaalsrecht krijgt op de oorspronkelijke schuldenaar. Daaruit volgt ook dat de oorspronkelijke schuldenaar niet onrechtmatig handelt jegens degene die de schuld voor hem heeft voldaan als hij deze niet vergoedt voor de betaling aan de schuldeiser.
In reconventie
De ziektekosten en het eigen risico
4.23.
Ook aan deze vordering ligt, even als ten aanzien van de vordering in conventie betreffende de door [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] betaalde rekeningen van [naam bv] en [naam accountantskantoor] , de onterechte gedachte ten grondslag dat indien iemand de voor een ander bestemde rekening voor die ander betaalt, de betaler een verhaalsrecht heeft op degene ten behoeve van wie die rekening is betaald. Het recht kent een dergelijke regel echter niet. Derhalve geldt ook in dit verband dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] enkel een verhaalsrecht heeft op [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] , indien [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] van rechtswege zou zijn gesubrogeerd (zie artikel 6:150 BW), of indien de ziektekostenverzekeraar van [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] . de vorderingen op [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] zouden hebben gecedeerd aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] . Daarvan is geen sprake.
4.24.
Ook de subsidiair aangevoerde grondslag voor deze vordering, te weten ongerechtvaardigde verrijking, kan de vordering niet dragen. Wat de rechtbank hierboven (onder 4.7.) heeft overwogen ten aanzien van de vorderingen van [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] in verband met de betaling van de facturen van Frissen Groentechniek en Koen en Co. is ook hier van toepassing, zodat de rechtbank kortheidshalve verwijst naar hetgeen daar is overwogen.
De vergoeding van voor Rd4 uitgevoerde werkzaamheden
4.25.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] vordert dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 2] aan hem vergoedt de inkomsten verkregen door het uitvoeren van werkzaamheden voor Rd4 in het seizoen 2018/2019 en het seizoen 2019/2020.
4.26.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 2] stellen dat de beschikbaarheidsvergoeding voor seizoen 2018/2019 aan hen is uitbetaald, omdat zij toen beschikbaar waren. Rd4 heeft voor het seizoen 2019/2020 rechtstreeks aan de maatschap [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] / [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 2] opdracht verstrekt voor het uitvoeren van de werkzaamheden van gladheidsbestrijding. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] heeft volgens [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 2] geen overeenkomst meer met Rd4 voor dat seizoen. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] heeft ook ingestemd met deze contractswijziging.
4.27.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] heeft onvoldoende duidelijk gemaakt waarom hij, gelet op het verweer van [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 2] omtrent de beschikbaarheidsvergoeding seizoen 2018/2019, recht zou hebben op die vergoeding. Die betreffende post wordt daarom afgewezen.
Ten aanzien van de vordering die betrekking heeft op de betaling van het bedrag van € 12.909,01 overweegt de rechtbank het volgende. Aan deze vordering ligt onder andere de stelling ten grondslag dat partijen zouden zijn overeengekomen dat alle inkomsten die [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 2] verwerven met hun werkzaamheden toekomen aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en/of [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] .
4.28.
Nu [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 2] ontkennen dat partijen dat zijn overeengekomen, zal de rechtbank [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] toelaten tot het bewijs van de stelling dat partijen zijn overeengekomen dat alle inkomsten die [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 2] verwerven met hun werkzaamheden toekomen aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] .
4.29.
Indien [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] niet in dat bewijs slaagt, komt de rechtbank toe aan de beoordeling van de andere grondslag voor deze vordering. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] stelt dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 2] het contract dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] in juli 2019 met Rd4 had gesloten voor het seizoen 2019/2020 afhandig hebben gemaakt en Rd4 hebben uitgelokt om toerekenbaar tekort te schieten jegens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] , door het werk dat Rd4 aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] had opgedragen door [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 2] te laten uitvoeren.
4.30.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] heeft zijn stelling dat hij voor het seizoen 2019/2020 een contract had met Rd4 onvoldoende onderbouwd. Van hem had op zijn minst mogen worden verwacht dat hij het volgens hem met Rd4 gesloten en ondertekende contract (zie proces-verbaal van 17 maart 2021) zou hebben overgelegd en/of een verklaring van Rd4 waarin zijn standpunt wordt bevestigd. Zijn verklaring dat hij Rd4 tot op heden niet heeft willen betrekken in het geschil dat hij met zijn zonen heeft, acht de rechtbank onvoldoende rechtvaardiging om nader onderzoek te doen naar een onvoldoende onderbouwde stelling.
Vordering 3. De vergoeding van inkomsten verworven met voor derden verrichte werkzaamheden en de vergoeding voor het gebruik van materieel voor door derden verrichte werkzaamheden
4.31.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] vordert vergoeding van de schade (lees: afdracht van de inkomsten) in verband met de werkzaamheden die door [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 2] voor derden zijn verricht en voor het gebruik daarbij van zijn materieel.
4.32.
Voordat een dergelijk vordering (rov. 3.34 sub 3) kan worden toegewezen, moet [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] voldoende concreet stellen om welke werkzaamheden het gaat, wanneer die zijn verricht en, eventueel, met welk materieel. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] heeft hieromtrent enkel in abstracte bewoordingen gesproken in de nrs. 39/56/67 en 72 van zijn antwoord in conventie/eis in reconventie. Hij heeft daarbij aangevoerd dat het aan de rechter is om op grond van art. 22 Rv [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] te bevelen om zijn boekhouding over te leggen. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] miskent hierbij dat zijn stelling op dit moment een lege huls is, en dat hij door middel van bijvoorbeeld een art. 843a Rv verzoek die huls een beetje had kunnen vullen. Op dit moment zou een last ex art. 22 Rv van de rechter op niets zijn gebaseerd, omdat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] alleen in abstracte bewoordingen heeft gesproken. Vordering 3 ligt dan ook voor afwijzing gereed.
4.33.
Elke andere beslissing zal worden aangehouden.

5.De beslissing

De rechtbank:
In conventie
5.1.
laat [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 2] toe tot het bewijs van hun stelling dat zij met [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] ter zake de gladheidsbestrijding een overeenkomst van opdracht hebben gesloten, op grond waarvan laatstgenoemden loon verschuldigd zijn aan eerstgenoemden;
5.2.
laat [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 2] toe te bewijzen hoeveel uren zij daadwerkelijk hebben besteed aan gladheidbestrijding in de seizoenen 2017/2018 en 2018/2019 en welk uurloon hierbij is afgesproken;
5.3.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van 7 juli 2021 voor uitlating door [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 2] of zij bewijs willen leveren door het overleggen van bewijsstukken, door het horen van getuigen en/of door een ander bewijsmiddel;
5.4.
bepaalt dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 2] , indien zij geen bewijs door getuigen willen leveren maar wel bewijsstukken wil overleggen, die stukken direct in het geding moet brengen;
5.5.
bepaalt dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 2] , indien zij getuigen willen laten horen, de getuigen en de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten in de maanden oktober 2021 tot en met 28 februari 2022 direct moeten opgeven, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zullen worden bepaald;
5.6.
bepaalt dat dit getuigenverhoor zal plaatsvinden op de terechtzitting van mr. J.R. Sijmonsma in het gerechtsgebouw te Maastricht aan St. Annadal 1;
5.7.
bepaalt dat alle partijen uiterlijk tien dagen voor het eerste getuigenverhoor alle beschikbare bewijsstukken aan de rechtbank en de wederpartij moeten toesturen;
5.8.
houdt iedere verdere beslissing aan;
In reconventie
5.9.
laat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en/of [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] toe tot het bewijs van de stelling dat partijen zijn overeengekomen dat alle inkomsten die [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 2] verwerven met hun werkzaamheden toekomen aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en/of [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] ;
5.10.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van 7 juli 2021 voor uitlating door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en/of [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] of zij bewijs willen leveren door het overleggen van bewijsstukken, door het horen van getuigen en/of door een ander bewijsmiddel;
5.11.
bepaalt dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en/of [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] , indien zij geen bewijs door getuigen willen leveren maar wel bewijsstukken willen overleggen, die stukken direct in het geding moet brengen;
5.12.
bepaalt dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en/of [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] , indien zij getuigen willen laten horen, de getuigen en de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten in de maanden oktober 2021 tot en met 28 februari 2022 direct moeten opgeven, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zullen worden bepaald;
5.13.
bepaalt dat dit getuigenverhoor zal plaatsvinden op de terechtzitting van mr. J.R. Sijmonsma in het gerechtsgebouw te Maastricht aan St. Annadal 1;
5.14.
bepaalt dat alle partijen uiterlijk tien dagen voor het eerste getuigenverhoor alle beschikbare bewijsstukken aan de rechtbank en de wederpartij moeten toesturen;
5.15.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.R. Sijmonsma, rechter, en in het openbaar uitgesproken op 9 juni 2021. [1]

Voetnoten

1.type: MT