ECLI:NL:RBLIM:2021:4767

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
9 juni 2021
Publicatiedatum
14 juni 2021
Zaaknummer
C/03/277400 / HA ZA 20-238
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bouwzaak met discussie over eindafrekening en kwaliteit van uitgevoerd werk

In deze zaak, die voor de Rechtbank Limburg is behandeld, betreft het een bouwgeschil tussen de besloten vennootschap Tisaco Wonen B.V. en twee gedaagden die in conventie en eisers in reconventie zijn. Tisaco heeft verbouwingswerkzaamheden uitgevoerd aan de woning van de gedaagden en vordert betaling van een eindafrekening van € 58.791,56. De gedaagden betwisten de vordering en stellen dat de eindafrekening niet verschuldigd is, omdat er geen door Tisaco uitgevoerde werkzaamheden aan ten grondslag liggen. De rechtbank heeft vastgesteld dat Tisaco niet aan haar stelplicht heeft voldaan en onvoldoende onderbouwing heeft gegeven voor haar vordering. De rechtbank wijst de vordering van Tisaco af en veroordeelt haar in de proceskosten.

In reconventie vorderen de gedaagden schadevergoeding voor slordig werk en structurele gebreken, maar ook deze vorderingen worden door de rechtbank afgewezen. De rechtbank concludeert dat de gedaagden niet voldoende hebben onderbouwd welke schade zij hebben geleden en waarom Tisaco daarvoor aansprakelijk zou zijn. De rechtbank wijst alle vorderingen in reconventie af en veroordeelt de gedaagden in de proceskosten aan de zijde van Tisaco. Het vonnis is uitgesproken op 9 juni 2021.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer / rolnummer: C/03/277400 / HA ZA 20-238
Vonnis van 9 juni 2021
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TISACO WONEN B.V.,
gevestigd te Nuth, gemeente Beekdaelen,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. A.P.C. Houben te Weert,
tegen

1.[gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] ,

wonende te [woonplaats] ,
2.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagden in conventie,
eisers in reconventie,
advocaat mr. H.R. Flipse te Rotterdam.
Partijen zullen hierna “Tisaco” en “ [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] ” genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 17 april 2020 met de producties 1 t/m 22,
  • de conclusie van antwoord tevens eis in reconventie met de producties 1 t/m 17,
  • de conclusie van antwoord in reconventie met de producties 23 t/m 26,
  • de akte aanvullende producties van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] met de producties 18 t/m 24,
  • de akte inbrengen producties van Tisaco met de producties 27 t/m 36,
  • het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 24 maart 2021, alsmede de
schriftelijke reacties van de advocaten van beide partijen van 15 april 2021 daarop.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Tisaco heeft verbouwingswerkzaamheden uitgevoerd aan de woning van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] te Maastricht. De opdrachtbevestiging, gedateerd op 7 maart 2018, geeft weer dat de aanneemsom € 306.304,40 incl. BTW bedraagt en bevat elf excellijsten, waarop de door Tisaco uit te voeren werkzaamheden zijn gespecificeerd (productie 6 bij de dagvaarding).
2.2.
Tisaco heeft [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] op 4 juli 2019 een eindafrekening doen toekomen voor een bedrag van € 60.618,06 incl. BTW (productie 10 bij dagvaarding). Vervolgens hebben partijen daags daarna, op 5 juli 2019, een rondgang door de woning van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] gemaakt ten behoeve van de oplevering.
2.3.
Bij brief van 12 juli 2019, gericht aan Tisaco Nuth B.V. en overgelegd als productie 12 bij conclusie van antwoord, deelt de rechtsbijstandsverzekeraar van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] onder meer, voor zover relevant, het volgende mede:
“Eindafrekening
Allereerst zijn cliënten, zoals u weet, het niet eens met de hoogte van de laatste versie van de offerte. Cliënten hebben uitgebreid uiteengezet met welke punten van de offerte zij het niet eens zijn. Ik verwijs u voor deze uiteenzetting naar de bijlage van deze e-mail.
(…)
Opschorting betaling
Rekening houdend met het bovenstaande staat er volgens cliënten nog een maximaal bedrag open van € 21.686,91. Namens cliënten schort ik hierbij op grond van artikel 6:52 BW de betaling op.
(…)
Gebreken/opleverpunten
Op vrijdag 5 juli 2019 heeft de oplevering plaatsgevonden. Cliënten hebben diverse gebreken en opleverpunten geconstateerd in het werk. Per separate e-mail wordt u een overzicht van deze punten toegezonden. Hierbij stel ik u formeel in gebreke.iHi
Sommatie
Namens cliënten verzoek – en voor zover nodig sommeer – ik Tisaco alle gebreken voor uiterlijk 23 augustus 2019 te herstellen c.q. uit te voeren conform de eisen van goed [en] deugdelijk werk.
(…)
Daarnaast verzoek ik u namens cliënten de offerte conform de bezwaren van cliënten aan te passen.”
2.4.
De rechtsbijstandsverzekeraar van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] geeft in haar brief van 20 september 2019, voor zover relevant, het volgende aan:
“(…) Mijn cliënten hebben uw cliënte herhaaldelijk de gelegenheid gegeven om de gebreken te herstellen. Zoals blijkt uit bovenstaande en de toelichting daarop van mijn cliënten in de bijlage heeft uw cliëntenietaan deze verplichtingen voldaan.
(…)
Mijn cliënten zijn voornemens een deskundige in te schakelen om het totaal aan schade inzichtelijk te maken en de herstelkosten te kunnen beramen.”
2.5.
De advocate van Tisaco geeft in haar brief van 7 november 2019, voor zover relevant, het volgende aan:
“(…) Zoals hiervoor reeds aangegeven heeft cliënte de opleverpunten in augustus 2019 behandeld en hersteld. Cliënte heeft het werk derhalve wel degelijk deugdelijk opgeleverd.
(…)
Al het bovenstaande in aanmerking genomen zal het duidelijk zijn dat cliënte betwist dat uw cliënten schade hebben geleden.”
2.6.
[gedaagden in conventie, eisers in reconventie] hebben [naam] van het Bureau voor Bouwpathologie B.V. (hierna: “ [naam] ”) verzocht een onderzoek uit te voeren naar de door hen gestelde gebreken. Het onderzoek heeft in aanwezigheid van Tisaco plaatsgevonden op 19 juni 2020. Het rapport van [naam] dateert van 27 juli 2020. [naam] rapporteert dat er een te hoog bedrag in rekening is gebracht voor de aannemingswerkzaamheden en dat sprake is van aanzienlijke gebreken. [naam] schrijft onder meer, voor zover van belang:
“Als je bovenstaande redenaties volgt zou dit betekenen dat op de eindafrekening, in totaal, circa € 39.542,50 (excl. BTW), te veel in rekening is gebracht.
(…)
Hierbij is de overeengekomen projectkorting van 3,5% op het bedrag inclusief BTW nog niet berekend. Als deze ook nog verrekend wordt, minus € 8.322,-- (incl. BTW).
(…)
De kosten welke gemoeid zijn met de nog aanwezige grote problemen, zoals voordeur, achterdeur, scheuren vloer, excentrische kolom, vraagt om ingrijpende herstelmaatregelen/deelvervangingen welke in alle gevallen zeer kostbaar zijn.(…)
Edoch als daadwerkelijk herstel van die gebreken en onvolkomenheden worden uitgevoerd zal dit al snel circa € 40.000,-- tot € 60.000,-- (excl. BTW) bedragen.”

3.Het geschil

in conventie

3.1.
Tisaco vordert, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] hoofdelijk, dat wil zeggen dat als de één betaalt de andere zal zijn gekweten, te veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting over te gaan tot betaling van een bedrag van € 58.791,56 in hoofdsom te vermeerderen met de wettelijke rente ingevolge artikel 6:119 BW over voormeld bedrag, te rekenen vanaf 3 september 2019 tot de dag der algehele voldoening;
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] hoofdelijk, dat wil zeggen dat als de één betaalt de andere zal zijn gekweten, te veroordelen tot betaling van de buitengerechtelijke incassokosten, ten bedrage van € 1.362,92 te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf de datum van het betekenen van deze dagvaarding tot de dag der algehele voldoening;
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] hoofdelijk, dat wil zeggen dat als de één betaalt de andere zal zijn gekweten, te veroordelen tot betaling van de proceskosten van het geding, te vermeerderen met de btw daarover en tevens te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf veertien dagen na dagtekening van dit vonnis, alsmede met hoofdelijke veroordeling in de nakosten van deze procedure ten bedrage van € 131,00 zonder betekening in conventie of reconventie, € 205,00 zonder betekening in conventie en reconventie tezamen, dan wel, indien betekening plaatsvindt verhoogd met een bedrag van € 68,00 en eventuele verdere executiekosten.
3.2.
Tisaco voert in haar dagvaarding als grondslag voor haar vordering aan dat [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] dit bedrag verschuldigd is voor de door Tisaco verrichte werkzaamheden in het kader van de overeenkomst aanneming van werk. Tisaco grondvest haar vordering daarmee op nakoming. Tijdens de mondelinge behandeling heeft Tisaco daaraan toegevoegd dat [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] naar aanleiding van een gesprek tussen partijen op 3 juli 2019 en de daaropvolgende aanpassing van de eindafrekening op 4 juli 2019 hebben ingestemd met de eindafrekening. De vordering van Tisaco is als volgt opgebouwd:
de eindafrekening van 4 juli 2019 met factuurnummer 100984 € 60.618,06;
factuur van 25 april 2019 met factuurnummer 100889 € 2.450,25;
creditfactuur van 30 augustus 2019 met factuurnumer 101030 -/-
€ 4.276,75;
Totaal € 58.791,56.
3.3.
[gedaagden in conventie, eisers in reconventie] betwisten de vordering. Zij voeren aan dat de eindafrekening niet verschuldigd is, omdat er geen door Tisaco uitgevoerde werkzaamheden aan ten grondslag liggen, althans dat eventueel door Tisaco uitgevoerde werkzaamheden niet overeengekomen zijn. [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] betwisten voorts dat meerwerk is overeengekomen, met uitzondering van de post “ramen en kozijnen”, alsmede van het bedrag van € 13.549,58. Voor de verschuldigdheid daarvan hebben zij ook getekend. Bovendien, zo betogen [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] , zo al sprake is van meerwerk, dan is het meerwerk onjuist (te hoog) berekend, hetgeen blijkt uit de door hen overgelegde rapport van [naam] . Ook voeren zij aan dat [naam] heeft geconstateerd dat bepaalde werkzaamheden niet zijn uitgevoerd. [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] kunnen niet vaststellen dat deze niet uitgevoerde werkzaamheden op de aanneemsom in mindering zijn gebracht. Zij betwisten voorts dat zij op 3 of 4 juli 2019 overeenstemming hebben bereikt over het bedrag van de eindafrekening.
in reconventie
3.4.
[gedaagden in conventie, eisers in reconventie] vordert, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, veroordeling van Tisaco om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] te voldoen, de navolgende bedragen:
Voorwaardelijk, voor zover het beroep op verrekening in conventie niet slaagt:
a. € 2.110,69 inclusief BTW (ter zake door derden reeds uitgevoerd werk),
En onvoorwaardelijk:
€ 16.350,00 inclusief BTW (vergoeding voor slordig/incorrect werk);
€ 60.000,00 inclusieft BTW (vergoeding voor structurele gebreken), althans een door de rechtbank nader vast te stellen vergoeding naar bilijkheid;
€ 13.792,92 inclusief BTW (vertragingsschade van 12 maal € 1.149,41 huur);
voormelde bedragen te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 12 augustus 2020 tot aan de dag der algehele voldoening, met veroordeling van Tisaco in de kosten van deze procedure, de nakosten en het salaris van de advocaat daaronder mede begrepen met bepaling dat de proceskosten binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis moeten zijn voldaan, bij gebreke waarvan de wettelijke rente daarover verschuldigd is.
3.5.
[gedaagden in conventie, eisers in reconventie] grondvesten hun vorderingen op de stelling dat Tisaco tekortgeschoten is in de nakoming van haar verplichtingen uit hoofde van de overeenkomst van aanneming van werk, omdat zij het werk, onder verwijzing naar het rapport van [naam] , gebrekkig heeft uitgevoerd en/of niet tijdig heeft uitgevoerd, waardoor [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] schade hebben geleden.
3.6.
Tisaco betwist de vorderingen van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie]
3.7.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

in conventie

4.1.
De rechtbank ziet zich in conventie voor de vraag geplaatst of Tisaco nog recht heeft op betaling van enig bedrag voor de door haar verrichte werkzaamheden met betrekking tot de verbouwing van de woning van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie]
4.2.
Het is in dit kader eerst aan Tisaco om voldoende concreet te stellen en te onderbouwen welke werkzaamheden Tisaco heeft uitgevoerd en op grond waarvan een (en vervolgens welke) betalingsplicht op [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] zou rusten. De rechtbank is van oordeel dat Tisaco dit heeft nagelaten.
4.3.
De rechtbank leidt uit de opdrachtbevestiging, die als productie 6 bij de dagvaarding is overgelegd, af dat Tisaco de daarin opgesomde werkzaamheden aan de woning van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] zou uitvoeren voor een totale aanneemsom van € 306.304,40 en dat betaling daarvan plaats zou vinden in termijnen. Over het antwoord op de vraag hoe de door Tisaco ingestelde vordering zich precies verhoudt tot de tussen partijen overeengekomen aanneemsom en de door [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] gedane betalingen, blijft Tisaco vaag. Zijn [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] nog een deel van de overeengekomen aanneemsom verschuldigd en zo ja welk deel? Of ziet de vordering van Tisaco op een vergoeding voor andere werkzaamheden dan die blijkens de opdrachtbevestiging zijn overeengekomen en, indien dat geval is, op grond waarvan is [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] deze vergoeding dan verschuldigd? Tisaco geeft daarover onvoldoende uitleg in haar processtukken. Daarbij merkt de rechtbank op dat het niet aan haar is om ter onderbouwing van de stellingen van een partij in producties te gaan grasduinen.
4.4.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft Tisaco ter onderbouwing van haar vordering verwezen naar een overzicht dat (als de 16e pagina) is gevoegd bij haar productie 22 bij dagvaarding, getiteld “totaaloverzicht opdrachten”. In de linkerkolom van die productie zijn volgens Tisaco de kosten opgenomen zoals deze aanvankelijk zijn overeengekomen, welk bedrag door Tisaco “basisofferte” wordt genoemd. In de rechterkolom zijn de volgens Tisaco totale kosten van de door haar verrichte werkzaamheden weergegeven, waarop onder meer de door [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] betaalde bedragen in mindering zijn gebracht. Dat resulteert volgens Tisaco in een saldo van € 60.618,06 dat [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] nog aan Tisaco verschuldigd zouden zijn. Enige specificatie of onderbouwing van de posten van de in de rechterkolom opgenomen werkzaamheden ontbreekt echter. Waarom de bedragen in deze rechterkolom afwijken van de overeengekomen bedragen in de linkerkolom legt Tisaco niet uit. Het is de rechtbank eigenlijk alleen duidelijk geworden dat een deel van de oorspronkelijk overeengekomen werkzaamheden in onderling overleg is komen te vervallen en dat daardoor een aantal bedragen lager zijn uitgevallen, maar daar blijft het ook bij. Het is de rechtbank niet duidelijk op grond waarvan [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] de in de rechterkolom opgenomen posten zouden moeten betalen.
4.5.
Daarbij komt nog dat Tisaco tijdens de mondelinge behandeling desgevraagd heeft erkend dat zij de werkzaamheden, zoals [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] onder verwijzing naar het rapport van [naam] hebben aangevoerd, inderdaad niet heeft uitgevoerd. In dit verband is tijdens de mondelinge behandeling bijvoorbeeld concreet gesproken over het al dan niet aanbrengen van een latei (vgl. pagina 5 van het rapport van [naam] ). Tisaco heeft eerst ter zitting erkend dat die latei niet is aangebracht en aangevoerd dat zij de kosten daarvan in mindering heeft gebracht op de post “muren aanpassen”. Dat is echter een blote stelling, die niet voorzien is van enige onderbouwing en ook niet uit de door Tisaco overgelegde stukken kan worden afgeleid. Dit voorbeeld is tekenend voor de opstelling van Tisaco in deze zaak. Zij stelt wel dat alle niet door haar uitgevoerde werkzaamheden zijn verrekend met haar vordering, maar de rechtbank kan, evenals [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] , op geen enkele wijze uit het bij productie 22 gevoegde kostenoverzicht opmaken of die werkzaamheden daadwerkelijk als minderwerk verrekend zijn.
4.6.
Tisaco heeft op de mondelinge behandeling voorts aangevoerd dat een groot deel van het in rekening gebrachte meerwerk zijn oorsprong vindt in het feit dat er een grotere aanbouw is gebouwd dan in de oorspronkelijke overeenkomst is overeengekomen. [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] hebben echter betwist dat het volume van de aanbouw groter is geworden en zij betwisten dan ook dat Tisaco meer kosten heeft moeten maken. Tisaco heeft haar stelling dat sprake is van een groter volume van de aanbouw, bijvoorbeeld aan de hand van tussen partijen gevoerde correspondentie of bouwtekeningen, en dat om die reden sprake is van meerwerk, niet nader onderbouwd. De rechtbank gaat dan ook aan die stelling voorbij.
4.7.
De rechtbank is, vanwege het gebrek aan onderbouwing van de door Tisaco ingenomen stellingen, niet in staat om vast te stellen of Tisaco enig vorderingsrecht op [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] toekomt en wat de omvang daarvan dan zou zijn. Anders gezegd, Tisaco heeft om de hiervoor uiteengezette redenen niet voldaan aan de op haar rustende stelplicht.
4.8.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft Tisaco nog de stelling ingenomen dat [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] naar aanleiding van een gesprek tussen partijen op 3 juli 2019 en de daaropvolgende aanpassing van de eindafrekening op 4 juli 2019 zouden hebben ingestemd met de hoogte van de eindafrekening. Deze stelling is door [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] gemotiveerd betwist. Naar het oordeel van de rechtbank lag het dan ook hier op de weg van Tisaco om haar stelling van een concrete onderbouwing te voorzien. Met name had van haar verwacht mogen worden dat zij zou hebben aangegeven hoe deze stelling zich verhoudt tot haar eigen standpunt, ingenomen bij conclusie van antwoord in reconventie onder randnummer 39, inhoudende dat partijen op dat moment nog discussieerden over de vraag of het werk als opgeleverd kon worden beschouwd. [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] stelden, zo volgt uit het relaas van Tisaco, dat er nog tal van opleverpunten bestonden, terwijl Tisaco meende dat het werk was opgeleverd en dat de enkele bestaande opleverpunten in augustus 2019 zijn verholpen. Vanuit die optiek bezien, valt, zonder nadere toelichting van de zijde van Tisaco die ontbreekt, niet in te zien dat en waarom [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] met de eindafrekening zouden hebben ingestemd. Bovendien valt deze stelling zonder toelichting niet te rijmen met de inhoud van de brief van de rechtsbijstandsverzekeraar van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] van 12 juli 2019, een week nadien, waarin wordt aangegeven dat [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] het niet eens zijn met de door Tisaco gepresenteerde eindafrekening.
4.9.
De slotsom is dat de rechtbank de vordering van Tisaco afwijst, omdat zij niet aan haar stelplicht heeft voldaan.
4.10.
Tisaco zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] worden begroot op:
- griffierecht 937,00
- salaris advocaat
2.228,00(2,0 punten × tarief € 1.114,00)
Totaal € 3.165,00
in reconventie
Ten aanzien van de vordering onder a.
4.11.
[gedaagden in conventie, eisers in reconventie] vorderen betaling van een bedrag van € 2.110,69 van Tisaco, welke vordering door Tisaco wordt betwist. [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] stellen dat zij deze kosten hebben moeten maken, omdat zij derden hebben moeten inschakelen om die werkzaamheden uit te voeren. Ter onderbouwing van die vordering verwijzen zij naar pagina 8 van het rapport van [naam] en naar productie 15 bij de conclusie van antwoord tevens eis in reconventie.
4.12.
De rechtbank is van oordeel dat de enkele verwijzing naar producties niet een, althans een onvoldoende onderbouwing van de vordering is. [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] maakt niet duidelijk om welke werkzaamheden het precies gaat, waarom de uitvoering door derden noodzakelijk was en waarom Tisaco voor deze kosten zou moeten betalen. De rechtbank wijst deze vordering als onvoldoende onderbouwd af.
Ten aanzien van de vordering onder b.
4.13.
[gedaagden in conventie, eisers in reconventie] vorderen betaling van een bedrag van € 16.350,00 als schadevergoeding vanwege slordig door of namens Tisaco uitgevoerd saus- en schilderwerk, welke vordering door Tisaco wordt betwist. Ter onderbouwing verwijzen [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] naar pagina 8 en 9 van het rapport van [naam] .
4.14.
De rechtbank is van oordeel dat ook deze stelling onvoldoende concreet is onderbouwd. [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] stellen niet voldoende concreet wat waarmee exact mis is, waarom zulks afwijkt van hetgeen is overeengekomen en tot welke schade dit precies heeft geleid. [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] verwijzen ter onderbouwing van deze stelling en de omvang van de schade enkel naar pagina 8 en 9 van het rapport van [naam] . De rechtbank leest in het rapport dat de deskundige de onvolkomenheden kennelijk steekproefsgewijs, aan de hand van door [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] aangeleverde documenten, is nagelopen, dat de problemen zijn gesignaleerd dan wel reeds zijn hersteld door derden en dat de deskundige verwacht dat de herstelkosten
€ 15.000,00 zullen bedragen. Een dergelijke toelichting is veel te algemeen om als onderbouwing van de vordering te kunnen dienen en daarmee onvoldoende. De rechtbank wijst deze vordering dan ook af.
Ten aanzien van de vordering onder c.
4.15.
[gedaagden in conventie, eisers in reconventie] vorderen betaling van een bedrag van € 60.000,00 als schadevergoeding vanwege het herstellen van structurele gebreken, welke vordering door Tisaco wordt betwist. Ter onderbouwing verwijzen [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] opnieuw naar het rapport van [naam] .
4.16.
De rechtbank is van oordeel dat voor deze vordering eigenlijk hetzelfde geldt als voor de beoordeling van de vordering onder b. [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] stellen niet, althans onvoldoende, om welke structurele gebreken het dan precies gaat en waarom Tisaco daarvoor aansprakelijk zou zijn. Zij verwijzen enkel naar het rapport van [naam] . Tijdens de mondelinge behandeling is naar voren gekomen dat [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] kennelijk doelen op onder meer het feit dat een kolom excentrisch is geplaatst en dat de voordeur vervangen zou moeten worden. Onvoldoende onderbouwd is echter waarom sprake zou zijn van een toerekenbare tekortkoming van Tisaco. Zijn partijen overeengekomen dat de kolom centrisch zou worden geplaatst? Wat is er precies met de voordeur aan de hand, waarom dient deze vervangen te worden en waarom komt dat voor rekening van Tisaco? Daar komt nog bij dat [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] onvoldoende hebben gesteld omtrent de omvang van de schade. Weliswaar wordt in het rapport van [naam] vermeld dat het herstellen van de structurele gebreken al snel € 40.000,00 tot € 60.000,00 excl. BTW zal kosten, maar een concrete toelichting op dit bedrag ontbreekt. De rechtbank zal deze vordering dan ook afwijzen.
Ten aanzien van de vordering onder d.
4.17.
Ten slotte stelt [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] dat zij schade heeft geleden, omdat zij - naar de rechtbank begrijpt - een jaar lang dubbele woonlasten heeft gehad, welke vordering door Tisaco wordt betwist. Deze dubbele woonlasten zijn, zo voeren [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] aan, het gevolg van de vertraging van de bouwwerkzaamheden van Tisaco. De rechtbank is van oordeel dat uit niets gebleken is dat er een opleverdatum voor de bouw is overeengekomen. Weliswaar heeft [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] ter onderbouwing van haar standpunt verwezen naar een bouwplanning van Tisaco (productie 7 bij de conclusie van antwoord tevens eis in reconventie) maar die planning moet naar het oordeel van de rechtbank slechts als een indicatie van de duur van de bouwwerkzaamheden worden aangemerkt. Daarbij komt dat Tisaco gemotiveerd heeft betwist dat de vertragingen haar verweten kunnen worden en argumenten heeft aangevoerd die er juist op duiden dat de vertragingen aan [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] zelf te wijten zijn, onder meer als gevolg van de veelvuldig door [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] voorgestelde wijzigingen van de bouwplannen. Het had om die reden op de weg van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] gelegen hun stellingen nader te onderbouwen. Nu zij zulks hebben nagelaten, dient ook deze vordering te worden afgewezen.
4.18.
De slotsom is dat alle vorderingen in reconventie worden afgewezen.
4.19.
[gedaagden in conventie, eisers in reconventie] zullen als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Tisaco worden begroot op:
- salaris advocaat €
2.228,00(2,0 punten × tarief € 1.114,00)
Totaal € 2.228,00
5. De beslissing
De rechtbank
in conventie
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt Tisaco in de proceskosten, aan de zijde van Tisaco tot op heden begroot op € 3.165,00, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.3.
veroordeelt Tisaco in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 163,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat Tisaco niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 85,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over de nakosten met ingang van de vijftiende dag na de betekening van dit vonnis tot aan de dag van volledige betaling,
5.4.
verklaart dit vonnis in conventie wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad,
in reconventie
5.5.
wijst de vorderingen af,
5.6.
veroordeelt [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] hoofdelijk, zodat indien en voor zover de één betaalt ook de ander zal zijn bevrijd, in de proceskosten, aan de zijde van Tisaco tot op heden begroot op € 2.228,00, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over dit bedrag met ingang van veertien dagen na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.7.
veroordeelt [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] hoofdelijk, zodat indien en voor zover de één betaalt ook de ander zal zijn bevrijd, in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 163,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 85,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak,
5.8.
verklaart dit vonnis in reconventie wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. V.E.J. Noelmans en in het openbaar uitgesproken op 9 juni 2021. [1]

Voetnoten

1.type: TN