ECLI:NL:RBLIM:2021:4765

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
9 juni 2021
Publicatiedatum
14 juni 2021
Zaaknummer
C/03/273147 / HA ZA 20-42
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Uitleg van de samenwerkingsovereenkomst en geschil over exclusiviteitsbeding tussen partijen met betrekking tot zandsculpturen

In deze zaak gaat het om een geschil tussen twee partijen over de uitleg van een samenwerkingsovereenkomst die betrekking heeft op een jaarlijks terugkerend evenement van zandsculpturen in de Wilhelminagrot te Valkenburg. De eiseres, ICECARVING.NL B.V., stelt dat de gedaagde, Kabelbaan Valkenburg B.V., het exclusiviteitsbeding in de overeenkomst heeft geschonden door gedurende de kerstperiode zandsculpturen met andere thema's tentoon te stellen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de samenwerkingsovereenkomst in 2016 is beëindigd en dat er geen expliciete afspraken zijn gemaakt over het afvoeren van het zand dat na de samenwerking in de groeve is achtergebleven. De rechtbank oordeelt dat Kabelbaan niet in strijd heeft gehandeld met het exclusiviteitsbeding, omdat de evenementen die zij heeft georganiseerd in de jaren 2016 tot en met 2019 niet als soortgelijk evenement kunnen worden aangemerkt. De rechtbank wijst de vorderingen van de eiseres af en oordeelt dat Kabelbaan recht heeft op vergoeding van de kosten voor het afvoeren van het zand, aangezien de eiseres deze verplichting had op grond van de overeenkomst. De rechtbank veroordeelt de eiseres tot betaling van de proceskosten aan Kabelbaan.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer / rolnummer: C/03/273147 / HA ZA 20-42
Vonnis van 9 juni 2021
in de zaak van
1. de vennootschap onder firma
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 1],
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ICECARVING.NL B.V.,
gevestigd te Schimmert, gemeente Beekdaelen,
3.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 3],
wonende te [woonplaats] ,
eisers in conventie,
verweerders in reconventie,
advocaat mr. G.E.R. Ummelen,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
KABELBAAN VALKENBURG B.V.,
gevestigd te Valkenburg, gemeente Valkenburg aan de Geul,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. R.M.H.H. Tuinstra.
Partijen zullen hierna [eisers in conventie, verweerders in reconventie] en Kabelbaan genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 6 januari 2020, met producties,
  • de conclusie van antwoord tevens eis in reconventie, met producties,
  • de rolbeslissing van 15 april 2020,
  • de akte uitlaten van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] ,
  • de akte uitlating Kabelbaan,
  • de tussenuitspraak van 3 juni 2020 waarbij tot een mondelinge behandeling is besloten,
  • de conclusie van antwoord in reconventie,
  • het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 29 januari 2021, met aangehecht de spreekaantekeningen van mr. Ummelen en de spreekaantekeningen van mr. Tuinstra.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eisers in conventie, verweerders in reconventie] houdt zich bezig met het ontwerpen en maken van kunstwerken, in het bijzonder zandsculpturen. Kabelbaan exploiteert enkele evenementenlocaties in Valkenburg aan de Geul (hierna: Valkenburg). Zij hebben in 2011 een eerste samenwerkingsovereenkomst gesloten voor het organiseren van het evenement “Magisch Zand”. Het betreft een kerststal van Europa’s grootste zandsculpturen in de Wilhelmina-groeve (hierna: de groeve) te Valkenburg.
Deze samenwerkingsovereenkomst is hernieuwd op 15 juni 2012 en op 18 oktober 2013 en partijen hebben in de kerstperiode van 2011 tot en met 2014 steeds van half november tot half januari het evenement gezamenlijk georganiseerd op basis van deze afspraken.
2.2.
Het zand dat voor het evenement werd gebruikt, werd na afloop van de tentoonstelling, gereinigd en daarna, anders dan in de overeenkomst staat, opgeslagen in de groeve en bij de nieuwe editie weer opnieuw gebruikt. Zo nodig werd het aangevuld.
2.3.
De laatste samenwerkingsovereenkomst van 18 oktober 2013 (hierna: de overeenkomst) luidt, voor zover relevant, als volgt.
“Partijen wensen samen te werken en de afspraken omtrent die samenwerking in een overeenkomst vast te leggen specifiek voor het project “Europa’s grootste ondergrondse Kerststal van zand” gehouden op lokatie Wilhelminagroeve aan de Neerhem 44 te Valkenburg a/d Geul, vooralsnog ieder jaar gepland in de periode november tot en met januari het jaar daarop volgend en eventueel daarop volgende gezamenlijke projecten.
(…)
Artikel 1. Aard van de overeenkomst
1.1.
De kernprestatie(s) welke [eisers in conventie, verweerders in reconventie] .nl levert in het kader van de samenwerking zijn als volgt:
- de algehele organisatie van het project ten aanzien van de [eisers in conventie, verweerders in reconventie] activiteit zowel uitvoerend als leidinggevend;
- de aansturing en de uitvoering van de artistieke werkzaamheden van de zandcarvers;
- de aan- en afvoer van zand;
- het compacten van de zandblokken;
- het verzorgen van de afzetting.
(…)
Artikel 3. Exclusiviteit
Partijen komen exclusiviteit overeen ten aanzien van de organisatie van een kerstactiviteit met zandsculpturen waarvan verwacht wordt dat dit een jaarlijks terugkerend evenement zal zijn. Na afloop van elk door partijen gezamenlijk georganiseerd evenement in dit kader zal dit worden geëvalueerd en in overleg wordt door partijen bekeken of het project voor het daarop volgende jaar voortgang vindt. Door over en weer exclusiviteit te bedingen spreken partijen met elkaar af dat zij, gedurende de exclusiviteitsperiode, geen soortgelijk evenement mogen organiseren met andere partijen t.a.v. van in deze overeenkomst genoemde kernprestaties.
De exclusiviteit geldt voor de regio Zuid-Limburg en wel voor een periode van tien jaar waarbij de periode van 10 jaar elk jaar opnieuw wordt gerekend vanaf het laatste jaar dat partijen gezamenlijk het evenement hebben georganiseerd. Bij niet naleving zal de partij die de exclusiviteitsbepaling schendt per direct een boete verschuldigd zijn van € 50.000,00 per jaar dat de exclusiviteit niet wordt nageleefd.”
2.4.
In de kerstperiode 2014/2015 heeft Kabelbaan vastgesteld dat [eisers in conventie, verweerders in reconventie] in Valkenburg in een mergelgroeve van een derde, Mergelrijk B.V., mergelsculpturen en zandsculpturen tentoonstelde. Kabelbaan heeft [eisers in conventie, verweerders in reconventie] en Mergelrijk B.V. daarop in rechte betrokken, omdat zij meende dat [eisers in conventie, verweerders in reconventie] het exclusiviteitsbeding (hierna: het beding) geschonden had.
De rechtbank Limburg heeft op 7 september 2019 vonnis gewezen (zaaknummer C/03/205214/ HA ZA 15-235). De rechtbank oordeelde – kort gezegd (vgl. rov. 4.11 van het vonnis) – dat de betrokkenheid van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] bij de organisatie van “Kerst in Mergelrijk” geen schending van het beding heeft opgeleverd, hetgeen met zich meebracht dat de vorderingen jegens [eisers in conventie, verweerders in reconventie] , die allemaal gegrond waren op de overtreding van het beding, werden afgewezen.
Kabelbaan kon zich met deze uitkomst niet verenigen en heeft hoger beroep ingesteld. Nog voordat het gerechtshof ’s-Hertogenbosch op 5 juni 2018 arrest wees (zaaknummer 200.206.351/01) in het voordeel van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] ten aanzien van de vraag of door haar het beding was geschonden, hebben Kabelbaan en [eisers in conventie, verweerders in reconventie] de samenwerking in het najaar van 2016 in onderling overleg beëindigd.
2.5.
Het zand dat voor de evenementen was gebruikt, is na beëindiging van de samenwerking in de groeve achtergebleven. Een afspraak tussen partijen over het afvoeren van het zand is niet tot stand gekomen.
2.6.
Kabelbaan heeft met behulp van derden en met het in de groeve opgeslagen zand sinds de kerstperiode 2016 verschillende tentoonstellingen met zandsculpturen georganiseerd met de thema’s Winter Wonderland (sprookjes), Hollywood (filmsterren) en 1001-nacht (sprookjes), met dien verstande dat deze tentoonstellingen, anders dan het evenement Magisch Zand, gedurende het hele jaar te bezoeken waren. De tentoonstelling met het thema 1001-nacht heeft zelfs twee jaren gestaan.
2.7.
Kabelbaan heeft [eisers in conventie, verweerders in reconventie] laatstelijk in 2019 verzocht het zand af te voeren. [eisers in conventie, verweerders in reconventie] heeft daaraan geen gevolg gegeven. Kabelbaan heeft begin 2020 het zand door derden laten afvoeren.

3.Het geschil in conventie en in reconventie

3.1.
[eisers in conventie, verweerders in reconventie] stelt dat Kabelbaan op grond van het beding dat partijen zijn overeengekomen, geen soortgelijk evenement mag organiseren in de kerstperiode, te weten van november tot en met januari.
[eisers in conventie, verweerders in reconventie] stelt dat sinds de samenwerking in de loop van 2016 is beëindigd, Kabelbaan tijdens de kerstperiode zandsculpturen vervaardigd door derden heeft tentoongesteld in de jaren 2016 (Winter Wonderland), 2017 (Hollywood) en 2018-2019 (1001-nacht) en dat zij zo het beding viermaal overtrad. [eisers in conventie, verweerders in reconventie] voert aan dat de naam van het evenement er niet toe doet. De feitelijke uitvoering van het evenement moet als soortgelijk worden aangemerkt, omdat er als jaarlijks terugkerend evenement zandsculpturen in de groeve worden getoond tijdens de kerstperiode en omdat door aankleding en verlichting e.d. in meer of mindere mate een kerstsfeer wordt gecreëerd. [eisers in conventie, verweerders in reconventie] meent daarom recht te hebben op de overeengekomen contractuele boete ad € 50.000,00 per jaar.
3.2.
[eisers in conventie, verweerders in reconventie] stelt voorts dat Kabelbaan het door haar in 2011 aangeschafte zand
voor het gezamenlijke project “Magisch Zand” sinds 2015 heeft gebruikt voor de door derden gemaakte zandsculpturen. Kabelbaan heeft het zand in haar voordeel aangewend, terwijl dat zand eigendom van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] was en [eisers in conventie, verweerders in reconventie] geen toestemming voor dat gebruik heeft gegeven. Kabelbaan heeft zich verrijkt ten koste van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] , omdat zij omzet genereerde en [eisers in conventie, verweerders in reconventie] niet deelde in de opbrengsten, terwijl de overeenkomst nog bestond, en doordat zij geen aanschafkosten had. [eisers in conventie, verweerders in reconventie] meent daarom recht te hebben op een vergoeding ter hoogte van de kostprijs bij inkoop van het zand in 2011.
3.3.
[eisers in conventie, verweerders in reconventie] vordert in conventie daarom dat de rechtbank bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad
1. Kabelbaan veroordeelt tot betaling van de overeengekomen boete ad € 200.000,00 vermeerderd met de wettelijke (handels)rente ex artikel 6:119(a) BW vanaf de dag der dagvaarding,
2. Kabelbaan veroordeelt tot vergoeding van schade ad € 10.846,26, althans tot een in goede justitie te betalen bedrag,
3. Kabelbaan veroordeelt tot betaling van de buitengerechtelijke kosten ad € 2.775,00,
4. Kabelbaan veroordeelt in de kosten van de procedure.
3.4.
Kabelbaan voert gemotiveerd verweer.
Zij meent dat het beding door [eisers in conventie, verweerders in reconventie] te ruim wordt uitgelegd. Volgens Kabelbaan is exclusiviteit overeengekomen voor een jaarlijks kerstevenement bestaande uit Europa’s grootste zandsculpturen die een kerststal of ander kerstthema uitbeelden. De door Kabelbaan georganiseerde tentoonstellingen in de periode 2016-2019 betreffen geen soortgelijk kerstevenement. Kabelbaan verwijst ter onderbouwing van haar standpunt naar het arrest van 5 juni 2018, waar het gerechtshof aldus oordeelde over de activiteiten van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] in 2014/2015 in de samenwerking met Mergelrijk B.V.
Kabelbaan betwist dat het gebruik van het zand van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] jegens [eisers in conventie, verweerders in reconventie] onrechtmatig was en/of dat zij zou zijn verrijkt door het gebruik van het zand en dat [eisers in conventie, verweerders in reconventie] daarbij zou zijn verarmd. Kabelbaan betwist in dat verband dat het zand nog enige waarde vertegenwoordigde bij het einde van de samenwerking in 2016, althans op het moment dat het werd afgevoerd.
3.5.
Kabelbaan stelt daarentegen dat zij kosten heeft moeten maken voor het afvoeren van 700 ton zand van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] , terwijl [eisers in conventie, verweerders in reconventie] op grond van de samenwerkingsovereenkomst verplicht was voor de afvoer zorg te dragen. Er is volgens Kabelbaan op grond van de overeenkomst of een andere afspraak geen enkele reden om te moeten veronderstellen dat deze kosten niet voor [eisers in conventie, verweerders in reconventie] zouden moeten komen.
3.6.
Kabelbaan vordert in reconventie daarom dat de rechtbank bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad [eisers in conventie, verweerders in reconventie] hoofdelijk veroordeelt om aan Kabelbaan te betalen een bedrag ad € 7.936,50 vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf de datum van het instellen van de eis in reconventie (26 februari 2020) tot aan de dag der algehele voldoening, met hoofdelijke veroordeling van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] in de proceskosten vermeerderd met rente.
3.7.
[eisers in conventie, verweerders in reconventie] voert gemotiveerd verweer. Zij voert aan dat na de eerste editie van Magisch Zand een van de overeenkomst afwijkende afspraak is gemaakt, namelijk dat het zand niet werd afgevoerd, maar in de groeve werd opgeslagen.
3.8.
Op de stellingen van partijen in conventie en in reconventie wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

in conventie en in reconventie
Verbetering schrijffout
4.1.
Het proces-verbaal van de mondelinge behandeling vermeldt abusievelijk als datum 29 januari 2020, terwijl dat 29 januari 2021 moet zijn. Deze schrijffout wordt hierbij hersteld.
in conventie
Het evenement met zandsculpturen in de kerstperiode
4.2.
Partijen verschillen van mening over het antwoord op de vraag hoe het beding moet worden uitgelegd. De rechtbank stelt voorop dat bij de uitleg van het beding het aankomt het op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs daaraan mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Naar het oordeel van de rechtbank is de passage uit de considerans van de overeenkomst, zoals geciteerd onder rov. 2.3., van belang en tevens is van belang hoe feitelijk uitvoering is gegeven aan de overeenkomst.
4.3.
In de jaren 2011 tot en met 2014 ging het steeds, zo begrijpt de rechtbank, om hetzelfde in opzet (locatie, routing, aankleding, verlichting e.d.) en uitvoering (metershoge zandsculpturen) terugkerend evenement tijdens de kerstperiode (november – januari) met een aan kerst gerelateerd thema, te weten Bethlehem (2011), Napolitaanse kerststal (2012), Volkstelling (2013) en Volg de Ster (2014). Een en ander past naar het oordeel van de rechtbank naadloos in de wens van partijen “samen te werken en de afspraken omtrent die samenwerking in een overeenkomst vast te leggen specifiek voor het project “Europa’s grootste ondergrondse Kerststal van zand” gehouden op lokatie Wilhelminagroeve (…), vooralsnog ieder jaar gepland in de periode november tot en met januari”.
4.4.
De rechtbank is van oordeel dat de tekst van het beding in het licht van de considerans en de feitelijke uitvoering in redelijkheid voor partijen niet anders is en was te begrijpen als dat er in de periode november tot en met januari geen zandsculpturen met een kerstgerelateerd thema mogen worden tentoongesteld.
Samenwerking tussen [eisers in conventie, verweerders in reconventie] en Kabelbaan op andere gezamenlijke projecten, al dan niet met zand of met andere thema’s of tijdens andere periodes van het jaar of gedurende het hele jaar, is nooit aan de orde gekomen. Het moet er daarom voor worden gehouden dat [eisers in conventie, verweerders in reconventie] én Kabelbaan beiden de handen vrij hadden om met derden samen te werken.
Zolang er geen sprake is van een zandsculptuur-evenement met kerstthema in de kerstperiode mochten partijen op grond van het beding tijdens de looptijd van de overeenkomst en mogen zij op grond van het beding sinds de beëindiging van de overeenkomst in 2016 met derden zandsculptuurevenementen organiseren. Het voorgaande is naar het oordeel van de rechtbank ook de conclusie die uit het arrest van 5 juni 2018 moet worden getrokken.
4.5.
De vraag die moet worden beantwoord, is of in de periode 2016 tot en met 2019 sprake is van een jaarlijks terugkerend soortgelijk evenement in de kerstperiode ten aanzien van de kernprestaties van het project Magisch Zand (Europa’s grootste ondergrondse Kerststal van zand). De rechtbank kan daar kort over zijn: Kabelbaan organiseerde een dergelijk evenement in die periode niet. Zij overweegt daartoe het volgende.
4.6.
Kabelbaan erkent dat in de periode november 2015 tot en met januari 2016 een kerstevenement met zandsculpturen plaatsvond met een kerstthema, te weten Ebenezer Scrooge, zoals bedoeld in het beding. In dat verband is Kabelbaan veroordeeld tot het betalen van de boete, zoals overeengekomen in het beding. De evenementen die Kabelbaan daarna heeft georganiseerd wijken in periode en thema af van het kerstevenement Magisch Zand. Dat sprake is van gedurende het hele jaar doorlopende tentoonstellingen is door [eisers in conventie, verweerders in reconventie] niet betwist. Evenmin is weersproken dat geen sprake is van kerstgerelateerde thema’s.
De vraag of er desondanks toch sprake is van een kerstactiviteit, als bedoeld in het beding, als de zandsculpturententoonstelling weliswaar een ander thema heeft, maar gepromoot wordt door Kabelbaan en externe partners, zoals de Kerststad Valkenburg, als kerstevenement en geheel is aangekleed en verlicht in kerstsfeer en gelardeerd is met kerstmuziek, moet naar het oordeel van de rechtbank negatief worden beantwoord. Kerstversiering, kerstaankleding, kerstmuziek en kerstsfeer zijn niet kenmerkend voor de vraag of er een soortgelijk evenement is als Magisch Zand, omdat geen sprake is van een kerstgerelateerd thema. Hierbij is relevant dat geen van beide partijen zich heeft uitgelaten over de vraag wat een kerstgerelateerd thema is, zodat de rechtbank op grond van de thema’s in de jaren 2011 tot en met 2014 en het met een boete gesanctioneerde thema Ebenezer Scrooge van 2015 ervan uitgaat dat het moet gaan om de uitbeelding van (aspecten van) het kerstverhaal dan wel om uitbeelding van wereldliteratuur (A Christmas Carol, Charles Dickens, uit 1843) die de (christelijke) kerstgedachte behandelt. Van belang is ook dat niet is bedongen dat niet mag worden voortgebouwd op de naamsbekendheid en populariteit van Magisch Zand. De door andere elementen dan de sculpturen opgewekte kerstsfeer noch het meeliften met de kerstevenementen-promotie maken het evenement met uitbeelding van wintersprookjes, Hollywood of sprookjes uit het Midden Oosten kerstgerelateerd. Van doorslaggevend belang is wat er aan zandsculpturen te zien is.
4.7.
De rechtbank volgt de uitleg van het beding door [eisers in conventie, verweerders in reconventie] , die er op neerkomt dat er geen zandsculpturen in de periode van november tot en met januari mogen worden tentoongesteld, dus niet en evenmin de interpretatie dat een activiteit met zandsculptuur in de kerstperiode een kerstactiviteit is.
4.8.
Omdat er niet is voldaan aan de voorwaarde voor het verbeuren van een boete, omdat het beding door Kabelbaan niet is overtreden in de periode in geding, moet de vordering op dit punt worden afgewezen.
Het zand
4.9.
[eisers in conventie, verweerders in reconventie] legt aan haar vordering tot schadevergoeding ten grondslag dat Kabelbaan ten koste van haar is verrijkt doordat omzet is gerealiseerd, terwijl de overeenkomst nog van kracht was en Kabelbaan geen opbrengsten heeft gedeeld. Na beëindiging van de overeenkomst is Kabelbaan verrijkt doordat zij zandsculptuurevenementen organiseerde zonder dat zij aanschafkosten had voor het zand.
4.10.
Kabelbaan betwist dat zij is verrijkt en weerspreekt dat [eisers in conventie, verweerders in reconventie] is verarmd.
4.11.
Wat er ook zij van de gestelde verrijking van Kabelbaan en de beweerdelijke verarming van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] , de rechtbank is van oordeel dat [eisers in conventie, verweerders in reconventie] op geen enkele wijze de omvang van de verrijking van Kabelbaan in de kerstperiode 2015/2016 (Scrooge-sculpturen) heeft onderbouwd met cijfers uit kaartverkoop, merchandising en andere opbrengsten, zodat ook de verarming uit omzetverlies van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] niet is onderbouwd. Uit artikel 2 van de overeenkomst maakt de rechtbank op dat dit niets anders kan zijn dan 50% van de opbrengsten, maar die opbrengsten zijn dus niet verfeitelijkt, laat staan dat gegevens in geding zijn gebracht op grond waarvan deze zouden kunnen worden geschat.
De stelling dat de schade door de verarming, nota bene over de gehele periode in geding, op zijn minst bestaat uit de aanschafwaarde van het zand in 2011 is voor de rechtbank zonder nadere concrete onderbouwing, die ontbreekt, niet navolgbaar. In dat verband is relevant dat [eisers in conventie, verweerders in reconventie] niet concreet onderbouwt wat de waarde van het zand was in 2015 noch op het moment van beëindiging van de overeenkomst in het najaar van 2016. Niet is komen vast te staan dat het zand op enig moment aan Kabelbaan te koop is aangeboden. Niet is gebleken dat de waarde van het zand na beëindiging van de overeenkomst op enigerlei wijze is getaxeerd, al dan niet in afwachting van de uitkomst van het hoger beroep. Doordat dit alles is nagelaten door [eisers in conventie, verweerders in reconventie] , is niet alleen niet geconcretiseerd welke kosten Kabelbaan heeft uitgespaard, maar ook wordt niet duidelijk hoe de waarde van het zand te relateren is aan de beweerdelijke verarming ter hoogte van de aanschafprijs in 2011.
4.12.
De vordering moet wegens het ontbreken van een toereikende grondslag op dit punt worden afgewezen.
in reconventie
De kosten van het afvoeren van het zand
4.13.
Op grond van de overeenkomst behoort het tot de kernprestaties van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] om het zand aan- en af te voeren. Vast staat dat gedurende de samenwerking voor een praktische oplossing is gekozen en het zand in de periode tussen januari en november werd opgeslagen in de groeve. Vast staat ook dat [eisers in conventie, verweerders in reconventie] , omdat zij bij de rechter nakoming vorderde, bij het eind van de overeenkomst in het najaar van 2016 het zand niet heeft afgevoerd. Het hof heeft bij zijn arrest van 5 juni 2018 de nakomingsvordering afgewezen. In die afwijzing ligt naar het oordeel van de rechtbank besloten dat [eisers in conventie, verweerders in reconventie] , gelet op de overeengekomen kernprestatie, het zand had moeten (laten) afvoeren. Dat de overeenkomst geen expliciete afspraak bevat over de vraag hoe met het zand zou worden omgegaan na beëindiging van de samenwerking, maakt dat niet anders. Vast staat immers dat niet is overeengekomen dat [eisers in conventie, verweerders in reconventie] het zand dan in de groeve mocht laten liggen.
4.14.
[eisers in conventie, verweerders in reconventie] weerspreekt niet dat op de drie berichten van Kabelbaan over het zand, te weten de e-mails van 2 september 2018 (ophalen), 19 september 2018 (overname tegen betaling van reële prijs) en de brief van 24 december 2019 (waar af te leveren), niet is gereageerd. [eisers in conventie, verweerders in reconventie] heeft in deze brieven bovendien geen aanleiding gezien om het zand zelf op te halen, hoewel zij daartoe gehouden was.
4.15.
Kabelbaan heeft uitdrukkelijk te kennen gegeven dat zij de kosten gemoeid met het afvoeren van het zand in rekening zou brengen bij [eisers in conventie, verweerders in reconventie] . [eisers in conventie, verweerders in reconventie] heeft daartegen niet geprotesteerd. Kabelbaan mocht daaruit begrijpen dat [eisers in conventie, verweerders in reconventie] haar verplichting op grond van de overeenkomst het zand af te voeren niet meer wenste na te komen. Het is daarom terecht dat de kosten die Kabelbaan heeft moeten maken voor de afvoer van het zand voor rekening van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] worden gebracht.
4.16.
Relevant voor de beoordeling van de vordering is voorts dat [eisers in conventie, verweerders in reconventie] de hoogte van de kosten van afvoer niet betwist heeft. De vordering wordt dan ook toegewezen.
in conventie en in reconventie
Proceskosten
4.17.
[eisers in conventie, verweerders in reconventie] zal als de in het ongelijk gestelde partij in het geding in conventie hoofdelijk worden veroordeeld in de kosten van dat geding. Deze worden aan de zijde van Kabelbaan begroot op € 4.131,00 griffierecht en 2 x € 2.491,00 aan salaris advocaat
(2 punten tarief VI, gelet op de hoogte van de vordering).
4.18.
[eisers in conventie, verweerders in reconventie] zal als de in het ongelijk gestelde partij in het geding in reconventie hoofdelijk worden veroordeeld in de kosten van het geding in reconventie. Deze worden aan de zijde van Kabelbaan begroot op 2 x € 478,00 aan salaris advocaat (2 punten tarief I, gelet op de hoogte van het toegewezen bedrag).
4.19.
De door Kabelbaan in conventie gevorderde nakosten en in conventie en in reconventie gevorderde rente over de proceskosten worden toegewezen als hieronder in de beslissing is verwoord.

5.De beslissing

De rechtbank
in conventie
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt [eisers in conventie, verweerders in reconventie] hoofdelijk in de kosten van het geding in conventie aan de zijde van Kabelbaan begroot op € 9.113,00, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 van het Burgerlijk Wetboek, te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van het vonnis tot aan de dag van algehele betaling,
5.3.
veroordeelt [eisers in conventie, verweerders in reconventie] hoofdelijk in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 163,00 aan salaris advocaat, vermeerderd, onder de voorwaarde dat [eisers in conventie, verweerders in reconventie] niet binnen twee weken na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 85,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en vermeerderen met de wettelijke rente, als bedoeld in artikel 6:119 BW, over de nakosten met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening,
in reconventie
5.4.
veroordeelt [eisers in conventie, verweerders in reconventie] hoofdelijk om aan Kabelbaan te betalen een bedrag ad
€ 7.936,50, vermeerderd met de wettelijke rente, als bedoeld in artikel 6:119 van het Burgerlijk Wetboek, over dat bedrag vanaf de datum van het instellen van de eis in reconventie (26 februari 2020) tot aan de dag der algehele voldoening,
5.5.
veroordeelt [eisers in conventie, verweerders in reconventie] hoofdelijk in de kosten van het geding in reconventie aan de zijde van Kabelbaan begroot op € 956,00, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 van het Burgerlijk Wetboek, te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van het vonnis tot aan de dag van algehele betaling,
in conventie en in reconventie
5.6.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.M. Etman en in het openbaar uitgesproken. [1]

Voetnoten

1.type: EvB