In deze zaak, die voor de Rechtbank Limburg is behandeld, gaat het om een geschil tussen de aandeelhouders en (voormalig) bestuurders van twee vennootschappen, CSPlus B.V. en CloudSolutions B.V., over de terugbetaling van diverse bedragen. De eiseressen, CSPlus en CloudSolutions, hebben vorderingen ingesteld tegen de gedaagde, A.H. Beheer Weert B.V., en een bestuurder, [gedaagde 2]. De rechtbank heeft vastgesteld dat CSPlus een dochteronderneming is van CloudSolutions en dat de aandelen in CloudSolutions worden gehouden door drie aandeelhouders, waaronder A.H. Beheer. De rechtbank heeft de procedure in detail behandeld, waarbij verschillende processtukken zijn ingediend, waaronder dagvaardingen en conclusies van antwoord.
De rechtbank heeft de feiten en het geschil in detail uiteengezet. CSPlus vordert onder andere een bedrag van € 424.107,57 van A.H. Beheer, alsook wettelijke rente en proceskosten. De rechtbank heeft vastgesteld dat A.H. Beheer als bestuurder van CSPlus en CloudSolutions is ontslagen en dat er verschillende betalingen zijn verricht die door CSPlus als onterecht zijn aangemerkt. De rechtbank heeft de vorderingen van CSPlus en CloudSolutions beoordeeld op basis van verschillende juridische grondslagen, waaronder nakoming, onverschuldigde betaling, ongerechtvaardigde verrijking en bestuurdersaansprakelijkheid.
De rechtbank heeft uiteindelijk geoordeeld dat A.H. Beheer een bedrag van € 102.582,91 aan CSPlus en € 29.961,91 aan CloudSolutions moet betalen, vermeerderd met wettelijke rente. De rechtbank heeft ook de beslagkosten en proceskosten toegewezen aan CSPlus. De vorderingen tegen [gedaagde 2] zijn afgewezen, omdat de rechtbank geen bestuurdersaansprakelijkheid heeft vastgesteld. Dit vonnis is uitgesproken op 16 juni 2021.