De moeder heeft, ook bij monde van haar advocaat, ter gelegenheid van de mondelinge behandeling verweer gevoerd. Er heeft geen overleg plaatsgevonden met [minderjarige] over het verzoekschrift. Dat dit niet mogelijk zou zijn geweest, omdat [minderjarige] blijkbaar was opgehaald door de politie, staat niet vermeld in het verzoekschrift. Bovendien waren er wel meer momenten tot aan de zitting om het verzoekschrift met hem te bespreken. Het draait om het belang van [minderjarige] , die zijn ouders heel erg mist, en dan is het juist belangrijk om zijn mening te ventileren. Nu dat niet is gebeurd, dient de GI niet-ontvankelijk te worden verklaard in haar verzoeken.
Morgen (20 mei 2021) vindt in hoger beroep een mondelinge behandeling plaats bij het gerechtshof ’s-Hertogenbosch (naar de kinderrechter aanneemt tegen de beschikking van de kinderrechter van deze rechtbank van 17 december 2020).
Ten aanzien van de verzochte verlenging van de ondertoezichtstelling refereert de moeder zich aan het oordeel van de rechtbank.
Met betrekking tot de verzochte verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing verzoekt de moeder dit verzoek van de GI af te wijzen, subsidiair voor een periode van een half jaar toe te wijzen. In het verzoekschrift en de onderliggende stukken is zeer weinig uitleg gegeven over dit verlengingsverzoek. De onderbouwing is te beperkt om te kunnen aannemen dat de uithuisplaatsing nog langer noodzakelijk is. Anders dan de GI stelt, doet [minderjarige] het op school niet beter dan voorheen en het is de vraag waar dat aan ligt. Eerder is aangegeven dat de moeder hulpverlening zou krijgen, maar er is nog altijd niets ingezet. Sinds 8 april 2021 is er op geen enkele wijze meer contact geweest tussen [minderjarige] en de moeder, zelfs niet telefonisch. In dit verband heeft de moeder weliswaar heftig en emotioneel gereageerd, maar zij heeft haar standpunt op een later moment bijgesteld, maar toen wilde het aXiehuis de omgang niet meer herstarten. Het kan niet zo zijn dat er dan helemaal geen contact meer tussen [minderjarige] en de moeder plaatsvindt. De moeder is het oneens met de stelling dat zij [minderjarige] niet kan verzorgen en opvoeden. Dat zij niet begeleidbaar zou zijn en veel afspraken zou hebben afgezegd, heeft een reden. De moeder werkt als ZZP-er in de zorg en van haar is in coronatijd heel veel gevraagd (zij was onder meer genoodzaakt in te vallen voor zieke collega’s). Ook weigerde zij de begeleiding van de omgang niet, maar was het vaak moeilijk om een omgangsafspraak in te plannen, omdat de begeleider niet kon op de tijden dat de moeder beschikbaar was. De moeder werkt onder meer met autistische mensen en gaat met hen naar buiten. Zij heeft het dan ook als vernederend ervaren dat zij gedurende de begeleide omgang met [minderjarige] niet naar buiten mocht. De moeder krijgt niet de kans om [minderjarige] voorspelbaarheid en duidelijkheid te bieden, terwijl [minderjarige] voorafgaand aan de uithuisplaatsing gedurende een maand bij haar heeft verbleven en er toen volgens haar maatschappelijk werker geen aanleiding was tot onrust, maar die bevindingen heeft de GI niet serieus genomen. Het pendelen tussen België en Nederland levert voor [minderjarige] juist veel onrust op. De moeder kan de opvang van [minderjarige] feitelijk zelf regelen door haar vaste oppas ( [naam 1] ) en haar vriend ( [naam 2] ) in te zetten. [minderjarige] bevindt zich nu in een situatie die niet in zijn belang is. Deze uithuisplaatsing gaat niet opleveren wat daarvan wettelijk of maatschappelijk moet worden verwacht.
In een telefoongesprek met [minderjarige] heeft de moeder duidelijk gehoord dat [minderjarige] heeft gezegd dat oma naakt rondliep. De moeder heeft twee getuigen die dit ook gehoord hebben. Daarna heeft de moeder de politie gebeld en aangegeven dat [minderjarige] hierover verhoord zou moeten worden door de politie en dat onderzocht moet worden of sprake is van seksueel misbruik. De ouders kregen te horen dat oma met [minderjarige] , als tienjarige jongen, had gedoucht. Daar hebben de ouders zich ernstige zorgen over gemaakt. Een jongen van die leeftijd hoeft niet meer met zijn oma onder de douche.