Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
Raad voor de Kinderbescherming, Regio Zuidoost-Nederland, verder te noemen:
1.Het verloop van de procedure
- het verzoekschrift (met bijlagen) van de zijde van de moeder, binnengekomen op
- het verweerschrift van de zijde van de vader, binnengekomen op 16 oktober 2020;
- het F8-formulier van de zijde van de vader, gedateerd 18 november 2020;
- de brief (met bijlagen) van de zijde van de moeder, gedateerd 14 april 2021;
- het F9-formulier (met bijlagen) van de zijde van de moeder, gedateerd 15 april 2021;
- het F9-formulier (bijlagen) van de zijde van de vader, gedateerd 19 april 2021.
29 april 2021. Verschenen zijn:
- de moeder, bijgestaan door mr. Van de Laar;
- de vader;
- een vertegenwoordiger van de raad.
2.De feiten
- [minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum 1] te [geboorteplaats 1] ;
- [minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum 2] te [geboorteplaats 2] ,
5 december 2017 ondertekend ouderschapsplan (hierna: het ouderschapsplan). Dit ouderschapsplan maakt deel uit van de voormelde beschikking van deze rechtbank van
12 januari 2018 door aanhechting daaraan.
- de hoofdverblijfplaats van [minderjarige 1] bij de vader is en de hoofdverblijfplaats van [minderjarige 2] bij de moeder;
- de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken neerkomt op co-ouderschap (vier dagen bij de moeder en drie dagen bij vader);
- de vader een bedrag van € 300,00 per maand aan moeder zal betalen als bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen. Geïndexeerd naar 2020 bedraagt deze bijdrage € 313,65 per maand oftewel € 156,83 per kind per maand.
3.Het geschil
- dat de vader vanaf 1 mei 2021 een bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen van € 250,00 per kind per maand aan de moeder gaat betalen, voor wat betreft de toekomstige termijnen telkens bij vooruitbetaling te voldoen;
- dat de vader binnen veertien dagen na de datum van de mondelinge behandeling een bedrag van € 625,00 aan de moeder zal betalen, ten titel van ‘achterstand kinderalimentatie’;
- dat de vader een (eventuele) wijziging in zijn huidige baan bij zijn huidige werkgever en alles wat daarmee samenhangt (zoals bijvoorbeeld het verlies van zijn huidige baan) niet kan aanvoeren als een wijziging van omstandigheden voor wat betreft een toekomstige herbeoordeling van de thans overeengekomen bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen.
4.Beslissing
- [minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum 1] te [geboorteplaats 1] ;
- [minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum 2] te [geboorteplaats 2] ,