Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de dagvaarding met productie 1
- de conclusie van antwoord
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 24 maart 2021.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
nietis afgesproken dat de persoon die een aangekochte zaak betaalt, daarvan de eigenaar is. Het moet er daarom voor worden gehouden dat hetgeen door partijen is aangeschaft, gemeenschappelijk eigendom werd.
5.De beslissing
30 juni 2021voor uitlating door [eiseres] alsook door [gedaagde] of zij/hij bewijs wil leveren door het overleggen van bewijsstukken, door het horen van getuigen en/of door een ander bewijsmiddel,
bewijsstukkenwil overleggen, die stukken direct in het geding moet brengen,
getuigenwil laten horen, de getuigen en de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten in de maanden november 2021 tot en met maart 2022 direct moet opgeven, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zal worden bepaald,
alle partijenuiterlijk twee weken voor het eerste getuigenverhoor
alle beschikbare bewijsstukkenaan de rechtbank en de wederpartij moeten toesturen,