Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de dagvaarding met de daarbij gevoegde producties 1 tot en met 11,
- de conclusie van antwoord met de daarbij gevoegde producties 1 tot en met 48,
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 16 maart 2021.
2.De feiten
Deelnemer < [naam 1] , geb. te [geboorteplaats] op [geboortedatum] >
Deelnemer < [eiser] , geb. te [geboorteplaats] op [geboortedatum] >
Deelnemer < [naam 2] , geb. te [geboorteplaats] op [geboortedatum] >
- Deelnemer 1 < [naam 1] > zal hoofdzakelijk verantwoordelijk zijn voor de virale marketing. Hierbij valt te denken aan Vlogs, Blogs, Foto’s, Facebook, Instagram of overige sociale netwerken, fysieke meetings of webinars en seminars.
- Deelnemer 2 < [eiser] > zal hoofdzakelijk verantwoordelijk zijn voor de grafische en technologische zaken, het opstellen van het boek en de online marketing. Hierbij valt te denken aan het bouwen en onderhouden van de webshop, lay-out boek, inhoud boek, Photoshop,software en koppelingen.
- Deelnemer 3 < [naam 2] > zal hoofdzakelijk verantwoordelijk zijn voor de sales, contracten, marketing en het samenstellen van het boek ’My shredded Lifestyle’
- [naam vof] is een vennootschap, die de zakelijke handelingen voor het project verricht.’
De waarde van de ontwikkelingskosten en auteursrechten zijn niet apart gewaardeerd maar meegenomen in de potentiële toekomstige resultaten.
De door Koper te betalen Koopsom van de Aandelen bedraagt € 15.000,= (…).
3.Het geschil
4.De beoordeling
H3 ben ik bijna klaar mee’, kan immers ook volgen dat [eiser] dit hoofdstuk enkel verder heeft geperfectioneerd, zoals door 365 Brandz B.V. naar voren is gebracht. Ook uit de passages “
tabelletje is wel vet zo”, “
Goed ben alle fouten er uit het halen en zinnen in een lopend verhaal het maken” en “
ik ben nu het boekje het printen met de tekst zoals ik die tot nu te heb herschreven” (zie rechtsoverweging 2.3.), kan worden afgeleid dat [eiser] zich in ieder geval op de vormgeving richtte. Verder kan ook uit de tekst van de overgelegde e-mail van 12 april 2017 worden afgeleid dat [naam 1] de bij het e-mailbericht toegevoegde teksten heeft samengesteld, waarna [eiser] de opmaak zou verzorgen en op spellingsfouten zou controleren. Zonder deugdelijke toelichting, die evenwel ontbreekt, kan niet worden aangenomen dat de inhoud van de werken terug te voeren is op creatieve keuzes van [eiser] die zijn persoonlijk stempel dragen.
wat fancier te maken’. Dit blijkt ook uit de mededeling van [eiser] tijdens de mondelinge behandeling dat hij de teksten ‘
verder [heeft] geperfectioneerd’. Hoewel [eiser] tijdens het editen van aan hem aangeleverde teksten ook zal hebben nagedacht over wat hij wel en niet wilde aanpassen en daarbij selectief te werk zal zijn gegaan, komt daaruit bepaald niet de door hem gestelde unieke verhaallijn, dan wel zijn persoonlijk stempel op die werken tot uiting. Nu [eiser] niet aan de op hem rustende stelplicht heeft voldaan, komt de rechtbank aan een nadere bewijslevering niet toe.