In deze zaak heeft de rechtbank Limburg op 2 juni 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, hierna aangeduid als '[eiseres]', en Mediahuis Limburg B.V., de gedaagde. De eiseres, die het blad Nummer1 uitgeeft, vorderde schadevergoeding van Mediahuis Limburg wegens onrechtmatige uitlatingen door medewerkers van laatstgenoemde. De eiseres stelde dat Mediahuis Limburg in strijd met een geheimhoudingsafspraak had gecommuniceerd over de beëindiging van de samenwerking, wat geleid zou hebben tot schade in de vorm van weggevallen advertentie-inkomsten.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er inderdaad een samenwerkingsovereenkomst tussen partijen bestond, waarin geheimhouding was overeengekomen. Echter, de rechtbank oordeelde dat het causaal verband tussen de gestelde uitlatingen van Mediahuis Limburg en de door eiseres geleden schade niet was aangetoond. De rechtbank concludeerde dat de beslissing van adverteerders om minder te adverteren in Nummer1 niet het gevolg was van de uitlatingen van Mediahuis Limburg, maar eerder te maken had met de oprichting van een concurrerend blad, genaamd 'Voila'.
Uiteindelijk heeft de rechtbank de vorderingen van eiseres afgewezen en haar veroordeeld in de proceskosten van Mediahuis Limburg, die zijn begroot op € 4.270,00. Dit vonnis benadrukt het belang van het aantonen van een causaal verband in schadeclaims en de noodzaak voor eiseres om haar claims adequaat te onderbouwen.