Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De beoordeling van het bewijs
4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de verdachte
6.De straf
7.De benadeelde partijen en de schadevergoedingsmaatregelen
8.De wettelijke voorschriften
9.De beslissing
- verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 3.3 is omschreven;
- spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
- verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf van 6 maanden;
- wijst de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 5] toe en veroordeelt de verdachte om tegen bewijs van kwijting aan de benadeelde partij te betalen 2.549,56 euro, bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode van 31 december 2018 tot aan de dag van de volledige voldoening;
- veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
- legt aan de verdachte hoofdelijk de verplichting op tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer,
[benadeelde 5],
van 2.549,56 euro,bij niet betaling en verhaal
te vervangen door 35 dagen gijzeling, met dien verstande dat de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode vanaf 31 december 2018 tot aan de dag van de volledige voldoening;
- wijst de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 6] toe en veroordeelt de verdachte om tegen bewijs van kwijting aan de benadeelde partij te betalen 2.549,56 euro, bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode van 31 december 2018 tot aan de dag van de volledige voldoening;
- veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
- legt aan de verdachte hoofdelijk de verplichting op tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer,
[benadeelde 6],
van 2.549,56 euro,bij niet betaling en verhaal
te vervangen door 35 dagen gijzeling, met dien verstande dat de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode vanaf 31 december 2018 tot aan de dag van de volledige voldoening;
wijst de vordering van de benadeelde partijen [benadeelde 7] en [benadeelde 8] toe en veroordeelt de verdachte om tegen bewijs van kwijting aan de benadeelde partijen te betalen 2.549,56 euro, bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode van
- veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
- legt aan de verdachte hoofdelijk de verplichting op tot betaling aan de Staat ten behoeve van de slachtoffers,
[benadeelde 7] en [benadeelde 8],
van 2.549,56 euro,bij niet betaling en verhaal
te vervangen door 35 dagen gijzeling, met dien verstande dat de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode vanaf 31 december 2018 tot aan de dag van de volledige voldoening;
- wijst de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 9] toe en veroordeelt de verdachte om tegen bewijs van kwijting aan de benadeelde partij te betalen 2.549,56 euro, bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode van 31 december 2018 tot aan de dag van de volledige voldoening;
- veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
- legt aan de verdachte hoofdelijk de verplichting op tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer,
[benadeelde 9],
van 2.549,56 euro,bij niet betaling en verhaal
te vervangen door 35 dagen gijzeling, met dien verstande dat de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode vanaf 31 december 2018 tot aan de dag van de volledige voldoening;
- wijst de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 10] toe en veroordeelt de verdachte om tegen bewijs van kwijting aan de benadeelde partij te betalen 2.549,56 euro, bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode van 31 december 2018 tot aan de dag van de volledige voldoening;
- veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
- legt aan de verdachte hoofdelijk de verplichting op tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer,
[benadeelde 10],
van 2.549,56 euro,bij niet betaling en verhaal
te vervangen door 35 dagen gijzeling, met dien verstande dat de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode vanaf 31 december 2018 tot aan de dag van de volledige voldoening;
- wijst de vordering van de benadeelde partijen [benadeelde 11] en [benadeelde 12] toe en veroordeelt de verdachte om tegen bewijs van kwijting aan de benadeelde partijen te betalen 2.647,62 euro, bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode van 31 december 2018 tot aan de dag van de volledige voldoening;
- veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
- legt aan de verdachte hoofdelijk de verplichting op tot betaling aan de Staat ten behoeve van de slachtoffers,
[benadeelde 11] en [benadeelde 12],
van 2.647,62 euro,bij niet betaling en verhaal
te vervangen door 36 dagen gijzeling, met dien verstande dat de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode vanaf 31 december 2018 tot aan de dag van de volledige voldoening;
- wijst de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 13] toe en veroordeelt de verdachte om tegen bewijs van kwijting aan de benadeelde partij te betalen 2.647,62 euro, bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode van 31 december 2018 tot aan de dag van de volledige voldoening;
- veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
- legt aan de verdachte hoofdelijk de verplichting op tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer,
[benadeelde 13],
van 2.647,62 euro,bij niet betaling en verhaal
te vervangen door 36 dagen gijzeling, met dien verstande dat de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode vanaf 31 december 2018 tot aan de dag van de volledige voldoening;
wijst de vordering van de benadeelde partijen [benadeelde 14] en mevrouw [benadeelde 15] toe en veroordeelt de verdachte om tegen bewijs van kwijting aan de benadeelde partijen te betalen 2.647,62 euro, bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode van
- veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
- legt aan de verdachte hoofdelijk de verplichting op tot betaling aan de Staat ten behoeve van de slachtoffers, [benadeelde 14] en mevrouw [benadeelde 15],
van 2.647,62 euro,bij niet betaling en verhaal
te vervangen door 36 dagen gijzeling, met dien verstande dat de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode vanaf 31 december 2018 tot aan de dag van de volledige voldoening;
- wijst de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 16] toe en veroordeelt de verdachte om tegen bewijs van kwijting aan de benadeelde partij te betalen 2.549,56 euro, bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode van 31 december 2018 tot aan de dag van de volledige voldoening;
- veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
- legt aan de verdachte hoofdelijk de verplichting op tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer,
[benadeelde 16],
van 2.549,56 euro,bij niet betaling en verhaal
te vervangen door 35 dagen gijzeling, met dien verstande dat de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode vanaf 31 december 2018 tot aan de dag van de volledige voldoening;
wijst de vordering van de benadeelde partijen [benadeelde 17] en [benadeelde 18] en [benadeelde 19] toe en veroordeelt de verdachte om tegen bewijs van kwijting aan de benadeelde partijen te betalen 2.549,56 euro, bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode van
- veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
- legt aan de verdachte hoofdelijk de verplichting op tot betaling aan de Staat ten behoeve van de slachtoffers,
[benadeelde 17] en [benadeelde 18] en [benadeelde 19],
van 2.549,56 euro,bij niet betaling en verhaal
te vervangen door 35 dagen gijzeling, met dien verstande dat de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode vanaf 31 december 2018 tot aan de dag van de volledige voldoening;
- wijst de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 20] toe en veroordeelt de verdachte om tegen bewijs van kwijting aan de benadeelde partij te betalen 2.549,56 euro, bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode van 31 december 2018 tot aan de dag van de volledige voldoening;
- veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
- legt aan de verdachte hoofdelijk de verplichting op tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer,
[benadeelde 20],
van 2.549,56 euro,bij niet betaling en verhaal
te vervangen door 35 dagen gijzeling, met dien verstande dat de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode vanaf 31 december 2018 tot aan de dag van de volledige voldoening;
wijst de vordering van de benadeelde partijen [benadeelde 21] en [benadeelde 22] toe en veroordeelt de verdachte om tegen bewijs van kwijting aan de benadeelde partijen te betalen 2.549,56 euro, bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode van
- veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
- legt aan de verdachte hoofdelijk de verplichting op tot betaling aan de Staat ten behoeve van de slachtoffers,
[benadeelde 21] en [benadeelde 22],
van 2.549,56 euro,bij niet betaling en verhaal
te vervangen door 35 dagen gijzeling, met dien verstande dat de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode vanaf 31 december 2018 tot aan de dag van de volledige voldoening;
- wijst de vordering van de benadeelde partijen [benadeelde 23] en [benadeelde 24] toe en veroordeelt de verdachte om tegen bewijs van kwijting aan de benadeelde partijen te betalen 2.549,56 euro, bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode van 31 december 2018 tot aan de dag van de volledige voldoening;
- veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
- legt aan de verdachte hoofdelijk de verplichting op tot betaling aan de Staat ten behoeve van de slachtoffers,
[benadeelde 23] en [benadeelde 24],
van 2.549,56 euro,bij niet betaling en verhaal
te vervangen door 35 dagen gijzeling, met dien verstande dat de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode vanaf 31 december 2018 tot aan de dag van de volledige voldoening;
- wijst de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 25] toe en veroordeelt de verdachte om tegen bewijs van kwijting aan de benadeelde partij te betalen 2.549,56 euro, bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode van 31 december 2018 tot aan de dag van de volledige voldoening;
- veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
- legt aan de verdachte hoofdelijk de verplichting op tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer,
[benadeelde 25],
van 2.549,56 euro,bij niet betaling en verhaal
te vervangen door 35 dagen gijzeling, met dien verstande dat de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode vanaf 31 december 2018 tot aan de dag van de volledige voldoening;
- wijst de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 26] toe en veroordeelt de verdachte om tegen bewijs van kwijting aan de benadeelde partij te betalen 2.549,56 euro, bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode van 31 december 2018 tot aan de dag van de volledige voldoening;
- veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
- legt aan de verdachte hoofdelijk de verplichting op tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer,
[benadeelde 26],
van 2.549,56 euro,bij niet betaling en verhaal
te vervangen door 35 dagen gijzeling, met dien verstande dat de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode vanaf 31 december 2018 tot aan de dag van de volledige voldoening;
- wijst de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 27] toe en veroordeelt de verdachte om tegen bewijs van kwijting aan de benadeelde partij te betalen 2.647,62 euro, bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode van 31 december 2018 tot aan de dag van de volledige voldoening;
- veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
- legt aan de verdachte hoofdelijk de verplichting op tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer, [benadeelde 27],
van 2.647,62 euro,bij niet betaling en verhaal
te vervangen door 36 dagen gijzeling, met dien verstande dat de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode vanaf 31 december 2018 tot aan de dag van de volledige voldoening;
- wijst de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 28] toe en veroordeelt de verdachte om tegen bewijs van kwijting aan de benadeelde partij te betalen 2.647,62 euro, bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode van 31 december 2018 tot aan de dag van de volledige voldoening;
- veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
- legt aan de verdachte hoofdelijk de verplichting op tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer, [benadeelde 28],
van 2.647,62 euro,bij niet betaling en verhaal
te vervangen door 36 dagen gijzeling, met dien verstande dat de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode vanaf 31 december 2018 tot aan de dag van de volledige voldoening;
- wijst de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 29] toe en veroordeelt de verdachte om tegen bewijs van kwijting aan de benadeelde partij te betalen 39.322,06 euro, bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode van 31 december 2018 tot aan de dag van de volledige voldoening;
- veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
- legt aan de verdachte hoofdelijk de verplichting op tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer,
[benadeelde 29],
van 39.322,06 euro,bij niet betaling en verhaal
te vervangen door 231 dagen gijzeling, met dien verstande dat de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode vanaf 31 december 2018 tot aan de dag van de volledige voldoening;
- wijst de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 30] . toe en veroordeelt de verdachte om tegen bewijs van kwijting aan de benadeelde partij te betalen 2.047,10 euro, bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode van 19 februari 2019 tot aan de dag van de volledige voldoening;
- veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
- legt aan de verdachte hoofdelijk de verplichting op tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer,
[benadeelde 30] .,
van 2.047,10 euro,bij niet betaling en verhaal
te vervangen door 30 dagen gijzeling, met dien verstande dat de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode vanaf 19 februari 2019 tot aan de dag van de volledige voldoening;
- wijst de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 31] toe en veroordeelt de verdachte om tegen bewijs van kwijting aan de benadeelde partij te betalen 2.977,60 euro, bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode van 19 februari 2019 tot aan de dag van de volledige voldoening;
- veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
- legt aan de verdachte hoofdelijk de verplichting op tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer,
[benadeelde 31],
van 2.977,60 euro,bij niet betaling en verhaal
te vervangen door 39 dagen gijzeling, met dien verstande dat de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode vanaf 19 februari 2019 tot aan de dag van de volledige voldoening;
- wijst de vordering van de benadeelde partijen [benadeelde 32] en mevrouw [benadeelde 33] toe en veroordeelt de verdachte om tegen bewijs van kwijting aan de benadeelde partijen te betalen 2.047,10 euro, bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode van 19 februari 2019 tot aan de dag van de volledige voldoening;
- veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
- legt aan de verdachte hoofdelijk de verplichting op tot betaling aan de Staat ten behoeve van de slachtoffers,
[benadeelde 32] en mevrouw [benadeelde 33] , van 2.047,10 euro,bij niet betaling en verhaal
te vervangen door 30 dagen gijzeling, met dien verstande dat de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode vanaf 19 februari 2019 tot aan de dag van de volledige voldoening;
- wijst de vordering van de benadeelde partijen [benadeelde 34] en [benadeelde 35] toe en veroordeelt de verdachte om tegen bewijs van kwijting aan de benadeelde partijen te betalen 2.977,60 euro, bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode van 19 februari 2019 tot aan de dag van de volledige voldoening;
- veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
- legt aan de verdachte hoofdelijk de verplichting op tot betaling aan de Staat ten behoeve van de slachtoffers,
[benadeelde 34] en [benadeelde 35],
van 2.977,60 euro,bij niet betaling en verhaal
te vervangen door 39 dagen gijzeling, met dien verstande dat de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode vanaf 19 februari 2019 tot aan de dag van de volledige voldoening;
- wijst de vordering van de benadeelde partijen [benadeelde 36] en [benadeelde 37] toe en veroordeelt de verdachte om tegen bewijs van kwijting aan de benadeelde partijen te betalen 4.094,20 euro, bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode van 19 februari 2019 tot aan de dag van de volledige voldoening;
- veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
- legt aan de verdachte hoofdelijk de verplichting op tot betaling aan de Staat ten behoeve van de slachtoffers,
[benadeelde 36] en [benadeelde 37],
van 4.094,20 euro,bij niet betaling en verhaal
te vervangen door 50 dagen gijzeling, met dien verstande dat de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode vanaf 19 februari 2019 tot aan de dag van de volledige voldoening;
- wijst de vordering van de benadeelde partijen [benadeelde 2] en [benadeelde 38] toe en veroordeelt de verdachte om tegen bewijs van kwijting aan de benadeelde partijen te betalen 2.791,50 euro, bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode van 19 februari 2019 tot aan de dag van de volledige voldoening;
- veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
- legt aan de verdachte hoofdelijk de verplichting op tot betaling aan de Staat ten behoeve van de slachtoffers,
[benadeelde 2] en [benadeelde 38],
van 2.791,50 euro,bij niet betaling en verhaal
te vervangen door 37 dagen gijzeling, met dien verstande dat de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode vanaf 19 februari 2019 tot aan de dag van de volledige voldoening;
- wijst de vordering van de benadeelde partijen [benadeelde 39] en [benadeelde 40] toe en veroordeelt de verdachte om tegen bewijs van kwijting aan de benadeelde partijen te betalen 2.047,10 euro, bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode van 19 februari 2019 tot aan de dag van de volledige voldoening;
- veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
- legt aan de verdachte hoofdelijk de verplichting op tot betaling aan de Staat ten behoeve van de slachtoffers,
[benadeelde 39] en [benadeelde 40] , van 2.047,10 euro,bij niet betaling en verhaal
te vervangen door 30 dagen gijzeling, met dien verstande dat de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode vanaf 19 februari 2019 tot aan de dag van de volledige voldoening;
- wijst de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 29] toe en veroordeelt de verdachte om tegen bewijs van kwijting aan de benadeelde partij te betalen 23.262,50 euro, bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode van 19 februari 2019 tot aan de dag van de volledige voldoening;
- veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
- legt aan de verdachte hoofdelijk de verplichting op tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer,
[benadeelde 29] , van 23.262,50 euro,bij niet betaling en verhaal
te vervangen door 151 dagen gijzeling, met dien verstande dat de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode vanaf 19 februari 2019 tot aan de dag van de volledige voldoening;
- wijst de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 41] toe en veroordeelt de verdachte om tegen bewijs van kwijting aan de benadeelde partij te betalen 6.015,52 euro, bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode van 1 juli 2019 tot aan de dag van de volledige voldoening;
- veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
- legt aan de verdachte hoofdelijk de verplichting op tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer,
[benadeelde 41],
van 6.015,52 euro,bij niet betaling en verhaal
te vervangen door 65 dagen gijzeling, met dien verstande dat de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode vanaf 1 juli 2019 tot aan de dag van de volledige voldoening;
- wijst de vorderingen van de benadeelde partijen [benadeelde 3] en [benadeelde 42] toe en veroordeelt de verdachte om tegen bewijs van kwijting aan de benadeelde partijen te betalen 10.989,72 euro, bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode van 1 juli 2019 tot aan de dag van de volledige voldoening;
- veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
- legt aan de verdachte hoofdelijk de verplichting op tot betaling aan de Staat ten behoeve van de slachtoffers,
[benadeelde 3] en [benadeelde 42],
van 10.989,72 euro,bij niet betaling en verhaal
te vervangen door 89 dagen gijzeling, met dien verstande dat de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode vanaf 1 juli 2019 tot aan de dag van de volledige voldoening;
- wijst de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 43] toe en veroordeelt de verdachte om tegen bewijs van kwijting aan de benadeelde partij te betalen 3.775,01 euro, bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode van 1 juli 2019 tot aan de dag van de volledige voldoening;
- veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
- legt aan de verdachte hoofdelijk de verplichting op tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer,
[benadeelde 43],
van 3.775,01 euro,bij niet betaling en verhaal
te vervangen door 47 dagen gijzeling, met dien verstande dat de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode vanaf 1 juli 2019 tot aan de dag van de volledige voldoening;
- wijst de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 44] toe en veroordeelt de verdachte om tegen bewijs van kwijting aan de benadeelde partij te betalen 9.989,70 euro, bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode van 19 maart 2019 tot aan de dag van de volledige voldoening;
- veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
- legt aan de verdachte hoofdelijk de verplichting op tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer,
[benadeelde 44],
van 9.989,70 euro,bij niet betaling en verhaal
te vervangen door 84 dagen gijzeling, met dien verstande dat de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode vanaf 19 maart 2019 tot aan de dag van de volledige voldoening;
- wijst de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 4] toe en veroordeelt de verdachte om tegen bewijs van kwijting aan de benadeelde partij te betalen 4.994,85 euro, bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode van 19 maart 2019 tot aan de dag van de volledige voldoening;
- veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
- legt aan de verdachte hoofdelijk de verplichting op tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer,
[benadeelde 4],
van 4.994,85 euro,bij niet betaling en verhaal
te vervangen door 59 dagen gijzeling, met dien verstande dat de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode vanaf 19 maart 2019 tot aan de dag van de volledige voldoening;
- wijst de vordering van de benadeelde partijen [benadeelde 45] en [benadeelde 46] toe en veroordeelt de verdachte om tegen bewijs van kwijting aan de benadeelde partijen te betalen 4.994,85 euro, bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode van 19 maart 2019 tot aan de dag van de volledige voldoening;
- veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
- legt aan de verdachte hoofdelijk de verplichting op tot betaling aan de Staat ten behoeve van de slachtoffers,
[benadeelde 45] en [benadeelde 46],
van 4.994,85 euro,bij niet betaling en verhaal
te vervangen door 59 dagen gijzeling, met dien verstande dat de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode vanaf 19 maart 2019 tot aan de dag van de volledige voldoening;
- wijst de vordering van de benadeelde partijen [benadeelde 47] en [benadeelde 48] toe en veroordeelt de verdachte om tegen bewijs van kwijting aan de benadeelde partijen te betalen 4.994,85 euro, bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode van 19 maart 2019 tot aan de dag van de volledige voldoening;
- veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
- legt aan de verdachte hoofdelijk de verplichting op tot betaling aan de Staat ten behoeve van de slachtoffers,
[benadeelde 47] en [benadeelde 48],
van 4.994,85 euro,bij niet betaling en verhaal
te vervangen door 59 dagen gijzeling, met dien verstande dat de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode vanaf 19 maart 2019 tot aan de dag van de volledige voldoening;
- wijst de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 49] toe en veroordeelt de verdachte om tegen bewijs van kwijting aan de benadeelde partij te betalen 4.994,85 euro, bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode van 19 maart 2019 tot aan de dag van de volledige voldoening;
- veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
- legt aan de verdachte hoofdelijk de verplichting op tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer,
[benadeelde 49],
van 4.994,85 euro,bij niet betaling en verhaal
te vervangen door 59 dagen gijzeling, met dien verstande dat de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode vanaf 19 maart 2019 tot aan de dag van de volledige voldoening;