3.3Het oordeel van de rechtbank
[slachtoffer 1]deed aangifte en verklaarde, voor zover hier van belang, als volgt.
Op 17 augustus 2018 bevond ik mij in de woning van een vriend van mij, genaamd [getuige] , aan de [adres 2] te Geleen. Ik ging naar binnen toe. Ik zag dat [slachtoffer 2] [de rechtbank begrijpt: [slachtoffer 2] ] ook binnen bij [getuige] was. Op dat moment hoorde ik de voordeur opengaan, en nog voordat ik kon gaan zitten, zag en herkende ik die [verdachte] binnenkomen. Ik zag dat [verdachte] opgefokt was en als eerste [slachtoffer 2] sloeg met zijn vuist, volgens mij in zijn gezicht. Ik zag dat [slachtoffer 2] op de grond viel hierdoor. Toen zag ik [verdachte] gelijk op mij afkomen en voelde dat [verdachte] mij een slag in mijn gezicht gaf ergens. Ik viel neer hierdoor en [verdachte] trok me aan mijn trui omhoog en sloeg me weer in mijn gezicht. Ik denk dat [verdachte] mij toen drie keer hard in mijn gezicht geslagen heeft, alle keren met zijn vuist. Vervolgens trok [verdachte] mij naar een stoel waar ik op moest gaan zitten. Dit was een houten stoel. Ik zag dat [verdachte] tie raps pakte van de tafel en mijn polsen vervolgens vastmaakte aan de houten leuningen van de stoel. Op dat moment had ik al heel veel pijn aan mijn gezicht en aan mijn kaken. Toen ik in de stoel zat, voelde ik bloed uit mijn mond lopen. Op een gegeven moment zag ik dat [verdachte] handschoenen aandeed. [verdachte] heeft me een aantal keren geslagen in mijn gezicht waardoor ik met stoel en al ben omgeslagen. Hij trok me dan weer rechtop. Ik smeekte hem om rustig te doen en ik zei hem dat ik heel veel pijn had, maar [verdachte] trok zich hier niets van aan. Ik hoorde dat [verdachte] zei dat hij mij zou gaan plat spuiten, hij zou mij een junkie maken. Ik voelde dat [verdachte] mij nog een keer een harde klap gaf in mijn gezicht waardoor ik weer met stoel en al omviel. [verdachte] bleef me vastpakken bij mijn gezicht en aan mijn haren trekken.
[slachtoffer 2]werd als getuige gehoord door de politie en verklaarde, voor zover hier van belang, als volgt.
Op 17 augustus 2018 (…) ben ik bij [getuige] thuis aangekomen. [slachtoffer 1] kwam vervolgens binnen. Ik hoorde [nog] iemand binnenkomen. Ik stond op om te kijken wie dat was. Ik zag nog voordat ik de gang inkeek, de voor mij bekende [verdachte] , roepnaam [verdachte] , in de deuropening van de woonkamer staan. Ik zag dat [verdachte] handschoenen aanhad. Ik zag dat bij de knokkels verdikkingen zaten. Zonder enige aanleiding en zonder iets te zeggen sloeg [verdachte] met gebalde vuist tweemaal in de richting van mijn hoofd waarbij hij mij één keer raakte aan mijn rechter slaap. Ten gevolge van deze slag ondervond ik veel pijn. Ik zag dat [verdachte] [slachtoffer 1] gelijk twee vuistslagen gaf in haar gezicht en haar daar ook raakte. Ik zag dat [slachtoffer 1] hierdoor op de grond viel. Toen [slachtoffer 1] half recht stond zag ik dat [verdachte] haar wederom met een vuist in haar gezicht sloeg. Ik zag dat [verdachte] [slachtoffer 1] optilde en in de richting van een houten stoel met spijlen gooide. Ik zag dat [slachtoffer 1] hierdoor naast de houten stoel viel. Ik zag dat [verdachte] haar vastpakte en haar op de houten stoel wilde zetten. Ik zag toen dat [verdachte] haar weer met een vuistslag in het gezicht sloeg. Deze klap kennelijk zo hard dat [slachtoffer 1] met de stoel omviel en van de stoel viel. Ik hoorde dat [slachtoffer 1] het uitschreeuwde van de pijn. Ik zag dat [verdachte] de kast opende en daaruit zwarte tie raps pakte. Ik zag dat [verdachte] de armen van [slachtoffer 1] , elk afzonderlijk met deze zwarte tie raps aan de spijlen aan de achterkant van de houten stoel vastmaakte. Ik zag toen dat de kaak van [slachtoffer 1] scheef stond. Ik zag dat een kant van de kaak scheef stond en de andere kant erg gezwollen was. Ik hoorde dat [verdachte] zei tegen [slachtoffer 1] : “ik heb hier een spuit liggen en ga jou verslaafd maken voor de rest van jou leven.”
[getuige], woonachtig aan de [adres 2] te Geleen, werd als getuige gehoord door de politie en verklaarde, voor zover hier van belang, als volgt.
Wat ik wel kan verklaren is dat gisteravond [17 augustus 2018] in mijn woning aanwezig waren: [verdachte] en zijn vriendin, [slachtoffer 2] , [slachtoffer 1] en ikzelf. [slachtoffer 2] heeft ook klappen gehad van [verdachte] , de eerste twee. Ik zag dat [slachtoffer 1] behoorlijk letsel had aan haar kaak. Ik zag dat de kaak heel erg dik was. Daarna moest [slachtoffer 1] op die stoel gaan zitten. [verdachte] had haar vastgemaakt met tie raps aan de stoel. [verdachte] had haar beide armen met tie raps aan de stoel vastgemaakt. [slachtoffer 1] kon geen kant op. Ik heb gezien dat [verdachte] [slachtoffer 1] in het gezicht heeft geslagen waardoor zij met stoel en al omgevallen is. [verdachte] heeft gezegd dat hij [slachtoffer 1] zou gaan platspuiten en een junkie van haar zou gaan maken.
Forensisch geneeskundigeVan Hooren heeft [slachtoffer 1] op 18 augustus 2018 onderzocht en rapporteerde, voor zover hier van belang, als volgt.
Betrokkene geeft aan met een vuist op gezicht geslagen te zijn, waardoor betrokkene neerviel op de grond. Daarna nog enkele klappen in het gezicht. Polsen werden vastgemaakt aan stoel met tie wraps. Met leren ski handschoenen in gezicht geslagen, waardoor betrokkene met stoel is omgeslagen. Nogmaals klappen in gezicht en weer met stoel omgevallen.
Onderzoeksbevindingen:
3/ Zwelling van de rechterzijde van het gezicht, voor het rechteroor en aan de hele kaaklijn. In deze laatste zwelling is een oppervlakkige afschaving zichtbaar van 4 bij 2 centimeter. Aan de kaakhoek is een blauw/paarse verkleuring zichtbaar.
4/ In de mond lijkt aan de linker onderzijde een trap in de kaak te zitten. Dit is zeer suggestief voor een breuk van de kaak.
10/ Op de linker onderarm, 6 centimeter boven het polsgewricht, is een patroon zichtbaar bestaande uit drie parallel verlopende smalle rode strepen van ca. 3 centimeter lengte met daartussen een centrale verbleking van 4 mm.
(…)
12/ Op de pols van de rechterarm, is een langwerpige parallel verlopende rode huidverkleuring zichtbaar van 2 centimeter lang met een centrale verbleking van 5mm.
Conclusies:
De aangetroffen bevindingen zijn overwegend letsels die ontstaan bij stomp mechanisch, botsend, stotend en/of samendrukkend geweld. De bevindingen onder punt 4 beschreven zijn zeer waarschijnlijk de gevolgen van een breuk van de onderkaak. De letsels beschreven onder punt 10 en 12 zijn onderhuidse bloeduitstortingen (kneuzingen). Deze onder punt 10 en 12 beschreven bloeduitstortingen kunnen zeer wel veroorzaakt zijn door smalle tie raps waarmee betrokkene aangeeft dat ze vastgebonden is.
De aangetroffen letsels kunnen zeer wel ontstaan zijn bij de toedracht zoals betrokkene schetst.
MKA-chirurgBarkhuysen heeft op 20 augustus 2018 vastgesteld dat [slachtoffer 1] een ‘gedisloceerd meervoudige mandibula fractuur’ had.
Verdachteheeft ter terechtzitting verklaard dat hij de avond van 17 augustus 2018 bij [getuige] thuis was, en dat [getuige] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] daar ook waren. Hij heeft [slachtoffer 1] een klap gegeven, omdat hij kwaad was. Mogelijk heeft zij door die klap haar kaak gebroken.
De rechtbank stelt op basis van de voorgaande bewijsmiddelen vast dat de verdachte [slachtoffer 1] op 17 augustus 2018 te Geleen met tiewraps heeft vastgebonden en haar onderkaak heeft gebroken. Daarnaast heeft hij [slachtoffer 2] een klap gegeven en heeft hij [slachtoffer 1] bedreigd door haar voor te houden dat hij haar zou gaan platspuiten en van haar een junkie zou maken.
Zwaar lichamelijk letsel (feit 2 primair)
De rechtbank is, evenals de officier van justitie en de raadsvrouw, van oordeel dat de meervoudige kaakbreuk die [slachtoffer 1] heeft opgelopen, kan worden aangemerkt als zwaar lichamelijk letsel, gelet op de aard van het letsel en de noodzaak en aard van medisch ingrijpen.
Bewijsuitsluiting?
Omtrent de betrouwbaarheid van de verklaringen van [slachtoffer 1] , [getuige] en [slachtoffer 2] overweegt de rechtbank het volgende. Getuige [getuige] heeft weliswaar wisselende verklaringen afgelegd, maar zijn tweede verklaring bij de politie heeft hij, zo blijkt uit met name zijn verhoor bij de rechter-commissaris, afgelegd uit angst voor verdachte. [slachtoffer 1] , [getuige] en [slachtoffer 2] hebben verder consistent verklaard over zowel de hoofdlijnen als de details van het voorval. Deze verklaringen vinden bovendien steun in de overige bewijsmiddelen, waaronder de forensisch geneeskundige verklaring en het forensisch onderzoek op de plaats delict. De verklaringen van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en de eerste verklaring van [getuige] bij de politie zijn derhalve betrouwbaar en kunnen bijdragen tot het bewijs.
Alternatief scenario
De verdachte heeft ter terechtzitting een alternatief scenario geschetst, waarin hij slechts een geringe rol had in de mishandeling van [slachtoffer 1] . Het was een chaotische situatie geweest, met veel gescheld over en weer. [getuige] wilde van [slachtoffer 1] horen aan wie zij had verteld dat hij een partij wiet in huis had. [getuige] verdacht haar ervan dat zij dit aan derden had verteld, die vervolgens bij hem hadden ingebroken. Ook verdachte dacht dat het [slachtoffer 1] moest zijn geweest. [getuige] had [slachtoffer 1] op enig moment met één hand vastgebonden aan de stoel en haar een klap in haar gezicht gegeven. Later had [getuige] haar weer losgeknipt. Hij, verdachte, was zelf ook kwaad op [slachtoffer 1] , maar hij had haar maar één klap gegeven. Dat was omdat zij hem een trap gaf. Zij zat toen niet op de stoel vastgebonden. [slachtoffer 1] is door de klap eerst tegen een kast en daarna op de grond gevallen. Het kan zijn dat zij daardoor haar kaak heeft gebroken.
De rechtbank overweegt hierover het volgende. De verdachte, die tegenover de politie aanvankelijk heeft verklaard dat [slachtoffer 1] kennelijk al flink was mishandeld toen zij bij de woning van [getuige] aankwam, en de schuld van die mishandeling legde bij de ex-vriend van [slachtoffer 1] , is eerst ter terechtzitting met dit alternatieve scenario gekomen. Deze versie is op geen enkele wijze onderbouwd en vindt geen steun in het dossier: hieruit blijkt geen actieve rol van [getuige] bij het voorval. Niet valt in te zien waarom [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] in hun gedetailleerde verklaringen [getuige] uit de wind zouden houden. Uit het dossier, waaronder met name ook de uitwisseling van berichten tussen verdachte en zijn toenmalige vriendin, komt integendeel sterk naar voren dat het juist verdachte is geweest die woedend was over de diefstal van zijn
stashuit de woning van [getuige] , en [slachtoffer 1] hiervoor verantwoordelijk hield.
Partiële vrijspraak feit 1
De rechtbank zal verdachte vrijspreken van het onder 1 ten laste gelegde vergrendelen van de (voor)deur van de woning van [getuige] , nu de aangeefster hierover niet rept.