ECLI:NL:RBLIM:2021:4271

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
25 mei 2021
Publicatiedatum
25 mei 2021
Zaaknummer
9158962 CV EXPL 21-2017
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot exclusief gebruik van gehuurde woning na beëindiging affectieve relatie tussen medehuurders

In deze zaak, die zich afspeelt in Maastricht, heeft de kantonrechter op 25 mei 2021 uitspraak gedaan in een kort geding tussen twee medehuurders, [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie], naar aanleiding van de beëindiging van hun affectieve relatie. De eiseres vorderde exclusief gebruik van de huurwoning, nadat zij door de gedaagde op 14 februari 2021 uit de woning was gezet. De gedaagde had de huurpenningen voor de woning betaald, maar de eiseres had ook bijgedragen aan de huur. De rechter moest een belangenafweging maken op basis van artikel 7:267 lid 7 BW, dat huurders de mogelijkheid biedt om te verzoeken om een wijziging in de huurovereenkomst na beëindiging van een relatie.

De rechter oordeelde dat de financiële situatie van de eiseres beter was, aangezien zij een vast dienstverband had en in staat was de huur en vaste lasten te betalen. De gedaagde daarentegen was afhankelijk van een Ziektewetuitkering en had psychische problemen. De rechter concludeerde dat de eiseres voorlopig recht had op exclusief gebruik van de woning, en dat de gedaagde de woning binnen tien dagen na betekening van het vonnis moest verlaten. Tevens werd een dwangsom opgelegd voor het geval de gedaagde niet aan de uitspraak voldeed. De gedaagde werd ook veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan de zijde van de eiseres.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 9158962 \ CV EXPL 21-2017
Vonnis in kort geding van de kantonrechter als voorzieningenrechter van 25 mei 2021
in de zaak van
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie]
woonadres [adres] [woonplaats]
maar tijdelijk elders verblijvend
eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie
gemachtigde mr. L.H.G. Pelzer, advocaat in Heerlen (toevoeging)
tegen
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie]
woonadres [adres] [woonplaats]
gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie
gemachtigde mr. M.L.M. Schrouff, advocaat in Heerlen (toevoeging)
Partijen zullen hierna [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] respectievelijk [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het exploot van dagvaarding met producties 1 tot en met 7
  • het schriftelijke antwoord in conventie tevens voorzien van een eis in reconventie met producties 1 en 2
  • het verhandelde bij gelegenheid van de mondelinge behandeling ter zitting van 6 mei 2021, waar [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] , bijgestaan door gemachtigde mr. W.W.J. Houben ter vervanging van mr. Pelzer voornoemd, en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] , bijgestaan door gemachtigde mr. Schrouff, aanwezig waren.
1.2.
Na sluiting van de behandeling ter zitting van 6 mei 2021 is vonnis bepaald, dat vandaag gewezen wordt.

2.De feiten in conventie en in reconventie

2.1.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] hebben met Woningstichting HEEMwonen een schriftelijke huurovereenkomst gesloten voor de woning aan de [adres] te [woonplaats] (verder: de woning). De huurprijs bedroeg ten tijde van het sluiten van de huurovereenkomst € 680,65 inclusief servicekosten.
2.2.
Op de huurovereenkomst zijn de
Standaard Algemene Huurvoorwaarden Huurovereenkomst Zelfstandige Woonruimte Heemwonen Versie13 maart 2018”van toepassing.
2.3.
In deze algemene huurvoorwaarden staat voor zover relevant:
(…) 2.1. De in de aanhef van de huurovereenkomst genoemde huurders hebben elk een zelfstandig en volledig recht van huur (…)
2.2.
Elk van de huurders is hoofdelijk aansprakelijk voor het gehele bedrag van de huurprijs en voor alle overige verplichtingen die voor hem en voor de andere huurder(s) uit deze overeenkomst en de wet voortvloeien.”
2.4.
De affectieve relatie van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] is op 14 februari 2021 geëindigd. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft op die dag [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] tegen haar wil uit de woning gezet en haar tot op heden niet meer tot de woning toegelaten.
2.5.
Vanaf 14 februari 2021 heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] maandelijks een meer dan evenredig deel van de maandelijkse huurprijs (€ 400,00) aan HEEMwonen betaald. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft het restant aan verschuldigde huurpenningen aan de verhurende woningcorporatie betaald.
2.6.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] is al enige tijd werkloos en is voor zijn inkomen afhankelijk van een Ziektewetuitkering. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft werk en geniet inkomsten uit een vast dienstverband.

3.Het geschil in conventie en in reconventie

3.1.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] vordert dat de voorzieningenrechter de navolgende onmiddellijke voorzieningen bij voorraad treft:
Bepaling dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] met uitsluiting van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] gerechtigd is tot uitsluitend gebruik en bewoning van het gehuurde in [woonplaats] aan de [adres] ;
Bepaling dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zijn deel van de huurovereenkomst dient op te zeggen zodat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] als enige (hoofd)huurder op de overeenkomst vermeld wordt;
Bepaling dat de zaken zoals omschreven onder randnummer 12 van het exploot aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] toebehoren;
Bepaling dat de zaken zoals omschreven onder randnummer 12 van het exploot in het gehuurde blijven indien bepaald zal worden dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] met uitsluiting van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] gerechtigd is tot uitsluitend gebruik en bewoning van de onderhavige huurwoning;
Een aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] op te leggen verbod de zaken zoals omschreven onder randnummer 12 van het exploot te vernietigen, verkopen, verpanden, verduisteren (enzovoorts);
Veroordeling van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] om binnen drie dagen na betekening van het vonnis de woning te verlaten, deze niet meer te betreden en haar tezamen met de zich daarin bevindende inboedel ter vrije beschikking van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] te stellen op straffe van verbeurte van een dwangsom ten bedrage van € 250,00 per dag;
Veroordeling van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] tot het voldoen van een dwangsom van ten minste een bedrag van € 250,00 voor elke dag dan wel elk gedeelte van een dag dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] nalaat aan de inhoud van het vonnis te voldoen terstond na betekening van een in dit kort geding te wijzen vonnis, tot een maximaal te verbeuren bedrag van € 5.000,00;
Dan wel een zodanige voorziening als de voorzieningenrechter in goede justitie passend oordeelt;
Veroordeling van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] tot betaling van de kosten van het geding, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na datum vonnis;
Veroordeling van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] tot betaling aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] van de nakosten van € 131,00 dan wel € 199,00 voor zover betekening van het vonnis noodzakelijk mocht zijn.
3.2.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] legt aan haar vordering ten grondslag dat haar belang om in de woning terug te keren en daar te blijven zwaarder weegt dan het belang van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] om het genot van de woning bij uitsluiting van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] te handhaven. Daartoe voert [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] aan dat zij, in tegenstelling tot [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] , de huur en de vaste lasten van de woning kan betalen omdat zij inkomsten uit vaste arbeid heeft. Verder benadrukt zij dat zij momenteel slechts een tijdelijke verblijfvoorziening getroffen heeft, maar niet over duurzame vervangende woonruimte beschikt noch daar op termijn uitzicht op heeft. Sinds zij op 14 februari 2021 door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] uit de woning gezet is, woont zij noodgedwongen bij derden in. Aangezien die situatie niet lang kan voortduren en het er niet naar uit ziet dat het haar zal lukken om op korte termijn vervangende huisvesting te vinden, heeft zij dringend behoefte aan de woning in [woonplaats] waarvan zij medehuurster is. Daarbij komt dat er nog een groot deel van haar spullen in de woning staat. Zij is bang voor [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] , die haar intimiderende/bedreigende WhatsApp-berichten stuurt. Vanaf 14 februari 2021 heeft zij maandelijks € 400,00 aan HEEMwonen betaald omdat zij geen huurachterstand wil laten ontstaan. Gesprekken in aanwezigheid van de ouders van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] en haar eigen ouders om tot een oplossing te geraken, hebben geen resultaat opgeleverd. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] laat haar nog steeds niet tot de eigen woning toe en laat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] er al helemaal niet meer wonen. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] ziet daarom geen andere uitweg dan het aanspannen van deze procedure in kort geding. HEEMwonen heeft, voor wat betreft het maken van afspraken over voortzetting van de huurovereenkomst en het gebruik van de woning, laten weten dat partijen er maar samen uit moeten komen. In overleg met de verhuurster (de woningcorporatie) heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] , vooruitlopend op de uitspraak in kort geding, voor de huurmaand mei 2021 haar bijdrage van € 400,00 vooralsnog onder zich gehouden.
3.2.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft verweer gevoerd, waarop voor zover relevant nader ingegaan wordt.
3.3.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] vraagt van zijn kant om de volgende directe voorzieningen:
Bepaling dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] voorlopig, dat wil zeggen tot het moment dat de huurrechten definitief verdeeld zullen zijn, het gebruik van de woning zal hebben met uitsluiting van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] ;
Bepaling dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] zich (voorlopig) dient uit te schrijven van het woonadres [adres] [woonplaats] zodat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] aanspraak kan maken op o.a. huurtoeslag;
Bepaling dat aan de persoon aan wie het uitsluitende gebruik van de huurwoning toegekend zal worden, tevens de voorlopige zorg voor de twee katten toekomt, alsmede het voorlopige gebruik van in de woning aanwezige kattenspullen/-benodigdheden, duo rolgordijnen en laminaat.
3.4.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] legt aan zijn vordering ten grondslag dat hij meent een groter belang te hebben dan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] om in de woning te blijven wonen. Hij ontvangt een Ziektewetuitkering van € 1.403,09 bruto per maand en dat is meer dan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] aan arbeidsinkomen heeft. Hij kan de vaste lasten van de woning blijven betalen. Omdat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] al een paar maanden de woning ‘verlaten’ heeft, verspeelt zij in zijn visie haar rechten. Anders dan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft hij geen familie of vrienden waar hij kan inwonen. Bij zijn moeder kan hij niet intrekken omdat dan haar bijstandsuitkering gevaar loopt. Hij zegt wel bezig geweest te zijn met het vinden van andere woonruimte en heeft zich ingeschreven voor een huurwoning in de sociale sector. Omdat hij psychische problemen heeft, is zijn sociale kring beperkt. Verhuizing zou bij hem voor grote onrust zorgen, waardoor hij langer van psychische klachten zou moeten herstellen. Wat de zaken in de woning betreft, is een deel gezamenlijk aangeschaft of verkregen en daarnaast zijn er gemeenschappelijke schulden en enige dieren. Zo hebben partijen twee honden en twee katten. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] kan er mee instemmen dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] beide honden bij zich houdt en dat een en ander (nader) op financieel vlak verrekend zal worden. Wat de katten betreft, acht hij het van belang dat deze niet uit elkaar gaan en dat degene die het voorlopige gebruik van de woning krijgt, ook de zorg voor de katten krijgt met inbegrip van kattenspullen en -benodigdheden. Dat geldt ook voor het laminaat en de rolgordijnen aangezien die alleen maar waarde hebben voor degene die voorlopig in de woning zal blijven wonen. Wegens geldnood en ontbreken van een aanspraak op volledige huurtoeslag was hij genoodzaakt om uitstel van betaling voor de huur van mei 2021 aan HEEMwonen te vragen. Ook heeft hij daarom eigen en gemeenschappelijke spullen op Marktplaats aangeboden. De egel die eigendom van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] is, heeft hij op Marktplaats te koop aangeboden, maar op eerste verzoek van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] zijn alle advertenties van Marktplaats verwijderd. Tegen de gevorderde dwangsommen voert hij verweer omdat hij die wegens financiële problemen toch niet kan betalen. Aangezien het hier om een familierechtelijk geschil gaat, verzoekt zijn gemachtigde om de verwijzing in de proceskosten en de daarop betrekking hebbende vordering van wettelijke rente af te wijzen.
3.5.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] voert tegen de tegenvorderingen gemotiveerd verweer, waarop hierna voor zover relevant nader ingegaan wordt.

4.De beoordeling in conventie en in reconventie

4.1.
De spoedeisendheid van de vorderingen vloeit in deze zaak voort uit het feit dat de relatie tussen partijen dusdanig verstoord geacht moet worden, dat zij niet samen in de woning kunnen verblijven terwijl zij wel beiden nog steeds samen hoofdhuurders van de woning zijn en daar ingeschreven staan. Nu in een mogelijk nog te voeren bodemprocedure niet op korte termijn duidelijkheid kan worden verkregen over de vraag wie vooralsnog in de woning mag blijven wonen, is het spoedeisende belang voor een tussenliggende periode min of meer gegeven. Door het aannemen van een spoedeisend belang is de aan de reconventionele vordering verbonden voorwaarde ingetreden. Gelet op hetgeen hier overwogen is, kan dan ook een verdere beoordeling van het debat tussen partijen op dit punt achterwege blijven. Gelet op de directe samenhang van de vorderingen in conventie en in reconventie, worden de wederzijdse claims gezamenlijk behandeld.
4.2.
Partijen zijn contractuele huurders van de woning en zij zijn het er over eens dat aan de huidige formele woonsituatie een einde dient te komen. In dat kader vorderen beiden voor zichzelf het exclusieve gebruik van de woning. Op grond van art. 7:267 lid 7 BW kunnen huurders en medehuurders vorderen dat de rechter zal bepalen dat een of meer van deze personen de huur met ingang van een in het vonnis te bepalen tijdstip niet langer zullen voortzetten. De vordering wordt alleen toegewezen als dit naar billijkheid, met inachtneming van de omstandigheden van het geval, geboden is. Dit artikel vormt het richtsnoer voor een te nemen beslissing in deze zaak waar [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] contractueel medehuurder zijn. Beide huurders zijn gezamenlijk en hoofdelijk tegenover de verhuurder aansprakelijk voor de verplichtingen uit de huurovereenkomst waaronder het betalen van de huurpenningen. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] betaalt sinds zij door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] uit de woning gezet is, maandelijks € 400,00 aan HEEMwonen en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ongeveer € 280,00. Aangezien er geen specifieke wettelijke regeling is die ziet op de (hier aan de orde zijnde) situatie waarin de affectieve relatie tussen contractuele medehuurders een einde neemt en een van hen het huurrecht (met uitsluiting van de ander) wenst voort te zetten, dient een oplossing gezocht te worden die past in het stelsel van de wet en die zo veel mogelijk aansluit bij de wél in de wet geregelde gevallen. Bij de beoordeling van de vorderingen van partijen in dit kort geding dient de kantonrechter zich te richten naar de vermoedelijke uitkomst van een analoog aan art. 7:267 BW eventueel aanhangig te maken bodemprocedure tussen [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] . Ook de verhuurder zou als partij in een dergelijke zaak betrokken moeten worden nu deze op grond van voormelde wetsbepaling niet zonder meer gebonden is aan de beslissing van de rechter in een geding waarin hij/zij geen partij is.
4.3.
Zowel [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] als [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] pretendeert een overwegend belang bij het gebruiksrecht van de woning te hebben. Uit de gedingstukken en het verhandelde ter zitting is duidelijk geworden dat de financiële situatie van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] beter althans stabieler is, waar zij inkomsten uit een vast dienstverband heeft en er zelfs de voorbije maanden blijk van gaf meer te kunnen bijdragen aan een huurwoning waar zij tijdelijk van haar ex-partner niet eens (meer) mag verblijven. Er is bij haar een grotere garantie aanwezig dat zij in haar eentje de huur en de vaste lasten van de woning kan (blijven) betalen. Verder heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] aannemelijk gemaakt dat de woning in directe verbinding met haar werk en het daartoe benodigde openbaar vervoer staat en dat haar leefklimaat/sociale leven zich in de nabijheid van de woning bevindt. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] daarentegen leeft van een uitkering en kampt met zowel psychische als financiële problemen. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft ter zitting erkend dat hij, toen [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] had laten blijken niet langer mee te willen betalen aan de maandelijkse gezamenlijke lasten, uit geldnood gemeenschappelijke spullen op Marktplaats te koop aangeboden heeft. Hij zag zich zelfs genoodzaakt om uitstel van betaling voor de huurmaand mei 2021 aan HEEMwonen te vragen. Hieruit kan niet anders geconcludeerd worden dan dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] , anders dan hij in zijn schriftelijke verweer suggereert, afhankelijk is van de maandelijkse bijdrage die [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] aan de huurkosten leverde (€ 400,00, het merendeel van de totale kosten) en dat hij dus alle lasten van zelfstandig wonen niet (althans niet zonder meer) in zijn eentje kan dragen. Voor de maand mei 2021 was hij klaarblijkelijk niet eens in staat eenmalig € 680,65 op te hoesten en daarnaast de andere vaste lasten van de woning te dragen. De verklaring van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] dat het RIAGG, waar hij voor zijn psychische klachten behandeld wordt, in de nabijheid van de woning ligt, hetgeen hij van groot belang acht, is net zo weinig overtuigend als zijn bewering niet (tijdelijk) bij zijn moeder te kunnen gaan wonen omdat dit haar bijstandsuitkering in gevaar zou brengen. Uit niets blijkt dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] niet in staat zou zijn om een (goedkopere) woning elders te huren of dat hij niet voor tijdelijke huisvesting (al dan niet bij zijn moeder) in aanmerking kan komen. Hij draagt een zware verantwoordelijkheid voor het verliezen van het financiële houvast dat hij bij zijn uit huis gezette (ex)-partner kennelijk had. Dat los je niet op met dreigementen en intimidatie in haar richting en ook niet met de eigenrichting (het uit huis zetten van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] ) dat aan de basis ligt van dit rechtsgeschil. Gelet op de magere financiële positie van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] is het voorshands alleszins de vraag of [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] bestendig in staat zal zijn de maandelijkse huur en alle andere woonlasten te dragen. Het financiële aspect geeft onder de huidige omstandigheden dan ook voor dit moment de doorslag bij afweging van de wederzijdse belangen van partijen. Niet alleen is [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] - naar het voorkomt - in het partnerconflict vooralsnog de gedupeerde partij, maar zij lijkt aanmerkelijk beter in staat te voldoen aan de eisen van zelfstandig wonen en de kosten waarmee dit gepaard gaat. Nu partijen ter zitting overeenstemming bereikten over de wijze waarop beslist moet worden over toewijzing van de katten, de kattenspullen en de kattenbenodigdheden, behoeft op dat onderdeel van de reconventionele vordering van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] niet meer beslist te worden.
4.4.
Het voorgaande leidt tot de beslissing dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] voorlopig jegens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] gerechtigd is tot het exclusieve gebruik van de woning. Dit betekent dat de vorderingen onder nummers 1 en 6 van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] in conventie toegewezen worden op de wijze die hierna in de beslissing vermeld wordt en dat de vordering onder 1 van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in reconventie afgewezen moet worden. Het verzoek van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] om hem een termijn van in ieder geval een maand te gunnen om de woning te ontruimen, wordt met het oog op de betaling van de huurpenningen van juni 2021 en gelet op de geldnood waarin [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] verkeert, niet gehonoreerd. Met name die situatie vereist dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] de woning zo spoedig mogelijk verlaat. Een termijn van tien dagen na betekening van dit vonnis is redelijk. Het feit dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] direct uit de woning zette en de dreigende toonzetting van de WhatsApp- berichten van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] jegens [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] geven voldoende aanleiding voor het opleggen van een dwangsom. Of en in hoeverre [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] de dwangsom zal verbeuren dan wel in hoeverre [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] een eventuele dwangsom zal gaan executeren, is hoofdzakelijk afhankelijk van de opstelling van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zelf. De onder 6 en 7 door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] in conventie gevorderde dwangsom wordt daarom toegewezen en gemaximeerd als nader in het dictum verwoord. Bij gebreke van nadere toelichting kan het onder 8 door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] in conventie gevorderde niet anders begrepen worden dan als een voortvloeisel van het harerzijds onder 5 en 6 gevorderde. Daarom zal met inachtneming van het onder 6 en 7 door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] gevorderde, een nader oordeel over dat onderdeel van de vordering uitblijven.
4.5.
Wat de vordering van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] als vermeld onder 2 in conventie betreft, komt het erop neer dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] een constitutieve uitspraak verlangt omtrent het huurderschap van de woning. In kort geding kan echter slechts een onmiddellijke voorziening bij voorraad gegeven worden en kan niet een rechtsverhouding vastgesteld of gewijzigd worden. Dat geldt ook voor het onder 2 door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in reconventie gevorderde. De beoogde constitutieve beslissingen kunnen dus niet in kort geding gegeven worden. Ook over het onder 3, 4 en 5 in conventie en het onder 3 in reconventie ten aanzien van de duo rolgordijnen en het laminaat gevorderde kan niet in kort geding beslist worden. Dit geldt temeer nu onvoldoende vaststaat welke zaken van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] , van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] of van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] gezamenlijk zijn. In het kader van deze procedure wordt partijen dan ook geadviseerd om de verdeling van de inboedel in goed overleg en met assistentie van de beide raadslieden te regelen.
4.6.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] , die zijn vroegere partner [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] uit de woning gezet heeft en voor eigen rechter meende te moeten optreden, wordt als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld tot betaling van de proceskosten. Deze worden aan de zijde van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] begroot op:
exploot van dagvaarding € 106,01
griffierecht € 85,00
salaris gemachtigde in conventie € 747,00 (1 x tarief € 747,00)
salaris gemachtigde in reconventie
€ 373,50(0,5 x tarief € 747,00)
totaal € 1.311,51.
4.7.
De door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] tevens gevorderde vergoeding van nakosten en van wettelijke rente over de proceskosten wordt op de hierna in de beslissing vermelde wijze toegewezen.

5.De beslissing in conventie en in reconventie

De kantonrechter als voorzieningenrechter:
in conventie
5.1.
bepaalt dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] met uitsluiting van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] gerechtigd is tot het gebruik en de bewoning van de woning aan de [adres] [woonplaats] ;
5.2.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] om binnen tien dagen na betekening van dit vonnis de woning aan de [adres] [woonplaats] , te verlaten en niet meer te betreden, en deze tezamen met de zich daarin bevindende inboedel volledig ter vrije beschikking van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] te stellen;
5.3.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] , indien hij niet binnen tien dagen na betekening van dit vonnis aan de inhoud van de veroordelingen sub 5.1. en 5.2. voldoet, tot betaling van een dwangsom van € 250,00 per dag tot een maximaal te verbeuren totaal van € 5.000,00;
in reconventie
5.4.
wijst de vorderingen af;
in conventie en in reconventie
5.5.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] tot betaling van de proceskosten, aan de zijde van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] tot op dit moment bepaald op en totaalbedrag van € 1.311,51, bij gebreke van betaling binnen veertien dagen na de betekening van dit vonnis te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van de vijftiende dag na die betekening tot de dag van volledige betaling;
5.6.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] , onder de voorwaarde dat niet binnen twee weken na aanschrijving door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] volledig aan de veroordelingen voldaan mocht zijn, tot vergoeding van de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 124,00 aan salaris gemachtigde en indien vervolgens betekening van dit vonnis plaatsgevonden heeft, te vermeerderen met de kosten van het betekeningsexploot;
5.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.W.M.A. Staal en is in het openbaar uitgesproken.
type: YT