3.1.In de hoofdzaak voert [eiser in hoofdzaak, verweerder in incident] aan dat [gedaagde in hoofdzaak, eiser in incident] primair ex art 2:248 BW aansprakelijk is voor het volledige boedeltekort. [eiser in hoofdzaak, verweerder in incident] stelt voorts dat er sprake is van schending van de administratie- en de deponeringsplicht en dat dit kennelijk onbehoorlijk bestuur van [gedaagde in hoofdzaak, eiser in incident] een belangrijke oorzaak is van het faillissement. [eiser in hoofdzaak, verweerder in incident] vordert vervolgens dat de rechtbank Limburg bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
1. voor recht verklaart dat [gedaagde in hoofdzaak, eiser in incident] zijn taak als bestuurder van Tuscho BV. (i) kennelijk onbehoorlijk heeft vervuld als bedoeld in art. 2:248 BW en (ii) aannemelijk is dat dit een belangrijke oorzaak is van het faillissement;
2. [gedaagde in hoofdzaak, eiser in incident] veroordeelt aan de boedel van Tuscho BV. het volledige boedeltekort als bedoeld in art. 2:248 lid 1 BW te voldoen nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, te vermeerderen met de wettelijke (handels)rente te rekenen vanaf 31 januari 2017 (datum faillissement), dan wel vanaf de dag van het instellen van deze vordering tot de dag der algehele voldoening;
3. voor recht verklaart dat [gedaagde in hoofdzaak, eiser in incident] zijn taak als bestuurder van Tuscho B.V. ten opzichte van Tuscho onbehoorlijk heeft vervuld als bedoeld in art. 2:9 BW;
4. [gedaagde in hoofdzaak, eiser in incident] vanwege deze onbehoorlijke taakvervulling ten opzichte van Tuscho BV. veroordeelt tot vergoeding van de door Tuscho B.V. geleden en te lijden schade nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet vermeerderd met de daarover verschuldigde wettelijke rente vanaf 31 januari 2017 dan wel vanaf 13 maart 2019 dan wel vanaf het instellen van deze eis tot de dag der algehele voldoening;
5. [gedaagde in hoofdzaak, eiser in incident] veroordeelt in de kosten van deze procedure te vermeerderen met de wettelijke rente te rekenen vanaf acht dagen na dagtekening van het vonnis tot de dag der algehele voldoening;
6. [gedaagde in hoofdzaak, eiser in incident] op voorhand veroordeelt in de nakosten van € 131,00 dan wel indien betekening van het vonnis plaatsvindt van € 199,00 te vermeerderen met de wettelijke rente te rekenen vanaf acht dagen na dagtekening van het vonnis tot de dag der algehele voldoening;
7. het in deze zaak te wijzen vonnis waarmerkt als Europese Executoriale Titel.
in het incident