ECLI:NL:RBLIM:2021:4234

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
25 mei 2021
Publicatiedatum
25 mei 2021
Zaaknummer
03/116947-20
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor pogingen tot afpersing via e-mail met dreigende berichten

Op 25 mei 2021 heeft de Rechtbank Limburg in Maastricht uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van pogingen tot afpersing via e-mail. De verdachte, geboren in 1971 en bijgestaan door advocaat mr. C.A.M.J.M. Joosten, werd beschuldigd van het versturen van dreigende e-mails naar meerdere slachtoffers, waarin hij betaling van € 10.000 eiste. De rechtbank behandelde de zaak op 11 mei 2021, waarbij zowel de verdachte als de officier van justitie hun standpunten naar voren brachten. De tenlastelegging omvatte twee feiten van poging tot afpersing, waarbij de verdachte dreigde met geweld en de slachtoffers onder druk zette om geld te betalen.

De rechtbank oordeelde dat de verdachte de dader was van de afpersingen, gebaseerd op bewijs uit het dossier, waaronder technische gegevens van zijn telefoon en e-mailaccount. De verdachte ontkende de feiten en stelde dat hij gehackt was, maar de rechtbank achtte deze verklaring onaannemelijk. De rechtbank vond het bewijs overtuigend en legde de verdachte een gevangenisstraf op van 232 dagen, waarvan 180 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren. Daarnaast werd een contactverbod met de slachtoffers opgelegd.

De benadeelde partijen, [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2], vorderden schadevergoeding voor materiële en immateriële schade, die deels werd toegewezen. De rechtbank oordeelde dat de materiële schade voldoende onderbouwd was, maar matigde de immateriële schadevergoeding. De uitspraak benadrukte de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers, die wekenlang in angst hadden geleefd door de dreigende e-mails.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Strafrecht
Parketnummer : 03/116947-20
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 25 mei 2021
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboortegegevens] 1971,
wonende te [adres] .
De verdachte wordt bijgestaan door mr. C.A.M.J.M. Joosten, advocaat kantoorhoudende te Venlo.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 11 mei 2021. De verdachte en zijn raadsvrouw zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte:
Feit 1:heeft geprobeerd om [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] van [slachtoffer 3] af te persen door hen dreigende e-mails te sturen waarin hij betaling van € 10.000,00 eist;
Feit 2:heeft geprobeerd om [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] af te persen door hen dreigende e-mails te sturen waarin hij betaling van € 10.000,00 eist.

3.De beoordeling van het bewijs

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht beide feiten wettig en overtuigend bewezen op grond van de inhoud van het procesdossier. De verklaring van de verdachte dat zowel zijn Ziggo-account als zijn iPhone gehackt zijn door iemand die bovendien op de hoogte was van het arbeidsverleden van de verdachte bij [slachtoffer 1] [slachtoffer 3] , acht de officier van justitie onaannemelijk. Het technisch onderzoek heeft ook geen enkele aanwijzing voor een hack opgeleverd.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat het dossier weliswaar genoeg wettig bewijs bevat dat de verdachte beide feiten heeft begaan, maar dat de rechtbank uit de bewijsmiddelen niet de overtuiging kan halen dat de verdachte degene is geweest die de feiten heeft gepleegd. De verdachte heeft namelijk van meet af aan ontkend de feiten gepleegd te hebben. Bovendien had hij geen motief.
3.3
Het oordeel van de rechtbank [1]
Aangifte [slachtoffer 1]
is samen met zijn vrouw [slachtoffer 2] eigenaar van het bedrijf [slachtoffer 3] te Landgraaf. [slachtoffer 1] heeft aangifte gedaan, nadat hij enkele mails had ontvangen op het e-mailadres [emailadres 1] , inhoudende dat hij aan vorderingen moest voldoen, omdat er anders iets met hem of zijn gezin zou gebeuren. De mails waren afkomstig van het e-mailadres [emailadres 2] en de afzender deed zich voor als lid van een motorbende genaamd [naam 1] . Het logo van de motorbende werd meegestuurd en een aantal mails werden afgesloten met “ [naam 1] ”. [2]
Op 3 april 2020 ontving [slachtoffer 1] op voornoemd e-mailadres een e-mail waarin stond: “
so you have 2 weeks to inform your insurance that they will pay out to a friend of ours”. [3]
Op 15 april 2020 volgde een e-mail met onder meer de volgende inhoud:
“You got some Day's to go mister [slachtoffer 1] . If you don't pay before monday, you know what's gonna happen. Call [naam 2] to pay our friend 10.000 euro's”en
“Remember what i say About you and your bitch [slachtoffer 2] as your fucking wife. Pay Before monday and the problem is gone forever. if you not pay then the bullet's are comming your way and your bitch. 4K it's not enough to get the problem done.” [4]
Op 16 april 2020 volgde een e-mail met de tekst:
“our time will come if you don’t pay this. do not let it get that far, otherwise there are 2 bullets ready. 1 for your whore [slachtoffer 2] and the other is for you. then there is a 3rd bullet for jog, what was it called again? owja [slachtoffer 4] from obbicht”. [5]
Op 19 april 2020 volgde een e-mail met de volgende inhoud: “
Just 24 hours legt to pay 10.000 euro’s for our brother. Not pay is death.” [6]
Op 20 april 2020 volgde een e-mail met de inhoud:
“5 hours left. Don't pay ? I Will order to the flity few to kill you even as your wife.” [7] ,een e-mail met de tekst “
It’s pay 10.000 euro’s or death.” [8] en een e-mail met de tekst
“Now it's time to die. You and your Bitch gonna to die. My order is done. From now on your not safe anymore motherfucker.” [9]
Aangifte [slachtoffer 4]
Op 3 mei 2020 deed [slachtoffer 4] aangifte, nadat hij eveneens enkele e-mails had ontvangen van het e-mailadres [emailadres 2] . In de e-mails stond geschreven dat [slachtoffer 4] geld moest betalen, omdat anders zijn vrouw M. [slachtoffer 5] en hijzelf dood zouden gaan. Een aantal mails werden afgesloten met de naam “ [naam 1] ”. [slachtoffer 4] had de e-mails ontvangen op zijn zakelijke e-mailadres
[emailadres 3] . [slachtoffer 4] verklaarde dat hij als manager werkzaam is geweest bij [slachtoffer 3] . [10]
Op 23 april 2020 ontving [slachtoffer 4] een e-mail met onder meer de volgende inhoud:
“You have right now your change to make it right with HIM. If you don’t do that and not pay 10.000 euro’s to him then you Will be killed. We know where you working, where you live and everything. Our brother had PTSS because of you asshole. So you have the choice to pay or die.” [11]
Op 24 april 2020 volgde een e-mail met onder meer de volgende inhoud: “
You got 7 days time to pay and say to [naam 2] to pay 10.000 euro's”en
“It's your choice what you doing. Pay or die.” [12]
Op 26 april 2020 ontving hij een e-mail waarin stond:
“Don’t forget to pay 10.000 euro’s motherfucker. Otherwise death is waiting for you”, “I expect that you pay 10.000 euro’s before friday next week. Not paying i order to our friends in the netherlands to kill you. If you got a big mouth , your wife is also killed.”en “
PS: you Will fucked up with a bullet.” [13]
Onderzoek e-mailadres
De politie heeft onderzoek gedaan naar het e-mailadres [emailadres 2] . De e-mails afkomstig van dit e-mailadres bleken verstuurd te zijn via de online dienst my.com. [14]
Het e-mailaccount [emailadres 2] is op 2 april 2020 aangemaakt onder het hoofdaccount [emailadres 4] , onder welk hoofdaccount daarnaast (onder meer) ook vallen het e-mailadres “ [emailadres 4] ” en “ [emailadres 5] ”. [15]
Het e-mailadres [emailadres 2] staat op naam van [naam 3] , wonende te [adres] , [16] de echtgenote van de verdachte. [17]
Onderzoek telefoon verdachte
De iPhone van de verdachte is onderzocht. Op de zoekvraag “ [emailadres 2] ” werd een cookie van het email programma my.com gevonden. Op de zoekvraag “my.com” werden drie cookies gevonden. Dit betekent dat de my.com app of website gebruikt zijn op het toestel van de verdachte. Op de telefoon van de verdachte werd verder de exacte afbeelding van het embleem van mc [naam 1] aangetroffen. Deze afbeelding bleek op 6 april 2020 gedownload te zijn. [18]
Bij de “verwijderde notities” in de iPhone werd de letterlijke tekst aangetroffen van twee dreigmals. [19]
Op het zoekwoord “ [slachtoffer 4] ” werd een afbeelding gevonden die op 23 april 2020 was aangemaakt. Op de telefoon werd verder een leeg fotoalbum met de naam “ [naam 1] ” aangetroffen, aangemaakt op 19 april 2020. [20]
De verdachte
De verdachte is op 29 april 2020 aangehouden. Hij heeft verklaard dat hij de gebruiker is van het e-mailadres [emailadres 4] en dat de iPhone die door de politie is onderzocht, zijn telefoon is. De verdachte heeft verder verklaard dat hij werkzaam is geweest bij
[slachtoffer 3] in de periode dat [slachtoffer 4] daar werkzaam was als manager.
Op enig moment is de arbeidsovereenkomst beëindigd en heeft de verdachte met [slachtoffer 1] een vaststellingsovereenkomst gesloten waarbij [naam 2] is betrokken. Aan de verdachte is een bedrag van € 4000,- schadevergoeding toegekend. [21]
Bewijsoverweging
De rechtbank acht op grond van de hiervoor weergegeven bewijsmiddelen bewezen dat de verdachte degene is geweest die heeft geprobeerd om de slachtoffers af te persen. Naar het oordeel van de rechtbank kan het niet anders zijn dan dat de verdachte de dader was: het
e-mailadres is aangemaakt vanaf zijn Ziggo-account, de inhoud van de e-mails is deels teruggevonden op zijn iPhone, de e-mails bevatten informatie die rechtstreeks betrekking heeft op de arbeidsrelatie die de verdachte met [slachtoffer 1] en [slachtoffer 4] had en de uitgekeerde schadevergoeding. Bovendien zijn na de aanhouding van de verdachte geen nieuwe dreigmails meer ontvangen door de slachtoffers.
De verdachte heeft ontkend de dader te zijn en heeft verklaard dat hij door iemand gehackt moet zijn. De rechtbank gaat aan deze verklaring voorbij. De rechtbank ziet geen begin van aannemelijkheid voor het scenario dat zowel de iPhone als het Ziggo-account van de verdachte gehackt zouden zijn. Dit scenario vindt ook geen steun in het dossier.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte
1.
op meerdere tijdstippen in de periode van 3 april 2020 tot en met 20 april 2020 in de gemeente Heerlen en/of Landgraaf, telkens ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] (zijnde eigenaren van het bedrijf [slachtoffer 3] ) te dwingen tot afgifte van een hoeveelheid geld (te weten ongeveer 10.000 euro), toebehorende aan die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] , meermalen met het e-mailadres [emailadres 2] dreigende e-mails heeft verzonden aan [emailadres 1] met onder meer de volgende dreigende teksten:
- " so you have 2 weeks to inform your insurance that they will pay out to a friend of ours." en
- " You got some Day's to go mister [slachtoffer 1] . lf you don't pay before monday, you know what's gonna happen. Call [naam 2] to pay our friend 10.000 euro's." en
- " Remember what i say About you and your bitch [slachtoffer 2] as your fucking wife. Pay Before monday and the problem is gone forever. If you not pay then the bullet's are comming your way and your bitch." en
- " our time will come if you don't pay this. do not let it get that far, otherwise there are 2 bullets ready. 1 for your whore [slachtoffer 2] and the other is for you. then there is a 3rd bullet for jog, what was it called again? owja [slachtoffer 4] from obbicht" en
- " Just 24 hours legt to pay 10.000 euro's for our brother. Not pay is death." en
- "5 hours left. Don't pay? I Will order to the flity few to kill you even as your wife." en
- " It's pay 10.000 euro's or death."
- " Now it's time to die. You and your Bitch gonna to die. My order is done. From now on your not safe anymore motherfucker."
en in meerdere van die dreigende e-mails heeft vermeld dat deze afkomstig zijn van [naam 1] en aan die dreigende e-mails een logo van de motorbende genaamd [naam 1] heeft toegevoegd,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
op meerdere tijdstippen in de periode van 23 april 2020 tot en met 26 april 2020 in de gemeente Heerlen en/of Sittard-Geleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] te dwingen tot afgifte van een hoeveelheid geld (te weten ongeveer 10.000 euro), toebehorende aan [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] , meermalen met het e-mailadres [emailadres 2] dreigende e-mails heeft verzonden aan [emailadres 3] met onder meer de volgende dreigende teksten:
- " You have right now your change to make it right with HIM. If you don’t do that and not pay 10.000 euro’s to him then you Will be killed. We know where you working, where you live and everything. Our brother had PTSS because of you asshole. So you have the choice to pay or die." en
- " You got 7 days time to pay and say to [naam 2] to pay 10.000 euro's. It's your choice what you doing. Pay or die." en
- " Don't forget to pay 10.000 euro’s motherfucker. Otherwise death is waiting for you. I expect that you pay 10.000 euro’s before friday next week. Not paying i order to our friends in the netherlands to kill you. If you got a big mouth, your wife is also killed." en
- " PS: you Will fucked up with a bullet." en
in die dreigende e-mails heeft vermeld dat deze afkomstig zijn van [naam 1] , terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert de volgende strafbare feiten op:
t.a.v. feit 1 en feit 2:
poging tot afpersing, meermalen gepleegd
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De psycholoog drs. T. ‘t Hoen heeft over de geestvermogens van de verdachte op 27 augustus 2020 een rapport uitgebracht. De psycholoog beschrijft dat er bij de verdachte sprake is van PTSS en dat de PTSS ten tijde van het ten laste gelegde, weliswaar niet in volledige omvang, nog aanwezig was. Nu de verdachte de feiten ontkent, kan er niet zondermeer een verband worden gelegd tussen de geconstateerde PTSS en het ten laste gelegde, zodanig dat er vanuit gedragskundig oogpunt van een duidelijke doorwerking kan worden gesproken, aldus de psycholoog. De rechtbank komt op basis van de bevindingen van de psycholoog tot de conclusie dat de verdachte strafbaar is. Er zijn ook geen andere feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten.

6.De straf

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd aan de verdachte op te leggen een gevangenisstraf voor de duur van 232 dagen, waarvan 180 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van
3 jaren en als bijzondere voorwaarde een contactverbod met de in de tenlastelegging genoemde slachtoffers. Gelet op de ernst van de feiten, de duur en de impact hiervan op de slachtoffers kan niet volstaan worden met een andere straf dan een gevangenisstraf. Gelet op de gezondheids- en psychische toestand van de verdachte en het feit dat hij een
first offenderis, eist de officier van justitie een onvoorwaardelijk strafdeel gelijk aan de duur die de verdachte in voorlopige hechtenis heeft gezeten. De officier van justitie schat het recidiverisico hoger in dan de psycholoog en reclassering en eist daarom ook nog een voorwaardelijke gevangenisstraf, met als bijzondere voorwaarde een contactverbod met de slachtoffers.
6.2
Het standpunt van de verdediging
Mocht de rechtbank tot een bewezenverklaring komen, dan dient volgens de raadsvrouw volstaan te worden met een straf gelijk aan de duur die de verdachte in voorlopige hechtenis heeft gezeten. De verdachte is namelijk een
first offender, hij heeft volledig meegewerkt aan het reclasseringstoezicht en al geruime tijd in voorlopige hechtenis gezeten. Het recidiverisico wordt door de psycholoog en reclassering laag ingeschat, zodat er geen reden is om nog een voorwaardelijk strafdeel aan de verdachte op te leggen. Een contactverbod met de slachtoffers is evenmin nodig, omdat er geen enkele aanleiding voor de verdachte is om contact met hen te zoeken.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
De verdachte heeft geprobeerd om zijn voormalig werkgever en manager af te persen. Hij heeft hen meerdere e-mails gestuurd die afkomstig leken te zijn van een motorbende. In de
e-mails werd geëist dat er geld werd betaald. Door het noemen van privé-informatie van de slachtoffers en hen te bedreigen met de dood, probeerde de verdachte zijn doel te bereiken. Dit zijn ernstige feiten. Door het vermelden van privé-informatie over de slachtoffers en de dreigende toon hebben die e-mails een enorme impact gehad op het leven van de slachtoffers. Ter terechtzitting is duidelijk geworden hoe zeer de slachtoffers een aantal weken in angst hebben geleefd. Zij wisten niet wie achter de e-mails zat en waren bang dat hen, of één van hun geliefden, iets zou overkomen. Dit neemt de rechtbank de verdachte kwalijk. Deze gebeurtenissen zorgen bovendien niet alleen voor ernstige gevoelens van angst en onveiligheid bij de slachtoffers, maar ook voor gevoelens van onrust en onveiligheid in de maatschappij. Dat de afpersingen zijn gestopt is geenszins te danken aan de verdachte, maar aan het daadkrachtig optreden van de politie.
Ondanks al het bewijs dat er ligt, blijft de verdachte ontkennen en geeft dus geen enkel inzicht in de reden waarom hij deze feiten heeft gepleegd. Hoewel het dossier doet vermoeden dat een eerder arbeidsconflict tussen de verdachte en [slachtoffer 3] gecombineerd met financiële problemen aan de zijde van de verdachte het motief is geweest, blijft het door de houding van de verdachte gissen wat hem er daadwerkelijk toe heeft gedreven om dit soort feiten te plegen. Dit neemt de rechtbank hem kwalijk en maakt het bovendien lastig om het recidiverisico in te schatten.
Gelet op de ernst van de feiten en de impact die deze feiten hebben (gehad) op de slachtoffers, kan naar het oordeel van de rechtbank slechts worden volstaan met een vrijheidsbenemende straf. De rechtbank heeft bij de vaststelling van de duur daarvan onder meer laten meewegen, dat de verdachte een
first offenderis.
De rechtbank heeft ook de inhoud van het psychologisch rapport dat over de verdachte is opgesteld (en dat hiervoor onder 5. kort is weergegeven) in haar strafmaat betrokken. De psycholoog schat het risico op herhaling van gewelddadig delictgedrag in meer algemene zin in de (nabije) toekomst in als laag. Ter terechtzitting is de heer [naam 4] van de reclassering gehoord. Hij schat het recidiverisico eveneens laag in en adviseert een straf zonder bijzondere voorwaarden. De verdachte loopt bijna een jaar in een schorsingstoezicht en hij heeft zich in die periode goed aan de voorwaarden en afspraken gehouden, aldus de reclassering.
Alle feiten en omstandigheden bezien, vindt de rechtbank de eis van de officier van justitie passend, zodat de rechtbank deze eis zal volgen. Dit betekent dat de rechtbank zal volstaan met een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gelijk aan de tijd die de verdachte in voorlopige hechtenis heeft gezeten (52 dagen). Daarnaast zal aan de verdachte een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 180 dagen opgelegd worden, met een proeftijd van drie jaren. Door een deel van de gevangenisstraf voorwaardelijk op te leggen, wil de rechtbank enerzijds de ernst van de door de verdachte gepleegde strafbare feiten tot uitdrukking brengen en anderzijds de verdachte ervan weerhouden om opnieuw strafbare feiten te plegen. De rechtbank zal aan het voorwaardelijk strafdeel als bijzondere voorwaarde een contactverbod met de slachtoffers koppelen.

7.De benadeelde partijen en de schadevergoedingsmaatregel

7.1
De vorderingen van de benadeelde partijen
De benadeelde partijen [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] worden bijgestaan door
mr. Teerling, advocaat kantoorhoudende te Heerlen. Zij hebben terzake van feit 1 verzoeken tot schadevergoeding ingediend. Zij vorderen elk een bedrag van € 4.124,28 ter vergoeding van materiële schade en – na vermeerdering van eis ter terechtzitting zijdens [slachtoffer 2] – een bedrag van € 1.200,00 ter vergoeding van immateriële schade, beide bedragen te vermeerderen met de wettelijke rente en met toepassing van de schadevergoedingsmaatregel. De materiële schade bestaat uit de volgende posten:
- € 3.011,08 voor extra surveillance rondes in de periode 15 april tot en met 5 mei 2020;
- € 1.113,20 voor aansluiting van camera’s op de meldkamer in de periode van 15 april 2020 tot en met 5 mei 2020.
Ter terechtzitting heeft de raadsman aangegeven dat de materiële schade door [slachtoffer 2] en
[slachtoffer 1] samen is geleden. Mocht de rechtbank tot toewijzing van deze schade komen, dan dient voor beide benadeelden de helft van het bedrag toegewezen te worden. Mocht de vordering van een van beiden afgewezen of niet-ontvankelijk verklaard worden, dan vordert de ander wel zelfstandig het gehele bedrag.
7.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de materiële schade toegewezen kan worden, in die zin dat beide benadeelden aanspraak kunnen maken op de helft van het gevorderde bedrag.
Het gevorderde bedrag aan immateriële schade dient gematigd te worden tot € 1.000,00 per persoon.
7.3
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de benadeelde partijen
niet-ontvankelijk verklaard moeten worden in hun vorderingen, omdat de vorderingen niet eenvoudig vast te stellen zijn en dus een onevenredige belasting van het strafgeding opleveren.
De benadeelden hebben onvoldoende onderbouwd dat het nodig was om de materiële kosten te maken en bovendien kan betwijfeld worden of de kosten wel daadwerkelijk zijn gemaakt, omdat voor een deel van de kosten het eigen bedrijf van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] is ingeschakeld.
Het ontbreekt aan een grondslag voor toewijzing van immateriële schadevergoeding.
7.4
Het oordeel van de rechtbank
Ten aanzien van de materiële schade
[slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] vorderen vergoeding van de beveiligingskosten die zij hebben gemaakt vanaf het moment dat zij merkten dat de inhoud van de dreigmails persoonlijker en specifieker werd. Het gaat dan om de kosten voor het inschakelen van surveillance rondom hun woning en de kosten voor het inschakelen van de meldkamer. De rechtbank is van oordeel dat deze schadeposten voldoende onderbouwd zijn, in rechtstreeks verband staan met het door de verdachte gepleegde feit en dat de verdediging de stellingen van [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] onvoldoende gemotiveerd heeft betwist. [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] hebben door overlegging van facturen en de daarop gegeven toelichting immers wel degelijk voldoende inzichtelijk gemaakt en onderbouwd dat zij de extra kosten hebben moeten maken. Dat ze voor een deel van de beveiligingswerkzaamheden hun eigen beveiligingsbedrijf hebben ingeschakeld, maakt dit niet anders. Immers het ingeschakelde personeel zal moeten worden betaald. De materiële schadeposten zijn dan ook geheel toewijsbaar. Omdat [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] de materiële schade samen hebben geleden, zal de rechtbank de vordering aan ieder voor de helft toewijzen en voor het overige afwijzen.
Ten aanzien van de immateriële schade
[slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] vorderen daarnaast vergoeding van immateriële schade. Artikel 6:106 van het Burgerlijk Wetboek (BW) geeft een limitatieve opsomming van gevallen waarin de wet recht geeft op vergoeding van immateriële schade als gevolg van onrechtmatig handelen. Een van die gevallen is wanneer sprake is van aantasting van de persoon op andere wijze (artikel 6:106 sub b BW). Van aantasting in de persoon op andere wijze kan sprake zijn als iemand geestelijk letsel heeft opgelopen door het strafbare feit of in ernstige mate in zijn persoonlijke levenssfeer is aangetast. Gesteld noch gebleken is dat [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] als gevolg van het feit geestelijk letsel hebben opgelopen. Daarvoor is namelijk vereist dat naar objectieve maatstaven het bestaan van geestelijk letsel kan worden vastgesteld, bijvoorbeeld door een diagnose van een psycholoog of psychiater.
Naar het oordeel van de rechtbank is echter – gelet op de aard en de ernst van de normschending en de gevolgen daarvan voor de benadeelden – wel voldoende komen vast te staan dat sprake is van een aantasting in de persoon ‘op andere wijze’. [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] zijn gedurende enkele weken met de dood bedreigd door iemand die zich voordeed als lid van een motorbende en die bovendien over persoonlijke informatie van de slachtoffers beschikte. Dit vormde een zeer ernstige aantasting van hun persoonlijke levenssfeer: zij hebben hierdoor wekenlang in angst geleefd. De vordering tot vergoeding van immateriële schade is daarmee in beginsel toewijsbaar. Het door de benadeelden gevorderde bedrag komt de rechtbank, gelet op bedragen die doorgaans in vergelijkbare zaken worden toegewezen, echter te hoog voor. De rechtbank zal het schadebedrag voor elk van hen bepalen op € 1.000,00 en de vordering voor het overige afwijzen.
Het toegewezen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum waarop de vordering is ingediend, zijnde 6 mei 2021, tot aan de dag der algehele voldoening. De rechtbank zal tevens de schadevergoedingsmaatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen aan de verdachte.

8.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 36f, 45, 57 en 317 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

9.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
  • verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
  • spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
  • verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
  • verklaart de verdachte strafbaar;
Gevangenisstraf
  • veroordeelt de verdachte voor feit 1 en 2 tot een gevangenisstraf van 232 dagen, waarvan 180 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaren;
  • beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
  • bepaalt dat het voorwaardelijke gedeelte van de straf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van een proeftijd van drie jaren zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
  • stelt de volgende bijzondere voorwaarde, waaraan de veroordeelde gedurende de proeftijd heeft te voldoen:
  • Contactverboden: De veroordeelde heeft en zoekt gedurende de proeftijd op geen enkele wijze – direct of indirect – contact met:
- [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum 1] ,
- [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum 2] ,
- [slachtoffer 4] , geboren op [geboortedatum 3] en
- [slachtoffer 5] , geboren op [geboortedatum 4] .
De politie ziet toe op handhaving van deze contactverboden;
  • geeft aan de reclassering opdracht als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
  • voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
ten behoeve van het vaststellen van zijn/haar identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
Benadeelde partij [slachtoffer 1] en de schadevergoedingsmaatregel
  • wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] gedeeltelijk toe en veroordeelt de verdachte mitsdien om aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] te betalen een bedrag van € 3.062,14, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode van 6 mei 2021 tot aan de dag van de volledige voldoening. Dit bedrag bestaat uit € 2.062,14 aan materiële schade en € 1.000,00 aan immateriële schade;
  • wijst de vordering ten aanzien van het meergevorderde af;
  • veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
  • legt aan de verdachte de verplichting op tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 1] van een bedrag van € 3.062,14, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode vanaf 6 mei 2021 tot aan de dag van de volledige voldoening;
  • bepaalt dat, indien volledig verhaal niet mogelijk blijkt, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 40 dagen. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
  • bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;
Benadeelde partij [slachtoffer 2] en de schadevergoedingsmaatregel
- wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2] gedeeltelijk toe en veroordeelt de verdachte mitsdien om aan de benadeelde partij [slachtoffer 2] te betalen een bedrag van
€ 3.062,14, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode van 6 mei 2021 tot aan de dag van de volledige voldoening. Dit bedrag bestaat uit € 2.062,14 aan materiële schade en € 1.000,00 aan immateriële schade;
  • wijst de vordering ten aanzien van het meergevorderde af;
  • veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
  • legt aan de verdachte de verplichting op tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 2] van een bedrag van € 3.062,14, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode vanaf 6 mei 2021 tot aan de dag van de volledige voldoening;
  • bepaalt dat, indien volledig verhaal niet mogelijk blijkt, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 40 dagen. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
  • bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Voorlopige hechtenis
- heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van heden.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.M. Beije, voorzitter, mr. G.P.C. Dijkshoorn-Sleebe en mr. drs. E.C.M. Hurkens, rechters, in tegenwoordigheid van mr. S.H.J. Muijlkens, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 25 mei 2021.
Buiten staat
mr. G.P.C. Dijkshoorn-Sleebe is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
T.a.v. feit 1:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 3 april 2020 tot en met 20 april 2020 in de gemeente Heerlen en/of Landgraaf, althans in Nederland,
(telkens) ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen
door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] (zijnde eigenaren van het bedrijf [slachtoffer 3] ) te dwingen tot afgifte van een hoeveelheid geld (te weten ongeveer 10.000 euro), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] toebehoorde,
meermalen met het e-mailadres [emailadres 2] dreigende e-mails heeft verzonden aan [emailadres 1] met onder meer de volgende dreigende tekst(en):
- " so you have 2 weeks to inform your insurance that they will pay out to a friend of ours." en/of
- " You got some Day's to go mister [slachtoffer 1] . lf you don't pay before monday, you know what's gonna happen. Call [naam 2] to pay our friend 10.000 euro's." en/of
- " Remember what i say About you and your bitch [slachtoffer 2] as your fucking wife. Pay Before monday and the problem is gone forever. If you not pay then the bullet's are comming your way and your bitch." en/of
- " our time will come if you don't pay this. do not let it get that far, otherwise there are 2 bullets ready. 1 for your whore [slachtoffer 2] and the other is for you. then there is a 3rd bullet for jog, what was it called again? owja [slachtoffer 4] from obbicht" en/of
- " Just 24 hours legt to pay 10.000 euro's for our brother. Not pay is death." en/of
- "5 hours left. Don't pay? I Will order to the flity few to kill you even as your wife." en/of
- " It's pay 10.000 euro's or death."
- " Now it's time to die. You and your Bitch gonna to die. My order is done. From now on your not safe anymore motherfucker."
en/of in een of meer van die dreigende e-mails heeft vermeld dat deze afkomstig zijn van [naam 1] en/of aan een of meer van die dreigende e-mails een logo van de motorbende genaamd [naam 1] heeft toegevoegd,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
T.a.v. feit 2:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 23 april 2020 tot en met 26 april 2020 in de gemeente Heerlen en/of Sittard-Geleen, althans in Nederland,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen
door geweld en/of bedreiging met geweld
[slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] te dwingen tot afgifte van een hoeveelheid geld (te weten ongeveer 10.000 euro), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan deze [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] toebehoorde,
meermalen met het e-mailadres [emailadres 2] dreigende e-mails heeft verzonden aan [emailadres 3] met onder meer de volgende dreigende tekst(en):
- " You have right now your change to make it right with HIM. If you don’t do that and not pay 10.000 euro’s to him then you Will be killed. We know where you working, where you live and everything. Our brother had PTSS because of you asshole. So you have the choice to pay or die." en/of
- " You got 7 days time to pay and say to [naam 2] to pay 10.000 euro's. It's your choice what you doing. Pay or die." en/of
- " Don't forget to pay 10.000 euro’s motherfucker. Otherwise death is waiting for you. I expect that you pay 10.000 euro’s before friday next week. Not paying i order to our friends in the netherlands to kill you. If you got a big mouth, your wife is also killed." en/of
- " PS: you Will fucked up with a bullet." en/of
in die dreigende e-mails heeft vermeld dat deze afkomstig zijn van [naam 1] mc 1%,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

Voetnoten

1.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie districtsrecherche Parkstad-Limburg, onderzoeksnummer LB2R020050 / VENRAY, gesloten d.d. 22 juni 2020, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 151.
2.Het proces-verbaal van aangifte, pagina 13 en 14.
3.De bijlage bij het proces-verbaal van aangifte, pagina 16.
4.De bijlage bij het proces-verbaal van aangifte, pagina 17.
5.De bijlage bij het proces-verbaal van verhoor van aangever, pagina 26.
6.De bijlage bij het proces-verbaal van verhoor van aangever, pagina 28.
7.De bijlage bij het proces-verbaal van verhoor van aangever, pagina 29.
8.De bijlage bij het proces-verbaal van verhoor van aangever, pagina 30.
9.De bijlage bij het proces-verbaal van verhoor van aangever, pagina 31.
10.Het proces-verbaal van aangifte, pagina 71 tot en met 73.
11.De bijlage bij het proces-verbaal van aangifte, pagina 74.
12.De bijlage bij het proces-verbaal van aangifte, pagina 75.
13.De bijlage bij het proces-verbaal van aangifte, pagina 76.
14.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 83.
15.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 89.
16.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 84.
17.De verklaring die de verdachte ter terechtzitting heeft afgelegd.
18.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 97 tot en met 101.
19.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 100, en het proces-verbaal van bevindingen, pagina 103.
20.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 102 tot en met 105.
21.De verklaring die de verdachte ter terechtzitting heeft afgelegd.