ECLI:NL:RBLIM:2021:4208

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
12 mei 2021
Publicatiedatum
20 mei 2021
Zaaknummer
AWB - 21 _ 1201
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening sluiting woning wegens hennepkwekerij

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg op 12 mei 2021 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoekers, [Naam 1] en [Naam 2], hebben bezwaar gemaakt tegen een besluit van de burgemeester van de gemeente Heerlen, dat hun woning met ingang van 3 mei 2021 voor zes maanden gesloten zou worden op grond van artikel 13b van de Opiumwet. De sluiting was het gevolg van de aangetroffen situatie waarin een hennepkwekerij was gevestigd. Tijdens de zitting op 12 mei 2021 zijn de verzoekers verschenen, bijgestaan door hun gemachtigde, terwijl de burgemeester zich liet vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat de spoedeisendheid van de zaak gegeven is, omdat verzoekers niet konden wachten op een beslissing op hun bezwaar. De rechtbank heeft geoordeeld dat de burgemeester bevoegd was tot het opleggen van bestuursdwang, gezien de aangetroffen situatie en de rapportages van de politie. De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat de woonfunctie van de woning secundair was en dat de sluiting in overeenstemming was met het Damoclesbeleid van de gemeente.

De rechtbank heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, waarbij zij heeft overwogen dat verzoekers op de hoogte waren van de gang van zaken en dat er geen bijzondere omstandigheden waren die aanleiding gaven om van het beleid af te wijken. De uitspraak is gedaan door mr. L.A. Gruiters, in aanwezigheid van griffier J.W.J.M. van Rijt, en is openbaar uitgesproken op 12 mei 2021. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Roermond
Bestuursrecht
Zaaknummer: ROE 21/1201
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van 12 mei 2021 op het verzoek om voorlopige voorziening in de zaak tussen

[Naam 1] en [naam 2] , te [woonplaats], verzoekers

(gemachtigde: mr. D.M. Penn),
en

de Burgemeester van de gemeente Heerlen, verweerder

(gemachtigde: mr. J.A.L. Devoi).

Procesverloop

Bij besluit van 26 april 20201 (het bestreden besluit) heeft verweerder de woning van verzoekers met ingang van 3 mei 2021, 11:00 uur, voor zes maanden gesloten op grond van artikel 13b van de Opiumwet. Verzoekers hebben tegen dat besluit bezwaar gemaakt en de voorzieningenrechter verzocht ter zake een voorlopige voorziening te treffen.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 12 mei 2021. Verzoekers zijn verschenen, bijgestaan door hun gemachtigde Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Na afloop van de zitting heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.

Overwegingen

1. De rechtbank geeft hiervoor de volgende motivering.
2. Gezien het karakter van de zaak is de spoedeisendheid gegeven. Verzoekers kunnen niet wachten totdat een beslissing op hun bezwaar is genomen.
3. Gezien de aangetroffen situatie en de inrichting van een hennepkwekerij was verweerder bevoegd tot het opleggen van bestuursdwang. Daarbij mag hij afgaan op wat in de op ambtseed door de politie opgemaakte rapportages van 30 maart 2021 en 3 mei 2021 staat vermeld en de daarbij behorende foto’s. De aangetroffen situatie op 23 maart 2021 is dusdanig dat verweerder mocht concluderen dat de woonfunctie secundair was en de woning geen of slechts een ondergeschikte woonfunctie had. De voorzieningenrechter verwijst daarbij naar de aangetroffen situatie ter plaatse zoals die nader is omschreven in de rapportages. De door verzoekers overgelegde foto’s die dateren van 3 mei 2021 leiden niet tot een ander oordeel. Hooguit kun je daaruit afleiden dat op 3 mei 2021 de woning bewoond of weer bewoond was. Maar dat doet niet af aan de situatie op 23 maart 2021. De sluiting is gebaseerd op het Damoclesbeleid van verweerder en in overeenstemming daarmee. De voorzieningenrechter deelt het standpunt van verzoekers dat er eerst een waarschuwing had moeten worden gegeven niet.
4. Verzoekers waren op de hoogte van de gang van zaken. Het pand is een schakel in de drugshandel. Dat zij de middelen niet hebben om een andere woning te betrekken, is geen bijzondere reden om van het beleid af te wijken. Van (andere) bijzondere omstandigheden om van het beleid af te wijken is niets gebleken.
5. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Deze uitspraak is gedaan door mr. L.A. Gruiters, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van J.W.J.M. van Rijt, griffier
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 12 mei 2021.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.