Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
[Naam 1] en [naam 2] , te [woonplaats], verzoekers
de Burgemeester van de gemeente Heerlen, verweerder
Procesverloop
Beslissing
Overwegingen
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 12 mei 2021.
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg op 12 mei 2021 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoekers, [Naam 1] en [Naam 2], hebben bezwaar gemaakt tegen een besluit van de burgemeester van de gemeente Heerlen, dat hun woning met ingang van 3 mei 2021 voor zes maanden gesloten zou worden op grond van artikel 13b van de Opiumwet. De sluiting was het gevolg van de aangetroffen situatie waarin een hennepkwekerij was gevestigd. Tijdens de zitting op 12 mei 2021 zijn de verzoekers verschenen, bijgestaan door hun gemachtigde, terwijl de burgemeester zich liet vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat de spoedeisendheid van de zaak gegeven is, omdat verzoekers niet konden wachten op een beslissing op hun bezwaar. De rechtbank heeft geoordeeld dat de burgemeester bevoegd was tot het opleggen van bestuursdwang, gezien de aangetroffen situatie en de rapportages van de politie. De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat de woonfunctie van de woning secundair was en dat de sluiting in overeenstemming was met het Damoclesbeleid van de gemeente.
De rechtbank heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, waarbij zij heeft overwogen dat verzoekers op de hoogte waren van de gang van zaken en dat er geen bijzondere omstandigheden waren die aanleiding gaven om van het beleid af te wijken. De uitspraak is gedaan door mr. L.A. Gruiters, in aanwezigheid van griffier J.W.J.M. van Rijt, en is openbaar uitgesproken op 12 mei 2021. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.