Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.[eiser sub 1] ,
[eiseres sub 2],
1.De procedure
- de dagvaarding van 16 juni 2020 met producties 1-39
- de conclusie van antwoord met producties 1-9
- de nagezonden producties 40-41 van de zijde van [eisers]
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 24 februari 2021.
2.De feiten
Rapportage Aankoopadvies” (productie 40 van [eisers] ) die bouwkundig adviseur OZ [naam bouwkundig adviseur] van [bedrijf 1] (hierna: [naam bouwkundig adviseur] ) naar aanleiding daarvan opmaakt, houdt – voor zover in deze zaak relevant – het volgende in:
De woning is bouwkundig in een voldoende staat van constructie en redelijke/matige staat van onderhoud. Advies:- Herstel 2de verdieping moderniseren € 10.000,=;- Controle dak en loodherstel € 2.000,=;- Afwerken badkamer vernieuwen € 12.000,=;- Schilderwerk en afwerking na offerte opvragen.”
artikel 6 Staat van de onroerende zaak/ Gebruik6.1.De onroerende zaak zal aan koper in eigendom worden overgedragen in de staat waarin deze zich bij het tot stand komen van deze koopovereenkomst bevindt, derhalve met alle daarbij behorende rechten en aanspraken, heersende erfdienstbaarheden en kwalitatieve rechten, zichtbare en onzichtbare gebreken en vrij van hypotheken, beslagen en inschrijvingen daarvan. Koper aanvaardt deze staat en daarmee ook de op de onroerende zaak rustende publiekrechtelijke beperkingen voor zover dat geen ‘bijzondere lasten’ zijn.
Jij hebt aangegeven je je bewust bent van het feit dat dit niet was volgens de documenten die wij als basis hebben gebruikt om het huis te kopen. Daarom gaf je aan de kosten voor aanpassing voor je rekening te nemen.”
Conform afspraak zal [bedrijf 2] de aanwezige stoffen bedrading vervangen op mijn kosten en uiteraard heb ik de intentie om de ontstane situatie in zo goed mogelijk overleg met jullie op te lossen.
Zoals afgelopen zaterdag mondeling besproken, zal ik zorg dragen voor het vervangen van de stoffen bedrading en vanzelfsprekend ook de kosten die erbij komen voor het herstellen van verf of ander werk dat direct het gevolg is van het vervangen van de bedrading.
Akkoord, fijn dat we kunnen beginnen met het oplossen van het probleem” (productie 8 bij dagvaarding).
3.Het geschil
4.De beoordeling
Tekortkoming in de nakoming van de koopovereenkomst
Gelet op de expliciete mededeling van [gedaagde][…]
dit gebrek niet[
valt]
onder het bereik van het exoneratiebeding en[…]
[gedaagde] aansprakelijk[
is]
voor de schade.” (spreekaantekeningen mr. Woisch onder randnummer 9). De rechtbank begrijpt dat [eisers] daarmee een beroep heeft willen doen op de beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid.
NJ1998/208 (Gemeente Stein/Driessen)). De partij die zich op artikel 6:248 lid 2 BW beroept, draagt de stelplicht en bewijslast van de feiten en omstandigheden waaruit dit kan worden afgeleid. Tussen partijen staat vast dat [gedaagde] niet opzettelijk een foute mededeling heeft gedaan.
- De door [gedaagde] ingevulde vragenlijst is van belang voor wat [eisers] mochten verwachten. Op de vragenlijst heeft [gedaagde] ingevuld dat de stoffen bedrading zou zijn vervangen.
- [gedaagde] en haar makelaar hebben ook meermaals mondeling expliciet medegedeeld dat de woning stoffen bedradingsvrij was. De verkoopmakelaar heeft dat, in het bijzijn van partijen en de aankoopmakelaar, tijdens bezichtigingen aan [eisers] medegedeeld. [gedaagde] heeft het na het sluiten van de koopovereenkomst medegedeeld. Die mededelingen waren fout. [gedaagde] wist niet of alle bedrading was vervangen, maar heeft dat niet tot uitdrukking gebracht bij de beantwoording van de vragenlijst. Zij heeft [eisers] in de waan gelaten dat dat geen stoffen bedrading aanwezig was.
- De stoffen bedrading is met het blote oog niet zichtbaar.
- [eisers] hoefden niet te twijfelen aan de afwezigheid van stoffen bedrading.
- Het was voor [eisers] van belang of de woning al dan niet voorzien was van stoffen bedrading. Zij wilden geen klushuis en zouden een woning met stoffen bedrading niet hebben gekocht (voor de overeengekomen prijs). [eisers] hebben daar geen onduidelijkheid over laten bestaan.
geheel/gedeeltelijk/alle groepen” betrof dus te vaag om daaraan, zonder dat [eisers] daarover een nadere toelichting van [gedaagde] verzocht, het vertrouwen te ontlenen dat het ging om het vervangen van alle bedrading in de gehele woning.
LJNBK6672, ro. 2.10 en 2.11).
€ 2.228,00(2,0 punten × (tarief IV) € 1.114,00)