3.3Het oordeel van de rechtbank
Op 11 april 2019 meldt [slachtoffer] zich bij de politie voor een informatief gesprek zeden. Tijdens dit gesprek verklaart [slachtoffer] – kort gezegd – jarenlang seksueel te zijn misbruikt door haar stiefvader [verdachte] , zijnde de verdachte. Dit misbruik heeft op verschillende plekken plaatsgevonden, waaronder in de auto op verschillende locaties. Verder verklaart [slachtoffer] tijdens dit gesprek dat zij, haar moeder en [getuige 2] (de rechtbank begrijpt: [getuige 2] ) de verdachte met het seksueel misbruik hebben geconfronteerd en dat de verdachte tijdens dit gesprek het seksueel misbruik heeft erkend.
Op 14 juni 2019 doet [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum] , aangifte van het seksueel misbruik door de verdachte.Zij verklaart onder meer, zakelijk weergegeven, het volgende:
Ik was zijn stiefdochter. Op papier had hij geen gezag, maar ik noemde hem “pap” en in het opvoeden had hij net zoveel te vertellen over mij als mama. [verdachte] was mijn stiefvader. Het seksueel misbruik is gebeurd toen ik 8 jaar oud was tot mijn 14e ongeveer. Het meeste binnenshuis op de [adresgegevens verdachte] , op de [naam werk] in Hoensbroek in het kleedlokaal voor werknemers, op de camping [naam camping] in Zonhoven in België en het lokaal van de judoclub.
Op de [adresgegevens verdachte] is het meeste gebeurd natuurlijk, in de woning. Chronologisch is [naam werk] de eerste keer en daarna het gele pyjama verhaal. Eigenlijk alle handelingen die ik besproken heb zijn daar gebeurd. Hij probeerde mij te zoenen, hij raakte mij overal aan, over mijn borsten, billen, buik, alles. Het ging dus ook verder. De leidraad is voor mij het gele pyjama verhaal. Dat ik op de bank lag te slapen en dat toen ik wakker werd, hij met zijn vingers in mijn vagina zat. Ik was toen 8 jaar oud. Hij was zichzelf aan het aftrekken. Er zijn voorvallen geweest tussen mij en hem op mijn slaapkamer, op zijn slaapkamer, de douche en de slaapkamer van mijn zusje. Wat hij deed is inderdaad met zijn vingers in mijn vagina en van mij verwachten dat ik hem ging aftrekken. Ik moest hem pijpen of hij wou mij beffen. Dat gebeurde ook gewoon, op de bank. Ik heb er wel specifieke herinneringen aan. Hij kon ook naar boven komen als hij het wilde en deed het dan snel en ging dan over op de orde van de dag met bijvoorbeeld stofzuigen en deed alsof er niets aan de hand was.
Hij bedreigde mij wel eens dat hij mij wilde neuken. Het zijn eigenlijk alle handelingen behalve de daadwerkelijke daad. Hiermee bedoel ik penetratie door middel van zijn geslachtsdeel in mijn vagina.
Op de camping in Zonhoven is ook het zoenen, het aanraken van de borsten en het hele lichaam gebeurd. Ook weer die vier handelingen: zijn vingers in mijn vagina, ik hem aftrekken, hij mij beffen en ik hem pijpen. Meestal in de caravan.
In [naam werk] is het één keer gebeurd. Dat was tijdens vrij zwemmen en dat was de eerste keer en het was alsof hij mij ging voorbereiden. We gingen douchen en hij ging zich uitkleden en zei tegen mij dat ik dat ook moest doen. Hij haalde mij naar hem toe. Ik heb mij omgedraaid omdat ik dat prettiger vond en voelde toen iets tegen mijn rug en dat was zijn penis. Ik wist niet eens dat dat ding dat kon doen. Hij zag dat ik ernaar keek en toen zei hij:
“Er is niets aan de hand, pak het maar vast”.Toen zei ik:
“Nee”en toen zei hij:
“Jawel het is niks geks dat doen alle papa’s”.Ik heb het toen ook niet gedaan en hij heeft mijn handje vastgepakt en het rustig naar zijn eikel gebracht en toen moest ik het vastpakken. Ik voelde mij daar niet prettig bij en heb in paniek gezegd:
“Nee nee nee nee nee”.Ik moest hem eerst alleen maar vasthouden.
[slachtoffer] heeft na het doen van bovenstaande aangifte tegen de verdachte meerdere verklaringen bij de politie afgelegd, waarin zij haar eerdere verklaringen telkens op hoofdpunten en detailniveau heeft bevestigd.
De moeder van [slachtoffer] , de getuige [getuige 1] , is op 30 september 2019 door de politie gehoord.Zij heeft, zakelijk weergegeven, onder meer het volgende verklaard:
Vervolgens zei [slachtoffer] :
“Hij heeft ook aan mij gezeten”.Dit gesprek is geweest een aantal dagen na de communie van een andere dochter van mij in 2014. [slachtoffer] was toen 17 jaar oud. [slachtoffer] heeft mij inderdaad het gele pyjama verhaal verteld. Ze heeft verklaard dat hij met een vinger in haar is geweest. Ik wilde [verdachte] gaan confronteren. We gingen aan tafel zitten en ik zei tegen hem dat hij mij moest vertellen wat er aan de hand was. Ik heb aan hem gevraagd of hij [slachtoffer] seksueel had misbruikt. [verdachte] antwoordde:
“Nee”.Ik zei tegen hem dat ik [slachtoffer] erbij ging halen. Ik ben met [getuige 2] [slachtoffer] gaan ophalen bij haar vriendje. Ik heb in de auto aan [slachtoffer] gevraagd of ze de waarheid sprak. [slachtoffer] zei tegen mij dat ze niet loog. Thuis zijn we met z’n vieren aan tafel gaan zitten. [verdachte] , [slachtoffer] , [getuige 2] en ik. Ik heb gezegd dat een van hen loog en dreigde naar de politie te gaan als de waarheid niet boven water kwam. Ik keek [verdachte] aan en vroeg hem nogmaals:
“ [verdachte] , heb je dit gedaan?”.Hij ontkende weer. Ik stond op en zei
: “Ok, dan gaan we naar het politiebureau”. Toen zei hij: “
Oké, ik heb dit gedaan”.[verdachte] keek omlaag en zei:
“Ja”.
Ik geloof dat [slachtoffer] seksueel is misbruikt omdat [verdachte] het heeft toegegeven aan mij. Dat is duidelijk.
Op 23 juli 2020 is [getuige 1] bij de rechter-commissaris gehoord.Zij heeft, zakelijk weergegeven, onder meer het volgende over het betreffende gesprek verklaard:
Ik heb de heer [verdachte] geconfronteerd met de beschuldiging die [slachtoffer] vertelde. Daarbij waren aanwezig [slachtoffer] , [verdachte] , [getuige 2] en ik. In eerste instantie heeft [verdachte] niet toegegeven dat er misbruik had plaatsgevonden. Ik ben toen [slachtoffer] , die er oorspronkelijk niet bij was, gaan ophalen. Toen wij met z’n vieren waren heb
ik gezegd dat één van de twee niet de waarheid sprak en dat als iedereen daarbij bleef, ik naar de politie zou gaan, omdat ik met die situatie niet zou kunnen leven. Dan zou de politie maar moeten uitzoeken hoe het zat. Ik ben toen gaan zitten en heb een stilte laten vallen. Na enige tijd zei [verdachte] tegen mij:
“Het klopt.”.Ik ging ervan uit dat [verdachte] dat zei met betrekking tot de beschuldiging van [slachtoffer] . Ik heb met hem alleen gesproken in de termen dat hij [slachtoffer] seksueel misbruikt zou hebben. In de verklaring van 30 september staat dat ik [verdachte] heb gevraagd of hij “dit” gedaan heeft. Naar mijn mening kan [verdachte] dat niet anders opgevat hebben toen in die setting als dat dat ging over het seksueel misbruik.
Op 7 april 2021 is [getuige 2] door de politie als getuige gehoord.Zij heeft, zakelijk weergegeven, onder meer het volgende verklaard:
De exacte datum weet ik niet, het was na die communie. Ik weet niet meer hoe lang daarna ik ben gebeld. [getuige 1] (de rechtbank begrijpt: [getuige 1] ) belde me volledig hysterisch of ik kon komen. Toen ik aankwam kreeg ik gelijk te horen dat [slachtoffer] [verdachte] beschuldigde van seksueel misbruik. Ze wist niet wat ze ermee moest. [verdachte] en [slachtoffer] waren beiden niet thuis. [slachtoffer] wilde niet komen volgens mij. Ik vond dat ze beiden moesten komen om te weten wat er gebeurd was. We zijn [slachtoffer] gaan halen. [verdachte] kwam op eigen gelegenheid naar huis. We zaten aan tafel in de woonkamer. [verdachte] , [getuige 1] , [slachtoffer] en ik. Wie het eerste woord sprak of wat er gevraagd werd, weet ik ook niet meer. Maar het ging erom wat er gebeurd was. Al vrij snel zei [verdachte] en hij keek niet eens omhoog:
“Het klopt, het is waar”.
Wat zei [slachtoffer] over wat er gebeurd was?Dat hij met zijn handen in haar had gezeten. En volgens mij een keer dat ze op de bank lag te slapen en toen wakker werd en zij al gedeeltelijk ontkleed was door [verdachte] . [slachtoffer] vertelde ook dat hij zelfs zijn vingers door de wang tussen haar kaken wrong zodat haar kaken van elkaar gingen. [slachtoffer] vertelde dat de eerste keer bij [naam werk] gebeurde. Dat ze zijn geslachtsdeel moest vasthouden voordat ze de douche uit mocht.
Het oordeel van de rechtbank
Algemene overweging zedenzaken
Zedenzaken kenmerken zich veelal door het feit dat slechts twee personen aanwezig zijn bij de seksuele handelingen, te weten het veronderstelde slachtoffer en de veronderstelde dader. Ook bij het onderhavig tenlastegelegde feit is dit het geval. Bij een ontkennende verdachte, waarvan in deze zaak sprake is, brengt dit in veel gevallen met zich dat slechts de verklaringen van het veronderstelde slachtoffer als wettig bewijsmiddel voorhanden zijn. Op grond van het bepaalde in artikel 342, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering is echter de enkele verklaring van een getuige (in casu het slachtoffer) onvoldoende om tot een bewezenverklaring te kunnen komen. Daar staat tegenover dat – op grond van inmiddels vaste rechtspraak – in zedenzaken een geringe mate aan steunbewijs in combinatie met de verklaringen van het slachtoffer voldoende wettig bewijs kan opleveren. Het is bovendien niet vereist dat het ondergaan van de seksuele handelingen steun vindt in ander bewijsmateriaal – gelet op de ontkennende verklaring van de verdachte –, maar het kan voldoende zijn dat de verklaring van het slachtoffer op bepaalde punten bevestiging vindt in ander bewijsmateriaal.
Het oordeel van de rechtbank over het tenlastegelegde
Op 11 april 2019 heeft [slachtoffer] een eerste verklaring bij de politie afgelegd. Tijdens dit informatief gesprek zeden heeft [slachtoffer] verklaard over het seksueel misbruik door de verdachte. Ook heeft zij verklaard over een gesprek met de verdachte, waarbij ook haar moeder en de getuige [getuige 2] aanwezig waren en in welk gesprek de verdachte het seksueel misbruik heeft erkend. Uiteindelijk heeft [slachtoffer] op 14 juni 2019 aangifte tegen de verdachte gedaan. Op 21 juni 2019 en 8 juli 2019 is zij nogmaals door de politie gehoord. De rechtbank overweegt hierover het volgende. [slachtoffer] heeft telkens gedetailleerde en uitgebreide verklaringen afgelegd over de plaats waar het seksueel contact heeft plaatsgevonden, hoe vaak en in welke periode dit heeft plaatsgevonden en de wijze waarop dit gebeurde. Ze benoemt concreet de door verdachte bij haar verrichte handelingen en de volgorde daarvan. Ook benoemt zij welke handelingen zij bij de verdachte heeft moeten verrichten. De inhoud van haar verklaringen is niet alleen authentiek en concreet, maar ook consistent. De rechtbank komt dan ook tot de conclusie dat de verklaringen van [slachtoffer] betrouwbaar zijn en kunnen worden gebezigd voor het bewijs. Naar het oordeel van de rechtbank vindt de aangifte van het slachtoffer steun in de verklaringen van de getuigen [getuige 1] en [getuige 2] . Zowel [slachtoffer] als [getuige 1] en [getuige 2] hebben overeenkomstig verklaard over het gesprek dat in 2014 met de verdachte heeft plaatsgevonden, inhoudende dat tijdens dit gesprek over het seksueel misbruik van [slachtoffer] door de verdachte is gesproken en dat de verdachte tijdens dit gesprek dit seksueel misbruik heeft erkend. De verklaring van de verdachte, inhoudende dat deze erkenning slechts zag op niet-seksuele vaderlijke aanrakingen, acht de rechtbank, gelet op bovenstaande bewijsmiddelen en de context van dit gesprek, volstrekt onaannemelijk. De rechtbank verwijst in dit verband ook naar de omstandigheid, hetgeen ook door verdachte ter zitting is bevestigd, dat diezelfde dag nog door [getuige 2] een slot aan de binnenzijde van de slaapkamerdeur van [slachtoffer] is bevestigd. Verdachte kon daardoor niet meer onverhoeds op de slaapkamer van [slachtoffer] komen.
Hoe moet het gedrag van de verdachte worden gekwalificeerd?
De rechtbank is van oordeel dat bovenstaande bewijsmiddelen, in onderlinge samenhang bezien en in combinatie met de verklaring van de verdachte, inhoudende dat hij samen met de moeder van [slachtoffer] de zorg over de kinderen had en dat hij inderdaad samen met [slachtoffer] op de door haar benoemde locaties aanwezig is geweest, maken dat het onder feit 1 primair en feit 2 primair tenlastegelegde bewezen kan worden verklaard, inhoudende dat de verdachte met een kind dat hij verzorgt of opvoedt als behorend tot zijn gezin (ontuchtige) handelingen heeft gepleegd die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam.